Vallende sterren en klatergoud

Strijk hier neer om te zwijmelen in het maanlicht over de Liefde en Romantiek.
Plaats reactie
Antje
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 13
Lid geworden op: 15 feb 2009 14:09

Ik ben al enkele jaren een enthousiaste lezer op dit forum en heb nu eindelijk (na lang aarzelen) toch maar besloten om ook mijn hersenspinsel te gaan posten. Ik vrees dat het niet kan tippen aan de meeste verhalen die ik hier trouw en met veel plezier volg, maar het is dan ook het eerste verhaal dat ik schrijf, dus please have mercy ;-)
In de eerste hoofdstukken heb ik een paar verschillende verhaallijnen uitgezet en ik heb geprobeerd de verschillende personages zo geleidelijk mogelijk te introduceren. Daarnaast sla ik misschien een beetje door in het omschrijven van de omgeving, maar die is echter zeer belangrijk voor mijn verhaal en niet voor iedereen bekend terrein. Dit is de reden dat het wellicht wat lang duurt, voordat ik 'terzake' kom. Ik hoop dat het niet storend werkt of mijn verhaal te saai maakt.

Veel plezier met lezen en ieder commentaar is natuurlijk welkom

Antoinette ('Antje')





Vallende sterren en klatergoud




1.

So many destinations, faces going to so many places
where the weather is much better
and the food is so much cheaper


Airport - The Motors



Het lijkt wel alsof ik dronken ben. Alsof mijn hoofd vol watten zit of, nee, het lijkt alsof ik mij in een droom bevind. De felle verlichting van de gigantische hal doet mijn ogen branden en de stemmen van de tientallen mensen achter mij in de rij, lijken te echoën in mijn hoofd. Ik strek onopvallend mijn rechterbeen en trek het hengsel van mijn tas weer goed over mijn schouder. In mijn broekzak begint mijn mobiele telefoon zachtjes te trillen, alsof hij mij terug in de realiteit wil brengen. Ik friemel wat en tover het mobieltje tevoorschijn, ondertussen in de gaten houdend of ik niet al aan de beurt ben.
'Veilig geland?' staat er op het schermpje. Ik glimlach even. Het berichtje is van Susan, die gedurende mijn gehele middelbare schooltijd mijn beste vriendin is geweest. We hebben alles samen gedaan: feestjes afgelopen, liefdesverdriet gedeeld, samen geleerd voor ons eindexamen. Onafscheidelijk waren we. En wat mij betreft blijven we dat ook, ondanks het feit dat onze wegen zich meer en meer lijken te scheiden.
Suus is altijd al het wat serieuzere type geweest. Ze was twee jaar voor ons eindexamen al vastbesloten om na de middelbare school Rechten te gaan studeren in Leiden. Ik daarentegen was altijd de impulsieve dromer. En enorm besluiteloos.
Het resultaat? Suus is nu al een tijdje helemaal aan het opgaan in het studentenleven, woont op kamers en is serieus aan het studeren. We zien elkaar nog wel, maar het wordt minder en minder. We hebben ook weinig meer gemeen eigenlijk. Ik woon nog steeds in hetzelfde slaperige provinciestadje. Daarnaast hebben wij nu andere vrienden en verschillende interesses. Zij heeft Leiden, haar vereniging en haar studie en ik heb mijn duffe, suffe leventje, om het maar zo te zeggen. Ik had tot voor kort een baantje in een bloemenwinkel waar ik weinig om gaf. En een vriendje. Waar ik nu niets meer om geef.

Maar goed. Nu ben ik dus hier. In mijn eentje. Ik kijk uit naar de komende weken. Heerlijk! Geen gezeur aan mijn hoofd, geen gedoe, geen problemen. En misschien eindelijk tijd om mij te bedenken wat ik met mijn toekomst aan wil. Studeren? Ja misschien, maar wat? Ben ik daar ondertussen ook niet een beetje te oud voor?
Trouwens, voordat jij het je afvraagt: Ja, ik zou eigenlijk met Paul hier naartoe zijn gegaan, maar ik neem aan dat je wel snapt dat ik hem heb verbannen uit mijn leven en mijn gedachten. Althans, dat probeer ik. Hij bekijkt het maar lekker! Met zijn...

"Volgende!" De douanier in het hokje tegenover mij steekt zijn hand op, zonder op of om te kijken, om aan te geven dat ik door mag lopen. Hij ziet er gezellig uit. Maar niet heus! Ik haal een keer diep adem, stop mijn mobieltje terug in mijn broekzak en klem mijn paspoort met douane-formulier in mijn toch wel wat zweterige hand, voordat ik naar hem toe loop.
"Goedemiddag mijnheer." Ik probeer zo opgewekt en wakker mogelijk te klinken, maar mijn stem klinkt tamelijk krakerig. Ik voel hoe de cola, die ik net in het vliegtuig vlak voor de landing heb gedronken, langzaam in mijn keel omhoog borrelt. Als ik maar geen boer laat, recht in zijn gezicht.
De douanier knikt, zonder mij aan te kijken, als antwoord op mijn begroeting en hij bladert wat verveeld door mijn paspoort. Ik heb helemaal niets te verbergen, ben slechts een gewone toerist, maar ik voel me toch behoorlijk ongemakkelijk worden. Zijn ogen blijven steken bij mijn pasfoto. Dit is ook het moment dat hij mij voor het eerst aankijkt. Streng! Hij heeft een strenge blik. Ik slik de bubbel in mijn keel weg en tover een glimlach op mijn gezicht. Waarop ik geen enkele reactie krijg trouwens, want mijnheer de douanier is al weer bezig met mijn paspoort. Hij haalt het door een soort scan-apparaat en begint traag te typen.
"Reden van bezoek?" vraagt hij plotseling. Ik schrik ervan dat hij plotseling blijkt te kunnen praten en ben op slag al mijn Engels vergeten. En dat terwijl ik ooit een ruime acht op mijn eindlijst had, geloof het of niet!
"Reden van bezoek?" herhaalt hij nog een keer ongeduldig. Hij stopt met typen en kijkt mij aan. Hij wordt er niet minder streng op.
"Vakantie." stamel ik. "Bezoek aan een vriend." voeg ik er nog aan toe.
De douanier zucht en vouwt zijn armen over elkaar.
"Vakantie of bezoek?" Zijn stem klinkt niet al te sympathiek.
"Vakantie mijnheer." antwoord ik in mijn beste Engels.
Gelukkig. Mijnheer de douanier gaat verder met typen.
"Hoe lang?" Zijn ogen verlaten het computerscherm niet.
"Drie maanden ongeveer." antwoord ik en ik wiebel wat van mijn ene op mijn andere been.
"Ongeveer?" herhaalt de douanier mijn woorden. "Heb je een ticket voor de terugreis?"
Nou, dames en heren; deze douane-beambte doet niet bepaald zijn best om mij welkom te laten voelen.
"Ja mijnheer." Ik graai wat door mijn tas en tover mijn ticket tevoorschijn.
"Dit is een open ticket?" Hij stelt de vraag op een bevestigende manier.
"Ja, ik weet niet precies wanneer ik terug ga. Ik heb nog geen exacte datum." Jemig. Zullen de autoriteiten op Schiphol ook zo moeilijk doen tegen toeristen die net een vlucht van tien en een half uur achter de rug hebben?
De douanier zucht geïrriteerd.
"Wat is jouw verblijfplaats?" Zijn ogen schieten over het door mij ingevulde douaneformulier.
"Ik logeer bij een vriend. Dit is zijn adres!" Ik schuif het gekreukelde papiertje met het adres van Stephen naar hem toe.
"Hebben jullie een relatie?" Hij kijkt niet eens naar het adres, maar tikt ongeduldig met een stempel op de desk.
"Nee! Oh nee, absoluut niet!" reageer ik. Moet ik hem zeggen dat Stephen op mannen valt? Nee toch? Dat is toch absoluut niet relevant? En daar heeft hij toch ook helemaal niets mee te maken?
"Dat gaat ook nooit gebeuren ook." voeg ik nog maar eens toe, in een uiterste poging om de douane-beambte gerust te stellen. Het lijkt effect te hebben, want met een wilde beweging zet de douanier een stempel op mijn formulier.
"Voor 17 mei verlaat u het land weer. U vertrekt geen dag later!" Hij schuift het douaneformulier naar mij terug.
" Rechter wijsvinger!" snauwt hij mij vervolgens toe, voordat ik überhaupt kan reageren. Als een mak schaapje volg ik zijn bevel op en druk ik mijn vingertop op het schermpje voor de scan.
"Linker wijsvinger." Ik wrijf snel mijn hand over mijn broek en druk mijn linker vingertop op het scan-apparaatje. Ik mag toch hopen dat deze man qua karakter niet erg representatief is voor de rest van het land, want dan word dit een heel andere vakantie dan ik mij had voorgesteld.
"Foto." Hij draait een cameratje mijn kant op.
"Niet glimlachen!" Tjongejonge. Alsof het in mij opkomt om te glimlachen met zo'n brok gezelligheid aan de andere kant van de desk.
"Okay Lilian van Est..." de douanier schuift nu ook mijn paspoort terug en hij leunt achterover met een licht triomfantelijke uitdrukking op zijn gezicht.
"... welkom in The City of Angels."

