Wraak

Hier kun je verhalen vinden waar langer dan een half jaar niet aan geschreven is of op gereageerd. De verwachting is dat deze verhalen niet meer afgemaakt worden. Staat jouw verhaal hier en wil je verder schrijven? Neem dan even contact op met één van de moderators, dan wordt je verhaal teruggezet.
Gesloten
Gebruikersavatar
Lessie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 409
Lid geworden op: 18 mei 2008 21:10
Locatie: Zuid Holland
Contacteer:

In de wereld van Harry Potter
Afbeelding
Dit verhaal heet Wraak. Dat staat ook in mijn zelfgemaakte banner. Wraak heb ik ook geschreven op een Harry Potter site. Ik ben niet echt actief met dit verhaal, maar probeer het toch uit te schrijven.
Ik hoop dat jullie dit een leuk verhaal vinden. Zelf vind ik het niet erg een indrukwekkend verhaal. Ik weet niet hoe dat komt, misschien omdat ik het zelf geschreven heb,
Nou, veel lees plezier. ^^

Inhoud

- Hoofdstuk 1
- Hoofdstuk 2
- Hoofdstuk 3
- Hoofdstuk 4

Inleiding

Het verhaal speelt zich af in het vijfde jaar van Harry Potter, het jaar met Professor Omber. Clowie zit dan in haar zesde jaar.

Clowie Coveness heeft groenbruine ogen en golvend bruin haar, net onder haar schouders. Ze is zestien jaar en is heel koppig. Ze wil graag haar eigen zin hebben en kan het niet hebben als ze die niet krijgt. Ze snakt naar een beetje medeleven en de kans om haar eigen zin te krijgen. Ze voelt zich vaak minderwaardig, omdat haar zus alle aandacht krijgt, vanwege haar goede cijfers en zij weggedrukt wordt op de achtergrond.

Clann Coveness, Clowie’s oudere zus, is veel volwassener in tegenstelling tot Clowie. Ze zit in het zevende jaar van Zweinstein en is achttien jaar oud. Ze heeft lang roodbruin haar en heeft een smal gezicht. Ze heeft bruine ogen en is zeer intelligent voor haar leeftijd. Ze doet er alles voor om hoge cijfers te halen. Zo heeft ze geen tijd voor haar jongere zus, die ook graag eens aandacht nodig heeft.

Iris is de beste vriendin van Clowie. Ze heeft zwart haar en donkerbruine ogen. Ze is gemeen tegen eerstejaars en Griffoendors. Ze is daarom een ware Zwad, ze voelt zich thuis in professor Sneep’s afdeling. Ze komt op voor haar vriendin, die het zelf moeilijk heeft met zichzelf.

Esther is de vriendin van Clann. Ook zij is intelligent. Ze heeft golvend donkerbruin haar en zwarte ogen. Zij en Clann kunnen het prima met elkaar vinden, vandaar dat ze vrijwel nooit ruzie hebben. Daar zijn ze te slim voor.
Laatst gewijzigd door Lessie op 11 aug 2008 16:42, 6 keer totaal gewijzigd.
Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Gebruikersavatar
Lessie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 409
Lid geworden op: 18 mei 2008 21:10
Locatie: Zuid Holland
Contacteer:

Hoofdstuk 1

Afbeelding
Clowie zat op haar vaste fauteuil in de leerlingenkamer van Zwadderich, naast de open haard met een schrijftafel voor zich waaraan ze kon werken. Als iemand op haar plaats zat, schopte ze diegene meteen weg. Dit was haar fauteuil, daar mocht niemand anders in zitten.
“Hé, mag ik naast je komen zitten?”
Clowie keek op van haar huiswerk. Een lange jongen keek haar vragend aan.
Die heb ik nooit eerder gezien. Zit hij wel in Zwadderich? Ik zou eerder denken dat hij in Huffelpuf zat.
“Als je wilt, ga je gang," antwoordde ze langzaam. Bedachtzaam nam ze de jongen op. Hij had blond haar en zag er slungelig uit. “Maar waag het niet me te storen, ik heb genoeg te doen.” Ze keek hoe de jongen op de houten stoel naast haar ging zitten. Snel keek ze weer naar haar werk.
“Wat kom je eigenlijk doen?” vroeg ze, niet op antwoord wachtend. Ze pakte haar veer en doopte die in de zwarte inkt.
Ik krijg de kriebels van die blonde gast.
“Ik -ik wilde graag weten wat je aan het doen bent,” onderbrak de jongen haar gedachten. Clowie ergerde zich aan hem.
Wat bemoeit die gast zich met mijn zaken?
"Jij bent toch een Coveness?”
Clowie zag in haar ooghoeken dat de blonde jongen ging verzitten op zijn stoel.
Hoe komt het dat iedereen mijn achternaam weet?
Ze kreeg de rillingen. Stel dat iedereen alles van haar wist. Ze wilde daar niet aan denken.
Ben ik zo bekend hier, op Zweinstein?
Ze vroeg het hem, onder het schrijven van haar opstel voor Toverdranken door. Gespannen luisterde ze naar zijn trillende stem, hopend om meer informatie over haar familie. Ze vond het maar niks dat men over haar roddelde, laat staan over haar familie.
“Er -er gaan geruchten rond over jouw- familie,” bracht hij tenslotte uit. “Ze zijn zo zwart als maar zijn kan.”
Clowie ging met een schok rechtop zitten.
Wát? Wat bazelen ze over mijn familie? Waar slaat dit op! Ik zal die mensen krijgen, zo snel mogelijk nog!
“En het schijnt dat jij het gevaarlijkst bent van je familie. Jij wil alle Dreuzels uitschakelen en de macht voor jezelf alleen hebben op de wereld. Dat wordt er over jou en je familie gezegd.”
Geschokt liet Clowie haar veer op haar net geschreven opstel vallen, waardoor er inktspetters in het rond vlogen. Ze kon haar oren niet geloven. Droomde ze toevallig niet? Was het allemaal waar wat die jongen zei?
Waarom durven mensen dat over mij te zeggen? Wat heb ik misdaan?
“En wie zegt dat dat allemaal waar is?” hijgde ze gespannen. Ze merkte dat ze trilde van boosheid. “Geloof jij alles wat men zegt?” Ze balde haar hand tot een vuist en legde hem op haar opstel.
Hij zei niets meer.
Ze draaide zich naar hem om en zag tot haar verbijstering dat hij rood was geworden.
Schaamt hij zich zo erg, dat hij met mij praat? Ik zal de mensen hier op Zweinstein wat laten zien, als ze zo over mij denken!

