Duisternis

Hier kun je verhalen vinden waar langer dan een half jaar niet aan geschreven is of op gereageerd. De verwachting is dat deze verhalen niet meer afgemaakt worden. Staat jouw verhaal hier en wil je verder schrijven? Neem dan even contact op met één van de moderators, dan wordt je verhaal teruggezet.
Gesloten
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

Hallo, ik ben dus nieuw :) En dit is mijn eerste echte verhaal.
Zelf ben ik er best wel onzeker over en weet niet of het wel goed is, ik hoop dat jullie tips voor mij hebben. :D
oh, en het kan zijn dat je in het begin niet echt merkt dat het bij fantasy hoort, maar dat komt nog. En de titel is heb ik gewoon vernoemd naar wat het eerste in mij opkwam, het is dus niet de echte titel, die verzin ik pas als het verhaal af is. Laat ik alvast beginnen met een klein stukje:

Proloog.
Nooit had ik gedacht dat het zo ver zou komen.
Ik knipper met mijn ogen, maar zie steeds hetzelfde.
Duisternis.
Elke herinnering van vreugde en blijdschap is zo ver weg,
als een dikke mist waar je niks door kan zien.
En het is zo koud, zo verschrikkelijk koud.
Alleen, heel alleen op de koude stenen.
Geen familie, geen vrienden, geen geliefden. Helemaal alleen.
Duisternis.


Hoofdstuk 1
‘If I were a boy
Even just for a day…’

Schalt mijn wekker in de ochtend. ‘Aargh!’ met een vuist probeer ik hem uit te slaan. Mijn roze dekbed is helemaal verdraaid om mijn lichaam en ik kan er moeilijk bij.
‘… Drink beer with the guys
And Chase after girls… ‘

Plan mislukt. Nieuwe poging dan maar. Net voordat ik mijn wekker een knal wil geven, word de deur open gesmeten.
‘Waarom moet dat rotding van jou zo hard staan!’ Cheyenne staat met verwarde haren en een chagrijnige kop in de deuropening. ‘Er slapen mensen! Ik hoefde pas om 10 uur op te staan, maar door jou kan ik dat wel vergeten.’
‘Hoe moet ik nou weten dat, dat ding zo hard stond? Je bent niet de enige die er hoofdpijn van gekregen heeft hoor,’ snauw ik terug.
Ontmoet mijn altijd zo vriendelijke zusje. Ze heeft nooit een ochtendhumeur en staat altijd voor je klaar, denk ik sarcastisch terwijl ik mezelf met moeite uit mijn bed sleep. Ik pak slaapdronken wat kleren van de grond en loop snel de badkamer in, mijn zusje negerend die me bij de deur vernietigend aankijkt. Als ik het kleine kamertje binnenkom, werp ik een blik op de spiegel en zie hetzelfde als altijd: Lange zwarte haren die wild alle kanten op staan en slaperige bruine ogen die me aanstaren. Uiteindelijk draai ik de kraan van het bad alvast open en loop ik naar de deur.
‘… how it feels to love a girl
I swear I’d be a better man…’

Oh, jemig de radio staat nog aan. Nou, pech gehad Cheyenne, denk ik en draai de deur op slot. Even later hoor ik iemand keihard op mijn wekker slaan.
Dat wordt weer een nieuwe kopen.
Ik stap het witte bad in. Het water is lekker warm en ik ga er genietend in liggen. Dan kijk ik naar de rommel op de wastafel, die mijn moeder speciaal voor de spiegel heeft gekocht. Je kon duidelijk merken dat hier alleen vrouwen woonden, overal lagen make-up spulletjes.
Zo meteen moet ik naar school. Bij die gedachte word ik een beetje misselijk. Weer de hele dag genegeerd worden. Niet aan denken! Koortsachtig probeer ik mijn aandacht op iets anders te focussen, langzaam verdwijnt het gevoel en Luttele minuten blijf ik dromerig naar voren staren.
Gevoelens wegdrukken, daar ben ik de laatste tijd erg goed in geworden.
Opeens schrik ik op, shit! Ben de tijd helemaal vergeten. Snel ga ik uit bad, poets mijn tanden en trek mijn kleren aan. Dan doe ik nog snel een wanhopige poging om mijn elektrisch geladen haar weer een beetje plat te krijgen en loop naar beneden.
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
S.A.M.
Vulpen
Vulpen
Berichten: 441
Lid geworden op: 23 okt 2006 13:07

Je hebt dit onder Fantasy geplaatst. Waarom?
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

Dat komt omdat ik het daarbij vind passen. Ik weet dat in het begin het verhaal niet echt fantasy-achtig is, maar op Word ben ik er al veel verder mee. En je zult wel merken dat de wereld in mijn verhaal niet zo 'normaal' is als het lijkt.
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
S.A.M.
Vulpen
Vulpen
Berichten: 441
Lid geworden op: 23 okt 2006 13:07

Ok, dan wacht ik dat wel af. Fantasy in onze hedendaagse tijd kan best verrassend uitpakken. Ik vroeg het je ook allen maar omdat ik vond dat het als een 'gewoon' verhaal begon.
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

Een nieuw stukje. En hoofdstuk 1 is meer een inleiding, van wie ze is en wat ze allemaal doet (de hoofdpersoon) daarom zul je ook niet meteen actie kunnen verwachten. Vanaf hoofdstuk 2 begint het 'verhaal' zeg maar.

-------------------------------------------------------------------------------------

‘Morgen, mam,’ zeg ik terwijl ik de ruime woonkamer inloop.
‘Goedemorgen lieverd.’
Mijn moeder zit op haar lievelingssofa. Een kleine zwarte zachtzittende leren bank. Ze had hem gelijk gekocht toen ze hem in de winkel zag, net zoals de wastafel in de badkamer.
‘Mam! Chiara heeft me wakker gemaakt!’ Gilt Cheyenne gelijk.
Tuurlijk. Ik had het kunnen weten, die kleine betweterige verklikker. Het was niet eens mijn schuld, hoe kon ik nou weten dat mijn wekker op zijn aller-hardst stond? Zuchtend ga ik aan de houten tafel zitten en begin aan mijn ontbijt. Cheyenne zit nog na te zeuren bij mam, maar ze heeft niet zoveel succes deze keer. Soms vraag ik me af of dat kind wel echt dertien is, ze lijkt net een klein kind van vier. Ik werp haar dodelijke blikken toe terwijl ik naar de keukentafel toe loop. Cheyenne steekt haar tong naar me uit en gaat door met zielig doen tegen haar moeder.
Ik werk mijn ontbijt naar binnen, negeer mijn irritante zusje en stop wat boeken in mijn babyroze tas van puma. Dan probeer ik in de gang voor de spiegel, nog even nog een beetje make-up op te doen. Niet veel, zoals die tuttige modepopjes. Gewoon een klein beetje oogpotlood en een subtiel laagje lipgloss. Net wanneer ik klaar ben gaat de bel van de voordeur.
Snel doe ik open.
‘Hee! Ben je al klaar?’ Nicole staat voor de deur, helemaal ingepakt met een sjaal, wanten en een muts.
‘Ja, het is best wel koud dus ik zou als ik jou was ook maar een sjaal en wanten aan doen,’ zegt ze wanneer ze mijn blik ziet.
‘Ik kom eraan,’ zeg ik en doe haastig mijn witte jas aan.
Dan loop ik naar mijn moeder toe en geef haar een kus op de wang.
‘Tot vanmiddag mam’
‘Tot vanmiddag meisje, ga je nog naar de Cherin?’
‘Ja, ik denk het wel. Dan ben ik wel wat later thuis, is dat goed?’ Zeg ik blij.
‘Ja, ga maar, ik laat wel wat eten voor je over.’
‘Is goed, dan zie ik jullie vanavond, doeg Cheyenne,’ zeg ik en loop naar de deur.
‘Doei.’ Klinkt het zwakke antwoord.

Nicole staat nog op precies dezelfde plek op me te wachten. Ik loop het stenen paadje af en doe mijn fiets van het slot. Dan slinger ik mijn tas op de bagagedrager en stap op mijn fiets.
‘Schiet op! We zijn al laat.’ Klinkt het ongeduldige antwoord van Nicole. Ze zit al op haar fiets en begint te trappen.
‘Ik kom al rustig!’ Zeg ik terwijl ik moeizaam harder probeer te trappen om Nicole bij te houden. Ze had gelijk, het was erg koud. Waarschijnlijk, als het een paar dagen zo door vroor, kon je al schaatsen.

