Zijn gevangene

Tranentrekkers en ernstige verhalen. Lees en laat je meeslepen in de drama van anderen.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Achterkant boek (A): Zoals je misschien weet kan je leven binnen minuten of zelfs seconden plotseling veranderen. Dit is wat Kim overkomen is. Haar ouders krijgen een vreselijk auto ongeluk, ze zijn op slag dood. Familie heeft ze niet, althans dat denkt ze. De politie komt erachter dat ze nog een met haar overleden tante aangetrouwde achteroom heeft. Ze trekt bij hem in, want hij is de enige die ze nog heeft. Ze krijgt maar geen hoogte van hem, niemand eigenlijk en dat is wel logisch. Daarnaast houdt hij er een vreemde soort van therapie op na om van haar weer de oude Kim te maken. Of is dit alles een leugen?

Hoofdstuk 1 Fataal

De oktoberregen tikte tegen het raam. Het weer paste perfect bij mijn stemming. Het was twee uur geleden gebeurd en nog besefte ik het niet. Toen zat ik nog in een lokaal van het Hogema College, nu zat ik naast mijn koffer op het bed van papa en mama. Honderdtwintig minuten geleden was alles gewoon, normaal. Had ik zaken aan m'n hoofd zoals elke zestien jarige. In één klap was dit veranderd. Als ze zich niet hadden verslapen was er niets aan de hand geweest. Als ze vijf minuten later van huis waren vertrokken was er ook niets aan de hand geweest. Net die ene seconde, was de beslissende seconde geweest. Sommigen noemen het, het lot, anderen noemen het pech. Het was gebeurd en niets kon dat nog veranderen.
Niemand had verwacht dat mevrouw Losjes, het schoolhoofd, samen met een agent in doorweekt uniform het lokaal zou binnen komen. Niemand had verwacht dat ze mijn naam: Kim zouden noemen en ik zelf al helemaal niet. Niemand had verwacht welke woorden er daarna over haar lippen gleden. Niemand had mijn reactie verwacht. Menig zullen hun hand voor de mond geslagen hebben. Een aantal slaakten angstaanjagende kreten. De druktemakers waren stil, wat misschien nog angstaanjagender was.
En wat deed ik? Ik staarde voor me uit, diep in gedachten verzonken. Ik hoorde alles, elk woord wat mevrouw Losjes haar trillende lippen verliet. De woorden die me de rest van mijn leven uit mijn slaap zouden houden, die me na zouden jagen en me uiteindelijk zouden verstikken.
'Kim lieverd, je ouders hebben een tragisch ongeval gehad op de A7, ze zijn op slag overleden.'
Dat waren de woorden die mijn leven veranderden, erger dan ik nu nog kon beseffen. Terwijl een normaal mens zich geen erger scenario voor zou kunnen stellen zou dat lot of voor anderen die pech, zich voltrekken.
Maar voor nu betekenden deze woorden dat ik wees was. Dat ik niemand meer had, zo ver ik wist had ik geen familie, alleen mijn ouders. De agenten hadden een adres gevonden van ene Wim van Berken, een aangetrouwde achteroom van me, waarvan de vrouw overleden was. Ze hadden hem gebeld en hij was blij dat ze belden zodat hij iets kon doen.
Ik maakte mijn koffer dicht en op dat moment kwam mevrouw Losjes de kamer binnen lopen. 'Arm meiske toch.' zei ze en streek door mijn haren. 'Het spijt me zo voor je.'
Ik had geen idee wat ik moest antwoorden. Allerlei gedachten spookten door mijn hoofd. De vrachtwagen die zonder richting aan te geven invoegde, de twee kisten die gesloten voor me in de kerk zouden staan, wat hun laatste woorden zouden zijn geweest.
'Zeg maar niets het is al goed, ik begrijp het.' zei mevrouw Losjes en drukte me tegen zich aan.
'Bedankt dat u met me mee ging om mijn spullen te pakken.' zei ik. De al wat oudere vrouw liet me los. De geur van haar gebloemde tuniek leek even aan me te kleven. 'Dat is toch `t minste wat ik kon doen. Maak je niet al te druk meiske, alles gaat goedkomen. Die oom van jou klonk als een lieve, zorgzame man. Hij zei dat hij er naar uitkeek zijn nichtje te ontmoeten.'
Ik knikte en glimlachte naar haar om het te bevestigen. Ze pakte de koffer en zei: 'Ik leg deze in de auto, kom je als je klaar bent?' Zonder mijn antwoord af te wachten verdween ze in de deuropening.
Voorzichtig liep ik naar de gezinsfoto die aan de muur hing. Ik durfde niet te kijken, maar wilde het wel. Langzaam keek ik op en zag drie gelukkige gezichten naar me kijken. Twee ervan zou ik nooit meer zien en de derde zou waarschijnlijk nooit meer hetzelfde zijn. Mijn vinger gleed over het warme gezicht van mama en het vrolijke van papa. Tranen welden zich op in mijn ogen. 'Vaarwel papa en mama.' Dit was het definitieve afscheid en nu zou ik de kamer verlaten en daarna het huis. Het was als vakantie, ik wilde nog niet weg en het liefst zou ik nooit weg gaan.
Laatst gewijzigd door justme op 29 nov 2012 22:28, 1 keer totaal gewijzigd.
  • everybody`s story is unique
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Hoofdstuk 2 Vast

De rit leek een eeuwigheid te duren. Ik had geen idee waar we naar toe gingen. We waren eerst door de stad gereden, waarna we over de snelweg vlogen. Het verkeer suisde om de Ford KA van mevrouw Losjes heen. De regen spoelde over de auto. Het water spatte omhoog op het asfalt. Het was het meest rottige moment van mijn leven. Ik voelde niets, ik voelde me leeg. Er was niets meer voor me en een toekomst hoefde ik niet. "Was ik maar achterin gaan zitten." dacht ik.
Toen ik naast me keek zag ik dat mevrouw Losjes zich geen raad wist met de situatie. Logisch, want als schoolhoofd maak je dit natuurlijk niet elke dag mee.
Ik besloot haar taak op me te nemen en zelf een gesprek te beginnen. 'Wat een rotweer.' zei ik. 'Ja.' was het korte antwoord wat ik terug kreeg. Dat lukte dus ook niet, dus keek ik maar weer uit het raam.
We leefden op het moment in een grijze wereld met hier en daar rood oplichtende autoverlichting. Triester kon het niet zijn. Ik keek omhoog naar de lucht, mijn ouders hadden me altijd gelovig opgevoed, maar sinds ik in de pubertijd kwam geloofde ik niet meer.
"Zouden ze huilen" dacht ik. Een kleine lichtstraal van de zon scheen even door de wolken. Vanaf dat moment geloofde ik weer. Dit moest een teken zijn geweest, het kon niet anders. Ik was niet de enige die het gezien had.
'Dat was vreemd.' zei mevrouw Losjes opgewekt. Nu was ik degene die geen zin had om het gesprek voort te zetten. In plaats daarvan keek ik naar buiten in de hoop nog een teken van boven, van mijn ouders te zien.

Na vele stoplichten en afslagen, kwamen we uiteindelijk aan bij een bosrand. Waarom weet ik niet, maar het maakte me zenuwachtig. Het was alsof ik in het bezit was van een zesde zintuig. Een zintuig wat onheil aan kon voelen. De oude Ford KA hobbelde over de niet zo stevige zandweg.
Mevrouw Losjes tuurde voor zich uit. Zo te zien zocht ze naar iets. Aan de piepende remmen van de auto te horen had ze het gevonden. Midden tussen de struiken en bomen stond een groot zwart hek. 'Kijk jij even of het open is?' vroeg mevrouw Losjes. Ik stapte uit en voelde aan het hek, het zat op slot. Aan een bakstenen pilaar naast het hek hing een intercom. Met een korte druk op het knopje begon het lichtje te branden. 'Hallo, ik ben Kim de Vries, je achternichtje. Ik kom hier omdat...' Voor ik mijn zin had afgemaakt zwaaide het hek open. Mevrouw Losjes reed erlangs en ik stapte bij haar in. Toen ik achterom keek, zag ik dat het hek achter ons sloot. Dat gaf me een angstaanjagend gevoel. We reden onder de goudkleurige bomen door die kaal begonnen te worden. De motor van de Ford KA ronkte zo erg dat mevrouw Losjes naar de versnellingspook keek. 'Hij staat in de juiste toch?' mompelde ze tegen zichzelf en zette hem opnieuw in de tweede versnelling. Ze haalde haar schouders op en glimlachte zenuwachtig naar me. 'Zo te zien hoef ik me geen zorgen over je te maken, je oom lijkt me een rijk man.'
'Ja.' zei ik schor. In de verte zag ik een ouderwets landhuis staan. Het begon in mijn buik te kriebelen. Vreemd genoeg had het de hele dag geregend en nu we hier reden klaarde het op en scheen de zon fel op het huis dat op een open plek in het bos stond. Het zag er prachtig uit. 'Vreemd dat ik hem nooit heb gekend.' mompelde ik.
De Ford KA werd vlak bij de deur geparkeerd. We stapten uit en mevrouw Losjes maakte aanstalten om mijn koffer te pakken. 'Dat doe ik zelf wel.' zei ik vlug en sjouwde de koffer uit de auto.
We liepen bij de trap op en stonden voor een dubbelde eikenhouten deur. Met een zucht drukte ik op de deurbel en wachtte. Het leek alsof er niemand was, er kwam geen reactie en je kon niets zien door het deurraampje. Mevrouw Losjes drukte nogmaals op de bel. We wachtten en keken elkaar aan.
Je hoorde dat de deur van het slot werd gedaan. Je hoorde het schuiven ervan en een paar sleutels omdraaien. Nu was het moment, het moment wat mijn leven zou bepalen. Ik stond dood te gaan. Als het nog langer zou duren zou dat inderdaad gebeuren. Met een licht krakend geluid werd de deur geopend en stond nu op een kier. Ik besloot een stap naar voren te doen om naar binnen te gaan, maar op datzelfde moment werd deur open gezwaaid en keek ik recht in de ogen van Wim van Berken.
Laatst gewijzigd door justme op 25 nov 2012 18:59, 3 keer totaal gewijzigd.
  • everybody`s story is unique
Sandraa2
Balpen
Balpen
Berichten: 232
Lid geworden op: 18 nov 2012 13:48
Contacteer:

Heel mooi hoor :D!
Maar aan de titel te zien gaat dit heel anders lopen dan ik verwacht.
For sale: Babyshoes, never worn
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

heej!! dankje voor het lezen en het berichtje... zal mn best doen het leuk en spannend te houden :$ ik zal eerst nog even in de vorige post verder gaan, want die is nog te kort :P
  • everybody`s story is unique
Nutella
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 513
Lid geworden op: 21 nov 2012 17:48
Locatie: Ergens in nergens

Heel mooi geschreven! Ik ben benieuwd hoe het verder gaat :)
Life is a book and those who do not travel only read one page.
Laurien:)
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 28
Lid geworden op: 25 nov 2012 16:40

Echt leuk ik denk wel dat het zin moest zijn i p v zit in je 2 de hoofdstuk. Nee echt het grijpt je van in het begin. Het sluit je vast. Ik kon niet stoppen met lezen

groetjes Laurien
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Hartstikke bedankt voor de leuke reacties. Ik ben zo blij dat jullie het mooi vinden. Ik zal nog even met de hoofdstuk post aan de gang, want hij is nog iets te kort en goed dat je dat zag :P dat is inderdaad zin. Bedankt! Ik hoop dat jullie blijven lezen :)
  • everybody`s story is unique
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Hoofdstuk 3 Diner

Mevrouw Losjes beloofde dat ze snel nog eens langs zou komen. Ze had zich snel uit de voeten gemaakt, ik had geen eens afscheid van haar kunnen nemen. Zodra ik binnen was wees Wim me de trap naar boven. Hij had nog geen woord tegen me gezegt. Nu zat ik hier op mijn nieuwe bed in mijn nieuwe kamer. Het was een kamer die even groot was als de woonkamer thuis. "Dit is mijn nieuwe thuis." dacht ik ongelovig. Ik liet me van het bed glijden en liep naar de grote ramen. De ramen boden een geweldig uitzicht op de tuin die even verderop overging in bos. Het bos zag er prachtig uit nu de zon scheen. Er zat zelfs een grote glazen deur, want ik had een balkonnetje. Er zat een goudkleurige sleutel in het slot, met veel moeite lukte het hem om te draaien. Met een zwaai duwde ik de deuren open en liep naar buiten. Het was prachtig, er was bos zo ver je kijken kon. Even sloot ik mijn ogen en hoopte op nog een teken van boven. Mijn hart hoopte, maar mijn verstand wist dat dit niet zou gebeuren. De frisse wind waaide door mijn haren en een koude rilling bekroop mijn rug. Ik ging weer naar binnen en sloot de deuren waarna ik hem op slot draaide. Ik zuchtte en draaide me om. Er stond opeens iemand in de kamer, wie kon ik niet zien, want het was te donker. Met een kreet deinsde ik terug en stootte tegen de deur. De sleutel prikte in mijn rug.
Mijn hart versnelde duizend maal en voelde als een kudde op hol geslagen buffels. Hij keek me recht in de ogen. Zijn diepbruine ogen leken zwart, zo zwart als zijn achterover gekamde zwarte korte lokken. Met zijn zwarte cape en litteken dwars over zijn oog leek hij op Dracula. Alleen de hoektanden ontbraken nog.
Plotseling voelde ik me zo ongemakkelijk, ik kon geen kant op. 'Hallo ome Wim.' zei ik zacht.
Ruw pakte hij me bij m'n haren en legde mijn oor tegen zijn mond. 'Het is UW nichtje. Heb je dat begrepen?' zei hij en liet me los.
De angst ontkiemde in mijn hart en vertakte zich naar alle delen van mijn lichaam. Mijn stembanden verschrompelden en mijn benen leken in slap brooddeeg te veranderen.
Hij draaide zich om en stapte met rustige passen de kamer uit. 'We eten over een uur.' zei hij koudbloedig alsof er niets gebeurd was. Hij sloot de deur met een krakend geluid achter zich dicht.
Huilen kon ik niet, want ik besefte nog steeds niet wat er was gebeurd. Ik liep naar het bed en ging op de bruine sprei liggen. 'Wat moet ik doen.' mompelde ik tegen mezelf.
Ik ging rechtop zitten en keek naar de andere kant waar de gigantische garderobe kast stond met bespiegelde deuren. Ernaast stond een kaptafel, aan de zijkant van de spiegel hing een kleerhanger met een prachtig bordeaux rode lange jurk.
Ik liep er naar toe en streelde met mijn vingers over de fijne stof. Op de tafel lag een envelop. Ik maakte hem open en haalde er een papier uit. Het was bestempeld met het van Berken familie zegel. "Die rode jurk is je welkomskado." stond er op geschreven in roetzwarte inkt.

Mijn spiegelbeeld verbaasde me. De jurk stond me zo goed, het was alsof hij voor me gemaakt was. "Hoe weet hij mijn kledingmaat." dacht ik terwijl ik me omdraaide om mijn blote rug te bekijken.
Ik keek op de klok die boven mijn bed hing. Het was nu bijna een uur geleden. Ik liep mijn kamer uit en liep naar de trap. Mijn duizeligheid keerde terug, daarom hield ik me stevig vast aan te trapleuning. Met mijn vrije hand tilde ik de jurk op. De glanzende rode stof zweefde over te traptreden.
Beneden aangekomen keek ik om me heen. Ik vroeg me af welke deur me tot de eetzaal zou leiden. Mijn naaldhakken kondigden mijn komst met klakkend geluid aan.
Ik liep naar links en zag een grote deur met goudkleurige lijnen en leeuwen figuren. Met een klein duwtje aan tegen de kruk duwde ik de deur open. Voor me stond een enorme eettafel van donkerbruin gelakt hout. Met zo veel stoelen als eronder pasten. Erboven hingen enorme kroonluchters. Aan de andere kant, aan het hoofd, zat Wim. Hij had een groot bord met dampend vlees voor hem. Er stond ook een bord naast hem, aan de lengtezijde. Dat was mijn plek zo te zien.
Langzaam liep ik erop af en voelde zijn ogen door me heen prikken. Bij de stoel bleef ik staan.
'Je bent mooi, ga zitten.' mompelde hij zacht terwijl hij zijn kin op zijn gevouwen handen liet steunen. Nog steeds keek hij me aan. Mijn ogen vermijdden de zijne. Ik keek naar het stuk vlees dat voor me zag.
Mijn buik keerde zich om en ik voelde me ongemakkelijk. Het bloed steeg naar mijn hoofd en het begon te bonken.
Ik was niet in staat te eten, mijn buik was te overstuur en zat op het moment in mijn keel. Ik sloeg mijn blik op en keek recht in zijn ogen. Het was angstaanjagend, hij bleef maar kijken. Hij glimlachte naar me en zei: 'Eet smakelijk.'
Laatst gewijzigd door justme op 25 nov 2012 20:45, 2 keer totaal gewijzigd.
  • everybody`s story is unique
Laurien:)
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 28
Lid geworden op: 25 nov 2012 16:40

Wat een leuke wending aan et verhaal. Ik ben benieuwd naar wat volgt.
Sandraa2
Balpen
Balpen
Berichten: 232
Lid geworden op: 18 nov 2012 13:48
Contacteer:

Leuk, leuk!
Verder, verder!
For sale: Babyshoes, never worn
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Dankje, dankje voor de reacties :) weer in de derde post verder gewerkt. Ik post morgen het vierde hoofdstuk. Hoop dat jullie blijven lezen!
  • everybody`s story is unique
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Hoofdstuk 4 Zijde

Het eten was heerlijk. Wim had het zelf bereid en had me precies uitgelegd hoe. Met een zucht maakte ik het slotje van mijn gouden ketting los en legde het in de sieradendoos dat op de kaptafel stond.
Het was een prachtig marineblauw doosje dat was afgezet met prachtig twinkelende stenen. Na de deksel te hebben gesloten keek ik er even naar. Daarna keek ik naar mezelf in de spiegel voor me. Ik herkende mezelf niet meer. Mijn ogen zagen er moe en verward uit. Ze waren erg waterig en mijn mascara was een beetje uitgelopen.
Nog nooit had ik me zo alleen gevoeld. Ik denk dat mijn hersenen nog steeds niet op volle toeren draaiden, want het besef dat ik een paar uur geleden wees was geworden bleef weg.
Het was alsof ze elk moment door de deur zouden komen lopen en me een weltrusten-kus op het wang konden drukken. Ken je dat gevoel. Je hoopt iets zo erg, zelfs als er geen hoop meer is. Ergens in je achterhoofd blijft een deurtje open staan met het idee dat je altijd hoop moet houden. Je weet dat diegene er niet meer is en toch hoop je dat diegene ergens is, dat hij of zij op vakantie is en elk moment terug kan keren. Zelfs wanneer de telefoon gaat hoop je dat je diegene zijn stem aan de andere kant van de lijn hoort.
Dat gevoel had ik nog steeds. Ik wilde het gemis niet ervaren en bleef liever dromen.
Het was koud en de regen tike buiten weer tegen het raam. De wind waaide woest door de bomen en huilde in de nacht. Op blote voeten liep ik over de zachte vloerbedekking. Mijn nachtjapon had lange mouwen en was lekker warm.
Het was vreemd om niet in mijn eigen bed te gaan liggen. Ik sloeg de koude dekens om en plofte op het matras. De dekens trok ik over me heen en hoopte dat ze snel warm zouden worden.
De eenzaamheid nam bezit over mijn lichaam. Nog nooit had ik me zo alleen gevoeld, maar dat had ook niet gekunt, want ik was nog nooit eerder ouderloos geweest.
Na de hele dag door te hebben geploeterd, lag ik nu helemaal alleen in dit ijskoude vreemde bed. Het begon door te dringen tot mijn gedachten. De duisternis benauwde me en nam me in zijn bezit. Het sloot me af voor de buitenwereld. Een traan rolde over mijn wang. De zoute druppels raakten mijn lippen en ik voelde een enorme pijn. Een pijn die ondoorgrondelijk was, die van binnenuit kwam. Mijn hart scheurde in twee stukken. Ik begon te snikken en kon het niet meer inhouden. De huilbui hield maar niet op. Ik miste ze zo erg. 'Mam, pap, kom terug.' riep ik hees van het huilen.
De tranen vielen als een stortbui op mijn kussen. Tot overmaat van ramp lichtte de kamer op en klonk er een enorme donderslag. Ik trok de deken over me heen en was verlamd van angst. Na die paar tellen van verbazing begon ik opnieuw te snikken. Hoe zou ik me ooit minder ellendig dan dit kunnen voelen?
Een stevige hand kneep me zachtjes in mijn schouder. 'Kim.' klonk de rustige stem van Wim. Langzaam trok hij de dekens van me af. Ik draaide me om met mijn behuilde gezicht en keek hem verbaasd aan. Hij trok me omhoog en omarmde me stevig. Hij wreef over mij rug en ik voelde de tranen weer komen. Zijn schouder was binnen een mum van tijd helemaal doorweekt met mijn tranen, maar dit voelde goed. Ik had iemand, iemand om bij uit te huilen, iemand die misschien toch niet zo erg was als hij eruit zag.
Na een flits volgde weer een flinke donderslag. Ik schrok en kroop nog dichter tegen hem aan. 'Kom maar.' zei hij en ging staan. Hij stak zijn hand naar me uit.
"Ik ben zo bang, maar moet ik dit nou wel doen." dacht ik.

Voorzichtig kroop ik in het rood fluwelen hemelbed. Het was prachtig en het lag heerlijk. 'Aan welke kant lig jij?' vroeg ik. 'Waar jij niet ligt.' klonk zijn antwoord vanachter het omkleedscherm.
Aangezien het nog steeds onweerde besloot ik niet aan de kant bij het raam te gaan liggen. Met gesloten ogen trok ik de dekens over me heen.
Wim liep naar de andere kant van het bed en landde met een klein sprongetje op het matras. 'Bid jij niet voor je gaat slapen?' vroeg hij en ik zag door mijn half dichtgeknepen ogen dat hij naar me keek.
Ik knikte en volgde zijn voorbeeld en vouwde mijn handen. 'Amen.' zeiden we tot slot tegelijk. We keken elkaar verbaasd en glimlachend aan. 'Ik heb de groeten aan je ouders gedaan.' fluisterde hij.
Mijn lip begon te trillen. 'Ik kan niet geloven dat ze...' zei ik en kon mijn zin niet afmaken door het verstikkende verdriet dat mijn keel afkneep.
'Het spijt me.' zei hij en drukte me tegen zijn schouder. Na een korte huilbui zuchtte ik. Een zucht van opluchting na het huilen.
'Rustig maar, ik ben bij je.' zei hij en streek door mijn lange lokken. Het kalmeerde me en het gerommel van het onweer verdween op de achtergrond. En die avond gebeurde er iets waarvan ik nooit had gedacht dat het die dag nog zou gebeuren: Ik viel in een diepe en rustige slaap.
Laatst gewijzigd door justme op 27 nov 2012 19:42, 1 keer totaal gewijzigd.
  • everybody`s story is unique
Nutella
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 513
Lid geworden op: 21 nov 2012 17:48
Locatie: Ergens in nergens

Weer een super leuk stukje! Alleen heb ik een paar kleine opmerkingen:
Je weet dat diegene er niet meer is en toch hoop je dat diegene ergens is, dat hij of zij op vakantie is en elk moment terug kunnen keren.
'terug kan keren'
Het onderwerp is hier hij of zij, dus het is enkelvoud.
Zelfs wanneer de telefoon gaat hoop je dat je diegene zijn stem stem aan de andere kant van de lijn hoort.
Er staat hier twee keer stem ;)
Op blote voeten liep ik over de zache vloerbedekking.
'zachte'

Schrijf snel verder!

Nutella
Life is a book and those who do not travel only read one page.
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Bedankt voor de reactie :) ik heb het meteen aangepast! Super dat je dat er net even tussenuit vist :P ik hoop dat je blijft lezen!
  • everybody`s story is unique
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Hoofdstuk 5 Stilte

Ik had heerlijk geslapen, zonder te hebben gedroomd. Ik werd uitgerust wakker door het vogelgezang. Met gesloten ogen luisterde ik ernaar. Het klonk zo mooi. Het tikken van een specht, het tsjilpen van een zangvogel en het roekoeën van een tortelduif. In het geheel vormde het een ochtendconcert. Anders dan normaal was het zeker. Op een normale ochtend werd ik wakker van het getoeter van een auto, het blaffen van de rottweiler van de buren of het janken van de baby van de andere buren.
Het liefst zou ik zo de hele dag blijven liggen. Rustig opende ik mijn ogen en keek recht in het neutrale gezicht van Wim. Zijn ademhaling was regelmatig, wat er op wees dat hij nog sleep. De anders zo strak achterover gestreken zwarte lokken hingen nu voor zijn gezicht. Bijna raakten onze neuzen elkaar. Hij had zijn arm om me heen geslagen en omklemde me stevig. Snel sloot ik mijn ogen weer. Ik zou wachten tot hij wakker werd en me los zou laten.
Dat was makkelijker gezegd dan gedaan, want nu ik wakker was steeg mijn lichaamstemperatuur. Het zweet brak me uit en het werd alsmaar warmer. Ik kon me natuurlijk ook in m'n slaap omdraaien. Gelukkig leek het erop dat Wim wakker ging worden. Hij zuchtte en haalde diep adem.
Waarschijnlijk was hij net zo gegeneerd als ik toen ik wakker werd en zou hij proberen om zich ongemerkt los te wurmen.
Dit gebeurde tot mijn verbazing niet, maar hij drukte mij nog steviger tegen zich aan en fluiterde: 'Ben je al wakker?'
Ik opende mijn ogen. 'Goedemorgen.' zei ik met een hese ochtendstem en rekte me uit, waardoor ik me uit zijn houdgreep bevrijdde. Hij draaide zich om en bleef op zijn rug liggen. 'Heb je lekker geslapen.' zei hij gapend.
'In tijden niet zo'n goede nacht gehad.' antwoordde ik, 'En u?'
Hij keek me verbaasd en aan begon te lachen. 'Ja.' zei hij tenslotte.

Na een heerlijk ontbijt, dit keer had Wim het niet zelf klaargemaakt, gingen we een wandeling door het bos maken. 'Je hebt afleiding nodig.' zei hij. We sloten de deur achter ons en liepen naar de achtertuin die bezaaid was met bladeren. Vanaf daar kon je een bospad volgen, dat nu bijna niet meer te herkennen was doordat de bomen hun bladeren loslieten. De prachtige bruine en gele bladeren leken een pad van goud te vormen. Ze knisperden onder onze schoenen.
Ik wilde het niet, maar ik dacht constant aan mijn ouders. Over twee dagen zou de begrafenis zijn en ik wist niet of ik daar klaar voor was. Het liefst zou ik het overslaan, me die dag opsluiten in mijn slaapkamer en het vergeten. Net doen alsof die dag niet zou plaatsvinden, want ik wist dat zodra deze dag inderdaad had plaatsgevonden ik het niet meer kon ontkennen. Dan was het allemaal echt. Vanaf dat moment zouden mijn ouders voor goed van me afgenomen zijn. Ze zouden naast elkaar in de herfstgrond begraven worden en bedekt worden met een laag bladeren. Hun marmeren stenen zouden zij aan zij staan en hun namen en geboortedatums verkondigen. En hoe vreselijk het ook klonk, ook de overlijdensdatum.
Wim merkte blijkbaar dat ik met mijn gedachten ergens anders zat, want hij begon over van alles over het bos te vertellen. Hij wilde me afleiden, dat wist ik gewoon. 'Dat is het nest van een koolmees.' zei hij en wees naar een klein teer nestje in een boom.
Ik liep er naartoe en keek erin. Er lag nog niets in.
'Kom eens hier.' riep Wim naar me. Hij was van het pad afgelopen en zat nu gehurkt midden tussen de bomen en bladeren bij een grote modderige waterplas. Ik liep erop af en keek waar hij naar wees. Het waren afdrukken. Zo te zien van een hoef. 'Wat denk je dat het is?' vroeg hij opgewekt.
'Een hert.' zei ik vragend.
Hij knikte enthousiast: 'Dat klopt!' ze zijn dus weer in de buurt. Het werd plotseling bewolkt en het begon te miezeren. 'Kom we gaan terug, voor we doorweekt zijn.' riep hij en we renden naar huis, maar nog voordat we bij de bosrand waren plensde het verschrikkelijk. Ik schaterde van het lachen. Wim keek me aan en barstte ook in lachen uit.
Bij de deur troffen we Albert, de butler, met snor en al. 'Moet ik nog helpen meneer.' vroeg hij verbaasd naar ons kijkend.
'Nee Albert, jij zou vandaag een dag vrij hebben, dus dan neem je dat ook. Ik kan zelf nog wel schone kleren aantrekken. Veel plezier!'
'Danku meneer.' zei Albert en liep naar buiten. Ik sloot de deur achter hem en liep achter Wim aan de huiskamer in. 'Laten we ons eerst maar eens omkleden.' zei ik.
Wim schudde zijn hoofd. 'Ik heb een veel beter idee. Kom eens.' zei hij en trok me aan mijn arm mee naar het washok. Hij sloot de deur achter ons en liep naar me toe.
Voorzichtig ritste hij m'n winterjas open en legde hem netjes aan de kant. Hij trok mijn vest uit en legde die erbij. Hij pakte me bij mijn hemdje en begon hem los te knopen. Uit instinctief handelen deinsde ik achteruit.
'Rustig maar.' mompelde hij en ging verder waar hij mee bezig was. Totdat ik op mijn doorweekte ondergoed na helemaal uitgekleed was. 'Kijk daar ligt een roze BH en een string, aangezien ze niet van mij zijn en jij de enige dame hier in huis bent.' zei hij en draaide zich om.
Ik voelde me extreem ongemakkelijk, maar kleedde me toch om. Ergens had ik vertrouwen in hem, omdat hij me met respect behandelde. Wel op zijn eigen apparte manier natuurlijk.
'Ben je klaar?' zei hij en begon zichzelf van zijn natte kleren te ontdoen. 'Ja.' zei ik. 'Loop maar naar die oude houten kast daar, daarin liggen heerlijke bonddekens. En draai je niet om, ik wil ook wat privacy.'
Even later zat ik in een bonddeken gehuld op de sofa bij de knapperende haard. De vlammen gaven een heerlijke warmte af en het hout rook zo fijn. Wim kwam binnen gehuld in zo'n zelfde deken en had twee mokken met warme chocolademelk bij zich. Hij overhandigde één ervan aan mij en ging naast me zitten. 'Nou beter dan dit zal het niet worden.' zei hij en nam een teug van zijn warme dampende drinken.
  • everybody`s story is unique
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Hoofdstuk 6 Dood

Twee gelakte eikenhouten kisten stonden voor me. Allebei afgesloten, vergrendeld zodat de buitenwereld hetgeen erin nooit zou kunnen aanschouwen. De lichamen die zo verminkt waren door een ongeluk dat je er geen mens meer in kon herkennen. Mijn ouders of wat er nog van hen was. Zij waren er niet meer, ze waren heengegaan. Enkel hun lichamen waren nog op aarde. Dit had Wim me gisteren verteld waarna we samen beden met onze handen in elkaar gevouwen. Aan die gedachte klemde ik me vast, om door het leven of in ieder geval door deze dag heen te komen.
Het kerkorgel begon de rustige versie van 'Hallelujah' te spelen. Het was rustig, maar droevig. Wim sloeg een arm om me heen en wreef over m'n rug. Ik rilde en kreeg het ongelofelijk koud. Het was alsof ik bevroor. Ik keek naar de mensen die in de kerkbanken zaten. Het waren buren, kenissen, collega's. Geen familie, de enige familie waren ik en Wim. Het werd alsmaar kouder en al die mensen leken zo luid te praten. Het bonsde en dreunde in mijn hoofd. 'Mijn benen bevriezen.' mompelde ik. Wim keek me aan en zei: 'Ga even zitten, je ziet nogal...' Zijn laatste woorden hoorde ik niet meer, het werd zwart voor mijn ogen en ik voelde mijn lichaam ineen zakken.

Ik opende m'n ogen en zag Wim bij me zitten. Hij merkte dat ik bijkwam en keek me aan. 'Je bent weer bij zie ik.' zei hij en streek door m'n haren. Ik knikte, maar kon geen woord uitbrengen. We zaten op een bed in het achterkamertje van de kerk. Zo te zien waren ze voorbereid op flauwvallende mensen.
Aan de stem vanuit de kerk te horen was de dienst al begonnen. Met alle kracht die ik nog had ging ik zitten, maar zodra ik aanstalten maakte om te gaan staan pakte Wim me vast. 'Even rustig blijven we nemen wel afscheid van ze, wanneer ze ter aarde worden gelaten. Zonder iemand erbij.' zei hij.
Ik knikte en was blij, ik wilde niet naar al die mensen die me zielig vonden. Die even in de belangstelling konden staan, omdat ze over een overledene mee konden praten. Misschien kreeg ik waanbeelden, maar dit was de manier hoe ik het zag. Een traan rolde of mijn wangen.

De dragers liepen voor ons met de kist. Het grint van de begraafplaats kraakte onder onze voeten. De zon scheen plotseling heel fel, terwijl het de hele dag donker en bewolkt was geweest. "Dit is de laatste keer dat jullie de bovenwereld zullen zien." dacht ik droevig. Mijn ogen zwolden op en ik huilde, zonder geluid, maar ik huilde. Tranen rolden over mijn wangen. Wim kneep in m'n hand.
We gingen rond het graf staan. De kisten hingen erboven.
De bode deed een stapje terug en zei: 'Ik laat jullie even alleen.' Wim knikte hem bedankend toe.
'Nou pap en mam de tijd is aangebroken.' mompelde ik en liet me bij de kisten op de knieën vallen. Aan de ene kant omdat ik dat wilde, aan de andere kant omdat mijn benen me niet meer konden houden. 'Ik mis jullie zo. Kom alsjeblieft terug.' Ik snikte en kreeg een hysterische huilbui. Ik ging half op de kisten liggen en wilde ze nooit meer los laten. 'Ik kan jullie niet missen. Ik heb jullie nodig. Neem me dan mee.' barstte ik in tranen uit. Wim pakte me vast en hield me in zijn armen.
'Rustig maar lief.' zei hij en drukte een kus op m'n wang. Mijn emoties knepen m'n keel dicht, ik kon nog amper ademhalen. 'Dag pap en mam.' wist ik nog net uit te brengen. Ik drukte een kus op allebei de doodskisten, waarna Wim me overeind hielp en we toekeken hoe ze ze in de aarde lieten zakken. Mijn ziel werd met hun begraven, ik voelde niets meer. Enkel pijn, ongeloof en ontkenning. Het voelde alsof ik zou sterven.