Eén voor één vallen de koffers met een klap op de bagageband, die traag zijn rondje draait. Aan de overkant van de band, bij de speciale bagage, staat een grote blauwe kennel met daarin een hond die zachtjes huilt, in afwachting van zijn baasje. Ik stop mijn mobieltje terug in mijn broekzak en voel me opgelucht nu ik weet dat Stephen buiten op mij staat te wachten.
Plof.... De zoveelste koffer, dit keer een rode, valt op de bagageband. Ik kijk hem na en begin me nu toch zorgen te maken. Mijn bagage zal toch wel aangekomen zijn ? Dat zou echt weer wat voor mij zijn: drie maanden zonder mijn eigen spullen. Natuurlijk, dit is het land van Abercrombie en Victoria's Secret, maar toch.
Nog een rode koffer. Gevolgd door een paar hele grote zwarte tassen. De bemanning van 'mijn' vlucht komt vrolijk lachend en kletsend voorbij lopen. Het verwondert mij dat ze er nog zo wakker uitzien, terwijl zij in tegenstelling tot mij waarschijnlijk geen seconde geslapen hebben in het vliegtuig.
Een zwarte koffer. Een grijze koffer. Ik zucht ongeduldig en dan valt mijn blik op een jonge vrouw, die tegenover mij aan de andere kant van de bagageband staat, vlakbij de kennel, waarin de hond nu hard en ongeduldig is gaan blaffen. De vrouw lijkt er niet van onder de indruk. Ze is klein en tenger en ongeveer van mijn leeftijd, maar haar kapsel en kleding zijn vrij ehm... Ouderwets? Oubollig?
Ze kijkt niet naar de koffers, ze staart eigenlijk meer voor zich uit. Het is haar blik die mij intrigeert. Haar blik is leeg en emotieloos. Doods bijna, Haar ogen hebben een hele aparte kleur blauw, voor zover ik dat vanaf hier kan beoordelen. Zoals die bloemetjes...viooltjes. Ze lijken qua kleur een beetje op de ogen van Paul. Maar aan hem denk ik niet meer natuurlijk. Control, alt, delete.

Opeens kijkt de jonge vrouw mij recht aan. Ik schrik er van. Zo erg dat er een rilling over mijn rug loopt en ik kippenvel over mijn hele lichaam voel. Ik sla mijn ogen neer en wrijf even over mijn armen. Ik heb het plotseling koud van vermoeidheid. Of misschien door de airco. Stephen heeft mij al gewaarschuwd voor het feit dat ze er hier niet voor terugschrikken om de airconditioning op standje turbo te zetten.
Ha! Daar is mijn koffer! Ik til hem van de bagageband en loop weg. Op naar de uitgang, op zoek naar Stephen, klaar om Los Angeles te ontdekken. Als ik nog een laatste keer omkijk, zie ik dat de jonge vrouw verdwenen is.
Laatst gewijzigd door Antje op 10 jul 2013 22:46, 1 keer totaal gewijzigd.
Roosje
Potlood
Potlood
Berichten: 84
Lid geworden op: 24 mar 2013 20:05

Ik vond het een goed begin!
Hoezo het is niet zo goed als de rest? Het past er prima tussen. Met wat goede tips (die ik jammer genoeg niet heb) wordt het vast een heel goed verhaal.
Er zijn maar twee dingen in het leven die je kunt bereiken met je ogen een beetje dicht. Liefde en vrede.
Antje
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 13
Lid geworden op: 15 feb 2009 14:09

Hier het volgende hoofdstuk van mijn verhaaltje. Roosje, heel erg bedankt voor jouw commentaar, dat werkt altijd motiverend! En iedereen bedankt voor het lezen natuurlijk. Voor het geval dat jullie het je afvragen; de romantiek komt nog hoor ;-) .



2.


Yeah, drop the top on your ride
This is how we do it on the west coast baby
Rollin' down the four oh five
Gettin' high

Stay true - Tupac Shakur



"Linker wijsvinger!" roep ik met een bulderende stem en ik trek mijn meest chagrijnige gezicht. Stephen lacht en schudt zijn hoofd, zonder zijn ogen van het verkeer voor ons af te houden.
"Ja. De Amerikaanse douane staat niet bepaald bekend als de meest vriendelijke ter wereld. Ik had je moeten waarschuwen." Hij kijkt even over zijn schouder en haalt vervolgens een vrachtwagen in. Zo'n hele grote, met een glanzende zilveren pijp naast de cabine. Zo een die ik alleen van televisie ken.
Ik zak een beetje onderuit en leun met mijn knieën tegen het dashboard. De zon prikkelt mijn gezicht, de wind rukt stevig aan mijn haren.
"Moet ik het dak omhoog doen?" Stephen kijkt me vragend aan.
"Nee, alsjeblieft niet! Ik vind het wel lekker zo! Word ik tenminste weer een beetje wakker." Ik druk mijn zonnebril wat steviger op mijn neus en probeer de omgeving goed in mij op te nemen. Niet dat die hier, op de beruchte twaalfbaans four-oh-five snelweg, zo bijzonder spectaculair is, maar ik wil gewoon niets missen. Ik ben in Los Angeles! Ik kan het bijna niet geloven. En dus geniet ik van de vele, grote, snelle auto's om ons heen. Ik geniet van de (soms spuuglelijke) bebouwing aan weerszijden van de snelweg, van de bergen in de verte voor ons, ja zelfs van de groene verkeersborden. Ik probeer er foto's in mijn hoofd van te maken. Dit wil ik nooit vergeten! Sepulveda Boulevard, Marina del Rey, Venice Boulevard... De ene na de andere bekende naam schiet voorbij.
"Tom is pas laat thuis vanavond, maar hij ziet er erg naar uit om jou eindelijk weer eens in levende lijve te ontmoeten!" Stephen verheft zijn stem een beetje om boven het lawaai van het verkeer en de autoradio uit te komen. Ik klop speels op zijn bovenbeen bij wijze van antwoord, want ik ben even te lui om iets te zeggen en kijk hem glimlachend aan.
Hij ziet er goed uit, mijn Steefje. Ik heb hem altijd al een lekker ding gevonden, ondanks dat hij tien jaar ouder is dan ik ben, maar nu ziet hij er ook nog gezond, gebruind en vooral heel gelukkig uit. De liefde doet hem goed. En dat heeft hij absoluut verdiend. Een beetje jammer alleen dat mijn 'onechte broertje' zo ver weg is gaan wonen.
"Ik ga hier van de snelweg af. Ik hoop niet dat je het erg vind, maar ik ga het laatste stuk binnendoor. Dat is een stukje om, maar anders komen we in de file terecht en dat wil je niet! Gisteren was hij veertig kilometer lang." Stephen manoeuvreert de zilvergrijze Mustang cabrio, die hij van zijn Tom heeft gekregen, behendig een paar rijbanen opzij om de afslag te nemen.
"Steef, ik vind alles prima!" antwoord ik en ik strek mijn armen boven mijn hoofd alsof ik in een achtbaan zit, wanneer de auto een scherpe bocht maakt en de snelweg verlaat. Ik hou van LA. Nu al!

Okay. Je moet geen haast hebben als je deze weg neemt, want om de honderd meter volgt een stoplicht en van een 'groene golf' hebben ze hier nog nooit gehoord, maar nu hebben we in ieder geval wel tijd genoeg om alvast flink bij te kletsen. Over mijn ex-baantje, over de tijd die ik mezelf gun om eens flink over mijn toekomst na te denken. Over mijn vader en zijn architectenbureau waar Stephen een paar jaar voor gewerkt heeft. Over Tom natuurlijk, die als succesvol fotograaf de ene na de andere opdracht binnen heeft gesleept. Over Nederland en het onvermijdelijke weer. Zelfs over Willem-Alexander die nu koning is. We springen van de hak op de tak.
"Lily, ben je moe?" vraagt Stephen mij opeens.
Ik schud mijn hoofd.
"Nee, ik denk dat ik over mijn slaap heen ben. Hoezo?"
Stephen trekt langzaam op nu het stoplicht weer op groen springt.
"We zouden even snel iets kunnen eten? Ik weet niet of je honger hebt, maar ik ken een leuk tentje in Santa Monica, dat is hier vlakbij. Het is niet chique ofzo, maar gewoon veel voor weinig en typisch Amerikaans."
Ik lach. En ik realiseer me nu pas dat ik inderdaad best trek heb.
"Veel voor weinig? Dat hoef je tegen een Hollandse natuurlijk maar één keer te zeggen!"