Na een paar minuten fietsen doemt het grote gebouw, dat onze school voorstelt, op. Met grote witte letters staat er St. Bertheus College op het bordje bij de ingang. De school ziet er ouderwets uit, dat kwam omdat het in 1876 gebouwd was. Natuurlijk waren er veel dingen verbouwd, gerepareerd en overgeverfd, maar je zag nog duidelijk dat het een kasteelvorm had. Dat vind ik wel fijn, ik hou niet zo van het strakke, hypermoderne.
Nicole en ik zetten onze fietsen in de stalling en lopen haastig de school in. Net op het moment dat we bij onze kluisjes staan gaat de eerste bel.
‘Rustig nou maar, dat was niet de laatste bel.’ We hebben nog vijf minuten,’ Zeg ik als ik zie dat Nicole, haar jas in haar kluisje smijt en al wegloopt.
‘Ja, ja dat weet ik ook wel, maar ik moest eerder in de klas zijn van Mevrouw Gedran omdat ik een presentatie heb.’
Nicole loopt haastig verder en ik loop sloom achter haar aan. De pilaren die bij de ingang stonden, gingen over in kleine fijne paaltjes in de gewelfde muur. De vloer was bijna helemaal van marmer en de ramen waren schoon en helder. Ik vraag me altijd af waar deze school vroeger voor gediend heeft. Zeker een kasteel van een of andere rijke burger. Of misschien voor een man van adel, de school was immers immens, ik verdwaalde de eerste twee jaren de hele tijd.
Zonder erbij na te denken loop ik de hele gang door tot hij dood loopt.
Mijn voetstappen klinken hol in de gang. Blijkbaar had ik heel langzaam gelopen, en ook nog eens verkeerd, want de gangen waren helemaal leeg en het was overal stil.
Ik graai in mijn roze puma tas tot ik vind wat ik moet hebben en blader dan een beetje achteloos in mijn agenda.
‘Lokaal… 10- 102’ zeg ik hardop en begin de fijne treetjes van de trap op te lopen.
Ik bedenk nog even snel wat voor smoes ik deze keer zou gebruiken en klop dan aan bij het lokaal.
‘Binnen.’ Klinkt de strenge stem van mevrouw Gedran.
Voorzichtig doe ik de massieve houten deur open en schuifel naar binnen.
Ik zie Nicole vooraan de klas staan met een stuk papier in haar hand. Onmerkbaar probeer ik een waarschuwing naar haar te sturen terwijl Mevrouw Gedran met haar enorme gewicht voor mij komt staan.
‘Waarom ben je te laat?’ Blaft ze me toe.
‘Ik, ehm… Ik viel onder het fietsen van mijn fiets,’ zeg ik met een zo zielig mogelijk gezicht.
Een paar kinderen lachen zachtjes in hun hand.
Ze lachen me uit.
Prompt voel ik het bloed naar mijn hoofd stijgen.
‘Kijk haar nou, ze probeert gewoon stoer te doen, met dat: te laat komen.’ Zegt een meisje zachtjes tegen haar vriendin.
Ik probeer niet te luisteren.
‘Waarom hoor ik dan net van Miss Terington hier dat jullie samen naar school fietsten?’ Buldert de stem van Mevrouw Gedran ineens.
Ik kijk verschrikt naar Nicole en zie hoe ze haar schouders ophaalt.
Aan haar heb ik dus niks.
‘Ja, maar toen moest ik nog snel naar huis om iets te halen en toen viel ik,’ lieg ik een beetje onhandig.
Zou ze erin trappen? Ik hoopte van wel, anders moest ik gaan corveeën.
‘Hmm… ga naar je plaats en wees stil.’ Dondert haar stem uiteindelijk.
Opgelucht loop ik met gebogen hoofd naar mijn plaats en plof neer.
Nicole vertelde derest van het uur over het doel van magnesium en waterstofsulfaat. Het was niet echt interessant, maar ik dacht er niet over om verveeld te kijken, want mevrouw Gedran hield me als een havik in de gaten.
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
Gebruikersavatar
Daian
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 28
Lid geworden op: 03 feb 2009 20:34
Locatie: Zwolle

Ik ben wel benieuwd wat voor fantasy-aspect het verhaal krijgt. Dus ik wacht mooi nog even op het volgende stuk.
Live your fantasy ~
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

Hier is dan het nieuwe stuk :D Ik hoop dat jullie het leuk vinden! En als er iemand tips heeft dan hoor ik het graag :angel

-------------------------------------------------------------------------------------

‘Waar was je nou?’ vraagt Nicole met haar zeurderige stem wanneer we door de gangen naar de volgende les lopen.
‘Hmm… gewoon een beetje aan het ronddwalen,’ zeg ik een beetje ongeïnteresseerd.
‘Door de gangen dwalen terwijl je weet dat je les hebt?’ Nicole kijkt me ongelovig aan. ‘Jij bent ook een rare zeg.’
‘En bedankt’ mompel ik terwijl we het lokaal inlopen.
De les was saai, zoals altijd. Ik probeerde zo goed ik kon niet in slaap te vallen en pakte opgelucht mijn tas toen de bel ging.
In de kantine gingen ik en Nicole op onze vaste plaats zitten, een tafeltje helemaal achterin de aula. Ook de aula was ouderwets en mooi, de muren waren heel mooi afgewerkt, zoals de Romeinen vroeger hadden met die bogen, en in het midden hing een immense kroonluchter aan het plafon. Het straalde warmte uit met zijn zacht-gouden licht.
Nicole en ik schuiven aan bij ons tafeltje en beginnen met ons lunch.
‘Even serieus waarom was je zo laat? Je liep achter me aan.’
Ik zucht, ‘Ik was gewoon sloom, laat het nou.’
Wat voor antwoord moet ik daar nou op geven? Ik stond te dromen, daarom was ik te laat? Dat klinkt zo stom.
Nicole kijkt me nog even raar aan en begint dan te kakelen over haar presentatie. Ik kan er maar moeilijk aandacht aan schenken, alsof die presentatie zo geweldig was.
Nicole en ik zijn niet de beste vriendinnen, maar ze is alles wat ik heb. Ik ben nou niet bepaald de populairste op school, de meeste mensen mijden me omdat ik net op deze school zit, het buitenbeentje dus. Ik schenk er niet zo veel aandacht aan, tenminste dat probeer ik. Al heb ik geen idee waarom ze me niet mogen.
Op mijn vorige school, een hypermodern geval, accepteerden ze me gewoon. Mijn school moest sluiten omdat er in de vakantie een bom was ontploft. Mijn moeder dacht er niet aan om me er weer heen te sturen, dus stuurde ze me hier naartoe.
Het duurt 10 minuten langer fietsen en ik zit niet meer bij mijn vriendinnen –waar ik nogal boos om was geworden- maar het was nog wel in Vienna en daar was ik blij mee.
Tot ik op school kwam.
Nicole was de enige die met me omging. Wat ook niet zo gek was, omdat ze met haar rode peentjes haar, een tikkeltje schele blauwe ogen en bijna doorschijnende huid ook niet zo goed ligt bij de mensen op deze school. In het begin had ik er heel erg moeite mee, maar het went.
Mijn moeder was het tweede probleem. Hoe ik ook smeekte en pogingen deed haar om te praten. Luisteren wilde ze niet. Ik zat nou eenmaal op deze school, en blijven zou ik.

De pauze ging sneller dan verwacht en even later zit ik al bij mijn volgende les: Lichamelijke opvoeding.
De meeste mensen haten het om keihard te rennen en je conditie flink op proef te stellen, ik wil niet anders. Ik hou ervan zo hard te rennen dat je, je letterlijk bevrijd voelt. Alsof niks meer je kunt raken, omdat je er gewoon voorbij zoeft.
Ook deze les heb ik als eerste de vijf rondjes om de school gelopen.
Na de warming-up beginnen we aan een spelletje honkbal op het enorme grasveld in het midden van de school. Ik word natuurlijk weer als laatste gekozen, maar het boeit me niet. Met een uitgestreken gezicht wacht ik tot de leraar uiteindelijk zegt dat ik bij 1 van de groepen moet gaan zitten. De kinderen in mijn groep kijken chagrijnig mijn kant op en schuiven een stuk op als ik ga zitten.
Weer doe ik alsof het me niks doet, dat doet het ook niet. Hou ik mezelf voor.
Het honkballen gaat goed, ik sla een homerun en we winnen het partijtje. Maar niemand die me juichend om de hals vliegt.
Op het einde begin ik opgelucht aan mijn laatste twee rondjes om de school. En verdwijn als eerste naar de kleedkamers.

Hoofdstuk 2
School is uit!
Ik pak blij mijn fiets en rij naar de Cherin. De Cherin is, zo mogelijk, nog sierlijker gemaakt dan mijn school. Het lijkt een beetje paleisachtig, een echt koningshuis.
Maar daar is het zeker niet voor bedoeld.
Bijna elke dag ga ik hierheen om te zwaardvechten. De Cherin is bedoeld voor ‘speciale’ kinderen. Ze worden opgeleid tot Sherigan, uiterst bekwame en goede vechters die ons land verdedigen.
Deze training is bedacht en uitgevoerd door Mr. Christian Shergan, vandaar dat ze Sherigans heten. Dat was ongeveer 125 jaar geleden. De Sherigans hebben ons land meerdere malen verdedigd en tot nu toe heeft het altijd tot succes geleid.
Ikzelf ben niet zo speciaal, maar tot mijn grote verassing blijk ik heel goed te zijn in zwaardvechten. Daarom mocht ik vanaf mijn 6e les krijgen. Ik krijg privélessen en mag elke dag in de week komen als ik kan.
Ik plaats mijn fiets bij de ingang en duw dan de glazen deur open om naar binnen te lopen.
‘Chiara! Ben je er weer meisje, we maakten al zorgen dat je niet meer kwam.’
Een mollige vrouw staat bij het mooie receptiebureau mij stralend aan te kijken. Haar knalrode jurk staat prachtig met de donkerode oorbellen die ze aanhad.
Ik lach, ‘ook hallo Carla, waarom maakten jullie je zorgen ik was hier twee dagen geleden nog.’
‘Ja, dat is waar, maar meestal ben je er elke dag en je weet hoe Meneer Feldan denkt over mensen die niet trouw naar zijn lessen komen.’ Zegt ze ondeugend.
Meneer Feldan is mijn leermeester. Toen ik hier voor het eerst lessen kreeg snapte ik niet waarom ze mij zo’n chagrijnige oude man als leermeester gaven. Ik schrok erg van de manier hoe hij mij les gaf, ik kreeg alleen maar oefeningen en kreeg geen moment rust. De hele dag was ik bezig en aan het einde van de week had ik altijd spierpijn. Begrijp me niet verkeerd, ik houd van de Cherin en het zwaardvechten. Ik dacht alleen dat ik een wat mindere zware training kreeg omdat ik toch geen volleerde Sherigan zal worden.
‘Ja, dat weet ik. Dus ik ga maar snel kijken waar hij is, voordat hij denkt dat ik vandaag weer niet kom,’ zeg ik zuur.