Wim heeft me na thuiskomst naar boven gesjouwd en in bed gelegd. Lichamelijk en geestelijk was ik leeg. Er was niets meer van me over. Daar heb ik twee dagen en nachten gelegen. Wim kwam om het uur bij me om me drinken of eten te brengen. Soms gewoon om even bij me te zitten en me door mijn haren te strijken of over mijn schouder te wrijven. Hij deed precies wat hij moest doen. Hij voelde wat ik voelde en wat ik nodig had.
Nog nooit had iemand zich zo in mij kunnen inleven. Vreemd, aangezien hij degene was die het minste van me wist.
Laatst gewijzigd door justme op 28 nov 2012 21:57, 2 keer totaal gewijzigd.
  • everybody`s story is unique
Nutella
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 513
Lid geworden op: 21 nov 2012 17:48
Locatie: Ergens in nergens

Weer een super leuk stukje! Wel kreeg ik even tranen in mijn ogen bij het afscheid, ik ben nogal emotioneel xd
Schrijf snel verder, ik blijf zeker lezen :D

Ik had nog een kleine opmerking:
'Nou pap en man de tijd is aangebroken.' mompelde ik en liet me bij de kisten op de knieën vallen.
Ik denk dat je hier mam bedoelt ipv man :)
Life is a book and those who do not travel only read one page.
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Danku danku :D heb het verbeterd, ja dat heb je soms, dan heb je zo'n zin om te posten en dan lees je dr zelf overheen. XD
OMG dankje voor het compliment, dat je er emotioneel van werd, dat is echt een compliment voor mij. Dankje voor het lezen van m'n verhaal. :)
  • everybody`s story is unique
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Hoofdstuk 7 Leugen

Het was een zware nacht geweest. Ik had amper kunnen slapen, het leek alsof alles steeds meer tot me doordrong. Altijd op momenten zoals 's nachts dan is het zo rustig en stil en begin je over van alles en nog wat na te denken. Steeds weer doken beelden voor me op. Beelden van het ongeluk, wat ik me inbeelde, beelden van de begrafenis. Het hield maar niet op, ik zou willen dat ik mijn gedachten uit kon zetten.
De aanwezigheid van iemand in mijn slaapkamer drong tot me door. Met veel moeite tilde ik mijn zware en vermoeide oogleden op. Wim zat op m'n bedrand en keek me aan. 'Goedemorgen.' zei hij en hielp me overeind te gaan zitten zodat ik wat kon eten.
'Het lukt niet.' zei ik. Voorzichtig liet hij me weer op het bed zakken. De zwakte nam bezit van mijn lichaam. Ik wilde zo graag dat het anders was, maar ik kon er echt niets aan doen. Het was nog vroeg in de ochtend zo te zien, want de zon kwam nog maar net op. Voorzichtig probeerde ze haar stralen door de gordijnen naar binnen te laten schijnen.
'Ben je zo moe?' fluisterde Wim en ging naast me liggen. Daarop sloot ik mijn ogen en knikte. Het was alsof alle levenssappen uit mijn lichaam waren getrokken. De vraag was of het me ooit zou lukken weer de oude te worden. Een hele eerste stap zou al zijn om van het bed af te komen. Na een tijdje zo gelegen te hebben en niets te hebben gezegd, gebeurde er iets wat je niet verwacht. Uit het niets voelde ik zijn lippen op de mijne. Waar ik de energie vandaan haalde weet ik niet, maar ik duwde hem van me af. Net als hem, wist ik dat ik niet lang stand kon houden, ik was simpelweg te oververmoeid.
'Wat doe je.' fluisterde ik hees. Hij pakte mijn polsen en drukte ze tegen het matras. Het deed pijn zowel fysiek als mentaal. Wim zei niets en toonde geen enkele emotie, hij deed net of ik meewerkte.
Ik voeld hem in mijn nek kussen. Zonder enige kans probeerde ik me onder hem uit te wurmen. 'Waarom doe je dit!' riep ik met het laatste beetje kracht wat ik nog in me had.
Wederom bleef mijn vraag onbeantwoord, maar hij keek op en recht in mijn ogen. Hij liet me los en stond op, waarna hij de kamer verliet.
Mijn hoofd liep over van emoties en gevoelens. "Waar was hij mee bezig?" Het lukte niet meer te huilen. Waarom wist ik niet precies, dat verwarde me nog het meest. Was het omdat ik er de kracht niet voor had, kwam het omdat ik net veel ergere dingen had meegemaakt of...
Ik schudde mijn hoofd. "Je moet hier ver vandaan zien te komen." dacht ik. Het vuur in me wakkerde weer aan en ik vond de kracht om op te staan. De kamer tolde om me heen. De duizeligheid sloeg weer toe. Ik dacht er niet aan om een koffer in te pakken, maar ik zou me wel om moeten kleden. Snel trok ik mijn broek en warme trui aan. Zo snel als mijn lichaam toe liet liep ik naar de overloop. Met veel moeite lukte het me om beneden te komen. Ik leunde over de leuning en moest bijna overgeven. Het was te veel, een traan rolde over mijn wang. Zodra ik de trapleuning los had gelaten zakte ik door mijn knieën. Met mijn beide handen voor mijn gezicht geslagen en gebogen hoofd begon ik te huilen.
'Ssst stil maar.' hoorde ik Wim zijn stem. Hij knielde bij me neer en trok me tegen zich aan. Nu snapte ik er helemaal niets meer van. Met grote koeienogen keek ik hem aan.
Hij deed net alsof hij het niet zag en tilde me op om me naar de luie stoel in de lounge te sjouwen. 'Heb ik je toch maar weer op de been gekregen.' zuchtte hij terwijl hij me in de stoel liet zakken.
  • everybody`s story is unique
Sandraa2
Balpen
Balpen
Berichten: 232
Lid geworden op: 18 nov 2012 13:48
Contacteer:

Heel mooi geschreven!
Bij het stukje van het afscheid kreeg ik even kippenvel, zo goed omschreven.
Ga vooral verder!
For sale: Babyshoes, never worn
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

heej :) dankuwel :D zal ik zeker doen, morgen komt dr wer n nieuw stukje!
  • everybody`s story is unique
Plushie
Potlood
Potlood
Berichten: 62
Lid geworden op: 08 jun 2012 18:52

Hha, ben net met iets soortgelijks bezig... 0.o Maar dit is toch nog wat anders ;D Ben nieuwsgierig naar het vervolg! ;p
Je schijfstijl is vlot en aangenaam om te lezen, ik heb er niet meteen opmerkingen over ;)
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Ik ben egt gek op dit verhaal, normaal lees ik niet zoveel verhalen waarin veel drama zit maar jouw tittel trok me aan. Ik dacht al meteen dit gaat iets leuks worden. Ik vind die oom van haar trouwens egt een pervert. Hoe oud is hij eigenlijk? Anyway schrijf je snel verder??