Die middag bij Verweer tegen de Zwarte Kunsten nam ze maatregelen. Professor Omber liep zoals altijd weer met haar roze mantel richting het bord, terwijl ze ‘Goedemiddag, jongens en meisjes’ riep. Ze frummelde wat aan haar bruine krullen, die stijf om haar hoofd hingen.
De studenten stonden op en riepen verveeld: “Goedemiddag, professor Omber” terug, waarna ze weer plaats namen op hun stoel. Alleen Clowie was niet opgestaan. Ze vond het onzin dat professor Omber de leerlingen zo ouderwets behandelde.
Ze stak zwijgend haar hand op en wachtte totdat de lerares haar zag.
“Ja, juffrouw Coveness?” vroeg professor Omber, tussen de eikenhouten lessenaars lopend om naar Clowie toe te komen.
Ik snap niet dat ze gek wordt van zichzelf. Ik zou gillend een psychische inrichting zijn ingerend!
“Waarom behandelt u ons zoals leerkrachten de leerlingen in een paar eeuwen terug behandelden?” vroeg ze, lettend op professor Omber's reactie. Ze voelde dat er vanbinnen een stroom van woede tot leven kwam. Dat had ze niet vaak gevoeld.
“Dat slaat toch helemaal nergens op? Wij leven in de eenentwintigste eeuw, daar hoort geen lesprogramma bij die leerkrachten in de zestiende eeuw gebruikten!” Ze sloeg haar gebalde vuist op de lessenaar.
Hopelijk luistert ze naar me. Dat moet wel.
“Volg professor Sneep, zelfs hij behandelt zijn leerlingen beter dan zoals u het doet! U komt binnenlopen en ziet het liefst hoe wij op commando opstaan en u toezingen. Nou, ik doe daar niet meer aan mee!” Ze wilde opstaan, maar de glimlachende vrouw voor haar gebaarde dat niet te doen.
Professor Omber stond haar verhaal glimlachend aan te horen. Ze bleef hoe dan ook kalm, met zoveel kritiek die Clowie haar gaf.
Het kon haar niets meer schelen wat professor Omber met haar zou doen. Ze wilde gewoon normaal behandeld worden.
Ze merkte dat de leerlingen om haar heen hun adem inhielden. Het kon haar niets schelen wat ze van haar dachten. Als zij geen initiatief namen, nam zij die wel.
Misschien leren jullie daar nog eens van, luie kinderen! Leer voor je eigen mening uit te komen, inplaats van andermans mening te volgen. Stelletje schapen, dat zijn jullie.
Professor Omber nam de tijd om te antwoorden. Clowie irriteerde zich daaraan.
Ik heb niet eeuwig de tijd! Schiet op, anders ga ik naar Perkamentus om jouw ontslag te regelen.
Na lange tijd liep de lerares weer naar haar bureau en ging voor de klas staan. Ze hief haar handen op en gebaarde naar de klas.
“Ik begrijp dat jullie anders onderwezen willen worden,” begon ze glimlachend. Ze keek de leerlingen een voor een aan. Als laatste keek ze Clowie aan.
Die knarsetandde.
Kon dat mens niet gewoon meteen haar lessen veranderen, voordat ze hier op Zweinstein kwam?
Professor Omber vervolgde haar verhaal. De glimlach werd minder, maar verdween desondanks niet.
“Maar ik kan jullie spijtig meedelen dat dat niet zo snel zal lukken, lieve leerlingen.” Ze wees naar Clowie. “Ik begrijp dat je het er moeilijk mee hebt, juffrouw Coveness, maar ik kan er niets aan doen. Jullie zullen het bij deze lesmethode moeten houden.”

“Dat had ik wel verwacht, dat dat mens van een Omber dat zou zeggen!” riep Clowie direct nadat de bel was gegaan tegen het meisje dat naast haar had gezeten. Het was haar vriendin, Iris. Ze liepen snel het lege lokaal, op professor Omber na. Zoals gewoonlijk keek ze de leerlingen glimlachend na.
“Waar gaan we nu heen?” vroeg Iris, ze hees haar tas omhoog en haalde er haar agenda uit. Ze schudde haar zwarte haren uit haar gezicht. “We hebben nu een tussenuur. Daarna is het etenspauze. Zullen we maar naar buiten gaan?” Langzaam borg ze haar groen gekafte agenda weer in haar tas. Een paar leerlingen uit hun klas liepen om hen heen en wezen naar Clowie en begonnen te lachen.
Clowie dacht na. Ze had helemaal geen zin om naar buiten te gaan, waar waarschijnlijk de rest van Zwadderich ook heen ging en op haar wachtten om haar uit te lachen dat ze zo te keer was gegaan. Ze besefte dat ze een fout had gemaakt. Ze zal straf krijgen van Omber, die haar preek vast niet goed keurde.
Ik wil actie ondernemen. We moeten die Omber zien te veranderen.
“Laten we naar Perkamentus gaan. Ik wil dat Omber in gaat zien dat ze zo niet door kan gaan met haar lesstijl. Ik verveel me echt verschrikkelijk als ik dat saaie boek moet lezen.”
Hopelijk weet Perkamentus wel raad met ons probleem.
Iris zuchtte, terwijl ze tegen de met fakkel verlichte muur leunde.
“Kan dat niet wachten?” kreunde ze. “Ik wil lucht happen na dat saaie uur van daarnet.” Ze wees naar het einde van de gang.
Nee, dat kan niet, Iris, dacht Clowie gemeen.
Ik wil dat er snel iets gaat gebeuren met Omber. Als het zo door gaat, overleef ik het schooljaar niet.
“Nee, Iris. We moeten snel iets doen. Met dat lucht scheppen van jou, kan het al uit de hand lopen.”
Laatst gewijzigd door Lessie op 07 jun 2008 19:57, 2 keer totaal gewijzigd.
Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Mirry
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 591
Lid geworden op: 26 mar 2008 16:06

Staat dit ook op Dreuzels oid? Ik heb het volgens mij ergens gelezen :?
When the curtain falls, it will be not you name you are judged by but your actions and the ability to show compassion towards others.
Gebruikersavatar
Lessie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 409
Lid geworden op: 18 mei 2008 21:10
Locatie: Zuid Holland
Contacteer:

Ja, het staat op Dreuzels. Leuk dat je het hebt gelezen :)
Hoofdstuk 2
Afbeelding
Clowie wilde naar Perkamentus, het kon haar niets schelen wat Iris ervan dacht. Als ze iets graag wilde, dan gebeurde dat. Zo ook in dit geval.
Ze had van Ombers’ lessen de belangrijkste punten opgekrabbeld op een stukje perkament, waarvan ze dacht dat die verbeterd moesten worden. Ze liet het aan haar vriendin zien, net nadat ze klaar was met schrijven.
“Ja, en wat moet ik daarmee?” vroeg Iris verveeld. Ze had wallen onder haar ogen van moeheid. Clowie wilde het die dag nog uitzoeken. Nadat ze haar huiswerk had gemaakt, was ze aan de lijst begonnen. Ze wilde graag dat Iris bij haar bleef, zodat ze konden overleggen.
Wat een zeurkous is Iris, eigenlijk. Ik hoop dat ik wat aan haar heb, straks bij Perkamentus!
Clowie zuchtte vermoeid.
“Wat dacht je van – lezen?” Ze frommelde het velletje in Iris’ handen. “Als je het gelezen hebt, gaan we naar Perkamentus.”
Iris stond op uit haar stoel voor het haardvuur en strekte haar benen uit.
“Dat kan best allemaal wel tot morgen wachten, Clo! Kom, jij bent ook moe. We gaan naar bed.”
We gaan helemaal niet naar bed, slaapkop! Als jij wilt slapen, doe je dat, maar ík ga naar Perkamentus!
“Ga dan.” Clowie gebaarde naar de wenteltrap naar de meisjesslaapzalen. “Ik ga nu naar hem toe. Zonder jou, want jij bent te moe!” Ze grijnsde gemeen. Ze nam aanstalten om de Leerlingenkamer uit te gaan. Ze draaide zich om naar Iris en wachtte op haar reactie.
Nou, schiet eens op, slak. Ik wil met Perkamentus onderhandelen!
Iris leek te twijfelen. Ze keek naar de grond en hakte toch de knoop door.
“Het staat gek als jij daar alleen aan komt. Ik ga met je mee.”

Zweinstein bestond uit veel gangen, ontdekten de twee vriendinnen. Ze wisten niet precies waar de kamers van Perkamentus waren en zochten daarom verwoed door de gangen. Clowie bleef stokstijf staan toen ze een waterspuwer zag staan, waardoor Iris tegen haar opbotste.
“Daar is het! Ik weet zeker dat mijn vader zei dat achter een lelijke waterspuwer het kantoor van Perkamentus lag!” riep Clowie verrast, ze draaide zich om, greep de mouw van Iris en trok haar mee.
Ze mochten best een mooiere waterspuwer neerzetten. En dat voor zo’n wijze man. Hij heeft nooit smaak gehad.
Iris onderbrak haar gedachten, ze keek Clowie met opgetrokken wenkbrauwen aan.
“Waarom wil je persé naar… hem toegaan? Hij is niet bepaald, eh…” Ze gebaarde met haar handen om een geschikt woord te vinden. “Een goede leraar? Wij als Zwadderaars hebben het niet zo op die man.”
Dat weet ik, mijn beste Iris. Maar hij is per slot van rekening het schoolhoofd, nietwaar? Sneep is ons afdelingshoofd, hij kan Omber niet van school sturen.
“Ik vind het nodig. Kom, laten we gaan.” Clowie liep naar het beeld toe en bekeek het van alle kanten. “Alleen heb ik geen idee hoe we naar binnen gaan.”
Haar zwartharige vriendin duwde haar opzij en trok haar toverstok.
“Alohomora!”
De waterspuwer bleef op zijn plaats.
Ha, Iris. Jij dacht beter te weten? Perkamentus zou vast en zeker een spreuk hebben gebruikt op dat beeld, zodat die niet door een simpele spreuk zoals ‘Alohomora’ open zou gaan!
“Wat dàn?” Nu was het Clowie’s beurt om haar vriendin weg te duwen. “Misschien moeten we een wachtwoord zeggen, net als bij onze muur om naar de Leerlingenkamer te kunnen gaan.”
Wat zou Perkamentus als wachtwoord gebruiken?
“Bestaat er toevallig geen spreuk die ons door de muur laat gaan?” opperde ze en keek Iris aan, die een zwarte lok uit haar gezicht haalde, terwijl ze haar hoofd schudde.
“Niet dat ik weet. Laten we naar Sneep gaan, die weet wel een oplossing.”
Clowie schudde haar hoofd.
Ik blijf net zo lang totdat ik het juiste wachtwoord weet.
“Sesam, open u,” grapte Iris.
Clowie grijnsde gemeen.
“Hè, wat jammer nou toch! Nu is het mijn beurt. Varkensstaart!”
“Denk jij nou echt dat dát het wachtwoord is?” lachte Iris schamper. “Feestsnuisterijen.”
De waterspuwer sprong opzij, waarna de muur erachter in tweeën spleet. Achter de muur was er een wenteltrap, die langzaam omhoog bewoog.
De mond van Clowie hing open toen ze zag wat er gebeurde.
“Iris! Hoe wist je dat?”
Haar vriendin liep met een zelfvoldaan gezicht de wenteltrap op. Ze keek hoe Clowie langzaam in beweging kwam en haar voorbeeld volgde.
Hoe kon ze, die vervelende griet! Altijd durft ze beter te weten dan ik. Jij krijgt later wel met mij te maken, stomme snotaap. Maar ach. Je bent mijn vriendin, ik heb veel aan jouw hulp. Laat ik maar vriendelijk zijn.
De trap voerde hen naar boven, waarna ze op een overloop kwamen. Tegenover hen was een glanzende eikenhouten deur, met een koperen klopper, in de vorm van een griffioen.
Iris liep vastberaden op die deur af en klopte drie keer met de klopper. De deur zwaaide geluidloos open en ze zagen de kamer van Perkamentus, die mooi groot en rond was. Aan de muren hingen portretten van oude schoolhoofden.
Wat Clowie het meeste opviel, was een groot bureau met klauwpoten. Daaraan zat professor Perkamentus, die opgestaan was en de twee vriendinnen naar twee stoelen voor het bureau wees.
“Ga zitten, dames.”
“Ziet u, professor,” begon Clowie, nadat ze was gaan zitten. Ze overhandigde het schoolhoofd haar velletje perkament met de opgekrabbelde punten. “Dat zijn de dingen die ik – wij graag anders willen hebben. We ergeren ons aan Omber’s lesstijl.”
Ze zag hoe hij het doorlas en na het lezen keek hij op. Clowie merkte dat hij een afwezige indruk op haar maakte. Hij zat met zijn gedachten ver weg, zag ze.
Wat een sukkel. Hij luistert niet eens naar wat ik zeg! Hij is er met zijn gedachten niet bij, vast en zeker bij die Potter.
Ze gruwde van Harry Potter. Hij was het type tovenaar die Clowie niet kon uitstaan en hij was nog wel het lievelingetje van Perkamentus.
“Ik zal proberen daar iets aan te doen.”
Clowie keek verrast op. Ze schrok op van zijn plotselinge uitspraak.
Ik hoop het maar voor je, Perkamentus. Ik hoop dat je er wat aan gaat doen. Anders gaat het niet goed meer met Zweinstein.
Ze zag dat Iris opstond en richting de deur wilde lopen. Zelf stond ze langzamer op, ze nam de tijd om Perkamentus in de gaten te houden.
“Dan, eh, gaan wij maar is. Ik hoop zo snel mogelijk verandering te zien in de gang van zaken, professor,” zei ze tegen Pekamentus met opgetrokken wenkbrauwen aankijkend.
Hij knikte, op het moment dat ze vertrokken.
“Wacht alleen even!”
Clowie had net de deur achter zich dichtgetrokken en deed die verbaasd weer open.
“Wat is er professor?”
Wat nu weer? Ik krijg nu zeker een preek te horen!
Perkamentus was opgestaan vanachter zijn bureau en liep haar richting in.
“Jij bent hier niet de baas, Clowie. Dat weet je. Maar je gedraagt je nu alsof je iemand bent die de school in de gaten houdt. Ik wil dat je daarmee ophoudt, Clowie.” Zijn blauwe ogen keken haar doordringend aan, zodat ze geen woord wist uit te brengen. Ze knikte daarom en vluchtte het kantoor uit, naar Iris.

Wat denkt die vent wel helemaal niet?
Clowie was in de bibliotheek, om een plan te verzinnen. Ze merkte dat Perkamentus er niets aan zou gaan doen, met haar klachten. Ze besloot zelf actie te ondernemen en Zweinstein zelf aan te pakken.
Hij denkt echt alsof ik maar een klein schoolmeisje ben die zijn regels opvolgt. Nou, hij kan opgevreten worden door een kooi vol serpenten!
Iris was in de Leerlingenkamer huiswerk aan het maken, waar zij geen zin in had. Ze had wel wat beters te doen dat nutteloos huiswerk maken.
“Goed, Omber aanpakken,” verzuchtte ze, uit het beslagen raam kijkend.
Hoe ga ik dit doen?
Ze pakte een paar onbeschreven velletjes perkament en haar veer en inkt.
“Omber aanpakken,” mompelde ze, de woorden opschrijvend.
In Griffoendor zat een tweeling, twee Wemels, die nu een snoepwinkel zijn begonnen. Als ik daar nu heen ga en wat ga kopen bij hun om zo de les van Omber te verstoren?
Clowie dacht daarover na, maar schudde toen haar hoofd.
Ik moet wraak nemen, niet ongein maken.
“Wacht eens!” Clowie kreeg een helder beeld in haar gedachten en ze grijnsde gemeen.
Dat ga ik doen! Ik ga de leerlingen en de leraren de schrik van hun leven bezorgen!
Met die gedachten in haar hoofd liep ze weg uit de bibliotheek. Ze wilde haar plan tot in de puntjes voorbereiden.
Laatst gewijzigd door Lessie op 07 jun 2008 20:02, 1 keer totaal gewijzigd.
Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Gebruikersavatar
Lieke
Potlood
Potlood
Berichten: 44
Lid geworden op: 18 mei 2008 08:02
Locatie: Robert James Hoffman Manor <3

Lesje, meid, gefeliciteerd met je nieuwe verhaal!

Hoofdstuk 1
Ik vond de banner echt prachtig, mijn complimentjes hiervoor. Je schrijfsels lezen lekker gemakkelijk en ik heb ook geen spellingsfoutjes opgemerkt naar mijn mening. Verder ben ik het wel met Clowie eens. Die Omber spoort niet. Ik wil je veel inspiratie wensen bij het schrijven =).