Inderdaad. Barney's Beanery in de belangrijkste winkelstraat van Santa Monica is typisch Amerikaans. Ik heb zoiets nog nooit gezien. Binnen in de zaak bevindt zich een bar van minstens vijftien meter lang, maar dat is niet de eye-catcher. Achter de bar, boven de zeer uitgebreide selectie drankflessen, hangen ik weet niet hoeveel televisieschermen. In het midden hangt een led-tv die minstens drie meter breed en twee meter hoog is. Daaromheen heb ik in de gauwigheid zo'n tien kleinere televisieschermen geteld. Op alle schermen wordt sport uitgezonden: honkbal, tennis, basketbal, zelfs Europees voetbal. Alles door elkaar. Combineer al die flikkerende beelden met keiharde rockmuziek plus een jetlag en je hebt het ideale recept om knettergek te worden.
Daarom hebben we maar op een tafeltje buiten gewacht en hier zit ik perfect! Het eten (we hebben allebei voor een Jucy Lucy Burger gekozen) is lekker en veel, de cola is koud en we zitten zowaar in de schaduw. Het allerleukste is echter dat je vanaf hier ongegeneerd mensen kan kijken. En geloof mij, er lopen veel aparte types rond in Third Street. Zojuist een dame bijvoorbeeld op mega-hoge hakken met een witte poedel, waarvan de oortjes knalroze waren geverfd. Hoezo dan?
"Lily." Stephen legt zijn bestek neer en neemt een slok van zijn cola. "Wat is er nou toch gebeurd tussen jou en Paul? Jullie..."
Ik hef mijn hand op om Stephen het zwijgen op te leggen.
"Gewoon. Hoe gaan die dingen? We zijn uit elkaar. Prima! Ik ben toch nog veel te jong om vast te zitten in een relatie." Ik neem een slok Cola. De koolzuur prikt zo erg dat de tranen in mijn ogen schieten.
"Maar vorige week nog..." probeert Stephen weer. Hij wil zich kennelijk opwerpen als mijn persoonlijke relatietherapeut.
"Vorige week is zeven dagen geleden. Ik ben in die tijd stukken wijzer geworden."
Stephen schudt zijn hoofd en rijkt mij een servetje aan, zodat ik de tranen van mijn wangen kan vegen. Die verdomde Cola ook! Waarom prikt dat spul toch altijd zo erg?
"Zullen we de rekening vragen? Ik geloof dat Mister Jetlag nu goed toe begint te slaan." Ik frommel het servetje in een prop en leg het op de paar overgebleven frietjes op mijn bord. Stephen drukt op het knopje voor de 'bill', dat op de tafel is bevestigd. Vrijwel direct zie ik onze serveerster naar ons toe komen lopen met de rekening in haar hand. Dat is handig!
"Lily..." Stephen pakt mijn handen boven tafel beet en buigt naar mij toe.
"Ik ben blij dat je er bent. We gaan er een paar fantastische weken van maken." zegt hij vervolgens.
Ik knijp in zijn handen en lach.
"Bespaar me dan wel jouw Dokter Phill-praktijken hè? Beloofd?" antwoord ik.
Stephen lacht nu ook en neemt de rekening van de serveerster aan.
"Was alles naar wens tortelduifjes?" vraagt de serveerster ondeugend. Tortelduifjes? Als Pasen en Pinksteren op een dag vallen zeker.
Steef geeft zijn creditcard aan het best beeldige meisje en ik laat mijn ogen nog een laatste keer door de winkelstraat dwalen. Ik ga hier binnenkort zeker een keer shoppen. Ik zie een Sephora, de Abercrombie, American Apparel... En dan verstijf ik. Recht tegenover ons, in de deuropening van de Starbucks staat die jonge vrouw, die ik eerder heb gezien op het vliegveld. Haar blik is nog steeds leeg en haar uitdrukking is droevig, maar ze kijkt me nu meteen recht aan. En het lijkt alsof ze, bijna onopvallend, afkeurend met haar hoofd schudt. Ik snak naar adem.
"Lilian? Ga je mee?" Ik heb niet eens gemerkt dat Stephen al naast de tafel staat, klaar om weg te gaan.
"Ja! Graag!" stamel ik verward en ik gris mijn tas van de bank tijdens het weglopen. Word ik nou gek? Zie ik nou dingen die er niet zijn? Dit moet met mijn jetlag te maken hebben.
Ik haal diep adem en stap achter Stephen aan het eettentje uit. Ik durf bijna niet naar de overkant van de straat te kijken. Dat is belachelijk natuurlijk.
Zie je wel? Het terrasje voor de Starbucks is helemaal leeg en uit de deur komt alleen een goed geklede zakenman met een enorme koffiebeker in zijn hand.
"Nog een Starbucksje doen, voordat we naar huis gaan?" vraagt Stephen en hij maakt al aanstalten om er heen te lopen.
"Steef... liever niet. Ik trek het niet meer zo." antwoord ik en ik blijf stilstaan als een puppy, die voor het eerst aan de riem moet lopen.
"Okay Missie. Let's roll our ride down home!" zegt Stephen in zijn meest Amerikaanse accent en hij slaat zijn arm om mijn schouder.
daantjeschrijft
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 18 jun 2012 21:31

Ik zou ook niet weten waarom je aarzelt. Welke verhalen zijn beter dan? We posten hier allemaal in de hoop er wat van te leren toch :D .

Je hebt een fijne schrijfstijl die gemakkelijk wegleest. Tot nu toe heb ik inhoudelijk verder niets te melden. Ik blijf meelezen.... :super

groetjes
Even Miracles take A Little Time
Antje
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 13
Lid geworden op: 15 feb 2009 14:09

Dank je wel Daantjeschrijft voor de moeite die je hebt genomen om een reactie te schrijven en ook alle andere lezers bedankt voor het feit dat jullie nog steeds meelezen.
Mijn aarzeling om mijn verhaal hier te posten, komt denk ik doordat ik het mijzelf een beetje moeilijk heb gemaakt als beginner :?
Ik probeer mijn hoofdpersonen en de 'ondersteunende personages' geleidelijk te introduceren en een paar verschillende verhaallijnen uit te zetten. Daarbij wil ik ook de omgeving en het milieu een beetje beschrijven, maar het gevolg is dat mijn verhaal naar mijn gevoel te traag op gang komt en veel te saai is. Zeker in vergelijking met de andere verhalen op dit forum.
Ik beloof beterschap over een paar hoofdstukken en zie mijn verhaal voorlopig maar als een dieseltje; als het eenmaal op gang komt.. 8) .



3.

Can anyone fly into these grey skies?
Is there somewhere I'm meant to be?
Sea fog comes like a river
Rolls a stone, it's rolling me


Sea fog - Keane



Langzaam doe ik mijn ogen open en grijp ik met beide handen naar mijn hoofd. Het is pikkedonker in de kamer en ik moet even hard nadenken, voordat ik weer weet waar ik mij bevind.
Ach, natuurlijk! Ik ben bij Stephen en Tom in Los Angeles!
"California Baby!" fluister ik tegen mezelf en ik maak een juichende beweging met mijn armen.
Hoe laat zal het zijn? Ik tast wat rond op het nachtkastje naast mijn bed en vind uiteindelijk mijn horloge. Kwart over drie nog maar? Is het nog maar kwart over drie in de nacht?
Met wat moeite kom ik overeind. Ik heb het gevoel alsof mijn hoofd vol watten zit, maar ik ben wel klaar wakker.
"Goh. Kwart over drie nog maar." mompel ik in mezelf. "Zo heb ik lekker wat aan mijn dag." Ik moet er zelf om lachen.
En nu?
Ik knip het lampje naast mijn bed aan en laat mijn ogen even wennen aan het licht.
"Prettig pandje hoor..." fluister ik en ik neem de slaapkamer nog eens in mij op.

Ja, dames en heren, ik wist natuurlijk al lang dat Tom een goede fotograaf is, want ik heb heel veel van zijn werk gezien. En ik wist ook dat hij veel opdrachten heeft en regelmatig met tamelijk beroemde mensen werkt. Dan verdien je inderdaad best aardig, zeker hier in Amerika. Maar zó aardig? Deze slaapkamer, die de komende weken de mijne zal zijn, is zeker drie keer zo groot als mijn slaapkamer thuis in Hoorn. Om van het bed nog maar niet te spreken. King-size noemen ze dat hier. Je kunt er met gemak met een heel gezin in slapen, zonder elkaar aan te hoeven raken. En dan overdrijf ik maar een beetje.
Serieus, dit is echt geweldig! Het allerleukste is nog dat ik gewoon het hele gastenverblijf voor mezelf heb gekregen. Een gastenverblijf! Het zogenaamde pool-house aan het zwembad is de komende tijd helemaal van mij. Hoe cool is dat?
"Jongens, hier kan ik wel aan wennen hoor." lach ik tegen mezelf.
Mijn voeten raken de koele vloerplanken en ik loop op mijn tenen naar de terrasdeuren. Niet dat iemand mij hier kan horen, maar noem het macht der gewoonte; 's nachts doe ik altijd alles zo zacht mogelijk. Steef en Tom slapen natuurlijk gewoon in de gigantische hyper-moderne villa aan de andere kant van het zwembad. Die horen mij echt niet, dat weet ik ook wel.