Ik loop de mooie gangen door en klop aan bij een houten deur.
‘Binnen.’ Klinkt het afgemeten antwoord.
Ik loop de ronde kamer in. De vloer is bedekt met een dikke dieprode tapijt en op de muren staan overal spiegels geplakt, omlijst met gouden randen. De uitsteeksels van de spiegels gaan op het plafon samen naar één punt toe, die weer overgaat in een mooie lamp.
Meneer Feldan staat precies midden in de ronde kamer. Zijn grijze haar zit in de perfecte jaren tachtig coupe gekamd en in zijn hand houd hij zijn leesbrilletje vast, die hij overigens net in het borstzakje van zijn donkerblauwe trui stopt.
‘Ben je er eindelijk weer?’
‘Ja, ik had de vorige twee dagen niet zoveel tijd,’ zeg ik wat ongemakkelijk ik krijg een sterk gevoel dat dit niet een makkelijke training zou worden.
‘Tsja, dan hebben we heel wat in te halen,’ zegt hij met een chagrijnige frons tussen zijn borstelige wenkbrauwen.
Ik had dus gelijk.
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
S.A.M.
Vulpen
Vulpen
Berichten: 441
Lid geworden op: 23 okt 2006 13:07

Ik heb moeite om mijn aandacht erbij te houden. Ik vind het niet leuk om te zeggen, maar het is eigenlijk best saai tot dusver. Er gebeurt nog niets bijzonders, origineels. Nu heb ik het gevoel dat er wel iets in het his gaat gebeuren - iets dat misschien het verhaal een fantasykarakter geeft - maar tot dusver is het een verhaal dat de lezers van de Tina schrijven. Er is geen spanning. Laat doorschemeren dat er iets aan de hand is. Laat iets aparts voorvallen. Nu is het nog te gezapig.
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

Ja, ik merk het ook wel een beetje. En ik zal erop letten, binnenkort zal er wel iets gebeuren, maar ik merk ook wel dat het begin een beetje te langdradig is. Daarom denk ik erover na het begin te herschrijven. Misschien dat het stuk dat ik morgen plaats wat meer spanning oproept...
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

Hier is weer een stuk...
Ik ben bezig het begin te herschrijven, alleen ik post nog niet het herschreven deel, want ik wil graag ook weten of het verhaal naar mate het verder gaat (ik ben op word namelijk al bij blz. 45) wat leuker word... :angel
Ik hoop dat dit stuk al wat beter is (ik werk eraan)
-------------------------------------------------------------------------------------

‘Pak je zwaard,’ hij knikt naar de zijkant van de kamer waar twee schedes staan.
Ik loop ernaartoe en pak een zwaard. Een eenvoudig ding. Pas nadat mijn lessen zijn afgerond krijg ik een eigen zwaard. En dan mag ik het nog niet in het openbaar dragen, dat mogen alleen Sherigans. Dan moet ik dus nog zo’n vijf jaar, je mag namelijk pas op je 20e examen doen en dan moet je nog zien te slagen. Meneer Feldan staat al klaar met zijn zwaard en ik ga voor hem staan.
‘We beginnen met een potje vrij vechten, kijken wat je nog allemaal onthouden hebt.’
Ik knik en begin met een reeks, steek, hak, snij oefeningen. Meneer Feldan maakt het me niet makkelijk en dringt me steeds meer achteruit waardoor ik mezelf steeds moet verdedigen. Verwoed probeer ik al zijn aanvallen af te weren, maar ik kan het niet helpen als zijn zwaard soms langs mijn arm scheert en net niet mijn kleding open haalt.
Zo staan we nog een half uur en ik begin het steeds warmer te krijgen.
‘Dit is genoeg.’ Zegt hij na een tijdje en ik sta bezweet na te hijgen.
Nog steeds gespannen van het vechten.
‘Je wordt steeds beter,’ zegt hij met een zuinig lachje.
‘Dank u.’
Ik zet vervuld met trots mijn zwaard tegen de muur.
Meneer Feldan was altijd zuinig met zijn complimenten en ik was blij als ik door hem geprezen werd.
‘Ik moet nog even wat dingen regelen. Ren acht rondjes om het gebouw en kom dan naar het Ringveld.’ Zegt hij met zijn afgemeten stem terwijl hij de deur uit loopt. Ik grom zachtjes en loop dan naar de uitgang van het gebouw om aan mijn rondjes te beginnen.