Hoofdstuk 2
Ik vind dat dit hoofdstuk vlotter las dan hoofdstuk één. Momenteel ben ik er nog niet helemaal uit of ik Clowie wel mag. Aan de ene kant gedraagt ze zich vriendelijk, maar als je dan haar gedachten leest...
Ik ben benieuwd voor wat ze in petto heeft voor de leerlingen en leerkrachten. Ik heb ook geen schrijffouten gezien denk ik, weer een pluspuntje aan je verhaal. ;) Ooh, en ik vond het prentje bovenaan een heel klein beetje spooky. Maar spooky is kewl ^^.
Fall in love with your dreams.
Gebruikersavatar
Lessie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 409
Lid geworden op: 18 mei 2008 21:10
Locatie: Zuid Holland
Contacteer:

Bedankt Lieke! De banner is zelf gemaakt :P Hij is inderdaad mooi :D Verder in het verhaal zal je wel merken wie Clowie werkelijk is ^^
Hoofdstuk 3
Afbeelding
Clowie wilde over haar duistere plan niets aan Iris vertellen. Die zou er vast tegenin gaan en al haar werk gaan verpesten. Ze vermoedde dat die het er niet mee eens zal zijn.
Nee, nu ga ik lekker zonder jou te werk, Iris!
Ze zat in de leerlingenkamer voor de haard die de temperatuur behaaglijk maakte met een stuk papier en een veer voor zich. Ze probeerde een goed plan te bedenken.
Clowie grijnsde gemeen, maar al snel betrok haar gezicht, ze voelde zich een stuk minder zeker van haar plan. Het was een gemeen plan, zou het niet te ver gaan?
Misschien durf ik wel helemaal niet. Ik sta er wel alleen voor, Iris weet van niks, zodat ze me niet kan helpen.
Misschien was het beter om haar over haar plan in te lichten, dan kon er sowieso niets fout gaan. Clowie durfde dat eigenlijk niet. Ze wist diep in haar hart dat Iris tegen haar plan zou zijn en alles zou doen om die te voorkomen. Dan was haar plan voor niets geweest.
Clowie zag Iris door de ingang van de Leerlingenkamer komen, blijkbaar twijfelde ze of ze wel binnen zou komen. Ze keek om zich heen, zag Clowie en lachte. Daarna liep ze vastberaden op haar vriendin af en plofte naast haar neer. Haar gezicht zag rood, het leek alsof ze had gerend.
“Hoi, Iris,” zei Clowie tegen haar. Ze was van plan om toch niets tegen haar te zeggen, ze zag wel wat er gebeurde als ze eenmaal bezig was met haar plan. “Hoe gaat het?”
Iris haalde diep adem om wat rustiger te worden, voordat ze antwoordde: “Ja, gaat wel goed.” Ze glimlachte naar Clowie. “Maar wat doen we nu met Omber?”
Clowie’s gezicht betrok. Ze had wel verwacht dat haar vriendin zou vragen hoe het nu verder moest, maar ze had zich niet gerealiseerd dat het al zo snel was. Ze moest snel iets bedenken.
Ik kan niet zeggen dat ik zelf iets ga organiseren, dat zal ze niet leuk vinden.
“We zien wel,” begon ze twijfelend, haar woorden overwegend. “Omber moet mijn preek even vergeten voordat we tegen haar tekeer gaan. Nee, ik wacht nog met haar.” Ze stond op, besloot het zo maar te laten en liep weg. Ze had geen zin dat Iris haar ging uithoren over iets wat ze liever voor zichzelf hield. Ze bedacht om iets spectaculairs te doen voor heel Zweinstein, wat indruk op hen zou maken. Zo zou ze Omber ook gelijk een lesje leren, ze kende een zwak punt van haar, ze wist niet goed wat ze moest doen als er heisa of wanorde was. Daar wilde Clowie iets mee doen, ze wilde de school op stelten zetten.

Nadat de bel was gegaan om aan te geven dat het derde lesuur afgelopen was, glipte Clowie van Iris weg en zocht naar een rustig plekje. Ze kwam uit op het toilet van Jammerende Jenny en sloot zichzelf op in een wc-hokje dat lang geleden voor het laatst was schoongemaakt, leek het wel. Snel opende ze haar mond om niet te stikken in de stank die het toilet verspreidde.
Nu is het een goed moment om wraak te nemen.
Het was pauze en iedereen was nu onderweg naar de Grote Zaal om te eten of te praten. In het toilet hoorde Clowie zacht het gepraat en gelach van de leerlingen in de gangen. Na een paar minuten stierf dat geluid weg en was alleen nog het gesnik van Jammerende Jenny te horen, die ergens in een rioolpijp zat.
Als ik nu in de Hal, na deze pauze, op hen wacht en het Duistere Teken oproep?
Dat leek haar een geweldig idee. Iedereen zou haar zien, ervan schrikken en dan was er spanning en angst. Omber zou dan niet weten wat ze moest doen om de leerlingen rustig te krijgen. Maar dan had je nog de andere leraren, die de leerlingen waarschijnlijk wel stil kregen en Clowie eisten om ermee te stoppen. Dat hoopte ze niet, ze hoopte op het beste.
Dat ga ik doen. Dit wordt spannend!
Opgetogen wachtte ze de minuten af tot het einde van de pauze en sjokte langzaam naar de Hal. Ze bleef daar staan wachten en bereidde zich voor door haar toverstok tevoorschijn te pakken en een cirkel van blauwe vlammen om zich heen te maken. Nadat de bel ging, greep ze haar toverstok extra stevig beet. Ze voelde zich zenuwachtig worden.
Ik hoop dat het goed komt. Ik heb een vermoeden dat ik hierna iets vreselijks moet doormaken als straf.
Dat hoopte ze niet, maar de gedachte bleef in haar rondspoken. Clowie verwachtte wel dat niemand haar dit plan zou vergeven, waar ze wel bang van werd. Ze hoopte dat dit een oplossing zou zijn, niet het dieptepunt zou worden van haar leven.
De leerlingen stroomden de Hal in en de voorsten bleven staan toen ze Clowie in het midden van de blauwe cirkel zagen staan.
“Morsmordre,” mompelde Clowie zenuwachtig door de starende leerlingen en hoog boven hen begon het Duistere Teken zich af te tekenen in de lucht. Een reusachtige schedel met een slang door de mond, als een tong, hing boven de hoofden van de leerlingen en leraren van Zweinstein. De voorste studenten die uit de Grote Zaal kwamen, konden alles goed zien en hadden prima zicht op de situatie die zich afspeelde. Een paar van hen begonnen hard te gillen en wezen naar het Duistere Teken, waardoor er al snel door elkaar geschreeuwd werd. Een aantal leraren drongen zich door de paniekerige leerlingen heen en probeerden hen tot rust te manen.
Clowie keek toe hoe de studenten zich rond de cirkel verspreidden en afwachtend naar haar keken. Tussen de onbekende gezichten zag ze snel twee bekenden; Iris keek haar ontzet en met een glimp van bewondering aan, Clann had haar ogen bang op het Duistere Teken gericht, maar Clowie wist dat Clann hierna woedend zou zijn op haar.
Ik hoop dat het goed komt! Het is toch niet zo’n geweldig plan.
“Hallo allemaal!” riep Clowie tegen de afwachtende leerlingen en ze voelde haar hart bonzen in haar keel. “Ik weet dat er enkele geruchten gaan over mij en mijn familie,” vervolgde ze. Haar stem trilde van de gierende zenuwen die door haar lichaam raasden. “Die geruchten zijn niet allemaal positief, wat ik niet waardeer. Ik doe dit,” ze wees naar de blauwe cirkel en het Duistere Teken, “omdat ik duidelijk wil maken dat jullie niet met mijn familie moeten spotten. Ik hoop dat dit indruk op jullie geeft, zodat jullie wel twee keer na zullen denken eer je iets over mij en mijn familie zegt. Enkelen van jullie weten dat de familie Coveness zuiver bloed bezit en dat wij allemaal Zwadderaars zijn, op één uitzondering na.” Clowie keek naar Clann, haar zus die in Ravenklauw zat. Zij was de eerste persoon in de familie die in een andere afdeling terecht kwam. Clowie vond het niet erg, ze mag haar zus graag en zit er dan ook niet mee dat ze geen Zwadderaars bloed heeft.
Clann keek haar jongere zus kwaad aan, met een rode blos op haar wangen. Blijkbaar verwachtte ze dat Clowie iets gemeens zou zeggen over haar, maar dat was Clowie niet van plan. Ze wilde niets over haar zus vertellen, dat ging de rest niets aan.
“Dat maakt ook niets uit, ik heb er geen problemen mee,” eindigde ze dit onderwerp. “Wat ik nog wel kwijt wil, is dat ik van alle leraren verwacht dat ze hierna goed les gaan geven. Ik heb zo mijn twijfels over de lesstijl van sommigen, die zich vast aangesproken zullen voelen.” Hier doelde ze op Omber en Zwamdrift. “Mijn familieleden zijn allemaal Dooddoeners, ik zou dus oppassen als ik jullie was,” besloot ze haar preek. Ze wachtte op een stortvloed van scheldwoorden en leraren die haar onder handen namen, maar het was doodsstil. Ze schuifelde met haar voeten en staarde naar de vlammen.
Oh jee, dit is nog erger dan uitgescholden worden.
Ze kon wel door de grond zakken van schaamte, toen iedereen nog steeds haar aanstaarde.
Laatst gewijzigd door Lessie op 07 jun 2008 20:04, 1 keer totaal gewijzigd.
Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Gebruikersavatar
Lessie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 409
Lid geworden op: 18 mei 2008 21:10
Locatie: Zuid Holland
Contacteer:

Hoofdstuk 4
Afbeelding
Na een paar pijnlijke minuten te hebben doorstaan, bewoog er iemand. Omber kwam voor haar staan met een trillend hoofd en een boos glimlachje.
“Ik moet toegeven dat ik dit niet accepteer in deze school.” Met een vieze blik bekeek ze het Duistere Teken, voordat ze verder ging. “Ik eis dat je van school wordt gestuurd! Als dat niet gebeurd, doe ik dat persoonlijk,” lachte ze glimlachend en draaide zich statig om. Nog even draaide ze zich glimlachend om en zei: “Ik zie je zo snel mogelijk bij de Hoorzitting die ik persoonlijk zal regelen met de Minister van Toverkunst!”
Professor Anderling liep langs haar heen, met een opgetrokken neus.
“Ik vind dat dit niet mijn verantwoordelijkheid is, Coveness, maar persoonlijk kan ook ik dit niet goedkeuren. Ik denk dat het Professor Perkamentus’ beslissing is. Kom met me mee.” Gebiedend wenkte ze Clowie, die nog snel ‘Aguamenti’ mompelde en het vuur doofde. Met opgeheven hoofd liep ze het afdelingshoofd van Griffoendor achterna naar de kamers van Perkamentus. Nog even zag ze Clann boos naar haar kijken. Clowie hoopte dat haar zus het haar niet kwalijk nam.
Opnieuw klopte Clowie aan op de eikenhouten deur met de klopper. Anderling liet haar voor en liep achter haar het kantoor van Perkamentus binnen. Het was nog precies hetzelfde als de vorige keer. De meesten schoolhoofden aan de portretten sliepen of waren weg, naar een ander schilderij. Perkamentus zelf zat zoals gewoonlijk achter zijn bureau en keek vragend op toen hij hen binnen zag komen.
“Ik had jullie al verwacht. Gaat u zitten.” Hij gebaarde naar de stoelen tegenover hem. Anderling sloot de deur achter zich en liet hen alleen. Clowie ging met zwetende handen zitten en werd met de minuut zenuwachtiger. Ze had nu al spijt dat ze hier aan begonnen was.
Wat had het toch voor zin gehad?
Niets. Ze was alleen maar in de problemen gekomen en had er niets mee bereikt. Omber zou niet veranderen, die ging het vast en zeker nog ingewikkelder voor haar maken, omdat ze zo tekeer was gegaan. Waarom was ze ook op het idee gekomen om heel Zweinstein te veranderen?
“…daarom vroeg ik me af waarom je dat gedaan hebt,” onderbrak het schoolhoofd haar gedachten. Verward keek Clowie naar Perkamentus op en werd rood uit schaamte. Schaamte omdat ze zichzelf een teleurstelling vond, een mislukking. Ze hoopte het nog zo goed te doen voor Zwadderich, maar ze maakte alles erger. Ze wist niet wat ze moest zeggen. Moest ze vertellen dat ze zelf geen flauw idee had? Of moest ze achteloos haar schouders ophalen en doen alsof het haar niets deed? Ze besloot het eerste, dan kwam ze tenminste nog op een normale manier over.
“Ik weet het niet, meneer,” antwoordde ze met trillende stem. Ze wilde niet onzeker overkomen, maar ook niet meer zo brutaal zoals ze zich al te vaak heeft gedragen.
“Je weet het niet?” Perkamentus keek haar onderzoekend aan, maar Clowie schudde haar hoofd.
“Ik zal het nooit meer doen,” riep ze, in de hoop overtuigend te klinken. Het schoolhoofd keek wat bedenkelijk, maar knikte uiteindelijk. Hij zei dat ze wat voorzichtiger aan moest doen.
“Ook wil ik je verzoeken om nooit meer zoiets te doen. Beloof je het me?”
Clowie knikte en hoopte dat ze snel weer weg mocht. Dan bedacht ze dat ze het beter aan het schoolhoofd kon vertellen. Ze schraapte haar keel en aarzelde. Wat zou hij er van zeggen? Ze had het hem al verteld, maar hij had niet naar haar geluisterd. Misschien dat hij nu wel luisterde.
“Eh, professor? Ik weet eigenlijk wel waarom ik dit allemaal heb gedaan. Zoals ik u heb verteld, wil ik dat Omber aangepakt wordt.” Clowie haalde trillerig adem. Professor Perkamentus keek haar over het halfronde brilletje aan en knikte.
“Ik ben blij dat je me dit hebt opgebiecht. Ik wist al dat er meer achter schuilde. Maar zeg eens, wat wil je dat ik doe?” Clowie was verrast door die vraag. Kon hij echt zo ongelofelijk dom doen? Of wist hij het werkelijk niet? Het was vreemd dat een schoolhoofd aan haar moest vragen wat hij moest doen. Tenslotte was hij het schoolhoofd, niet zij. Clowie wilde alleen dat de school verbeterde, Perkamentus moest zelf uitzoeken hoe hij dat moest doen. Ze wilde wel meehelpen, maar had dan wel veel kans om van Zweinstein gestuurd te worden.
Waarom vraagt een schoolhoofd aan een leerling hoe hij dingen moet oplossen?
Clowie schraapte haar keel en bekeek zwijgend de portretten aan de muur. Ze wilde Perkamentus laten zien dat zij geen raad wist met zijn vraag. Ze hoopte dat hij het zou merken en zelf een oplossing ging zoeken. Uiteindelijk besloot ze maar iets te zeggen in plaats van stil te zwijgen.
“Nou,” begon ze aarzelend. Ze wilde iets zinnigs zeggen, maar geen enkele gedachte kwam in haar op. “U moet gewoon naar Omber gaan en zeggen tegen haar dat ze van u beter les moet gaan geven. En anders ontslaat u haar op staande voet en zoekt een andere docent voor Verweer Tegen de Zwarte Kunsten. Dat moet te doen zijn.”
Mijn ouders zouden trots op me zijn als ze wisten dat ik Perkamentus adviezen gaf!
Maar volgde Perkamentus wel daadwerkelijk haar adviezen op? Stel dat hij een ander plan bedacht en haar liet stikken? Of dat hij helemaal niets ondernam? Dat mocht niet gebeuren. Dan maar van school gestuurd worden en zelf Omber onder handen nemen.
Perkamentus bekeek een klein tijdje het gezicht van Clowie, die zoch daardoor ongemakkelijk begon te voelen. Er kwam een nieuwe gedachte bij haar op. Ze wilde niet alleen dat Omber ging veranderen, ook de lessen van andere leraren moesten veranderd worden. Ze vond dat ze een nieuwe lesmethode nodig hadden, die de leerlingen boeide en die het leren een stuk leuker maakte. Ze vertelde dit aan het oude schoolhoofd en wachtte met spanning af wat hij zou zeggen. Ze sloeg haar ogen neer en bestudeerde haar nagels. Die moesten nodig een schoonmaakbeurt hebben, zag ze. Al snel werd ze opgeschrikt door de oude man tegenover haar die zei dat hij ging kijken wat hij moest doen en dat hij de manier waarop de leraren les gaven zou bekijken. Clowie hoopte dat hij dit keer wel iets presteerde. Snel stond ze op en bedankte Perkamentus. Ze hoopte dat ze de komende tijd niet meer bij hem in zijn kantoortje hoefde te komen.
Nadat de deur achter haar dichtviel, slaakte ze een diepe zucht. Dit was de tweede keer dat ze officieel bij het schoolhoofd moest komen en dat ze behoorlijk brutaal overgekomen moest zijn. Langzaam zakte ze op de grond en leunde met haar hoofd tegen de eiken deur. Ze voelde zich moe, na al die inspanningen die ze had verricht. Ze verlangde naar een lekker warm bad en een warm bed waar ze zich lekker in kon rollen zonder in het middelpunt te staan van de school. Dat had ze al genoeg gedaan vandaag, door het Duistere Teken op te roepen en alle studenten aan te spreken. Zelfs nu nog verbaasde ze zich erover hoe ze zoveel lef en brutaliteit had kunnen hebben door dat allemaal te doen. Ze leek wel gek om dat alles uit te voeren.
Waarom ben ik ook zo’n ontzettend stompzinnige oen geweest?
Iedereen zou haar vanaf vandaag achtervolgen en bestoken met vragen over het voorval. Waarom had ze het gedaan? Waren haar hersens op vakantie gegaan? Nu ze zich er volledig van bewust was, voelde ze zich alleen en verlaten. Ze wist dat haar beste vriendin Iris haar nooit meer zou vertrouwen in hun plannen. Waarom had ze ook niet wat beter nagedacht en beter over de gevolgen gedacht? Dan was dit alles niet gebeurd, zou ze de komende uren, dagen, weken en maanden niet door de hele school voor schut gezet worden.
“Ik ben een mislukkeling,” mompelde ze verdrietig. Iedereen zou denken dat ze gek geworden was. Niemand wilde nog normaal met haar omgaan, zonder opmerkingen achterwege te laten.
Kon ik nu maar voor een lange tijd weg van deze plek gaan, weg van Zweinstein. Weg van deze wereld.
Clowie werd haast gek van haar eigen gedachten en stond resoluut op. Ze kon niet de hele dag en nacht voor Perkamentus’ deur zitten en wachten totdat iedereen haar weer zou vergeten. Niemand kon haar waarschijnlijk vergeten. Ze was te ver gegaan, dat wist ze. Ze kon niet meer ongemerkt haar gang gaan, iedereen zou haar volgen en vragen of ze nog meer in petto zou hebben.
Laatst gewijzigd door Lessie op 07 jun 2008 20:07, 2 keer totaal gewijzigd.
Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
x Sanne
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 1544
Lid geworden op: 26 apr 2007 17:40
Contacteer:

Ik heb je verhaal gelezen en ik moet zeggen dat ik het erg goed vind! :D
Ik wist wel dat er meer achter school
school = schuilde

Je zet de personages erg duidelijk neer en als lezer kun je meteen een beeld van ze vormen. Je hebt een boeiende schrijfstijl en je weet mijn aandacht goed vast te houden. Ook vind ik het leuk dat je de gedachten van Clowie erbij zet, dat maakt het verhaal namelijk veel breder!

Je banners zijn ook erg mooi! Ik ben benieuwd naar het vervolg :D
The quiet scares me cause it screams the truth
Gebruikersavatar
Lessie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 409
Lid geworden op: 18 mei 2008 21:10
Locatie: Zuid Holland
Contacteer:

Dank je :) Ik ben echt heel blij met je reactie!
Ik heb het verbeterd ^^

Dit hoofdstuk is nog niet gebèta-readt! Jolande en ik zijn er nog mee bezig...
Hoofdstuk 5
Afbeelding
De volgende dag merkte Clowie inderdaad dat iedereen in haar omgeving anders reageerden dan normaal. Ze werden stil als ze dichtbij hen kwam en keken haar nieuwsgierig aan. Clowie werd er nerveus van en wilde het liefst niet bij anderen in de buurt zijn. Iris nam het ook niet voor haar op. Ze was boos op haar om wat ze had gedaan. Ze kon het niet hebben dat Clowie niets tegen haar had gezegd en haar niet in vertrouwen had genomen. Ze zou het idee gelijk slecht hebben gevonden en snapte niet dat Clowie de moeite had genomen het er met haar over te hebben. Dat vond ze laf en daarom negeerde ze haar nu volkomen. Clowie was daardoor ook boos op haar en ging haar eigen gang. Ze sloot zichzelf vaak op in een lokaal en probeerde te vergeten wat ze had gedaan. Alleen het leek niet te helpen. Als ze uit het lokaal kwam zat ze weer in de ware wereld en daalde haar humeur snel. Ze moest dan weer denken aan haar toespraak in de Hal. Haar gedachten leken net een donkere onweerswolk die woest door de lucht zweefde. Haar gedachten waren ook zo woest, ze maakten haar ongelukkig. Ze schaamde zich nog steeds om het feit dat ze zichzelf voor schut heeft gezet. Somber werd ze van haar duistere gedachten en ze haatte zichzelf dat ze het zo heeft laten komen. Ze had beter moeten weten, vond ze.
Waarom heb ik dit allemaal laten gebeuren, dacht ze somber. Haar ogen stonden kwaad, haar lippen waren samengeknepen. Ze zag er kwaad uit, ze was ook kwaad; boos op zichzelf. Ze stond in een groot en donker lokaal bij een klein raam. Ze hield de vensterbank stevig vast en keek gefronst naar buiten. Het regende, zag ze. Grote druppels kletsten tegen het glas. Ze was kwaad op zichzelf en op iedereen die haar nu verachtten. Ze wilde dat ze niet meer bestond, dan had ze nergens meer last van en dan voelde ze zich vast prettiger dan dat ze nu was.
Ze zuchtte diep en liep weg van het raam. Ze moest iets doen; ze werd gek van zichzelf, alleen al als ze naar het slechte weer keek. Boos schopte ze tegen een stoel die tegen een lessenaar stond.
“Ik wilde dat alles normaal was!” riep ze kwaad, ze begon voor het zwarte schoolbord te ijsberen. Ze zag dat er een dikke laag stof op de randen van het bord lag, hierdoor leek het lokaal lang niet gebruikt te zijn.
Clowie gleed met haar vinger langs de rand, het stof schoot omhoog. Haar neus begon er van te kriebelen en al snel kwam de eerste nies, wat al snel overging in een niesbui.
Shit! Ik haat stof!
Ze begreep zichzelf niet meer. Vroeger had ze haast nooit problemen gehad door haar eigen zin door te drijven, maar nu wel. Ze dacht dat ze zichzelf in de hand had, dat ze alles onder controle had. Blijknaar was dat niet het geval.
Ze was driftiger geworden en wilde het meer naar haar zin hebben. Nu wist ze dat het niet altijd kon. Ze was immers bijna van school gestuurd, ze had een waarschuwing gekregen en moest oppassen. Ze moest proberen zich aan de regels te houden. Dat leek bijna ondraaglijk, zeker met de regels die nu golden. Ze mocht niets meer wat ze graag wilde doen. Ze hield er van als mensen haar gezag opvolgden. Thuis deden haar ouders alles wat zij wilde.
“Hé!”
Clowie draaide zich snel om en zag een lange slungelige jongen in de deuropening staan. Ze herkende hem, hij had een tijd geleden tegen haar verteld dat sommigen roddelden achter haar rug om. Dat zou wel erger geworden zijn na haar wraak, bedacht ze zich somber.
“Hoi,” begroette ze hem kortaf en ze draaide zich weer om naar het raam. Ze bekeek de mooie glas in lood ruiten terwijl ze de sloffende voetstappen van de jongen hoorde. In haar ooghoeken zag ze het blonde haar van hem naar de ruit naast haar buigen.
“Wat was je aan het doen?” De blonde jongen keek haar geïnteresseerd aan.
Het verbaasde Clowie dat hij in haar gezelschap wilde zijn. Iedereen had haar tot nu toe gemeden door wat ze had gedaan in de Hal. Ze begon de jongen te mogen, hij vond haar niet raar zoals de anderen haar vonden. Dat deed haar plezier en ze schonk hem een vriendelijke glimlach.
“Ik stond te denken,” antwoordde ze waarop ze volgde: “hoe heet je eigenlijk?”
De lach van de jongen schalde door het stoffige lokaal. Clowie keek hem verbaasd aan. Ze had niets grappigs gezegd, meende ze. Ze wist even niet wat ze van hem moest denken en keerde hem de rug toe.
“Wat weet jij allemaal over mij en mijn familie?” Een vreemd gevoel bekroop haar. Ze had er niet bij stil gestaan dat hij naar haar toe was gekomen en al die informatie die ze eerst niet had geweten, had verteld. Hij moest meer weten, anders was hij niet naar haar toe gekomen om het nieuws over haar en haar familie te vertellen. Als hij inderdaad meer wist wat niet waar was, moest ze iets doen om daar verandering in te brengen. Ze vond het niet kunnen dat anderen over haar roddelden om zaken die niet waar waren. Haar ouders waren Dooddoeners, dat was waar, maar zo zwart waren ze niet. Zij kon er ook niets aan doen dat ze in een Dooddoeners familie was opgegroeid. Er waren vast wel meer leerlingen die Dooddoenersbloed hadden. Wat was er dan erg aan haar en haar familie? Ze wist het niet. Ze bekeek de jongen nieuwsgierig. Ze wilde zijn antwoord horen, weten wat hij allemaal wist. “Ik bedoel, waarom heb je al die onzin dan doorverteld?” Haar stem trilde, ze voelde dat haar hartslag tekeer ging in haar lichaam, haar hart had het zwaar. Het viel haar nog mee dat het niet was geëxplodeerd.
