Het voelde niet echt goed. Ik durfde niet aan mezelf toe te geven dat ik eigenlijk niet kon kiezen. Jeremy vroeg me vaak of alles wel goed met me ging, als ik in de klas weer eens dromerig uit het raam zat te staren. Van mijn moeder had ik ook al een paar keer de vraag naar me toe geworpen gekregen, of ik soms ziek was. Ja, misschien was ik wel ziek. Ik voelde me ziek. Iedere keer als Jeremy me een teder kusje wilde geven, draaide ik mijn hoofd opzij. Daarna corrigeerde ik mezelf wel snel weer, en zoende hem terug. Maar hij voelde ook dat er iets niet goed was.
"Ik ga het je toch nog een keer vragen, Daphne. Heb je nou wel of niet voor mij gekozen?"
Zijn stem trilde, en ik wist (omdat het een gevoelige jongen was), dat hij ieder moment kon gaan huilen. Daar kan ik slecht tegen, mannen die huilen. Daarom loog ik maar:
"Ja, lieverd, ik heb voor jou gekozen. Dit hebben we toch al eens besproken?"
"Jawel," zei Jeremy zuchtend, "maar waarom doe je dan zo... zo..."
"Zo?"
"Zo afstandelijk. Alsof wat wij hebben niet mag, of zo..."
Ik trok één wenkbrauw op.
"Ja, ik weet ook niet hoe ik het anders moet omschrijven," beantwoordde hij mijn blik en haalde zijn schouders op.
Ik liep naar hem toe, streek met mijn hand door zijn blonde haar en zoende hem. Ik acteerde goed, het kwam heel zeker over.
"Hou nou maar op met dat getwijfel. Ik hoor bij jou, dat heb ik je al zo vaak gezegd."
Hij knikte opgelucht. Hij gaf me een knuffel.
"Oké. Ik hou van je, dat weet je, toch?"
"Ja, natuurlijk! Ik hou ook van jou..." Hmm... Dat laatste kwam er toch weer ietsjes te onzeker uit.
Onze woonplaats was, en is nog steeds niet zo groot. Er is welgeteld één hotel in de buurt, in een iets grotere plaats verderop.
Vijf dagen nadat ik Miguel had gezien, ging Jeremy als begeleider mee op brugklaskamp. Dat vindt-ie leuk, beetje lol maken met die kiddo's, zoals hij dat zelf zegt. Ik heb uiteraard vriendelijk bedankt, ik vond één keer meer dan voldoende.
Hoe het ook zij, ik was wel alleen dat weekend, plus de donderdag en vrijdag daarvoor. Die eerste twee dagen kon ik me beheersen, maar in het weekend ging het mis. Het was echt nog niet over. Ik moest en zou Miguel nog een keer zien, als hij er tenminste nog was.
Ik zei tegen mijn moeder dat ik naar Jorinde ging, mijn beste vriendin. In werkelijkheid fietste ik door de polders in de regen, naar de stad in de buurt waar het hotel was. Zeiknat zette ik mijn fiets op slot voor de ingang en liep ik naar de deur. Onder het afdakje probeerde ik in de weerspiegeling van het raam mijn haar enigszins te fatsoeneren, zonder al te veel succes. Gelukkig had ik wel de moeite genomen om een regenjas aan te trekken, anders was het nog erger geweest.
Ik liep het hotel binnen en zag een meisje achter de balie zitten. Ze speelde met puntjes van haar (waarschijnlijk geverfde) platinablonde haar en ze kauwde op kauwgom. