*

**
Liefde en passie nemen elke drempel weg
***
Ik roer verveeld met mijn teen kringetjes in het water. Het is paasvakantie en ik had besloten rond te gaan hangen bij het zwembad. De zomer is te vroeg gekomen dit jaar en het weerbericht voorspelt dan ook een hitte golf. Ik heb mijn ogen tot spleetjes geknepen, omdat het voorjaarszonnetje fel in het water reflecteert. Het is bloedheet en het zwembad is nog enigszins verkoelend, net als een ijsje dat ik af en toe ga kopen bij de ijscoman die zich tactisch geplaatst heeft. Hoewel iedereen de hele tijd aan het klagen is over de brandende zon, vind ik het nog wel meevallen. Ik houd wel van wat warmer weer. De kou? Dat is niets voor mij, doe mij maar een hitte golf. 
**
Liefde en passie nemen elke drempel weg
***
Het buitenzwembad is druk bezet met mensen; er is nauwelijks plaats voor nog meer zwemmers, zonnebaders en andere recreanten. Naast me zit een meisje met donkerblonde haren in een paardenstaart die om en neer beweegt wanneer zij met haar hoofd draait. Ze heeft kleine, bruine kraaloogjes die je doordringend kunnen aankijken wanneer ze het niet met je eens is. Vandaag had ze gekozen voor een oranje, bebloemde bikini. Ze praat tegen me, ik weet het, maar luisteren doe ik niet echt. Af en toe knik ik even, maar ik ben meer geïnteresseerd in de ronde kringetjes die na het produceren groter worden en langzaam vervagen in het water of overgaan in een lichte golf. De rondjes variëren elke keer en je kan nooit weten hoe het uit zal zien en hoe ze zullen verdwijnen. Ik besef dat het leven net zo is, het leven is ook variabel. Elke beslissing die je maakt, heeft gevolgen op de rest van je leven. Had je een andere beslissing genomen dan had je leven er heel anders uitgezien. Ik heb er eigenlijk nooit zo over nagedacht. Zou ik een zonnesteek hebben? Of krijg ik nu dan eindelijk dat langverwachte verstand?
Het meisje naast me praat nog steeds tegen me, ze heet Cynthia. Ik ken haar, zij mij. Zij had mij meegevraagd naar het zwembad, de reden is voor mij onbekend. Ik heb nooit echt veel met haar gepraat, ze behoort dan wel tot mijn vriendengroep, maar we hadden nooit echt contact met elkaar gehad. Maar zij vind blijkbaar dat ze nu in het honderduit mag praten nu ik eenmaal ‘ja’ gezegd heb.
Ik schrik op wanneer ik een por in mijn zij krijg. Blijkbaar was ik vergeten bevestigend te knikken en had zij het doorgekregen dat ik niet echt luisterde.
‘Luister je wel,’ vraagt ze me kattig.
‘Huh?’ Het komt er erg vermoeiend uit.
‘Luister je wel naar wat ik allemaal gezegd heb?’ Ze is inmiddels opgestaan en staat nu imposant voor me.
‘Je staat in de zon, ik lig nu in de schaduw,’ grap ik, proberend serieus te blijven.
Ze zucht hard en gaat weer zitten op het witte ligbedje. Het is even stil en ik sluit mij ogen voor een poosje. Na een tijdje begint Cynthia er weer op los te ratelen als een machine. Ik probeer me er voor af te sluiten en op een gegeven moment stopt ze dan ook.
Het is stil. Te stil. Ik voel dat er iemand dichter op me schuift en dat die iemand het zo zacht mogelijk probeert te doen. Snel open ik mijn ogen en spring op. Ik zie dat het Cynthia was.
‘Ik ga nog een ijsje halen,’ zeg ik snel. Voordat ze ook maar iets kan zeggen, ben ik al weggelopen terwijl zij mij verbaasd nakijkt. Ik kies dit keer voor een simpel waterijsje met een aardbijen smaak. Terwijl ik terug slof naar mijn ligbedje vangen mij ogen haar op. Het is alsof ik niemand anders meer zag, alsof het zwembad opeens veel minder druk is. Maar het is wel druk, maar toch heb ik alleen maar aandacht voor het meisje dat is aan het pootjebaden in het water. Ik loop langs Cynthia die hoopvol opkijkt – ze zag waarschijnlijk een glimlach van hier tot Tokio op mijn gezicht -, maar ik loop straal langs haar heen. Ze zit aan de andere kant van het bad en ik loop erom heen in de richting van haar. Ik wandel zo langzaam als maar mogelijk is om haar maar zo goed mogelijk te kunnen bekijken. Haar bruine, krullende haren wapperen in op en neer. Nee, dat is niet waar, want wind is er niet op deze windloze, bloedhete dag. Die mooie bruinen haren heeft ze wel. Haar ogen zijn groot en hebben een prachtige diepe, zeeblauwe kleur. Eigenlijk meer de kleur van de lucht op dit moment. Ze twinkelen vrolijk en ook haar kleine volmaakte mondje glimlacht. Heel even denk ik, dat ze zag dat ik naar haar keek, maar ik realiseer me dat ze niet had opgekeken. Vertwijfeld loop ik verder, steeds zelfzekerder. Ik moet met haar praten, fluister ik mezelf in. Dat zelfzekere gevoel verdwijnt letterlijk als sneeuw voor de zon wanneer ik naast haar sta. Ze kijkt niet op en ik besluit naast haar te gaan zitten.
‘Goedemiddag,’ groet ik haar beleefd.