“Ik weet alleen dat jij uit een zuiver Dooddoeners gezin komt.”
Het antwoord verbaasde Clowie. Hij liet niet blijken dat hij meer wist, maar dat kon altijd anders zijn. Ze keek opgelucht, maar al snel betrok haar gezicht.
Misschien weet hij wel meer, maar durft het niet te vertellen?
“Als jij niet wil toegeven dat jij meer weet, zal ik je vervloeken met de Cruciatuslvloek!” dreigde Clowie en ze draaide zich weer naar hem toe. “Ik wed dat jij iedereen hebt bestookt met leugens over mij waar zij over kunnen roddelen,” sneerde ze. Ze begon zich minder onzeker te voelen en voelde de macht die ze bezat door haar lichaam stromen. Ze hield er van om mensen in haar macht te hebben. Dat gaf haar een kick, wat haar humeur verbeterde. Ze wist niet waarom ze zo in elkaar zat, ze was altijd al zo geweest. Misschien kwam dat door haar afkomst. Haar ouders verwachtten dat zij later een goede Dooddoener zou worden. Clowie vond dat schitterend om te horen, ze wilde later de machtigste Dooddoener worden. Maar of dat uit zou komen, zou van haar toekomst afhangen.
De jongen lachte niet meer. Hij zag er bang uit; een paar rimpels doorgroefden zijn voorhoofd.
Clowie zag hoe hij tegen haar opkeek en grijnsde tevreden.
“Goed zo. Als ik merk dat jij nog meer tegen anderen doorbrieft, zal ik je inderdaad vervloeken!” haar toverstok richtte ze op zijn borst, die snel op en neer ging. Zijn ademhaling versnelde en hij schudde angstig zijn hoofd.
“Niet doen! Als je dat doet, krijg je nog meer problemen!”
“Nog meer problemen?” herhaalde Clowie bedachtzaam. Ze bekeek de angstige jongen tegenover zich en moest lachen. “Ben jij nou een Zwadderaar of niet?” Het was eruit voor ze het wist, maar dat deerde haar niet. De jongen zou niets durven tegen haar, dat zag ze.
Nog lachend verliet ze het lokaal, maar in de gang betrok haar vrolijke gezicht. Ze werd ongerust. Hij wist wat haar bezig hield, dus moest hij haar in de gaten hebben gehouden. Hoelang begluurde hij haar al? Ze besloot hem in de gaten te houden en hem vervloeken als dat nodig moest zijn.

Het was avond, Clowie zat aan de tafel van Zwadderich. Iris zat zwijgend naast haar. Ze was boos, omdat Clowie haar plannen niet met haar deelde. Daar werd Clowie ook boos over, ze wist van te voren dat Iris het plan af zou keuren. Ze kon het niet hebben dat Iris haar niet begreep. Ze wilde graag dat iedereen haar snapte.
Clowie keek op toen Iris opstond van de tafel en de Grote Zaal uit liep. Snel sprong ook zij op en volgde haar vriendin. In haar ooghoeken zag ze haar zus Clann op zich afkomen en zuchtte.
Ook dat nog. Krijg ik straks weer de wind van voren.
Ze liep door de grote deuren van de Grote Zaal en draaide zich om, waardoor Clann bijna tegen haar opbotste. Die keek haar boos en een tikkeltje geïrriteerd aan.
“Waarom doe je zo stom?”
Clann’s vraag overviel Clowie. Ze deinsde achteruit. Ze had wel verwacht dat haar zus nog steeds boos was. Het was terecht, dat wist ze, maar ze vond het vervelend en dat irriteerde haar. Zelf zou ze iemand om zoiets wel vergeven, maar Clann niet.
“Ik heb hier geen behoefte aan!” siste ze boos terug, ze liep verder. Ze draaide zich na een paar meter weer om, ze keek Clann aan. “Ik wil het best goed maken,” begon ze zuchtend. Clann zou niet opgeven, dat merkte ze. Ze moest wat zeggen tegen haar woedende zus, zodat het misschien nog goed kwam tussen hen. “Geef me dan ook de kans,” vervolgde ze. “Ik weet dat ik fout ben geweest, ja, dat weet ik.” De wenkbrauwen van Clann vlogen verbaasd omhoog, waardoor Clowie moest glimlachen. “Het spijt me, maar ik wilde jou geen pijn doen. Jij bent mijn zus en ik wil niet dat er iets tussen ons gebeurd.” Clowie wist niet waar de woorden vandaan kwamen, maar ze stroomden uit haar mond. Clann keek nog steeds boos, merkte Clowie boos op.
Ik heb toch mijn excuses aangeboden? Waarom is ze dan nog steeds boos?
Clann schudde verward haar hoofd, wat Clowie frustreerde. Haar zus moest gewoon begrijpen dat het haar speet, maar als ze dat niet deed, hielp niets om de ruzie tegen te houden.
“En als jij niet wil begrijpen dat het me spijt, dan mag je van mij ophoepelen!” riep Clowie, nu ook boos. Clann begreep het niet, dat maakte Clowie boos. Ze heeft haar excuses aangeboden, dat was meer dan ze wilde doen. Daar mocht Clann ook blij mee zijn.
“Ik snap dat het je spijt, Clowie!” riep Clann verhit. “Maar ik kan het niet uitstaan dat iedereen jou op een aparte manier moet behandelen, alleen maar omdat jij zo nodig je zin wil hebben!” Ze stampte kwaad met haar zwarte laarzen op de stenen. “Daar wordt ík boos om! Het kan me niet schelen wat jou op dit moment dwars zit, maar ik wil gewoon dat jij eens rekening moet hebben met de rest! Je denkt alleen maar aan jezelf,” de laatste woorden spoog Clann eruit en ze draaide zich kwaad om.
“Ik denk niet alleen maar aan mezelf, Clann!” Clowie riep haar zus achterna, die de Grote Zaal in liep. “Jij denkt zelf alleen maar aan jezelf! Densaugeo!” Uit boosheid had Clowie onbewust haar toverstok getrokken en de spreuk op Clann gericht. Geschrokken keek ze haar aan en probeerde snel een tegen bezwering te verzinnen. Clann bleef staan en boog zich voorover. Clowie rende naar haar toe en bekeek bezorgd haar gezicht. “Gaat het? Het was niet mijn bedoeling!” Clann duwde haar weg en rende de Grote Zaal uit. Clowie haalde haar snel in en zag dat de tanden van Clann snel groeiden over haar betraande gezicht. “Sorry, Clann! Het ging per ongeluk!” Ze probeerde Clann te troosten, maar die stormde weg in de richting van de ziekenzaal. Langzaam sjokte Clowie terug naar de kerkers.