Als ik langs de receptie loop zwaait Carla nog even vrolijk. ‘Hou je het nog een beetje vol meisje?’
‘Het lukt wel Carla,’ zeg ik zuur en loop de Cherin uit.
Buiten begin ik aan mijn rondjes en geniet van het moment van vrijheid. Na de rondjes ren ik naar het Ringveld.
Ik bekijk een paar zwaardvechters die aan het trainen zijn en vraag me af waarom ik nooit Sherigan leerlingen zie trainen als ik er ben, dit gebouw is immers voor hun trainingen bedoeld. Ik zie Meneer Feldan staan en loop naar hem toe. Hij heeft een zak bij zich en geeft het aan me. Ik kijk erin en zie dat er grote brokken stenen erin liggen.
Als mij begint te dagen wat ik moet doen kijk ik hem ongelovig aan.
‘Dit meent u niet… ‘
‘Jawel dus, je rent het veld vijf keer heen en weer over met deze stenen op je rug.’
Ik kijk hem woedend en ongelovig aan. Dit slaat echt alles! Ik heb nog nooit stenen moeten dragen en ik was ook niet van plan het te doen.
‘Als je wilt dat je training doorgaat zou ik maar snel die stenen dragen,’ zegt Meneer Feldan geïrriteerd en hij likt langs zijn droge onderlip.
Ik zwaai met een ruk de tas op mijn rug. Dat had ik beter niet kunnen doen.
Mijn rug kreunt door de zware klap en Meneer Feldan kijkt me nog steeds, een beetje geamuseerd, afwachtend aan. Ziedend begin ik aan mijn opdracht. Ik vraag me af hoeveel stenen die man erin heeft gedaan, het lijkt net alsof ik honderd kilo meesleep.
De zwaardvechters staken hun training en kijken verbaasd toe.
Ja, die krijgen niet zo’n training als ik. Ik heb me altijd afgevraagd waarom ik niet zo’n training kreeg als hun, waarom ik apart was. Dan kijken ze me grijnzend na als ik met moeite het veld over hups.
Nadat ik eindelijk de vijf keer heen en weer heb gelopen komt Meneer Feldan weer naar me toe.
‘Hmm… dit zouden we vaker moeten doen. Er is niets beter dan een beetje echte lichamelijke oefening.’
‘Hoezo lichamelijke oefening? Ik heb geen één leerling dit ooit dit zien doen, waarom moet ik het dan wel? Ik ben hier alleen maar om het zwaardvechten.’
‘Zwaardvechten kun je alleen goed doen als je lichamelijke conditie goed op peil is. Aangezien jij het aangeboren talent hebt om snel te rennen, wil ik wat meer nadruk leggen op je spierkracht. De meeste leerlingen die hier les krijgen in zwaardvechten sjouwen inderdaad niet met rotsblokken, die hebben dan ook een andere soort training.
Ik probeer je een beetje meer bij te leren en wat krijg ik? Alleen maar geklaag. Je zou wel eens wat dankbaarder mogen zijn, ik doe hier niet mijn best voor mijzelf, maar voor jou jongedame.’
Ik kijk beschaamd naar de grond, dit is voor het eerst dat Meneer Feldan zoveel heeft gesproken en ik besef dat hij gelijk heeft.
Toch ben ik nog steeds gepikeerd dat ik voor al die leerlingen met brokken moest gaan rennen.

