Rickilee

Hier kun je verhalen vinden waar langer dan een half jaar niet aan geschreven is of op gereageerd. De verwachting is dat deze verhalen niet meer afgemaakt worden. Staat jouw verhaal hier en wil je verder schrijven? Neem dan even contact op met één van de moderators, dan wordt je verhaal teruggezet.
Maartje
Vulpen
Vulpen
Berichten: 424
Lid geworden op: 23 aug 2008 18:40
Locatie: Tussen de Friese weilanden.

Een beetje merkwaardig, als je wegloopt neem je toch wel een horloge mee? :P
HieBeJieBie schreef:Even durfde ik niet te geloven dat het waar was, maar toen ik de twee stoelen aan de andere kant van de ruimte zag, realiseerde ik me dat het geen bedrog was: Blake was er niet.
Dit is een beetje wazig opgeschreven. Eerst die droom, waar iedereen aan denkt als die dit leest en dan staat er: ik realiseerde me dat het geen bedrog was.
De droom was geen bedrog? Oftewel, Blake is daar?
Nouja, dat staat een beetje gek en toen ík het las dacht ik dat Blake haar gevonden had, dus :P
Voor de rest goed geschreven met mooie verwoordingen!
:D
Destiny is build a bridge, to the one you love.
x Sanne
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 1544
Lid geworden op: 26 apr 2007 17:40
Contacteer:

Ik vind het nog steeds heel goed geschreven :super Je omschrijft alles heel levendig en ik kan het allemaal zo voor me zien. De gevoelens omschrijf je ook steeds beter. De gedachtes van Ricki zijn goed te volgen, knap gedaan! Ga zo door :)
The quiet scares me cause it screams the truth
HieBeJieBie
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 29
Lid geworden op: 22 nov 2008 20:28

Leuk, weer twee reacties!! en met dat horloge was je me net voor :P heb weer een klein stukje, hopelijk vlug meer..

Ik schoof een stuk opzij en duwde een gordijntje opzij. Ochtend al, waarschijnlijk, want het leek nu minder donker dan toen ik op bed was gaan liggen voor ik in slaap viel. Ik moest echt wat gaan eten: vroeger thuis, als mam en Ted ‘s avonds niet thuis waren en ik alleen met Blake was, at ik ook wel eens niet omdat ik wist dat Blake beneden was en ik hem niet op ideeën wilde brengen. Dat waren avonden, die hield ik nog vol, maar ik leefde nu al bijna twee dagen op een dieet van tweehonderd calorieën. Nu ik een slaapplek had gevonden, hoefde ik me daar in ieder geval geen zorgen meer over te maken. Voorlopig had ik alle tijd om me druk te maken over eten vinden. En ook over mijn geld, wat uitgegeven werd maar niet aangevuld.
Ik besloot iets van winkels of een supermarkt te gaan zoeken, maar ik ging de andere kant op dan waar ik vandaan was gekomen. Ik wist dat het een heel stuk terug was voordat ik winkels zou vinden als ik rechts ging, dus kroop ik onder het hek door de autosloperij uit en sloeg linksaf. Het was al redelijk licht, de straatlantaarns waren uit en ik hoopte dat er al winkels open zouden zijn. Het stomste wat ik gedaan had was niet voor een horloge zorgen toen ik weg ging, maar ik had er maar één en die was van Blake geweest. Als er iets was waar ik geen zin in had was iedere keer aan hem herinnerd te worden als ik wilde kijken hoe laat het is.
Ik hing mijn tas goed om mijn schouder en zette de pas erin. Even aarzelde ik bijna, toen ik wegliep van de autosloperij; wat als iemand in de camper zou klimmen en mijn spullen mee zou nemen? Ik had alleen mijn tas met mijn portemonnee en mijn gitaar bij me. Zou ik teruggaan om papa’s giraffe op te halen?
Geërgerd schudde ik mijn hoofd. Wat stelde ik me aan, die stomme giraffe. Alsof iemand die zou stelen en al zouden ze dat wel doen, wat maakte mij dat uit? Ik had pap tot al jaren niet gezien, waarschijnlijk wist hij niet eens meer hoe ik eruit zag. Misschien kon ik die giraffe beter weg doen, waarschijnlijk zag ik papa toch nooit meer. En mam, zou ik die nog zien? Ik slikte. Ik wist niet of ik dat wel wilde. Het leek me heerlijk met haar samen te zijn, met haar te praten, zonder Ted of andere mensen in de buurt. En dan niet voor een keer, maar gewoon voor altijd. Weten dat er iemand is bij wie je altijd terecht kunt. Dat miste ik nu, en eigenlijk miste ik het al jaren. Alleen met Darren had ik wel alles kunnen delen, maar meestal deed ik het niet omdat ik wist dat hij het toch niet begreep. Niet dat hij dom is, maar ik had nooit het idee dat hij iets van vrouwen snapte, hoe hij ook zijn best deed. Vroeger was ik als de dood geweest voor dat gevoel, dat gevoel dat je nergens heen kunt. Nu niet meer. Of in ieder geval, dat hield ik mezelf voor.
Ik werd uit mijn gedachten opgeschrikt toen ik een rilling over mijn ruggengraat voelde lopen. Het kostte me moeite al mijn warrige gedachten abrupt af te kappen. Ik knipperde met mijn ogen, had het gevoel dat iemand een koud goedje in mijn nek had gegooid. Toen ik om me heen keek zag ik dat het kwam door een groepje jongens aan de andere kant van de straat. Het waren er drie, er zaten er twee op een bankje en eentje stond ernaast. Ze zagen er slecht uit, met grote ogen die diep in hun kassen lagen en grauwe, magere gezichten. Hun kleding zag eruit of ze al jaren niets anders aangehad hadden en ze keken me allemaal aan zonder te knipperen. Junks, dacht ik gelijk. Ik dacht het niet alleen, ik wist het. Vlug wendde ik mijn blik af en liep verder. Ik wist niet waarom ik bang voor ze was, maar toen ik meters verder nog steeds drie blikken in mijn rug voelde prikken, stonden de haartjes op mijn onderarmen recht overeind tegen mijn mouwen gedrukt.
HieBeJieBie
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 29
Lid geworden op: 22 nov 2008 20:28

Nog een stukje erbij maar!!


Het duurde niet lang voor ik winkels gevonden had. Na een minuut of tien lopen kwam ik uit op een pleintje. Links ervan lag een passage, met een supermarkt, slager, groenteboer en postkantoor erin. Midden tussen de winkels stond een grote, ronde plantenbak, met bankjes eromheen. De winkeliers waren allemaal nog bezig hun winkels klaar te maken voor de dag, maar nu zaten er al zwervers en groepjes hangjongeren op de banken. Op de een of andere manier gaf niemand van de mensen daar, niet de zwerver met een vieze gele baard en niet het groepje jongens in hiphopkleren, me het benauwde gevoel als de drie die ik een paar minuten eerder gepasseerd was.
Aan de andere kant van het plein waren nog een paar winkels op een rijtje. Ik zag wat kledingwinkels, speelgoedwinkels en winkels voor huishoudelijke middelen. Ook hier was personeel bezig lichten aan te doen en deuren van het slot te halen. Dan moest het een uur of half negen zijn, of ergens daar in de buurt.
Toen de supermarkt goed en wel geopend was, kocht ik er een zak brood. Ik kon eigenlijk geen beleg betalen, maar omdat ik brood niet droog weg kreeg en geen ijskast had om vleeswaren in te betalen, nam ik er een kleine pot chocoladepasta bij. Ik zocht het goedkoopste drinken wat er was en wat niet in de ijskast hoefde, en kwam uit bij wat sixpacks met vruchtendrankjes. Verder kocht ik wat pleisters en andere kleine prullen die van pas zouden kunnen komen en ik schrok me rot toen de vrouw bij de kassa zei dat alles bij elkaar zeventien euro kostte. Ik durfde niet te zeggen dat ik iets terug wilde leggen, al had ik überhaupt niet eens geweten wat dat had moeten zijn, en gaf haar het geld met een gevoel of de muntstukken als lood waren. Ze keek me een beetje vreemd aan, alsof ze zag hoeveel moeite het me kostte haar die paar euro te geven. Toen ik weer buiten kwam, me nog slapper voelend als daarvoor, en mijn geld telde, zag ik dat ik het juist gedacht had: ik was al een paar dagen onderweg en had nog geen honderdtwintig euro meer over. Ik stopte mijn geld weer in mijn portenmonnee en liet me moedeloos op een bankje zakken. De pot chocopasta tikte tegen de ijzeren leuning en ik had het gevoel dat ik zou kunnen huilen. Dertig euro, ik had al meer dan dertig euro uitgegeven. Als ik in dit tempo door ging, was mijn geld binnen een week op.
Ik klemde mijn kiezen op elkaar en stopte mijn portemonnee zonder er nog naar te kijken in mijn tas. Wat moest ik doen? Ik kon mijn gitaar ophalen en proberen wat geld te verdienen door wat op straat te spelen. Maar dan moest ik weer langs die jongens en er was hier bovendien nog bijna niemand. Anders bij wat winkels vragen of ik er kon werken? Ik moest toch iets, ik had eten nodig.
Ik kreeg dat gevoel weer terug, dat gevoel dat je vastzit en weet dat je nergens heen kunt, dat er geen uitweg is. Ik wreef met een hand over mijn gezicht en deed mijn ogen even dicht. Wat had ik gedaan? Wat deed ik hier? Ik was zeventien, ik hoorde ergens met een vader en een moeder in een rijtjeshuis te wonen, met een leuke broer en vriendinnen op een middelbare school. Ik hoorde nu op school te zitten of met mijn vriendje in bed films te kijken, en niet hier op een bankje met maar hondertwintig euro om van te leven. Waarom had Ted Blake als zoon? Waarom had mama Ted ontmoet en niet iemand zonder kinderen, of in ieder geval met normale kinderen? Ik schrok van mezelf toen ik me realiseerde wat ik dacht: was Blake er maar niet geweest. Was hij maar dood, of nooit geboren. Zulke gedachten had ik nog nooit gehad en ik werd misselijk van mezelf. Wat was ik voor raar persoon? Ik was geen haar beter dan Blake. Ik had het recht niet zo te denken, Blake kon er ook niets aan doen dat hij zo was. Toch?
Maartje
Vulpen
Vulpen
Berichten: 424
Lid geworden op: 23 aug 2008 18:40
Locatie: Tussen de Friese weilanden.