Het was vroeg in de ochtend toen Clowie opstond en naar de ziekenzaal liep. Ze wilde weten hoe het met Clann was. Het was niet haar bedoeling geweest om de tanden van Clann te laten groeien.
Waar heb ik die spreuk geleerd?
Ze kon het zich niet meer herinneren, ze wilde er verder niet over nadenken. Ze liep zonder ergens aan te denken naar de ziekenzaal, die behoorlijk leeg was. Ze keek de zaal een paar keer door om te zien of ze Clann ergens zag, maar die was er niet. Madame Plijster kwam naar haar toe gesneld.
“Wat kan ik voor je doen?”
Clowie bekeek nog eens de zaal voordat ze antwoord gaf.
“Gisteren is Clann Coveness naar de ziekenzaal gegaan, omdat haar tanden aan het groeien waren. Weet u waar ze is?” Ze gokte dat Clann van de ziekenzaal mocht en naar haar Leerlingenkamer was gegaan. Ze hoopte het niet, ze wilde iets goeds doen door nog een keer haar excuses aan te bieden, wat niet nodig zou zijn. Hoe Clann gister was, zou ze vandaag ook zijn, dacht Clowie verdrietig.
“Helaas kom je te laat, juffrouw…”
“Ik ben haar zus, Clowie Coveness. Weet u waar ze nu is?” De irritatie kon ze niet uit haar stem halen, van zulke momenten werd ze gewoon ongeduldig.
“Ik heb haar gezegd dat ze naar haar Leerlingenkamer moest gaan, dus zal ze op dit vroege uur daar nog wel zijn. Het spijt me, juffrouw Coveness.” Madame Plijster knikte naar haar. “Ik zou, als ik jou was, haar daar zoeken. Ik kan je niet verder helpen.”
Clowie glimlachte beleefd naar Madam Plijster.
“Dan ga ik maar. Dag!” riep ze en ze liep weg van de ziekenzaal.
Hopelijk is Clann niet boos.
Ze rende door de gangen om naar de Grote Zaal te gaan. Misschien dat ze daar was om te ontbijten en te roddelen over wat zij, Clowie, haar heeft aangedaan.
“Hé, Clowie!”
Boos stopte ze abrupt toen ze haar naam hoorde. Ze keek in de richting waar het geluid vandaan kwam en zag een lang meisje naar haar toe komen. Ze had lang donkerbruin haar dat golvend om haar hoofd hing. Haar donkere ogen namen Clowie nieuwsgierig op.
“Ik ben Esther. Je hebt vast wel wat over mij gehoord via Clann.” Esther glimlachte naar haar. Clowie knikte kort en glimlachte vlug.
“Nou, ik ben Clowie. Jij bent Clann’s vriendin, toch?” Clowie keek Esther aan. Ze verwachtte dat de vriendin van Clann haar uit zou horen over de vorige dag en ze wachtte daarom gespannen af.
“Dat klopt,” bevestigde Esther knikkend. “Ik zag je naar de Grote Zaal lopen en wilde je ontmoeten. Maar zoals je misschoen al raadt, wilde ik je daar niet voor spreken.”
Clowie knikte grimmig, ze leunde tegen de muur naast de deur naar de Grote Zaal. Ze werd boos bij de gedachte dat Clann zelf niet naar haar toe was gekomen.
“Je heb Clann pijn gedaan, zoals je wel meer mensen pijn hebt gedaan,” begon Esther haar preek aan Clowie. “Ik snap niet dat Perkamentus je na die keer met dat Duistere Teken niet heeft verwijdert van Zweinstein. Je bent te ver gegaan, weet je.”
Natuurlijk weet ik dat. Dat hoeft niemand me meer te vertellen.
Een groepje eerstejaars keken hen angstig aan en glipten snel de Grote Zaal in. Clowie keek het groepje boos na en staarde toen naar de stenen op de grond. Ze waren niet allemaal even groot, ze hadden verschillende vormen, alsof ze zo uit een stuk steen waren gehakt en op de grond hebben neergelegd. Het zag er speels uit, wat je een vrolijk gevoel gaf. Dat gaf het Clowie ook, ondanks dat ze nog steeds boos was op Clann.
“Laat Clann met rust, Clowie.” De stem van Esther was gebiedend. “Als je zo door gaat met ruzie zaaien, wordt je zonder moeite van school getrapt.”
Clowie knikte somber. Ze wist dat ze op moest passen, maar ze moest gewoon de ruzie met haar en Clann goedmaken. Ze wilde dat alles weer zoals vroeger was, voordat ze zichzelf zo onpopulair heeft gemaakt door het Duistere Teken op te roepen en in het middelpunt van de gesprekken belandde. Toen dacht iedereen nog redelijk positief over haar. Dat alles was nu weg, ze mocht niets meer.

@ hieronder: Let wel dat de eerste kwart is geread, hè ;) De rest moet nog :) Maar ik zal de foutjes verbeteren! ^^
Laatst gewijzigd door Lessie op 11 jun 2008 19:23, 2 keer totaal gewijzigd.
Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
x Sanne
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 1544
Lid geworden op: 26 apr 2007 17:40
Contacteer:

De volgende dag merkte Clowie inderdaad dat iedereen in haar omgeving anders reageerden dan normaal.
reageerden = reageerde
Ze zou het idee gelijk slecht hebben gevonden en snapte niet dat Clowie de moeite had genomen het er met haar over te hebben.
Clowie heeft het er niet met Iris over gehad, maar hier schrijf je dat ze dat wel heeft gedaan.
Ze was kwaad op zichzelf en op iedereen die haar nu verachtten.
verachtten = verachtte (iedereen is elkwelvoud)
Ze wilde dat ze niet meer bestond, dan had ze nergens meer last van en dan voelde ze zich vast prettiger dan dat ze nu was
dan ze nu was = dan ze zich nu voelde
Blijknaar was dat niet het geval.
blijknaar = blijkbaar
Hij most meer weten, anders was hij niet naar haar toe gekomen om het nieuws over haar en haar familie te vertellen.
most = moest
Ze wedr ongerust.
wedr = werd

Paar foutjes die ik tegenkwam :)
Leuk stukje, je kunt goed met Clowie meeleven en wilt graag weten hoe het verder gaat. Waar je misschein nog op kunt letten is om niet steeds ze (= ze deed dit, ze zou denken, ze kocht etc.) te schrijven en af en toe iets meer omschrijvingen te geven.

Ik ben benieuwd hoe het verder gaat 8)
The quiet scares me cause it screams the truth
Gebruikersavatar
Lessie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 409
Lid geworden op: 18 mei 2008 21:10
Locatie: Zuid Holland
Contacteer:

Ik ga met dit verhaal niet verder, helaas. Ik ga hem wel helemaal herschrijven en eens proberen een goed verhaal neer te zetten. Met meer omgeving, gevoelens etc. Ook ga ik de feiten uit Harry Potter en de Orde van de Feniks erin verwerken, zodat het meer realistischer wordt qua fanfiction van Harry Potter. Ik vond Wraak ongeloofwaardig worden en niet goed geschreven. Dat ga ik verbeteren.
Binnenkort zal ik een nieuw topic openen met het herschreven verhaal. Die krijgt dan meteen een nieuwe titel.
Ik hoop dat jullie dit niet erg vinden!
Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Gesloten

Terug naar “Onafgemaakte Fanfictie”