Xx
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
daantjeschrijft
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 18 jun 2012 21:31

Ik vindt die oom echt een freak! Het soort oom waar je mijlenver uit de buurt probeert te blijven, en waar je zeker niet bij wilt gaan wonen...
Ik ben benieuwd waar het heen gaat... Lees mee! :D
Even Miracles take A Little Time
Sandraa2
Balpen
Balpen
Berichten: 232
Lid geworden op: 18 nov 2012 13:48
Contacteer:

@justme, wanneer komt er een volgend stukje :D?
Ik heb net alles weer even gelezen en ben nog steeds even nieuwschierig!
For sale: Babyshoes, never worn
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Sorry dat ik niet mijn belofte ben nagekomen :$ Het heeft een hele tijd geduurd, maar dan nu eindelijk een nieuw stukje... Ik heb een tijdje niet kunnen schrijven door omstandigheden... Ben blij dat ik nu weer verder kan gaan :D
Hier komt het volgende hoofdstuk :D:D:D Echt waar! Bedankt dat jullie toch bleven lezen :super

Hoofdstuk 8 Alleen

Een groot leeg vel wit papier lag voor me. Ik pakte de vulpen die ernaast lag op en tikte hem tegen mijn voorhoofd. Er gingen zo veel gedachtes door mijn hoofd. Het zou een hels karwei zijn daar een fatsoenlijk verhaal van te maken. Van mijn vader had ik geleerd niet over gevoelens na te denken, maar ze er gelijk uit te gooien. Ik besloot dat dit keer te doen en zette de pen bovenaan de brief en begon te schrijven.

Lieve pap en mam,

Ik mis jullie. Mijn leven is een hel, ik weet niet wat ik moet doen. Wisten jullie iets af van deze vreemde oom "Wim". Jullie hadden nog nooit iets over hem verteld en plotseling duikt hij op. Hij...


Even staakte de pen het schrijven. Mijn hersenen zaten even op slot. Er vormde zich een brok in mijn keel en tranen welden in mijn ogen.

doet me vreselijke dingen aan. Ik weet niet of hij zelf doorheeft wat hij doet en of hij er kwade bedoelingen mee heeft. Ik ben bang, zo bang. Ik wil het niet, maar soms ben ik zo alleen. In moeilijke momenten is hij er wel voor mij. Ik vrees wat hij me op een dag aan gaat doen. Hij doet alsof ik zijn bezit ben. Het meest vrees ik nog dat ik zijn gevoelens zal beantwoorden.
Waar zijn jullie verdomme, ik heb jullie nodig! Ik kan niet zonder jullie, wat moet ik nu doen? Waarom moest het zo gaan, we hadden zo'n simpel leven, we waren zo gelukkig. We waren niet rijk, beroemd of populair, maar we waren verdomde gelukkig. Is dat te veel gevraagd in het leven? Er zijn ook van die trutten die al janken als ze een tereinwagen in plaats van een sportwagen voor de verjaardag krijgen of die hun ouders verschrikkelijk vinden, omdat ze naar Mallorca gaan in plaats van Ibiza. Ik hoefde dat alles niet, ik was tevreden en mij wordt alles afgenomen. Vanaf nu geloof ik niet meer in een god, die had mij dit nooit aangedaan. Waar jullie ook zijn, ik hoop dat het jullie goed gaat en dat we elkaar ooit weer zullen zien.
Liefs, jullie Kimmy


Met een zucht legde ik de pen neer en las de brief nog eens door. Warme tranen drupten op het bureaublad. Ik deed de brief in een envelop en verzegelde hem met een traan en een kus.
Het geklop op de deur deed me opschrikken. 'Kim. Als je zover bent zeg je het maar, de auto staat klaar.' klonk de stem van Wim.
Ik opende de deur en keek hem recht in zijn ogen. Hij keek me verbaasd aan. 'Wat is er? Heb je gehuild.'
'Het gaat wel, laten we maar gaan.'
Het regende dus snelden we ons naar de limousine die klaar stond. De chauffeur hield de deur voor ons open. Altijd op dit soort momenten moest het regenen. Soms heb je het gevoel alsof het weer zich bij je humeur aanpast. Wanneer je huilt regend het, wanneer je lacht schijnt de zon, wanneer je kwaad bent stormd het. Ik omklemde de brief met beide handen. Wim keek ernaar met een vragend gezicht. Toen hij doorkreeg dat ik hem zag kijken, deed hij net of hij naar buiten zat te staren naar het voorbijtrekkende landschap omhuld door regen en mist. Het was een hobbelige weg, maar na een tijdje verlieten we eindelijk het landgoed.
'Voor je ouders?' vroeg hij kijkend naar de envelop. 'Ja.' zei ik zonder al te verbaasd te klinken. Hij pakte me bij mijn arm en zei: 'Het komt wel goed, ik ben bij je. Wil je dat ik mee ga?'
Even dacht ik na, maar schudde mijn hoofd. 'Nee, dit is iets wat ik zelf moet doen.' antwoordde ik.
'Je moet weten dat ik er altijd voor je zal zijn meisje, je bent nu ten slotte maar alleen in deze grote boze wereld.' zei hij met een gemene ondertoon. Tenminste zo klonk het mij in de oren, misschien had ik waanbeelden. Ik werd bang, mijn hart begon te kloppen en de regendruppels die op het dak tikten klonken als exploderende granaten in mijn hoofd.
Ik maande mezelf dat ik rustig moest blijven. Nu eerst naar papa en mama.

We verlieten de auto en liepen in de richting van de begraafplaats. Wim opende het hek en liet me erdoor, maar bleef zelf staan. Terwijl ik verder liep hoorde ik hem het hek achter me sluiten. Ik ademde diep in en liep over het schelpenpaadje. De schelpen kraakten onder mijn enkellaarsjes. Voor ik er erg in had rezen er twee grote grafstenen voor me op. De linker met de naam, geboortedatum en overlijdensdatum van mijn moeder, de rechter met de naam, geboortedatum en overlijdensdatum van mijn vader. Ik pakte mijn vuuraansteker en de brief. Met een klein vlammetje stak ik de linker bovenhoek van de brief aan en legde hem tussen de beide graven in. 'Ik mis jullie.' fluisterde ik met schorre stem. Even wierp ik een blik over mijn schouder om te kijken of Wim me niet was achtervolgd. Hij stond nog steeds waar hij moest staan, starend naar zijn schoenen.
Ik deed een stap terug en stond weer op het schelpenpad. Sommige mensen geloven in een wonder anderen noemen het toeval, maar ik noem het een teken, een teken van mijn ouders. Uit het niets barstte de zon door de dikke wolkenlaag en deed de mist optrekken. De lucht veranderde opslag van grauwgrijs naar strakblauw. De zon verwarmde mijn lichaam, het voelde goed, vertrouwd, veilig. Het gaf me energie, hoop en misschien wel liefde. Even voelde het alsof we weer samen waren met ons drieeën, zoals het hoorde. 'Ik wil jullie niet kwijt.' fluisterde ik terwijl er alweer een traan over mijn wang liep.
'Wat je in je hart hebt, kun je niet verliezen.' hoorde ik een vertrouwde stem achter me.
  • everybody`s story is unique
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Hoofdstuk 9 10.000 stukken

