----------------------------------------------------------------------
Proloog
Hallo, mijn naam is Molly. Ik ben zestien jaar oud en ik woon in een tja, hoe zal ik het noemen? Iedereen zegt me altijd dat ik het geen weeshuis mag noemen, maar eerlijk gezegd voelt het wel als een weeshuis. Ik bedoel, een huis vol met kinderen zonder ouders… dat lijkt mij gewoon een weeshuis. Maar hier noemen ze het liever een logeerhuis, of een kindertehuis. Het probleem is alleen, dat ik geen kind meer ben.
Ik wil graag weg, uit dit huis. Ik woon hier nu al sinds ik tien jaar oud ben, zes jaar dus om precies te zijn. Zes lange jaren en geen dag is ooit anders geweest. Er hangt een vast schema in mijn kamer, waarop staat wat ik elke dag moet doen. Elke dag is precies hetzelfde, ik word er helemaal gek van. Wat niet erg is, ze denken hier toch al dat ik gek ben. Ik ben depressief zeggen ze. Ik geloof het niet, ik hou er gewoon niet van om te lachen, te voelen, te praten of om gewoon uit mijn bed te komen. Ik ben echt niet depressief hoor, depressieve mensen verven hun haren zwart, scheren zich kaal, of snijden zichzelf. Ik kom gewoon niet uit bed, omdat ik moe ben. Je moet hier elke dag om zeven uur opstaan. Ik wil gewoon slapen, de hele dag. Niet nadenken over dingen, het leven. Al zegt mijn therapeut dat ik wel moet nadenken, over dingen, het leven en vooral over ik hoe ik me voel. Maar wat als ik nu eens niks voel? Ze gelooft me niet als ik dat zeg, iedereen voelt wel iets volgens haar. Maar dat is niet waar, als je dood bent voel je ook niks meer. Ik leef nog wel, maar mijn gevoel is dood. Ik weet zeker dat het bestaat. Eigenlijk vind ik het wel prima zo, zonder. Met gevoel maak je je toch alleen maar druk over dingen en het leven. Met mij gaat ten minste alles goed, beter dan met al die gekken om me heen die ervoor gekozen hebben wel te voelen.