Voorzichtig open ik de deuren. Een koel briesje laat de witte gordijnen even opbollen als ik ze open duw.
"Wow!"
Ik was eerder deze avond, toen Stephen me naar 'mijn' gastenverblijf begeleidde, zo moe, dat ik nauwelijks aandacht voor de omgeving meer had. Ik zag het wel, maar mijn hersenen registreerden het gewoon niet. Eigenlijk zie ik alles nu dus voor het eerst, al wordt het slechts verlicht door de maneschijn en kun je van 'zien' niet echt spreken.
"Wow!" zeg ik nog eens en ik ga op een zonnebed zitten. Het zwembad is zo glad als een spiegel en wordt vanuit de diepte verlicht door hel-blauwe lampen. De villa aan de overkant heeft iets majestueus met die grote ramen, die allemaal een prachtig uitzicht over de stad moeten bieden. Ik draai mijn hoofd en kijk ademloos naar de ontelbare lampjes daar beneden in de vallei. Het lijken wel allemaal sterretjes. Een sterrenhemel op de aarde geplakt!
In het zuiden draait een helikopter sloom een rondje. Ik zie zijn zoeklicht heen en weer schieten. In de verte aan de linkerkant zie ik de fel verlichte snelweg, die als een slang tussen de heuvels door slingert.
Er steekt een windje op en ik huiver even, want het wordt plotseling een stuk frisser, maar ik denk er niet aan om weer naar binnen te gaan. Nog even genieten hoor! Wat een prachtig uitzicht en wat een stilte! Nou ja, stil. Stil is het niet echt. De krekels houden hun eigen nachtelijke concert en overstemmen daarmee het zachte monotone gebrom van de stad beneden, maar het is een aangenaam rustgevend geluid.
Ik draai mijn hoofd weer terug en kijk naar de villa. Zal Tom al thuis zijn? Hij was vandaag kennelijk zo druk met werken, dat hij nog niet thuis was toen ik in mijn jetlag-coma gleed.
Welk raam zal van de slaapkamer van Tom en Stephen zijn? Ik bijt op mijn lip en ga met mijn ogen alle ramen af.

Het wordt nu toch wel heel fris. Ik trek mijn knieën op en sla mijn armen om mijn benen. Uit het niets drijft er een mistflard over het zwembad heen.
"De beruchte sea fog." leg ik aan mijzelf uit. De zeemist, die in dit jaargetijde 's ochtends vroeg, heel vroeg, het land opkruipt, om pas 's middags door de zon te worden weg gejaagd.
"Jammer zeg." fluister ik tegen de donkere nacht. De lichtjes beneden worden strook voor strook bedolven onder een grijze deken van mist. Een vreemd maar ook indrukwekkend gezicht. Alsof een hogere macht de stad toestopt en haar rust gunt. Alsof de stad van de Engelen moet gaan slapen.

Een vreemd sloffend geluid doet mij opschrikken uit mijn gedachten. Verbeeld ik het mij nou, of is daar iemand? Ik spits mijn oren en blijf bewegingloos zitten.
Daar hoor ik het weer! Slof, slof....slof. slof, slof...slof,slof....slof.
Oh help! Het komt dichterbij! Dit is nu de reden waarom ik nooit naar horror-films kijk. Ik ben een angsthaas! En niet zo'n beetje ook! Ik durf mij niet te bewegen.
Slof....slof,slof,slof....slof....slof.
Ik staar voor me uit, concentreer mij op de villa en het zwembad, dat nu ook overtrokken wordt door de mist.
Dit is natuurlijk onzin. De villa en de tuin worden omringd door een stevig hek. En niet alleen dat! Aan het begin van de toegangsweg bevindt zich een poort met een bewaker. Hier komt echt geen inbreker binnen. En ook geen moordenaar, die een voorkeur heeft voor het omleggen van Nederlandse vrouwen.
Slof....
Het geluid komt dichterbij en ik kan het niet helpen, maar mijn gedachten gaan nu toch naar de moordpartij die hier verderop heeft plaats gevonden in de jaren 60. Die hele bekende moord waarbij een sekte betrokken was? Misschien dat er nog geesten....
Met een gilletje schiet ik omhoog als er iets nats en kouds tegen mijn rug duwt.
"Jemig! Teddy!" sis ik verwijtend. De jonge Golden Retriever van mijn gastheren staat vriendelijk kwispelstaartend achter mij en kijkt mij verwachtingsvol aan.
"Wil je dat nooit meer doen? Ik schrok me rot, sukkeltje!" Ik klop hem op zijn kop. Hoe dom van mij, om deze lieve lobbes te vergeten.

"Ga je met mij mee naar binnen, nog even proberen wat te slapen?" vraag ik aan Teddy. Hij kan niet antwoorden natuurlijk. En ik weet ook niet of hij Nederlands verstaat, maar Teddy sjokt achter mij aan terug het gastenverblijf in, om vervolgens voor mijn bed tevreden neer te zakken.
"Braaf Teddy! Good boy!" zeg ik tegen hem, voordat ik het dekbed over mij heen trek.
Het is een veilig gevoel, zo'n hond wakend naast mijn bed, want om de één of andere reden had ik het gevoel dat ik net, door de mistflarden heen, werd aangestaard door iets of iemand.
daantjeschrijft
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 18 jun 2012 21:31

Het kan inderdaad lastig zijn om met verschillende personages en verhaallijnen te werken.
Daarom schrijf ik vanuit het hij/zij perspectief. Op die manier kan ik eeb karakter ook echt als een individu neerzetten en bljjft het voor de lezer duidelijk wie nu wie is.

Een tip die bij mij vaak werkt... ik schrijf vaak flarden tekst, die in me opkomen, in een kladblok. Vervolgens ga ik daarmee puzzelen. Zo voorkom je vaak dat het langdradig wordt. Maar dat is natuurlijk aan de schrijver (ster) zelf wat hij of zij prettig vindt.
En sommige goede verhalen hebben nu eenmaal even nodig op daadwerkelijk op gang te komen....
Even Miracles take A Little Time
NeleVanHol
Balpen
Balpen
Berichten: 213
Lid geworden op: 03 mei 2012 10:27

Ik vond je verhaal, las het in één keer uit: het leest echt heel vlot.
Het zit goed in elkaar en voor mij gaat het niet te traag.
Ben benieuwd naar meer.
Antje
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 13
Lid geworden op: 15 feb 2009 14:09

[i]Daantjeschrijft, bedankt voor je tips. Ik heb de afgelopen week ook al mijn ingevingen genoteerd en het werkt! Ik heb al heel enkele hoofdstukken 'vooruit' geschreven en ik verbaas mijzelf, maar mijn verhaallijnen lijken nog mooi samen te vallen ook.
NeleVanHol , jij ook heel erg bedankt voor je compliment. Zo'n lekkere opsteker, ik werd er helemaal blij van toen ik het las.
Uiteraard ook iedereen die mijn verhaal meeleest bedankt voor jullie tijd (sorry, dit lijkt wel een Oscar-dank-speech te worden, zo ondertussen).

Ik plaats vandaag twee hoofdstukken, omdat ik even zonder mijn trouwe computer zal moeten doorbrengen en ik niet weet hoe ik mijn verhaal vanaf mijn iPad kan posten. Het wordt nu in totaal wel een redelijk lange lap tekst om doorheen te ploegen, maar ik zal jullie de komende twee weken dan ook niet meer lastigvallen. ;)

X - Antje

[/i]

4.

Are you a lucky little lady in the City of Light
Of just another lost angel in the City of Night ?