Ik heb het gevoel (ik weet niet of andere mensen dit gevoel met mij delen) dat er tussen je eerste en deze laatste twee posten echt een vooruitgang zit! Het is goed te volgen, met de gedachtengang goed beschreven.
Heel mooi!
Destiny is build a bridge, to the one you love.
HieBeJieBie
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 29
Lid geworden op: 22 nov 2008 20:28

Yess bedankt! Super!! Ben erg blij dat te horen :D
HieBeJieBie
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 29
Lid geworden op: 22 nov 2008 20:28

Uiteindelijk besloot ik toch te proberen een baantje te vinden bij een winkel. Ik at vlug eerst een droge boterham en dronk wat, zodat ik me niet meer zo slap en wiebelig zou voelen. Mijn boodschappen verstopte ik ergens achter een container. Het zou er een beetje stom uitzien als ik met etenswaren en al bij kledingwinkels ging solliciteren.
Als eerste besloot ik terug te gaan naar de supermarkt. Ik liep terug naar de kassa van de vrouw bij wie ik net afgerekend had. Hoe raar ze me ook net ook aangekeken had, ik had in ieder geval al contact met haar gelegd. Het was nog rustig in de supermarkt, er stond niemand aan haar kassa. Ze had een tijdschrift voor zich liggen en las erin. Ze moest een jaar of veertig zijn, ze was aan de stevige kant en had dik, rood haar in een knot opgestoken. Nu ze aan het lezen was had ze een bril op, die ik net niet gezien had.
De vrouw keek op toen ik voor haar kassa kwam staan. In haar ogen zag ik gelijk dat ze me herkende, maar ze glimlachte niet. Haar mondhoeken bleven omlaag en trokken lijnen in haar dikke wangen, waardoor ze op een grote vis leek.
‘Hallo,’ zei ik zo beleefd mogelijk. ‘Nemen jullie misschien nog mensen aan?’ Ik wachtte. Eerst deed ze helemaal niets. Ze zei niets en bewoog geen spier. Net toen ik me ongemakkelijk begon te voelen, liet ze haar ogen nadrukkelijk over mijn hele gezicht en de het deel van mijn lichaam dat boven de kassa uitstak gaan. Haar blik ontmoette de mijne weer. Ik werd zenuwachtig van haar, van haar manier van doen, en wenste onmiddellijk dat ik nooit naar binnen was gegaan. Verloren zaak, ik had het kunnen weten.
De caissière maakte een geluid, slaakte een soort zucht. Ze kwam in beweging. Tergend langzaam pakte ze haar bril beet. Ze haalde hem van haar neus en hing hem zorgvuldig traag voor haar borst, aan het kettinkje om haar nek. Ze veegde even over haar wenkbrauw om hem in model te krijgen en zette toen haar ellebogen op het blad voor haar. Toen keek ze me weer aan.
‘Meisje,’ zei ze op een manier of ik deed of ik dom was. ‘-misschien is het handig als je volgende keer voor je zoiets komt vragen, even in de spiegel kijkt.’ Ik keek haar aan. Snapte niet wat ze bedoelde. Ik knipperde met mijn ogen, verbaasd.
‘Hoe-’ begon ik, maar de blik in haar ogen legde me het zwijgen op. Ze boog zich wat dichter naar me toe.
‘Woon je hier in de buurt?’ vroeg ze. ‘Ik heb je nog nooit gezien. En zo veel mensen wonen hier niet, weet je.’ Ik slikte. Ze bleef me maar aankijken, peilend, onderzoekend. Er lag iets in haar ogen wat ik niet thuis kon brengen. Ik voelde me er klein onder, vroeg me af waarom ze dat deed. Als ik nou iets gestolen had, maar ik vroeg alleen maar of ik kon solliciteren.
‘Nee?’ ging ze verder, zonder op antwoord te wachten. ‘Waar kom je dan vandaan?’ Ik wist niet wat te zeggen. Wat was dat met al die mensen, dat ze zo onaardig deden? Of waren ze bij ons in het dorp gewoon allemaal overdreven aardig geweest? Ik wendde mijn blik af en zocht verwoed naar woorden. De vrouw boog zich echter verder naar voren en probeerde mijn blik te vangen. Leedvermaak, daar het op.
‘Heb je wel een huis? Of ben je er zo eentje als die kinderen hier verderop die van huis weggelopen zijn omdat ze niet mochten roken van mams en paps en nu de hele boel bij elkaar jatten?’
‘N-nee, ik…’
‘Dan zeker zo’n junkie als die jongens die hier het afgelopen half jaar al drie keer de boel beroofd hebben?’
‘Nee, helemaal niet, ik zoek gewoon werk om…’
‘Om wat? Om een maandlang geld uit de kassa te jatten en dan van de aardbodem te verdwijnen? We hebben er genoeg van jouw soort gehad hier dame, en ik hoop dat je niet denkt dat ik serieus overweeg je een sollicitatieformulier mee te geven.’ Ik slikte diep en hield mijn blik op de vloer gericht. Ze maakte me bang, op de een of andere manier, en ik wist zeker dat ze glimlachte omdat ze dat merkte, omdat ze dacht dat ze me te slim af was. ‘Laat maar,’ zei ik zachtjes en met mijn hoofd gebogen liep ik weg.
‘Dat dacht ik ook,’ hoorde ik haar achter me zeggen, met een triomfantelijke ondertoon in haar stem, en ik voelde tranen in mijn ogen brandden.
Maartje
Vulpen
Vulpen
Berichten: 424
Lid geworden op: 23 aug 2008 18:40
Locatie: Tussen de Friese weilanden.

wat een intimiderend, stom mens! Zet je knap neer, heel realistisch geschreven en ook goed omschreven hoe ongeïntresseerd de cassière doet, je zet haar goed neer net als het gesprek!
:D
Destiny is build a bridge, to the one you love.
HieBeJieBie
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 29
Lid geworden op: 22 nov 2008 20:28

Echt fijn dat je toch nog blijft lezen/reageren!! hier weer een nieuw stuk


Eigenlijk durfde ik door de valse kassavrouw en haar preek niet meer naar andere winkels te gaan. Pijnlijk stuiterde door mijn hoofd wat ze gezegd had, en ik voelde me ellendig en alleen. Ik zocht verwoed naar een spiegel om te kijken wat de caissière bedoeld had. Na een tijd vond ik op het rijtje winkels buiten een soort snackbar en daar kon ik het damestoilet in glippen. Toen ik de deur achter me dicht deed en me omdraaide naar de spiegel, kon ik wel door de grond zakken. Ik zag er niet uit, bleek en de plek waar Blake me een klap gegeven had, naast mijn oog, was nog een beetje blauw, waardoor de rest van mijn gezicht er nog ongezonder uitzag. Mijn make-up was uitgelopen, niet met strepen op mijn wangen maar een beetje om mijn ogen gevlekt, en mijn haar zat in de klit. Ik schrok ervan, zag er uit als een junkie en schaamde me dat ik niet even had gekeken hoe ik eruit zag voor ik bij die vrouw om een baan kwam vragen.
Ik slikte en boog me dichter naar de spiegel. Het licht erboven was fel en deed zeer aan mijn ogen, en was bovendien zo helder dat ik de donkere kringen om mijn ogen kon zien. Met één hand probeerde ik wat vingers door mijn haar te laten glijden, om er wat klitten uit te krijgen, maar toen ik bij de onderkant kwam bleven mijn vingers er gewoon in hangen. Met een pijnlijk gezicht trok ik mijn vingers los uit mijn haar. Het zag er niet uit, dof en klitterig. Wat had ik nu veel over voor een lekkere, warme douche. Dat had ik nog nooit gehad, had het nooit gewaardeerd. Ik vond het te lang duren en te koud als ik er onderuit ging, en ik had altijd liever een bad gehad. Nu zou ik een moord doen voor een douche. En een beetje shampoo.
Terwijl ik in mijn tas naar mijn borstel tastte, keek ik om me heen. De snackbar had van die typische McDonalds toiletten, zo’n vierkante ruimte met twee toilethokjes en een blad met een wastafel. Het rook er schoon, nog wel, maar ik wist bijna zeker dat dat aan het einde van de dag wel anders zou zijn.
Mijn ogen gleden over de wastafel, het zeeppompje en de blower die ernaast hing. De zeeppomp was helemaal gevuld. Plotseling kreeg ik een idee. Zeep en shampoo. Dat was bijna hetzelfde, toch? Ik slikte. Zou ik…? Nee, dat was wel erg asociaal. Wat als er iemand binnenkwam en me betrapte?
Ik kneep mijn ogen dicht en schudde mijn hoofd. Betrapte, wat zeurde ik nou? Alsof ik met iets crimineels bezig was. Niemand zou er toch last van hebben?
Ik liet mijn ogen teruggaan naar de zeep. Langzaam stak ik mijn hand ernaar uit. Ik hield de andere eronder en drukte op het pompje. Een krenterig pompje, ik moest vier keer drukken voor ik een handjevol had. Roze zeep. Ik rook eraan en werd overstelpt door een geur van bloemetjes.
Toen hield ik het niet meer. Het kon me even totaal niet schelen wat de hele maatschappij dacht, wat je hoorde te doen en wat niet. Ik stond hier in mijn eentje met smerig haar en de maatschappij hield geen rekening met mij. Nu ging ik eens rekening houden met mezelf.
Ferm drukte ik op de grote knop van de kraan en pardoes stak ik mijn hoofd eronder. Het water was ijskoud en mijn hart sloeg zowat een slag over, maar ik bleef staan. Ik bleef staan en waste mijn haar. In een openbaar toilet, in een wastafel met zeep en ijswater. Aan de ene kant voelde ik me triomfantelijk, alsof ik nu eindelijk vrij was van mijn oude leven, van Blake. Aan de andere kant was ik helemaal niet trots, maar voelde ik me opgelaten, terwijl er niemand in de buurt was.
yimiki
Balpen
Balpen
Berichten: 190
Lid geworden op: 10 nov 2008 21:47

Leuk verhaal! Dat had ik zelf dus nooit gedurfd, mijn haar wassen in de wc van McDonalds :lol: ik wacht op een volgend stukje =)
Everyone is weird. And if someone's normal, then that's the weirdest one of all.
HieBeJieBie
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 29
Lid geworden op: 22 nov 2008 20:28

Wat leuk, een nieuwe lezer. Dank je wel!! Ik heb hier weer een nieuw stukje, maar ik heb het een beetje druk dus het is niet zo lang. Hoop dat jullie/jij het leuk vindt(en)!!

Ondanks dat hield ik vol. Ik waste mijn haar twee keer met de roze zeep. Toen ik klaar was, drukte ik op de blower en probeerde er met mijn hoofd ondersteboven onder te gaan hangen. Ik werd bijna van mijn sokken geblazen, maar de lucht was heerlijk warm na het koude water dat langs mijn nek mijn shirt indruppelde. Veel zin had het echter niet: mijn haar was te lang en te dik en zelfs toen ik de blower drie keer opnieuw had aangezet, was het nog steeds nat. Ik begon zenuwachtig te worden, omdat de deur er niet al te stevig uitzag en bovendien bar slecht in zijn sponningen paste. Dat betekende dat zowel het personeel als de weinige klanten in de snackbar precies konden horen wat ik allemaal aan het doen was.
Met dat in mijn achterhoofd, kwam ik overeind toen de luchtstroom gelijk met de herrie van het apparaat stopten. Vlug zocht ik in mijn tas naar mijn borstel en snel kamde ik mijn haar. Het zat opnieuw in de klit doordat ik op mijn kop had gehangen en het duurde even voor het een beetje toonbaar was. Toen ik klaar was, stopte ik mijn borstel in mijn tas en luisterde. Er kwam geen geschreeuw uit de snackbar, of gemopper van geërgerd personeel. Hoeveel mensen waren er in de winkel geweest toen ik binnen kwam? Eén iemand achter de bar, twee klanten? Ik wist het niet meer.
Ik haalde even diep adem en streek mijn haar naar achteren. Even deed ik mijn ogen dicht en toen deed ik zo rustig en kalm mogelijk de deur open. Ik stapte naar buiten en zag dat ik het goed gezien had: één meisje achter de toonbank en twee mannen aan een tafel. De mannen keken nauwelijks naar me. Ze droegen allebei een soort overal van spijkerstof met de naam van een bouwbedrijf erop en dronken zwarte koffie. Eén van de twee keek even ongeïnteresseerd naar me toen ik hem passeerde, maar zijn aandacht dwaalde al gauw weer af naar zijn koffie. Het kind achter de bar keek wel naar me. Het was een meisje dat niet veel ouder kon zijn dan ik. Ze had grote, bolle ogen, en keek naar me met haar mond open. Ze kwam over alsof ze geen flauw idee had wat ik had uitgespookt, maar toch voelde ik me ongemakkelijk. Ik slikte en boog mijn hoofd, zodat mijn haar voor mijn gezicht viel. Zonder nog iets te zeggen, te kopen of haar te groeten liep ik de winkel uit. Ondanks het feit dat de lucht buiten ijskoud was en mijn haar bijna ter plekke bevroor, was ik blij dat ik de snackbar uit was.
HieBeJieBie
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 29
Lid geworden op: 22 nov 2008 20:28

Niemand meer?? Ik zal kijken of ik vanavond een nieuw stukje kan posten.
Gebruikersavatar
farlain
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 87
Lid geworden op: 30 aug 2008 20:28
Locatie: Vlaanderen

Ik lees je verhaal wel nog, maar aangezien je geen reactie in de trant van 'goed' ofzo mag geven. En het dus iets zinnigs moet zijn en ik nooit echt opmerkingen heb over je verhaal, buiten dat ik het goed vind. Post ik meestal niets
Het verleden heb je, je toekomst bepaal jezelf
HieBeJieBie
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 29
Lid geworden op: 22 nov 2008 20:28

Wat fijn dat jij het ook nog leest, dat wist ik niet!! Van mij hoef je niet zo uitgebreid te antwoorden ofzo hoor, mja de regels he... als je nou iets ziet wat je net iets slechter of net iets beter vindt kun je het gewoon zeggen, dan valt het ook niet onder spam :) bedankt in ieder gevall!!

Hoofdstuk 5

Toen ik al mijn moed bij elkaar had geraapt en mijn haar een beetje behoorlijk was opgedroogd, besloot ik nog een keer ergens naar een baantje te gaan vragen. Ik dwaalde een hele tijd langs de winkels, terwijl ik zo onopvallend mogelijk naar het personeel gluurde. Iedere zaak waarin iemand stond die me niet aardig overkwam, sloeg ik over, bang om weer gemene opmerkingen naar mijn hoofd te krijgen. Uiteindelijk probeerde ik het nog bij twee winkels. De eerste was een schoenenwinkel. Er stond een blond meisje in met een lief gezicht en ze was aardig tegen me. Ze zei dat ze op het moment niemand nodig hadden en dat ik het over een tijd nog een keer kon proberen. Ze was heel vriendelijk, keek me helemaal niet raar aan, en ik was al iets vrolijker door het vooruitzicht dat ik daar misschien over een tijdje wel zou kunnen solliciteren. Ook de andere winkel waar ik het wel aandurfde, een fietsenwinkel, had niemand nodig. De man erin zag er aardig uit en was vriendelijk tegen me, maar hij zei niet dat ik later terug kon komen om het nog eens te proberen. Teleurgesteld verliet ik de fietsenzaak, maar ergens had ik een sprankje hoop dat ik ooit bij het aardige meisje in de schoenenwinkel terecht kon. Ik at nog een droge boterham terwijl ik bedacht wat ik nu moest doen. Eigenlijk had ik geen honger, maar ik had een raar gevoel in mijn buik waarvan ik mezelf wijsmaakte dat het een lege maag was. Ik wilde er niet aan denken dat het er best wel eens mee te maken zou kunnen hebben dat ik sinds vanochtend nog geen meter was opgeschoten en nog steeds met hetzelfde geldprobleem zat. Ik probeerde er niet aan te denken, dacht er toen wel weer aan. Dat ging zo even door en terwijl ik heen en weer wordt geslingerd tussen de werkelijkheid onder ogen zien en me verstoppen, kwam ik er na een tijd achter dat ik totaal onbewust de halve zak brood had opgegeten. Toen ik opgeschrikt werd uit mijn gedachten en de half lege zak brood zag, voelde ik me ineens een stuk leger dan daarvoor.
Ik voelde dat de moed me weer in de schoenen zakte, maar ik schudde mijn hoofd. Sterk, ik moest sterk zijn. Nog even volhouden, en misschien kon ik over een tijdje in die schoenenwinkel terecht. Dan had ik weer gewoon geld en was alles opgelost. Een huisje had ik ten slotte al. Wat had ik meer nodig dan een plek om te slapen en eten. Verder niets. Zolang ik maar uit de buurt was van Blake, zolang Blake en ik maar niet in de buurt zouden zijn om mam en Ted ongelukkig te maken, was alles goed. Al met al was dat baantje dus alles wat ik nodig had. En tot die tijd? Tot die tijd moest ik iets anders verzinnen.
Daarom raapte ik al mijn moed bij elkaar en besloot terug te gaan en mijn gitaar op te halen. Misschien kon ik proberen wat te spelen en te zingen, om aan wat geld te komen. Het was inmiddels al drukker geworden in het winkelcentrum en er scheen zelfs een waterig zonnetje. Daardoor werd ik al wat opgewekter, want van al die mensen moesten er wel een paar zijn die wat kleingeld konden missen.
Maartje
Vulpen
Vulpen
Berichten: 424
Lid geworden op: 23 aug 2008 18:40
Locatie: Tussen de Friese weilanden.

Leuk geschreven, ik ben weer bij. :D
Je mag toch niet zomaar op straat gaan zingen of muziek maken? Daar heb je toch een vergunning voor nodig, of heb ik dat mis? Dus als ze betrapt wordt dan zit ze weer in de penarie... Maar misschien ben je je daar wel bewust van. :P
Ben benieuwd naar meer!
Destiny is build a bridge, to the one you love.
HieBeJieBie
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 29
Lid geworden op: 22 nov 2008 20:28

Ja das een goeie, had ik nog niet eens over nagedacht!! Ga dr maar eens aan denken voor het volgende stuk inderdaad. Bedankt voor je reactie weer!!

En voor de oplettende lezers, er is laatst iets misgegaan met posten en de account van Jeetje en die van mij. Was een foutje, heb haar niet gehacked ofzo :roll: nogal een lang verhaal dus wil je weten hoe of wat moet je mij of haar ff pmmen!!
HieBeJieBie
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 29
Lid geworden op: 22 nov 2008 20:28

Nieuw stukje!!

Zo gezegd zo gedaan. Ik ging terug naar de autosloperij om mijn gitaar te halen. Het was verbazingwekkend, omdat het terrein met autowrakken en kapotte onderdelen er zelfs in het volle daglicht nog donker en duister uitzag. Toch was ik helemaal niet bang, en zodra ik voet in de camper zette, voelde ik me weer veilig en beschermd. Ik legde mijn boodschappen in één van de kastjes en pakte mijn gitaar. Me een stuk minder ellendig voelend als voorheen, liep ik weer terug naar het centrum. Gelukkig zag ik de enge jongens van het bankje onderweg nergens meer.
Ik weet niet hoe lang ik erover gedaan had om heen en weer naar mijn camper te lopen, maar toen ik weer bij de winkels kwam, was het een stuk drukker als toen ik er vanmorgen aangekomen was. Er liepen veel volwassenen met boodschappentassen en karretjes, groepjes meisjes en jongens van mijn leeftijd en jonge stellen die van winkel naar winkel gingen. Terwijl ik naar al die mensen keek voelde ik me ineens verlegen, en gek genoeg had ik het idee dat mijn hoofd rood werd. Dat was stom, want ik was nog niet eens aan het spelen. Wat stelde ik me aan? Ik had zo vaak voor mensen gespeeld, op school, en vroeger op de muziekschool. Die mensen hadden nog verstand van muziek ook, dit publiek zou waarschijnlijk niet eens goed naar me luisteren. Ik kon me beter niet zo aanstellen, ik had ook geld nodig en voorlopig was dit de enige optie die ik had.
Ik pakte mijn gitaar steviger beet en keek om me heen. Waar zou ik gaan zitten? Het liefste zocht in een plekje in de passage, binnen, omdat me dat beschermer en comfortabeler leek. Ik twijfelde er echter aan of ik zomaar in zo’n ruimte op eigen houtje geld mocht gaan verdienen. Straks kreeg ik weer te maken met vervelend winkelpersoneel, daar zat ik echt niet op te wachten. Buiten blijven dan maar?
Langzaam begon ik te lopen. Er waren nu echt veel mensen, en hoe langer ik treuzelde, hoe minder zeker ik van mezelf werd. Misschien was dit wel een slecht idee, vond iedereen het wel stom en kreeg ik helemaal geen geld. Of erger nog, belden ze de politie. Dat mocht niet, ik kon echt niet naar huis. Eigenlijk moest ik mama bellen, maar dat durfde ik al niet goed omdat ik bang was dat ze er dan achter zouden kunnen komen waar ik was. Stel je voor dat de politie me zou vinden, ze zouden me vast linea recta weer bij mam en Ted afleveren.
Verwoed schudde ik mijn hoofd. Nee, zo moest ik niet denken. Ik moest sowieso ophouden met denken, ik moest gewoon doen. Iedere keer als ik ergens over na ging denken, werd ik weer onzeker en krabbelde ik terug. Maar nu niet. Nu moest ik dit doen, ik had geld nodig. Als ik van huis weg had kunnen lopen, kon ik ook zeker wel een paar liedjes spelen voor haastige mensen.
Na nog een paar rondjes stopte ik bij een klein pleintje. Het lag tussen de rijen winkels in en in het midden stonden drie grote, ronde plantenbakken. Eromheen waren bankjes en wat kale bomen. Het was er middelmatig druk, de mensen liepen er langs om van de ene rij winkels naar de andere te komen en hier en daar zaten mensen friet of broodjes te eten op de bankjes. Ik besloot bij de achterste plantenbak te gaan spelen, omdat ik niet teveel in het zicht wilde zitten. Ik trok mijn jas uit en legde hem op de grond. Ik ging er bovenop zitten en begon mijn gitaar uit zijn tas te halen. Toch voelde ik me weer zenuwachtig, en ik voelde dat er mensen naar me keken maar durfde niet terug te kijken. Toen ik mijn gitaar echter in mijn handen had en de hoes open voor me had neergelegd, voelde ik me wat rustiger. Ik werd altijd rustig van mijn gitaar. Eigenlijk was hij niet eens van mij, hij was van papa. Dat was een van de weinige dingen die mama me over hem verteld had, dat hij gitaar speelde. En contrabas, dat kon hij ook, geloof ik. Dat was ik ook alleen maar te weten gekomen omdat papa de gitaar op zolder had laten staan toen hij wegging en mama er altijd over mopperde. Ze had hem weg willen gooien, maar ik had hem vlug bij het grofvuil weggehaald en meegenomen naar mijn kamer. Nog dezelfde dag had ze het gezien. Ze had naar de gitaar gekeken of die haar zelf iets aangedaan had, maar er verder niets van gezegd en hem laten staan waar hij stond.
HieBeJieBie
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 29
Lid geworden op: 22 nov 2008 20:28

Nog maar een poging!!

Voorzichtig keek ik een keer om me heen. Ik merkte dat mijn hand trilde toen ik hem om de hals van mijn gitaar sloot en de snaren indrukte. Zachtjes schraapte ik mijn keel. Nog een keer keek ik naar de mensen op het plein. Toen sloeg ik een paar akkoorden aan en begon zachtjes te zingen.

Het was niet zo erg als ik verwacht had. Natuurlijk, het was koud, eenzaam, na een paar uur zelfs saai. Hoe langer ik speelde hoe beter het ging. De reden daarvoor was op zich minder, omdat ik zelfverzekerder werd doordat ik het idee had dat er toch niemand naar me luisterde. Als je erop gaat letten is het verbazingwekkend hoe weinig aandacht mensen hebben voor hun omgeving. Ik kon het zien aan de gezichten van de mensen die langs me liepen. Ze hadden allemaal een doel. Boodschappen doen, nieuwe schoenen kopen, een cadeau voor een familielid vinden. Iedereen loopt gehaast, met hun blik gefixeerd op die ene winkel, zonder dat ze zich bekommeren om alles wat daar omheen gebeurd.
Sommige mensen keken wel naar me. Bij enkelen zag ik vlagen van een glimlach, of andere emotie. Soms compassie, soms minachting. Soms zag ik ook medelijden, dat raakte me wel en ik wist niet goed hoe ik me daaronder moest voelen. Die mensen kenden mij niet, waaruit maakten zij op dat ik zielig was?
Tachtig procent van de mensen had echter één en dezelfde uitdrukking op zijn gezicht. Zij waren de mensen die dat doel voor ogen hadden, het doel alleen te pakken krijgen waarvoor ze op pad waren en verder niets te maken te hebben met de wereld om hen heen. Als zij naar me keken, àls ze dat al deden, zag ik niets in hun ogen. Hun blik was leeg en ze waren met zo veel bezig, dachten aan zoveel andere dingen dat ze niets opnamen van alles wat zich buiten hun hoofd afspeelde. Nu liepen ze in het winkelcentrum, maar in gedachten waren ze alweer vijf stappen verder. Zoals gezegd waren dat helaas ook de mensen die ik het meeste zag, en ik wist al vrij snel dat ik van dat soort mensen niet veel geld hoefde te verwachten. Ik bleef de hele dag zitten spelen, en uiteindelijk haalde ik wel wat op. Sommige jonge stellen, meisjes van mijn leeftijd, moeders met kinderen en oude mannetjes gaven me wat geld. Veel was het meestal echter niet, ik was al blij als ik van iemand één of twee hele euro’s kreeg. Toen het donker begon te worden was ik negentien euro veertig, koude billen en pijnlijke vingers verder. Het was niet veel, maar het was iets. Het was afzien, maar als ik dit een tijdje kon blijven doen, had ik in ieder geval een manier om in leven te blijven. Van negentien euro per dat kon ik leven. Makkelijk. Ik kon er zelfs pindakaas voor op mijn droge boterhammen van kopen als ik wilde.
Wonder boven wonder voelde ik me een rijk mens toen ik aan het eind van de dag mijn gitaar weer in zijn hoes stopte. Nu kon ik die supermarkt weer binnen gaan, bij die vervelende kassajuffrouw, en dingen kopen met geld dat ik helemaal zelf verdiend had. Dat zou haar leren, met haar stomme vooroordelen. Misschien had ze me wel zien zitten. Ik hoopte het, dan kon ze zien dat ik mijn best deed voor mijn geld en niet de gemakkelijke weg koos door anderen geld afhandig te maken waar ik zelf niets voor gedaan had.
De blijheid die ik gevoeld had, als het al blijheid was, was al snel verdwenen toen ik mijn gitaar had ingepakt en opkeek. Mijn hart sloeg een slag over en een klomp ijs zakte neer in mijn maag. Ik keek recht in zijn ogen, hij keek terug. Een grillig litteken langs zijn slaap, een oog wat bleker was dan het andere. Het was de jongen op het bankje, van de drie junkies die ik eerder had gezien. Hij was niet alleen, hij had een van de andere twee ook weer bij zich. Ze keken naar me, allebei, en in één klap had ik het benauwd, alsof ik gevangen werd door hun blik. Ik voelde me een dier in een te klein hokje.
Maartje
Vulpen
Vulpen
Berichten: 424
Lid geworden op: 23 aug 2008 18:40
Locatie: Tussen de Friese weilanden.

