Hier is dan het nieuwe stuk

Ik hoop dat jullie het leuk vinden! En als er iemand tips heeft dan hoor ik het graag
-------------------------------------------------------------------------------------
‘Waar was je nou?’ vraagt Nicole met haar zeurderige stem wanneer we door de gangen naar de volgende les lopen.
‘Hmm… gewoon een beetje aan het ronddwalen,’ zeg ik een beetje ongeïnteresseerd.
‘Door de gangen dwalen terwijl je weet dat je les hebt?’ Nicole kijkt me ongelovig aan. ‘Jij bent ook een rare zeg.’
‘En bedankt’ mompel ik terwijl we het lokaal inlopen.
De les was saai, zoals altijd. Ik probeerde zo goed ik kon niet in slaap te vallen en pakte opgelucht mijn tas toen de bel ging.
In de kantine gingen ik en Nicole op onze vaste plaats zitten, een tafeltje helemaal achterin de aula. Ook de aula was ouderwets en mooi, de muren waren heel mooi afgewerkt, zoals de Romeinen vroeger hadden met die bogen, en in het midden hing een immense kroonluchter aan het plafon. Het straalde warmte uit met zijn zacht-gouden licht.
Nicole en ik schuiven aan bij ons tafeltje en beginnen met ons lunch.
‘Even serieus waarom was je zo laat? Je liep achter me aan.’
Ik zucht, ‘Ik was gewoon sloom, laat het nou.’
Wat voor antwoord moet ik daar nou op geven? Ik stond te dromen, daarom was ik te laat? Dat klinkt zo stom.
Nicole kijkt me nog even raar aan en begint dan te kakelen over haar presentatie. Ik kan er maar moeilijk aandacht aan schenken, alsof die presentatie zo geweldig was.
Nicole en ik zijn niet de beste vriendinnen, maar ze is alles wat ik heb. Ik ben nou niet bepaald de populairste op school, de meeste mensen mijden me omdat ik net op deze school zit, het buitenbeentje dus. Ik schenk er niet zo veel aandacht aan, tenminste dat probeer ik. Al heb ik geen idee waarom ze me niet mogen.
Op mijn vorige school, een hypermodern geval, accepteerden ze me gewoon. Mijn school moest sluiten omdat er in de vakantie een bom was ontploft. Mijn moeder dacht er niet aan om me er weer heen te sturen, dus stuurde ze me hier naartoe.
Het duurt 10 minuten langer fietsen en ik zit niet meer bij mijn vriendinnen –waar ik nogal boos om was geworden- maar het was nog wel in Vienna en daar was ik blij mee.
Tot ik op school kwam.
Nicole was de enige die met me omging. Wat ook niet zo gek was, omdat ze met haar rode peentjes haar, een tikkeltje schele blauwe ogen en bijna doorschijnende huid ook niet zo goed ligt bij de mensen op deze school. In het begin had ik er heel erg moeite mee, maar het went.
Mijn moeder was het tweede probleem. Hoe ik ook smeekte en pogingen deed haar om te praten. Luisteren wilde ze niet. Ik zat nou eenmaal op deze school, en blijven zou ik.
De pauze ging sneller dan verwacht en even later zit ik al bij mijn volgende les: Lichamelijke opvoeding.
De meeste mensen haten het om keihard te rennen en je conditie flink op proef te stellen, ik wil niet anders. Ik hou ervan zo hard te rennen dat je, je letterlijk bevrijd voelt. Alsof niks meer je kunt raken, omdat je er gewoon voorbij zoeft.
Ook deze les heb ik als eerste de vijf rondjes om de school gelopen.
Na de warming-up beginnen we aan een spelletje honkbal op het enorme grasveld in het midden van de school. Ik word natuurlijk weer als laatste gekozen, maar het boeit me niet. Met een uitgestreken gezicht wacht ik tot de leraar uiteindelijk zegt dat ik bij 1 van de groepen moet gaan zitten. De kinderen in mijn groep kijken chagrijnig mijn kant op en schuiven een stuk op als ik ga zitten.
Weer doe ik alsof het me niks doet, dat doet het ook niet. Hou ik mezelf voor.
Het honkballen gaat goed, ik sla een homerun en we winnen het partijtje. Maar niemand die me juichend om de hals vliegt.
Op het einde begin ik opgelucht aan mijn laatste twee rondjes om de school. En verdwijn als eerste naar de kleedkamers.
Hoofdstuk 2
School is uit!
Ik pak blij mijn fiets en rij naar de Cherin. De Cherin is, zo mogelijk, nog sierlijker gemaakt dan mijn school. Het lijkt een beetje paleisachtig, een echt koningshuis.
Maar daar is het zeker niet voor bedoeld.
Bijna elke dag ga ik hierheen om te zwaardvechten. De Cherin is bedoeld voor ‘speciale’ kinderen. Ze worden opgeleid tot Sherigan, uiterst bekwame en goede vechters die ons land verdedigen.
Deze training is bedacht en uitgevoerd door Mr. Christian Shergan, vandaar dat ze Sherigans heten. Dat was ongeveer 125 jaar geleden. De Sherigans hebben ons land meerdere malen verdedigd en tot nu toe heeft het altijd tot succes geleid.
Ikzelf ben niet zo speciaal, maar tot mijn grote verassing blijk ik heel goed te zijn in zwaardvechten. Daarom mocht ik vanaf mijn 6e les krijgen. Ik krijg privélessen en mag elke dag in de week komen als ik kan.
Ik plaats mijn fiets bij de ingang en duw dan de glazen deur open om naar binnen te lopen.
‘Chiara! Ben je er weer meisje, we maakten al zorgen dat je niet meer kwam.’
Een mollige vrouw staat bij het mooie receptiebureau mij stralend aan te kijken. Haar knalrode jurk staat prachtig met de donkerode oorbellen die ze aanhad.
Ik lach, ‘ook hallo Carla, waarom maakten jullie je zorgen ik was hier twee dagen geleden nog.’
‘Ja, dat is waar, maar meestal ben je er elke dag en je weet hoe Meneer Feldan denkt over mensen die niet trouw naar zijn lessen komen.’ Zegt ze ondeugend.
Meneer Feldan is mijn leermeester. Toen ik hier voor het eerst lessen kreeg snapte ik niet waarom ze mij zo’n chagrijnige oude man als leermeester gaven. Ik schrok erg van de manier hoe hij mij les gaf, ik kreeg alleen maar oefeningen en kreeg geen moment rust. De hele dag was ik bezig en aan het einde van de week had ik altijd spierpijn. Begrijp me niet verkeerd, ik houd van de Cherin en het zwaardvechten. Ik dacht alleen dat ik een wat mindere zware training kreeg omdat ik toch geen volleerde Sherigan zal worden.
‘Ja, dat weet ik. Dus ik ga maar snel kijken waar hij is, voordat hij denkt dat ik vandaag weer niet kom,’ zeg ik zuur.
Ik loop de mooie gangen door en klop aan bij een houten deur.
‘Binnen.’ Klinkt het afgemeten antwoord.
Ik loop de ronde kamer in. De vloer is bedekt met een dikke dieprode tapijt en op de muren staan overal spiegels geplakt, omlijst met gouden randen. De uitsteeksels van de spiegels gaan op het plafon samen naar één punt toe, die weer overgaat in een mooie lamp.
Meneer Feldan staat precies midden in de ronde kamer. Zijn grijze haar zit in de perfecte jaren tachtig coupe gekamd en in zijn hand houd hij zijn leesbrilletje vast, die hij overigens net in het borstzakje van zijn donkerblauwe trui stopt.
‘Ben je er eindelijk weer?’
‘Ja, ik had de vorige twee dagen niet zoveel tijd,’ zeg ik wat ongemakkelijk ik krijg een sterk gevoel dat dit niet een makkelijke training zou worden.
‘Tsja, dan hebben we heel wat in te halen,’ zegt hij met een chagrijnige frons tussen zijn borstelige wenkbrauwen.
Ik had dus gelijk.