L.A. Woman - The Doors


Ik pak de grote mok met hete koffie met beide handen beet en blaas zachtjes, voordat ik voorzichtig een slok neem.
"Weet je wat ik pas echt mis nu ik hier woon?" Stephen stopt met het smeren van zijn boterham en kijkt mij aan.
"Lekker brood! Gewoon lekker Hollands bruin brood. Hier verkopen ze alleen maar deze droge troep. Het begint al te kruimelen, als je er alleen maar naar kijkt." Hij houdt demonstratief zijn boterham in de lucht.
"Ruilen? Dat ik hier ga wonen en dat jij iedere dag lekker brood kan eten?" antwoord ik plagerig. Stephen glimlacht en neemt een hap.
"Het heeft ook zijn nadelen hoor Lily." antwoordt hij met volle mond. Ik trek vragend mijn wenkbrauwen op.
"Ja echt. Ik verveel me soms dood. Ik mag hier niet werken, omdat ik geen Amerikaans staatsburger ben en geen Greencard heb. Tom moet garant voor mij staan en mij financieel onderhouden, anders sturen de autoriteiten mij zoooooeeeeffff.... terug naar Nederland." Stephen gebruikt zijn boterham als vliegtuigje, om zijn woorden kracht bij te zetten.
"Ik ben gewoon een Hollywood Wife." pruilt hij nog eens en ik lach hem uit.
"Je kan toch gaan sporten of zo?" probeer ik.
"Sporten? Schat, als ik alleen maar kijk naar sportschoenen schiet het al in mijn rug." klaagt Stephen terug. Okay, ik weet dat sport nooit zijn hobby is geweest. Aan de andere kant heeft hij het ook niet echt nodig, want hij heeft een super figuur en kan eten wat hij wil zonder ook maar een grammetje aan te komen. In tegenstelling tot mijzelf. Ik ren me rot en heb nog steeds bij lange na geen 'size zero'.
"Ik blijf gewoon proberen om aan een Greencard te komen, zodat ik weer aan de slag kan als architect." Ondanks het feit dat hij het Amerikaanse brood zo droog vindt, pakt hij er nog één uit de broodmand.
"Kun je niet stiekem iets doen? Zwart werken? Of vrijwilligerswerk?" Ja, ik zeg ook maar wat.
"Ik help Tom regelmatig. Onbetaald. Dat mag wel." Steef knipoogt naar me.
"Oh ja? Wat doe je dan allemaal?" Ik neem nog een slok van mijn koffie.
"Ik doe soms de styling voor zijn foto-shoots. Ik kan namelijk heel goed shoppen!" Hij haalt zijn hand door zijn haar, zodat het nu op een schattige manier omhoog staat.
"Jij en mode?" Dat verbaast me toch wel. Stephen heeft er altijd prima gekleed uitgezien hoor, begrijp me goed, maar je kunt hem een aardappelzak aantrekken en dan is hij nog beeldig. Kleding heeft hem voor zover ik weet gewoon nooit echt geïnteresseerd.
"Kind, ik heb zo lang in de kast gezeten, dat ik nu alles over mode weet!" antwoord hij.
We zijn allebei even stil, kijken elkaar recht aan en schieten dan onbedaarlijk in de lach.

"Lilian!"
Ik zet mijn koffie neer op tafel en draai me om. In de deuropening staat Tom met zijn armen wijd gespreid.
"Hey Tommy! Daar ben je dan eindelijk!" Ik loop naar hem toe en onderga zijn warme omhelzing.
"Jij ziet veel mooi uit!" Tom houdt me op armlengte vast en bekijkt mij demonstratief van top tot teen. Ik moet er zowaar van blozen. De charmeur!
"Tom is Nederlands aan het leren!" hoor ik Stephen achter mij zeggen.
"Het is nog niet vloeibaar, maar ik spreek steeds beter." Ik kan bijna niet uitleggen hoe vertederend schattig zijn accent klinkt. We lopen samen terug naar de keukentafel en ik ga zitten.
"Je hebt helemaal geen last van een jetlag zo te zien? Ongelofelijk!" zegt Tom nu weer gewoon in het Engels.
"Nou, het valt me mee eigenlijk. Gisteren was ik wel even de weg kwijt van vermoeidheid. Toen was ik zo moe dat ik bijna begon te hallucineren. En vannacht was ik al om een uur of drie wakker. Maar Teddy heeft me gelukkig gezelschap gehouden." Ik knik naar Ted, die rustig onder de tafel ligt te slapen.
"Teddy! Bad boy! Je mag niet in het gastenverblijf komen!" zegt Tom nu quasi-streng tegen de hond.
"Nee, nee, nee! Ik vond het juist gezellig." verdedig ik de nog steeds slapende Golden Retriever.
Tom pakt een appel van de fruitschaal en leunt nonchalant tegen de ontbijttafel aan.
"Hebben jullie al plannen voor vandaag?" Tom kijkt van Stephen naar mij en weer terug. Stephen haalt zijn schouders op.
"Lily mag zeggen wat we gaan doen. Vandaag is haar dag." Stephen stopt het laatste stukje van boterham nummer vier in zijn mond en kijkt mij vragend aan. Alsof ik weet wat ik wil doen. Ik ken hier heg noch steg.
"Kunnen jullie als jullie tijd hebben die karaffen ophalen die we besteld hebben? Er heeft gisteren iemand gebeld van David Orgell om door te geven dat ze binnen zijn gekomen." vraagt Tom voorzichtig. Ik zie hoe hij Stephen speels in zijn zij knijpt.
"Zin om naar Rodeo Drive te gaan Lily?" vraagt Stephen.
"Ik zou zeggen: Is de paus katholiek? Slaapt Dolly Parton op haar rug? Ja, natuurlijk heb ik zin om naar Rodeo Drive te gaan!" antwoord ik en ik drink mijn mok in één teug leeg.
Tom lacht, schuift een stoel naar achteren om te gaan zitten, maar bedenkt zich dan en loopt terug naar de gang.
"Maria!" roept hij hard. " Kun je mij een spiegelei brengen? Sunny side up!"
Ik kijk Stephen vragend aan.
"Maria en haar dochter Tina helpen ons in de huishouding. Samen met Diego, die de tuin en het zwembad onderhoudt." Stephen zegt het alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Ik ben er eerlijk gezegd van uit gegaan dat hij zelf het ontbijt heeft verzorgd, maar dat had ik overduidelijk fout. Nu ik er over nadenk zie ik Stephen en Tom ook niet iedere dag deze kast van een huis stofzuigen, maar dat ze personeel hebben? Noem me naïef, maar het is zelfs niet bij me opgekomen.
" Maak je geen zorgen, je zult geen last van ze hebben. Ze weten zich prima onzichtbaar te maken."
Ik weet het niet hoor, maar ik vind dit een opmerking die Steef drie jaar geleden nooit gemaakt zou hebben. 'Last van ze hebben'... Het klinkt een behoorlijk denigrerend.
"Zo mooie kaashoofd." zegt Tom weer in zijn beste Nederlands. Hij is naast me gaan zitten en opent een klein bruin antiek kistje.
"Dit zijn de sleutels van de villa en jouw guesthouse." Tom haalt een sleutelbos met een paar zilveren glimmende sleutels tevoorschijn en schuift ze naar me toe.
"En dit is de sleutel van je autootje. Niemand loopt in LA, behalve de zwervers. Stephen en ik zijn niet iedere dag aanwezig, dus ik wil dat je wel mobiel bent." Ik pak de autosleutel van hem aan en bekijk hem aandachtig. Oeps! Moet ik zelf gaan autorijden? Ik heb wel mijn rijbewijs, maar ik heb nog nooit in het buitenland gereden. Daarbij; heb je gezien hoe druk het verkeer hier is? Dat durf ik nooit!
Stephen ziet mijn aarzeling en glimlacht me geruststellend toe.
"Ik zal vanmiddag wel even met je meerijden. Kan ik je meteen de afwijkende regels uitleggen. Het valt best mee hoor. Zelfs ik kan het!" Hij geeft me een knipoog.
"Iedereen is hier zo bang om bij een aanrijding betrokken te raken om vervolgens voor miljoenen te worden aangeklaagd, dat ze liever jouw eventuele fouten vergeven en ontwijken, dan dat ze tegen zich aan laten botsen." gaat Tom nog verder. Het stelt me enigszins gerust.
"Dit is de afstandsbediening van de poort!" Ik heb nog niet genoeg gehad, nu drukt Tom mij een zwart kastje ter grootte van een autosleutel in de hand.
"Wij gebruiken de grote poort. De kleine poort aan de rechterkant van het hek is voor het personeel." Tom neemt de afstandsbediening weer even van mij terug, richt het op een denkbeeldig hek en drukt op een knopje.
"Bovenste knopje is open, het onderste knopje is dicht. Simpel!" Ik krijg het zwarte apparaatje weer terug.
"Oh! En voor ik het vergeet. We hebben deze mobiele telefoon voor je gekocht, zodat je niet opgescheept wordt met torenhoge rekeningen wegens intercontinentaal bellen. Het is een ouder model, sorry, maar hij doet het prima." Een iPhone? Okay, het is het model van vorig jaar, maar zo'n dure telefoon heb ik in Nederland niet eens.
"Jongens, ik weet niet wat ik moet zeggen. Dank jullie wel." stamel ik, terwijl ik mijn vingertoppen over het schermpje van mijn nieuwe telefoon laat glijden.
"Het is mijn plezier! Ik wil dat jij je welkom voelt." zegt Tom in zijn Neder-Engels en hij trekt plagerig aan mijn paardenstaart.
"Ga je mee? Dan laat ik je de rest van het huis zien." Stephen is opgestaan en kijkt mij vragend aan.
"Graag!" Ik pak de sleutels van tafel, stop de afstandsbediening in mijn ene broekzak en de nieuwe iPhone in mijn andere. Mijn hart viert een feestje in mijn borstkas, ik ben blij, ik ben opgewonden. Ik heb potjandorie gewoon mijn eigen auto én een Amerikaans telefoonnummer. Wat ontzettend cool!
Als ik de keuken uitloop, bots ik bijna tegen Maria aan, die met de nodige moeite voorkomt dat de uitsmijter van het bord glijdt.
"Sorry Señora." stamelt ze en ze kijkt naar de neuzen van haar schoenen. Ik hoor het nauwelijks en hef mijn hand op, terwijl ik doorloop, de gang in.
In mijn vorige leven had ik mijzelf netjes aan haar voorgesteld en gezegd dat het mijn schuld was. Maar dat vorige leven is een paar minuten geleden afgelopen. Heeft de stad nu al bezit van mij genomen? Ik vrees dat ik door al die belachelijk overdadige luxe om mij heen al binnen een dag een echte LA-woman aan het worden ben. Sorry.
Laatst gewijzigd door Antje op 09 jul 2013 11:04, 2 keer totaal gewijzigd.
Antje
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 13
Lid geworden op: 15 feb 2009 14:09

En hier het tweede hoofdstuk dat ik vandaag post. Ik denk dat ik nu (bijna) alle voor mijn verhaal belangrijke personages, dieren, locaties en dingen wel zo'n beetje beschreven heb., dus kan mijn verhaal hierna eindelijk echt beginnen.

X - Antje


5.

Beverly Hills, century city
Everything is so nice and pretty
All the people look the same
Don't they know they're so damn lame?


Beverly Hills- Circle Jerks


In mijn gedachten was Rodeo Drive altijd een hele lange winkelstraat, maar de werkelijkheid blijkt anders te zijn. Langs het grootste gedeelte van de weg staan gewoon huizen, alleen het laatste stuk, het gedeelte na de kruising met Santa Monica Boulevard, wordt door winkels omringd. Maar wat voor een winkels dan ook! Dolce & Gabbana, Gucci, Prada, ze bevinden zich hier allemaal gebroederlijk naast elkaar. Even naar binnen lopen en lekker rondneuzen kun je wel vergeten trouwens; bij de meeste winkels kom je alleen binnen op afspraak. Dat valt me eigenlijk een beetje tegen, maar etalages kijken is ook leuk.
Iemand geïnteresseerd in een ketting die ruim zeven ton kost? Ze hebben er hier bij Tiffany & Co. nog één in de etalage liggen!
"Wat een prijzen, echt belachelijk." zucht ik. Stephen grinnikt en duwt me zachtjes verder.
"We zijn er bijna." zegt hij, totaal niet onder de indruk van alle pracht en praal om ons heen. We passeren de winkel van Versace met een zeer smaakvol ingerichte etalage. Die rode jurk! Prachtig! Hebben, hebben! En dan die schoenen! Ze roepen bijna letterlijk mijn naam.
"Lilian, kom nou! We werden een kwartier geleden al verwacht! Als we de karaffen hebben opgehaald, kunnen we zo lang windowshoppen als je wilt. Dan zullen we meteen een miljonair voor jou zoeken, die alles voor je kan betalen."

Hij stopt bij het statige pand van David Orgell Antiques en drukt op de bel. Ook van deze winkel valt de etalage-inrichting onder de categorie 'de kunst van het weglaten'. Een enkele vaas, drie glazen keurig op grootte gerangschikt en een schilderij, dat perfect wordt uitgelicht. Meer staat er niet in de etalages.
De zware deur zwaait open. Een keurige oudere heer, strak in het pak gehesen, staat in de deuropening.
"Mijnheer Van Wijngaarden, welkom!" Hij schudt Stephen de hand en maakt vervolgens een uitnodigend gebaar naar binnen.
"Dit is Mejuffrouw van Est, mijn beste vriendin." Stephen stelt mij aan de man voor en laat mij galant voorgaan, de winkel in.
"Hoe gaat het met u Miss?" vraagt de oudere heer, zonder het antwoord af te wachten en hij schudt plichtmatig mijn hand. Het is zó'n zwak handje, dat het voelt alsof ik een dood vogeltje vasthoud.
Ik merk heus wel dat hij mij van top tot teen bekijkt en ik zie een zekere minachting, afkeuring of een combinatie van beiden in zijn blik. Tja. Ik val qua kleding misschien een beetje uit de toon hier. Gympen, een spijkerbroek en een vrolijk t-shirt, dat ik ooit heb gekocht bij de Zara; het voldoet niet helemaal aan de dress-code van Rodeo Drive.
"U bent niet van hier?" vraagt hij nu, quasi-geïnteresseerd. Met 'van hier' bedoelt hij natuurlijk Beverly Hills, Bel Air of Malibu. Desnoods Santa Monica. En kom op! Hij weet het antwoord al.
"Nee ik kom uit Europa. Nederland. U weet wel; het land van Rembrandt en van Gogh." Ik knik met mijn hoofd richting een klein schilderijtje dat naast ons aan de muur hangt. Geen idee wie de schilder is, maar het ziet er Rembrandt-achtig uit. Oud is het in ieder geval.
"Dat is een Vermeer." zegt de man bijna triomfantelijk. Zelfs mijn leraren op school wezen mij destijds nooit op zo'n minachtende manier terecht.
"Ja dat weet ik. Dat was ook een Nederlander trouwens. Delft 1632-1675. Dit is een werk uit zijn latere periode." Ik loop nonchalant door, maar van binnen juich ik als ik de verbijsterde blik van de verkoper vanuit mijn ooghoeken zie. Ik heb verschrikkelijk gebluft hoor! Denk niet dat ik een kunstkenner ben. Ik heb gewoon af en toe een briljante ingeving. Het is een soort stemmetje in mijn hoofd en die brengt mij soms op geweldige ideeën. Of opmerkingen, zoals in dit geval.
Ik hoor Stephen besmuikt lachen.
"Kan ik de karaffen zien? We hebben niet veel tijd namelijk." zegt Stephen uiteindelijk, hetgeen de verkoper doet ontwaken uit zijn shock. Hij knipmest voor Stephen uit de winkel in.

Ik blijf hier maar een beetje rondhangen, denk ik. Ik vind het een beetje ongemanierd om er met mijn neus bovenop te staan als Stephen gaat afrekenen. Alleen zo'n glas dat hier in de vitrine staat, is al achttienhonderd dollar, kun je nagaan hoeveel één karaf moet kosten. Je moet er toch niet aan denken trouwens, dat je zo'n glas laat vallen met afwassen?
Ik loop een beetje in het rond en ga van vitrine naar volgend kunstvoorwerp en verbaas mij over de prijzen. Deze vaas? Ik zou hem meteen op zolder achter het luik zetten. Super kitsch in mijn ogen en dat voor de lieve prijs van, houd je vast, ruim negen ton! Voor een vaas!
Ergens in de achtergrond hoor ik Stephen een geanimeerd gesprek voeren. Een jonge man, met zijn mobieltje aan zijn oor geplakt, loopt langs mij heen, terwijl hij achteloos het ene na het andere kunstvoorwerp aanwijst.
"Die!" zegt hij en de verkoper die hem helpt maakt een notitie. "En daar twee van! En heeft u Perzische tapijten?"

Ondertussen voel ik heus wel dat ik angstvallig in de gaten wordt gehouden. De ogen van een verkoopster prikken waarschuwend in mijn rug, als ik voorzichtig voorover buig om in een kleine vitrine te kijken. Antieke sieraden. Horloges, kettingen, ringen, armbanden, broches. Naar mijn smaak allemaal net teveel bling-bling, maar daar houden Amerikanen van volgens mij. Hoewel.... Dat ene ringetje daar is wel schattig!
Mijn blik wordt getrokken naar een bescheiden gouden ringetje, met een rechthoekige roze steen, omringd door witte diamantjes. "Wat een dropje." mompel ik en ik wil al weer doorlopen.
"Eind jaren twintig. Een facet-geslepen strak gezette roze diamant, omgeven door briljantjes." Ik schrik ervan als de verkoopster opeens naast me staat en het ringetje uit de vitrine pakt.
"Mooi hoor." stamel ik. Ik durf de verkoopster niet aan te kijken. Ze zal toch niet denken dat ik serieus overweeg het sieraadje te kopen? Ik krijg het er warm van.
"Doe hem eens om!" De verkoopster houdt de ring tussen haar duim en wijsvinger.
"Nee dank u, ik..." Maar de verkoopster pakt mijn hand en schuift de ring om mijn vinger, alsof ze mij ter plekke trouwt. Ze heeft koude handen, bij mij breekt het zweet echter uit.
"Uitverkoopje." voegt ze nog toe als ik mijn arm strek en mijn hand met de ring bewonder.
"Ja, hij is erg mooi." zeg ik en mijn hersenen maken overuren om te bedenken hoe ik hier nou weer onderuit kom.

"Lilian! Je hebt iets van je gading gevonden?" Ik schrik op van Stephen's stem. De verwaande verkoper staat achter hem. Hij heeft twee grote tassen in zijn handen, waar waarschijnlijk de karaffen inzitten.
"Oh nee. Ik mocht de ring alleen even passen. De verkoopster zag mij er naar kijken, maar ik ben niet serieus geïnteresseerd natuurlijk." antwoord ik beschaamd. Stephen wendt zich echter naar zijn verkoper.
"Hoe duur?" zegt hij. De verkoper zet een leesbril zonder montuur op en bekijkt mijn hand aandachtig.
"Steef nee hoor! Ben je gek! Ik hoef deze ring niet! Echt niet! Hij is vast veel te duur!" protesteer ik. De verkoper schrijft iets op zijn notitieblokje en laat dat aan Stephen zien.
"Zonder State-tax." voegt hij nog toe. Ik doe een verwoede poging om de ring van mijn vinger af te schuiven, maar die lijkt opeens zodanig gekrompen, dat hij niet meer over mijn knokkel heen wil. Stephen kijkt lachend naar mijn gestuntel en geeft dan zijn creditcard aan de verkoper.
"Ik denk dat mevrouw hem meteen omhoudt." lacht hij nog. De verkoper knipmest weer en verdwijnt richting de kassa.
"Steef, je bent gek!" sis ik. Nu voel ik me serieus heel erg bezwaard.

De verkoper houdt de deur voor ons open en maakt een beleefde buiging als wij naar buiten stappen.
"Mijnheer, Miss. Hartelijk dank voor uw bezoek. Wij zijn u graag weer van dienst."
Stephen knikt vriendelijk en bedankt de verkoper, waarna de deur van de schatkamer van Beverly Hills achter ons dichtvalt.
"Ik weet niet hoe ik je moet bedanken Steef, ik voel me zo opgelaten. Dit had écht, écht niet gehoeven!" Ik strek, al lopend, mijn arm uit en bewonder de ring nog een keer.
"Maak je niet druk popje. Zo duur was hij niet. Waarschijnlijk is de ring van klatergoud." Hij slaat de hoek om en loopt het charmante straatje in.
"Daarbij; het is voor Tom fiscaal aantrekkelijk om iedere week een bepaald bedrag uit te geven. Waarom denk je anders dat we deze spuuglelijke karaffen besteld hebben?" Stephen houdt demonstratief de twee grote tassen omhoog. Ik weet niet of hij een grapje maakt, maar we beginnen allebei te lachen.
"Het is wel een schatje toch?" De stenen van mijn ringetje schitteren in de eerste zonnestralen, die de zeemist hebben verdreven. Ik steek mijn arm door die van Stephen en huppel bijna van geluk.
"Met schatje bedoel je Tom neem ik aan, niet je ring?" Stephen knipoogt naar me.
"Tuurlijk." antwoord ik.

Ik tik met mijn stokjes op tafel om ze recht te krijgen en pak nog een Spicy Tuna sushi.
"Nu ben ik al ruim vierentwintig uur in LA en ik heb nog geen beroemdheid gezien!" zeg ik en ik speel dat ik heel verontwaardigd ben.
"Je hebt Bradley Cooper toch gezien?" Stephen doopt zijn California Roll in de soja saus.
"Oh ja? Waar dan? Waarom waarschuw je me niet even?" Zit Stephen me nou te dollen?
"Zojuist, bij Orgell. Heb je hem niet herkend? Ik vond al dat je zo nonchalant van hem wegkeek." Hij laat zijn Roll bijna vallen. Ik frons en denk diep na.
"Bij Orgell? Was hij die gast met die telefoon die chirurgisch van zijn oor verwijdert moet worden?" Ik kauw peinzend op mijn sushi. Stephen knikt bevestigend.
"En hij had niet eens een zonnebril op. Lily, jij bent echt totaal ongeschikt als groupie! Jij herkent nooit iemand!" Stephen schudt zijn hoofd, alsof hij diep teleurgesteld in mij is, maar zijn ogen lachen.
daantjeschrijft
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 18 jun 2012 21:31

Bij de benaming Teddy voor de hond moest ik eventjes in mezelf lachen. In mijn gedachte zag ik een mislukte Jack Russel voor me, maar dat komt omdat mijn broer eens een hond heeft gehad die Teddy heette en dat was inderdaad iets wat ze een Jack Russel noemde maar meer op een of ander gemuteerd wezen leek.. Hahaha. Geen wonder eigenlijk, aangezien de eigenaren hun hond een morning afterpil hadden gevoerd, toen bleek dat na een zeer korte tijd zich alweer een tweede nestje aandiende. De hond was dan ook het overblijfsel was het gedeelte dat niet gewerkt had :D =P Haha. Toen bleek het een Golden Retriever te zijn.

Voor mij waren de stukken absoluut geen ploegen hoor. Las er lekker doorheen. Ennuh kan ik ruilen met Stephen 8) ...

Ben blij dat je wat aan mijn tip hebt betreffende het kladblok. :super

Schrijf zo snel mogelijk door, blijf je volgen :D
Even Miracles take A Little Time
Antje
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 13
Lid geworden op: 15 feb 2009 14:09

Als gevolg van zeer verdrietige familie-omstandigheden heeft mijn hoofd even niet naar schrijven gestaan en heb ik dus een tijdje niets geplaatat, waarvoor mijn excuses. Ik heb echter bedacht dat het best een goede afleiding zou kunnen zijn om weer achter mijn trouwe laptopje te kruipen. Vandaar dit volgende stukje.
Iedereen heel erg bedankt voor het lezen van mijn verhaal en ik probeer weer regelmatiger te posten vanaf nu.

@daantjeschrijft Hahaha, heel herkenbaar zoals jij de Teddy beschrijft die jij kent. De echte Ted is een hele eigenzinnige, ongehoorzame, ondeugende, maar ook heel grappige en lieve ruwharige Teckel. Voor mijn verhaal heb ik echter een meer volgzaam type hond nodig, vandaar dat ik Ted heb getransformeerd in een Golden Retriever. Ach, die paar centimetertjes verschil in lengte....




6.

And the dogs they run
In the good, good morning sun

Dogs - Damien Rice




"Kom op Teddy. Hoog!" Ik open de achterbak van 'mijn' auto en klop op de bodem van de achterbak. Ted kwispelt even enthousiast met zijn staart en springt vervolgens behendig de auto in.
Ik ben nu twee dagen in LA en voel me toch al als een vis in het water. Stephen heeft mij gistermiddag autorijles gegeven op de Estate en later, toen ik genoeg zelfvertrouwen had, op Mulholland Drive Het rijden blijkt een typisch geval van 'appeltje - eitje' te zijn, zeker in de automaat die ik van Tom te leen heb gekregen. Gas geven en remmen, dat is alles wat je moet doen. En sturen natuurlijk, dat is ook wel handig. Ik heb nog geen grote stukken gereden, heb mij gisteren beperkt tot de weg van hier naar Runyon Canyon, maar ik ben zeker van plan om binnenkort eens de heuvels af te gaan om een beetje door de stad te rijden.
Het enige dat me daarvan tegen houdt, is het feit dat de bewegwijzering hier zo belachelijk slecht is. Zeg maar gerust dat die niet bestaand is. Wil je van Venice Beach naar Hollywood rijden? Veel succes en vergeet je navigatiesysteem niet! Nee, dat is thuis in Nederland toch wel beter geregeld. Als je Maastricht uitrijdt, staat Amsterdam al op de borden. Zo niet hier en dat is eigenlijk best verwonderlijk, want het is mij in deze korte tijd al duidelijk geworden dat iedereen hier alles, maar dan ook echt alles met de auto doet. Je kunt pinnen zonder de auto te hoeven verlaten, kerkdiensten volgen terwijl je met je knieën tegen je dashboard rust, een film kijken... bedenk het maar en het is mogelijk.
En het went om alles met de auto te doen. Het went heel snel moet ik zeggen, want ik heb mijzelf er op betrapt dat ik gisteren behoorlijk chagrijnig werd van het feit dat ik driehonderd meter van de ingang van Runyon Canyon Park moest parkeren en dat hele stuk moest lopen. Beetje duf gezien het feit dat ik daar juist naartoe ga om een stuk hard te lopen met Teddy, maar je hebt lopen en je hebt lopen. Toch?