Wauw, krachtig geschreven! Heel mooi ook, hoe je de mensen in de winkelstraat omschrijft. Ik zie het helemaal voor me, mensen die daar zo door de stad lopen zonder interesse voor anderen, alleen met hun eigen doel voor ogen! Echt goed gedaan! Je bent zóveel verbeterd vergeleken met je eerste post!
HieBeJieBie schreef:Ik weet niet hoe lang ik erover gedaan had om heen en weer naar mijn camper te lopen, maar toen ik weer bij de winkels kwam, was het een stuk drukker als toen ik er vanmorgen aangekomen was.
maar toen ik weer bij de winkels kwam, was het een stuk drukker dan toen ik er vanmorgen aangekomen was.
HieBeJieBie schreef:Van negentien euro per dat kon ik leven.
per dat? per dag? ;)
Destiny is build a bridge, to the one you love.
HieBeJieBie
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 29
Lid geworden op: 22 nov 2008 20:28

Heb t een beetje druk dus hier weer een klein stukje!! weet niet of er nog mensen geinterresseerd zijn?

Met moeite probeerde ik het benauwende gevoel in mijn keel weg te slikken en ik sloeg mijn ogen neer. Ik voelde hun blik branden op mijn huid en ik wist niet wat ik moest doen. Zouden ze me volgen als ik wegging? Dan durfde ik niet terug naar de camper. Als ik iets niet wilde was het wel dat zij wisten waar ik woonde. Maar hier kon ik ook niet blijven, het werd donker en koud en ik had honger.
Twijfelend pakte ik mijn gitaar op. Ik begon te lopen, keek vanuit mijn ooghoeken naar de jongens. Zij keken ook naar mij, maar bleven op het bankje zitten. Ik sloeg rechtsaf, de andere kant op dan waar ik eigenlijk heen moest. Misschien kon ik gewoon een grote omweg maken, en er zo achter komen of ze me volgden. Als dat zo was moest ik gewoon op de een of andere manier zien ze kwijt te raken voor ik weer terug naar huis ging.
Ik slikte. Was dat maar zo makkelijk als het klonk. En was ik ook maar niet zo bang.
Een heel stuk liep ik in een hoog tempo door de straten, met mijn blik op de grond gericht. Ik luisterde ingespannen of ik voetstappen achter me hoorde, maar de dorre bladeren in de bomen ritselden door de wind en overstemden het andere geluid om me heen. Achterom kijken durfde ik ook niet goed, waarom wist ik niet precies: ik had het idee dat ik mezelf nog zwakker opstelde als ik zou doen alsof ik doorhad dat ze me volgden.
Na een tijdje hield ik het niet meer uit. Verderop zag ik een zebrapad. Daar kon ik oversteken en een blik achterom werpen om te zien of ik gevolgd werd, terwijl het leek alsof ik keek of er verkeer aan kwam. Ik versnelde mijn pas iets, met een hart dat wild klopte, en zette koers naar het zebrapad. Even deed ik mijn ogen dicht, vanuit het puntje van mijn tenen hopend dat ik zo opzij zou kijken en leegte zag, geen mensen, tot de conclusie kwam dat ik helemaal alleen op straat was. Ik zou er alles voor geven, zou er alles voor geven opgelucht adem te kunnen halen, rechtsomkeert te maken en op mijn gemak naar de camper terug te gaan. Maar het mocht niet zo zijn, denk ik. Ik stak over, keek opzij en zag het gelijk: de jongens liepen aan de andere kant van de straat de zelfde richting uit als ik. Snel keek ik de andere kant op, voelde dat mijn wangen rood kleurden en het koude zweet me uitbrak. Mijn hersenen begonnen als een gek te draaien, zowel om me gek te maken als om een uitweg te vinden, en met alle energie die ik kon opbrengen probeerde ik rustig te blijven lopen. In mijn hoofd bleef ik paniekerig naar oplossingen zoeken en ik liep zo rustig mogelijk door tot ik ergens de hoek om kon slaan, en zo uit het zicht van de jongens kwam. Op dat punt had ik ook nog geen idee wat ik moest doen, maar ik kon maar aan één ding denken: rennen. Rennen, niet wetend waarheen, wat ik ermee opschoot, maar zo lang ik maar zo ver mogelijk uit de buurt van die twee junkies kwam.
Dus dat deed ik. Ik rende en ik rende en dook alle kleine straatjes en steegjes in. Ik rende tot ik ergens iemand een portiek in zag stappen, net zo een als waar ik laatst in geslapen had.
Totaal buiten adem versnelde ik mijn pas. Ik schoot naar het portiek en kreeg struikelend de deur te pakken voor hij dichtviel. Hijgend en trillend over mijn hele lijf verborg ik me achter de wand met brievenbussen. Mijn longen brandden en mijn knieën knikten, maar ik presteerde het om gehurkt in de hoek te blijven zitten en door een klein kiertje naar buiten te kijken.
Gesloten

Terug naar “De Grote Zolder”