De dagen erna heerste een leegte. In mijn hart, in het grote landhuis, in mijn gedachten. Mijn bezoek aan de graven had me nog maar eens met mijn neus op de feiten gedrukt. Het feit dat ik een wees was, helemaal alleen. Mijn toekomst was van me afgenomen. Ondanks dat ik de afgelopen weken had gevochten en gestreden, begon mijn geest het nu te begeven. Er gebeurde iets vreemds, in mijn onderbewustzijn en bewustzijn. Ik gaf op, wat voor zin had het ook. Het was een bloederige, betraande en bezwete strijd geweest, maar die kwam nu ten einde.
Er brak iets in me. Het veroorzaakte zo'n grote scheur dat ik er zeker van was dat deze nooit meer gelijmd kon worden. Ik liet me op bed vallen en verzonk starend naar het plafond in mijn gedachten. Een vogel tikte op het raam van mijn balkondeur.
De kleine dingetjes die mij normaal gesproken fascineerden, zag ik niet, hoorde ik niet en voelde ik niet.
Er werd op de deur geklopt. 'Is alles goed daarbinnen?' klonk de stem van Wim. Ik wilde antwoorden, maar het lukte op de één of andere vreemde manier niet. Niet omdat ik niet wilde of omdat ik geen stem meer had. Het lukte gewoon niet. Met een krakend geluid zwaaide de deur open. 'Kim, gaat het?' vroeg hij en keek me bezorgt aan. Hij streek zachtjes door mijn haren. Voorzichtig liet hij zich naast me op bed zakken. Zijn gezicht was zo dicht bij het mijne dat zijn haar in mijn nek kriebelde. Ik keek hem aan en hij mij. Zo lagen we wel een kwartier, het leek uren te duren. 'Gaat het alweer.' vroeg hij schor. Ik knikte langzaam zonder mijn ogen af te wenden. De wereld leek zich in slowmotion af te spelen. Voorzichtig boog hij zich over me heen.
Hij drukte zijn lippen tegen de mijne en we kusten elkaar. Zo lagen we daar met onze steeds warmer wordende lichamen tegen elkaar gedrukt. Dit was wat ik nodig dacht te hebben. Het was een afleiding, een nieuw begin. Misschien zou ik gelukkig worden als ik me over gaf. Het zou het leven zo veel gemakkelijker maken. Geen angst meer, geen pijn, misschien moest ik me niet aanstellen. Al gauw belandden we onder de dekens en ontdeden we ons van onze kleren. Het was die avond, dat moment, dat ik mijn maagdelijkheid verloor. Ik voelde niets, alleen Wim zijn gezicht tegen het mijne. Er was iemand die van me hield en dat voelde goed, de rest kon me niet schelen. Hij mocht zo vaak het bed me delen als hij wilde en in ruil daarvoor zou hij van me houden. Dat is het enige wat je nodig hebt in het leven. Anders had het leven toch geen zin. Eindelijk was er nieuwe zekerheid en een gevoel van veiligheid in mijn wereld.
Langzaam kwam Wim terug op aarde en keek me aan met zijn diepe grijze ogen. 'Ik hou van je, wordt mijn vrouw.' zei hij en kuste in mijn nek. Zijn ademhaling werd wat kalmer en liet zich van me afglijden. Een paar dagen terug had ik me afschuwelijk en smerig gevoeld, maar nu... Ik voelde niets meer, mijn ziel en lichaam waren gevoelloos geworden en dat was de enige manier om dit te overleven.
Wim pakte mijn hand en drukte een tedere kus op mijn pols. Daarna nam hij me in zijn armen. Onze bezwete lichamen plakten tegen elkaar. Ik keek recht in de ogen van mijn enige uitweg. Mijn uitweg van mijn hopeloze toekomst. 'Nou?' vroeg hij.
Ik knikte alsof het automatisch ging. Zonder te beseffen waar ik net antwoord op had gegeven. Ik was in overlevingsmodus en dat zou ik weten ook.
  • everybody`s story is unique
Gebruikersavatar
justme
Balpen
Balpen
Berichten: 162
Lid geworden op: 06 sep 2009 09:33

Hoofdstuk 10 Verliefd, verloofd...

De daarop volgende maanden leefden we als man en vrouw. Zijn personeel stelde geen vragen, niemand die hem kenden. Kennissen en vrienden vertelde hij natuurlijk niet dat we op de één of andere manier toch familie van elkaar waren. We vielen in slaap in elkaars armen, we werden wakker in elkaars armen, we ontbeten, maakten boswandelingen. Het voelde alsof het altijd zo was geweest. Het klinkt natuurlijk vreemd voor een buitenstaander, maar dankzij de situatie waarin ik nu leefde had ik mijn eigen wereld gecreëerd. De werkelijkheid was langzaam vervaagd en daarna compleet verdwenen. Dit was het canvasdoek waar ik mijn wereldje van schijn op had geschilderd. Ik leefde in mijn eigen schilderij.
De wolken pakten zich samen in de al donkere hemel. Ze verduisterden de maan en haar sterrenbondgenoten. Ik stond in onze slaapkamer voor de spiegel. Mijn weerspiegeling leek niet op mij. In ieder geval niet op hoe ik mijzelf herinnerde. Mijn huid was bleek, ik leek breekbaar als porselein. Mijn haren waren hun veerkracht verloren en hingen slapjes op mijn rug. Terwijl ze normaal vrolijk golvend op mijn schouder dansten. Een zucht verliet mijn mond zonder dat ik het merkte. De zwarte jurk maakte mijn huid alleen maar bleker. De strakke jurk omsloot mijn lichaam en mijn tengere figuur werd alleen maar tengerder. Mijn vrouwelijke rondingen waren verdwenen. Mijn jukbeenderen staken met de dag steeds meer uit. Mijn leven was makkelijker geworden, maar gelukkig werd ik er niet van.
In de spiegel zag ik dat Wim in de deuropening verscheen. 'Lieverd gaat het wel, je ziet bleekjes.' zei hij liefdevol terwijl hij achter me kwam staan. Hij sloeg zijn korte armen om me heen en begroef zijn gezicht in m'n nek. 'Wat ruik je lekker.'
Ik glimlachte naar hem. Het was pure automatisme, want mijn emoties hadden er niets meer mee te maken. Die waren verdwenen na onze eerste ontmoeting in bed. Meteen had ik ze de deur gewezen.
'Kom je zo meteen naar beneden ik heb een verassing voor je.' fluisterde Wim. Daarna verliet hij mysterieus de kamer, zonder mijn antwoord af te wachten.
Ik slikte en staarde naar de kristallen ogen van mijn spiegelbeeld. Ze probeerden tot me door te dringen, een klein barstje ontstond in het midden, het breide zich steeds verder uit. Een stemmetje klonk: Dit is niet de manier, wordt wakker voor het te laat is.
Met tegenzin stopte ik het weg, ver weg in de achterkamers. De knop van mijn verstand zette ik op nul. Nu kon ik weer gaan. Borst vooruit kin omhoog en gewoon gaan!
Toen ik de slaapkamer verliet, merkte ik meteen dat er een vreemde stilte heerste in het huis. Het was er nooit echt druk of een chaos, maar nu was het verdacht stil. Zachtjes liep ik de trap af. Het geluid van mijn naaldhakken galmden door de hal. Me voorbereidend op een spektakel keek ik om het hoekje van de trap, maar ik zag niets.
'Wat heeft hij toch voor me in petto.' mompelde ik tegen mezelf.
  • everybody`s story is unique
Plaats reactie

Terug naar “Het Dramatheater”