"Blijf!" commandeer ik vriendelijk en ik laat de achterklep dichtvallen. Ted heeft zijn tong uit zijn bek hangen en hijgt vrolijk. Hij lijkt wel te glimlachen.
"Okay, daar gaan we mannetje!" zeg ik, terwijl ik op de bestuurdersstoel plaatsneem.
"Sleutel in het contactslot, rem diep intrappen, sleutel omdraaien, pook naar de D van Drive..." leg ik mijzelf uit. De auto laat een zacht gebrom horen en glijdt zachtjes vooruit. Ik richt de afstandsbediening op het hek en deze schuift rustig open.
Ik geef bijna geen gas, om maar zo weinig mogelijk geluid te maken. Tom en Stephen slapen nog namelijk. Ik heb hen aangeboden om 's ochtends Ted uit te laten, zodat ik ook meteen mijn rondje kan rennen. Ik ben tenslotte nog steeds iedere dag heel vroeg wakker door de jetlag en ben sowieso een ochtendmens. Tom en Steef zijn gretig op mijn aanbod ingegaan natuurlijk. Nu kunnen zij 's ochtends lekker in hun bed blijven liggen.
Ach! Het is wel het minste wat ik voor hen kan doen, want ze verwennen me schandelijk. Kijk alleen maar naar deze leen-auto! 'Jouw Autootje' zei Tom toch, toen hij mij een paar dagen geleden de sleutel gaf? Ik sloeg bijna stijl achterover toen het een Range Rover, laatste model, bleek te zijn. Serieus, met deze auto kun je vrolijk door de PC Hooftstraat in Amsterdam rijden, of door Blaricum crossen, zonder dat iemand op je neerkijkt.
Normaal gesproken is deze Range Rover de zogenaamde 'honden-auto', die de heren gebruiken om Ted naar de enige losloopplek in de omgeving te rijden. Nu is het lekker mijn auto!

Het hek sluit licht piepend achter mij en ik leg de afstandsbediening in het dashboardkastje. Nu kan ik iets meer gas geven. In ieder geval tot de poort van de Estate. Ik passeer een paar belachelijk grote landhuizen, waarvan Tom noch Stephen weet wie de bewoners zijn en steek mijn hand op naar de bewaker, die even opkijkt van zijn ochtendkrantje. Hij knikt mij vriendelijk gedag.
Ik moet even wachten voor een voorbij racende zwarte Bugatti en een in slakkengang passerende grijze Toyota en draai dan rechtsaf de Mulholland Drive op. Dit is een smalle tweebaans-weg die zich door de bergen slingert met ontelbare haarspeldbochten, richting de one- oh- one snelweg. Zo nu en dan heb je een prachtig uitzicht over de stad en de Valley aan de andere kant, maar ik ben zo druk met sturen, dat ik daar geen oog voor heb. Ook de grote toeristentrekker van deze weg zie ik niet bewust; alle grote sterren (en dan bedoel ik de hele, hele, hele grote wereldsterren) wonen namelijk hier. Veilig verborgen achter hoge muren, bomen en hekken, dus meer dan de daken van hun villa's zie je niet.. Eigenlijk is het een soort hele luxe gevangenis, als je er goed over nadenkt.

"Nog even Ted!" zeg ik en ik kijk in de achteruitkijkspiegel. Teddy voelt dat we er bijna zijn en draait onrustig rondjes, terwijl hij opgewonden piept.
Het is niet druk op de parkeerplaats bij de boven-ingang van het park gelukkig. Slechts twee auto's staan er (allebei Range Rovers, hoe origineel). Uit de toegangspoort komt een vrouw lopen, ze ziet er bezweet uit. De vrouw voldoet perfect aan het cliché van de California Girl. Ze draagt een modieus hardloopbroekje en geen hemd of shirt, maar (ondanks het vroege tijdstip) een bikinitopje. Om in te hardlopen ja! Natuurlijk draagt ze verder een dure zonnebril van de een of andere hippe designer, zelfs nu de ochtendzon nog maar zwakjes schijnt. Wat echter het meest cliché aan haar is? Haar borsten bewegen niet mee nu ze joggend voorbij komt. En haar lippen zijn onnatuurlijk vol.
"Pffff.. Plastic - Fantastic. Ze heeft niet eens een rashond bij zich. Ze komt vast gewoon uit de Valley." grap ik tegen mezelf en ik parkeer de auto. Ted is niet meer te houden.
"Vrij Teddy!" Ik klap in mijn handen. Ted gaat er vrolijk vandoor, door de poort, naar het pad dat stijl naar beneden loopt. Ik strik nog even de veter van mijn linkerschoen en wacht op een Lamborghini, die mij langzaam passeert en iets verderop parkeert.
Ik draai een elastiekje in mijn haar en loop in een rustig tempo achter Ted aan, die zijn eerste boom al bewaterd heeft. Drie mile vrij steil naar beneden en dan weer drie mile terug omhoog, de heuvel op. Dat wordt lekker afzien!

Even stoppen hoor! Ik kan niet meer! Ik buig voorover, zet mijn handen op mijn blote knieën en probeer mijn ademhaling onder controle te krijgen. Inademen door mijn neus, uitademen door mijn mond. Mijn hart gaat als een dolle te keer en bonst bijna mijn borstkas uit.
"Pffff!" Het is dat men zegt dat dit gezond is, maar anders... Misschien dat ik toch maar moet stoppen met roken.
Ik richt me weer op en draai de dop van mijn flesje Voss.
"Heerlijk." mompel ik en ik neem een flinke slok water. Het is zo koud, dat ik het water letterlijk door mijn slokdarm naar beneden voel glijden. Heel, heel even gun ik mijzelf de tijd om de omgeving in mij op te nemen en te genieten van de relatieve rust. Op de heuvel aan de rechterkant lonkt het Hollywood-sign. Wat is dit toch een heerlijke locatie om mijn ochtendrondje te lopen. Alsof ik mij in een filmdecor bevind.
"Ted, kom op jongen, dan gaan we weer verder! Een klein stukje nog maar!" roep ik en ik kijk om me heen.
"Ted?" Waar is dat beest nou? Hij heeft het hele pad achter me aan gelopen. Hij was hier toch net nog?
"Teddy!" Niets. Geen hond te bekennen.

"TEDDY!" Nu begin ik toch wel een beetje in paniek te raken. Runyon Canyon is best een uitgestrekt park. Hij zal toch niet een ravijn in zijn gevallen? Kunnen honden eigenlijk klimmen?
"TED!" Moet ik nou de struiken inlopen om hem te zoeken? Er schijnen hier ratelslangen te zitten. Althans, er staat een bord bij de ingang, waarop je daar voor wordt gewaarschuwd. En volgens Tom leven hier ook Mountain Lions, die behoorlijk territoriaal kunnen reageren. Zeker als ze jongen hebben.
"TEDDY verdorie, kom op nou!" roep ik nogmaals. Zie je wel; die domme hond verstaat natuurlijk geen Nederlands.
Geritsel. Maar geen hond. Waarschijnlijk zijn het de blaadjes aan de bomen, die sloom worden beroerd door de wind.
"TED!" Tja. In paniek van links naar rechts lopen heeft weinig zin vrees ik. Misschien kan ik het best naar de auto doorlopen. Misschien dat hij daar al op mij staat te wachten? Of kan ik beter terug naar beneden gaan, het pad af? Daar heb ik hem immers voor het laatst gezien
"Teddy!" Ik heb te weinig energie over om op de toppen van mijn longen te kunnen schreeuwen. Wat moet ik nou? Stephen bellen om te vragen of de jongens mij kunnen helpen zoeken? Zullen ze blij mee zijn. Dit is ook typisch iets, dat alleen mij kan overkomen.. Ik neem een keer een hond mee...
"Miss? Is dit uw hond?" Ik draai mij om en mijn hart slaat een paar slagen over. De vogels lijken opeens harder te fluiten en het is alsof er plotseling een zwerm vlinders rond fladdert in mijn buik.
Winnetou
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 17
Lid geworden op: 31 mei 2013 09:49
Locatie: Kerkrade

Hi ik wilde even laten weten dat je er weer een lezer bij hebt. Echt een leuk verhaal. Ik wacht op meer!
Xx
daantjeschrijft
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 18 jun 2012 21:31

Ook ik heb weer even meegelezen. Oh wat snap k haar paniek om de hond wel. Neem je de hond van een ander mee heb je zoiets...

Ik ben wel benieuwd wie die redder in nood is.... haha
Even Miracles take A Little Time
NeleVanHol
Balpen
Balpen
Berichten: 213
Lid geworden op: 03 mei 2012 10:27

Like... :)
Plaats reactie

Terug naar “Het Romantische Prieel”