Meneer Feldan loopt het veld hoofdschuddend af, omdat ik niet weet wat ik anders moet doen volg ik hem. We lopen een soortgelijke kamer in als de rode, alleen is deze groen. Ook staat er een ronde tafel met stoelen in het midden.
‘Mensen zijn voorspelbaar geworden’ zegt Meneer Feldan.
Ik sta er maar een beetje bij, waar heeft hij het nu weer over? Ik wacht tot Meneer Feldan weer verder gaat, hij gaat op één van de stoelen zitten en praat weer verder:
‘Wat ik bedoel is dat je kunt weten wat mensen altijd willen hebben, macht.
Aan de andere kant van ons land zie je het al aankomen, Europa heeft ruzie met Amerika. De reden is simpel, ze willen allebei de macht over de ander en omdat ze weten dat ieder het wil voelen ze zich bedreigd. Mensen die zich bedreigd voelen gaan snel over in de aanval, ik vraag me af wie de eerste zal zijn. Ons land komt alweer in gevaar en de nieuwe generatie Sherigans is gewoon niet goed genoeg opgeleid.’
Ik schrik van die woorden, nog nooit heb ik iemand kritiek horen uiten over de Sherigans. Zelfs de mensen in de Cherin kijken uit dat ze de Sherigans niet beledigen.
Meneer Feldan glimlacht.
‘Ik zie dat je geschrokken bent? Ach, hoe kan het ook anders. Niemand in ons land durft ook maar enig mening te tonen wegens deze “buitengewone” strijders. Wees maar niet bang, ik heb zelf Sherigans opgeleid, vroeger. Het zijn net zulke gewone mensen als ieder ander, alleen hebben ze een betere training in de vechtkunst en strategie gehad. Het klopt dat ze een buitengewoon denkvermogen hebben en kunnen vechten als nog nooit gezien is, maar als je ze opgeleid hebt weet je hun zwakke plekken.
Vroeger werden de Sherigans beter opgeleid. Ze werden niet in virtuele hokjes gestopt waar ze tegen niet-bestaande wezens moesten vechten.
Nee, ze moesten ploeteren in de modder, stenen dragen tot ze erbij neervielen en dag en nacht vechten tegen tegenstanders die veel ervarener waren dan hun. Zo kweekten ze echte spierkracht en conditie. Als ze strategie moesten leren gingen ze het bos in om twaalf uur ’s nachts. Ze moesten vechten en denken met snelle reflexen. Het was niet gemakkelijk om een Sherigan te worden, zeker niet.’
‘Maar nu,’ Meneer Feldan snuift van verachting.
‘Ze krijgen allemaal dingen in hun hoofd gepropt, weten de best dingen te bedenken in noodsituaties, maar hebben nog nooit ervaren hoe je moet overleven in die situaties.’
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
Gebruikersavatar
Daian
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 28
Lid geworden op: 03 feb 2009 20:34
Locatie: Zwolle

Het laatste stukje wordt al interessanter. Alleen de training had wel iets meer beschreven kunnen worden. Beschrijf hoe ze haar zwaard hanteert. Iets simpels als dat zou het al een stuk interessanter kunnen maken.

Ik hoop dat je snel weer verder gaat ^^
Live your fantasy ~
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

Dankjewel voor de tip! :D Ik zal proberen het wat uitgebreider te beschrijven... Vanaf hier word het denk ik wel wat spannender...
Tips zijn nog altijd welkom! :P
-------------------------------------------------------------------------------------

Omdat het me nu wel duidelijk is dat hij nog wel even doorgaat schuif ik aan bij de tafel.
‘Denk je, dat als je tegen je tegenstanders vecht je ook een vijfsterren behandeling vooraf krijgt? Je moet strompelen in smeltend sneeuw vermengd met modder en in brandende hitte lopen zonder één druppel water. Denk maar niet dat ze geleerd hebben hoe ze dat moeten aanpakken. Nee, het enige wat hun interesseert is hoe ze met een zo moeilijk mogelijk plan de Tenebrae’s in de val laten lopen.’
Ik verstijf in mijn stoel als ik de naam van onze vijand hoor.
‘Maar hoe kunnen ze dat nou doen als ze zelf in de problemen raken…’ Meneer Feldan’ stem daalt en hij schud mistroostig zijn hoofd.
‘Dat moet u niet zeggen!’ Ik spring verhit op van mijn stoel, wat denkt die man wel niet? ‘Sherigans hebben altijd datgene gedaan wat goed was voor ons land. U kunt wel zeggen dat ze een slechtere opleidingen krijgen dan vroeger, dat wil nog niet zeggen dat het echt zo is. U hebt de Sherigans vroeger opgeleid, maar u weet niks van de opleidingen van deze tijd, u weet niks meer dan ieder ander gewone burger. Dus veroordeel ook niet iets waarvan u niet eens weet hoe het er allemaal toegaat.’
Zo! En nu kijken wat hij dáár op te vertellen heeft. In al mijn jaren is die man nog nooit zo onbeschoft geweest. Niemand, maar dan ook echt niemand, heeft het ooit in zijn hoofd gehaald om Sherigans te beledigen. Zelfs hun kleding niet, laat staan hoe ze opgeleid worden.Meneer Feldan mag lekker opscheppen, ik geloof hem toch niet. In al die jaren dat ik hier les heb gehad, heb ik nog nooit - zelfs niet in de wc, een Sherigan gezien, ook geen leerling.
Meneer Feldan keek met een flauw glimlachje naar mij.
Ik voelde me weer boos worden, wat had die man een lef! Ik bijt op mijn lip om hem niet weer een stortvloed van boze woorden te geven. Zwijgend zaten we daar een paar minuten en ik werd steeds ongeduldiger.
‘Je gelooft me niet.’
Meneer Feldan zei het als een vaststelling. Ik trek een gezicht, heeft hij toch ergens gelijk in. Meneer Feldan kijkt nog even bedenkelijk en staat dan op. ‘Agh, wat zit ik nou te bazelen over derest van de wereld. Ik zal je er niet meer mee lastigvallen, vergeef me’ mompelt hij, meer tegen zichzelf dan tegen mij.
Ik sta een beetje verbaasd op, eerst een hele preek geven en dan doen alsof het niks was? Hij had nog wel de Sherigans beledigd. Dat was niet iets dat zomaar vergeten kon worden.
Meneer Feldan loopt naar de deur, opent het en geeft met een koel knikje aan dat ik kan vertrekken. Nog steeds verbaasd sta ik op en loop automatisch de deur uit.

Als die met een dof geluidje dichtvalt besef ik wat er gebeurd is. Ik draai me boos om en ben van plan keihard tegen de deur te bonzen als ik me bedenk dat, dat het toch niet waard is. Volgens mij heeft die man ze niet allemaal op een rijtje, maar ach wat zeur ik? Ik ben hier toch alleen maar om te zwaardvechten.
Verward loop ik de gangen door.
Drie Sherigans hebben hun post verlaten…
Sindsdien is er niks meer van hun gehoord…

Zonder dat ik het wil schiet die gedachte door me heen. Ik schud hard mijn hoofd, stomme meneer Feldan. Het is allemaal zijn schuld.Twee maanden geleden stond dit bericht in de krant. Heel het land was geschokt van deze mededeling. Nog nooit, in heel de geschiedenis, is er een Sherigan vermist. Laat staan drie.Zou Meneer Feldan dan toch gelijk hebben? Nee! Niet aan denken, Meneer Feldan is een oude zwetser, die vertelt alleen maar onzin.
Toch spookt deze gedachte nog de hele dag door mijn hoofd.

Hoofdstuk 3
Drie maanden geleden.
Zwart. Dat was de kleur die deze nacht overheerste. Twee mannen en een jonge vrouw liepen door een nauw steegje. Een verrotte geur hing in de lucht terwijl ze nauwlettend om zich heen keken.
De mannen hadden elk een vreemd soort zwaard aan hun zijde, de vrouw echter, was een scherpschutter.
Een vreemd geluidje ontsnapte uit zijn mond. Direct keek het drietal gealarmeerd naar de hoek waar het geluid vandaan kwam.
‘Sst… Wil je soms dat ze ons ontdekken?’ Een kale man van middelbare leeftijd zat gehurkt naast hem.
Samen waren ze op een missie gestuurd, hij had het graag zelf afgehandeld, maar je moest de orders van de baas niet in twijfel nemen. Hij lachte, een geluid dat niet menselijk leek. Nee, dat moest je zeker niet. De drie mensen voor hen verstijfden ter plekke.
‘Bek dicht of ik snij je strot eraf!’ Siste de kale man nu.
Koel draaide hij zich om, ‘jij kunt mij niks doen, dat weet je toch, Gerfan?’Zegt hij met een lief stemmetje.
Gerfan keek hem met afgrijzen aan, met duidelijk minder zelfvertrouwen gaf hij antwoord: ‘ik zeg alleen dat je stil moet zijn, we hebben een missie niet een theekransje.’
Hij draaide zich van Gerfan af en keek naar de drie personen die nu een meter of twintig voor hen liepen. Achja, de missie.

Twee uur later lagen drie mensen bloedend op de smerige stenen grond. Voor de tweede keer deze avond lachte hij zijn akelige lach, dit keer hardop, walmend kwam zijn stinkende adem de besmette lucht in. Gerfan hield hem niet tegen. Waarom zou hij ook? Hij had deze nacht het onmogelijke gedaan! En daarvoor zou hij rijkelijk voor beloond worden.
Gerfan probeerde nu hij zijn kans zag nog weg te sluipen.
‘Waar denk jij heen te gaan?’ Zei hij zacht fluisterend. Gerfan verstijfde in zijn vluchtpoging.
‘Jij hebt niemand vermoord,’ hij trok een bedenkelijk gezicht ‘als ik me niet vergis had je die vrouw niet tegen kunnen houden.
Tut-tut, ze had wel alarm kunnen slaan. Je weet wat er dan had kunnen gebeuren toch?’ Grijnzend ging hij voor de inmiddels trillende Gerfan staan.
‘Juist ze hadden ons kunnen vinden en vermoorden.’ Hij pakte zijn werpmes uit zijn schede en bekeek grijnzend Gerfans reactie.
‘En omdat haar poging tot dat mislukt is, dacht ik, ik zal in ieder geval de helft van haar plan voltooien.’’
‘Ne- ee… ‘ Gerfan had het voor elkaar gekregen om een geluid uit zijn keel te produceren.
Koel keek hij hem aan. ‘Te laat, jochie.’ En met die woorden sneed hij hem de keel door. Glimlachend liet hij de vier doden achter.
De baas zou trots op hem zijn.
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
Gebruikersavatar
Daian
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 28
Lid geworden op: 03 feb 2009 20:34
Locatie: Zwolle

Ah, het wordt al een stuk interessanter. Ik wacht nog op de rest... :P
Live your fantasy ~
Gesloten

Terug naar “De Poort Naar De Andere Wereld”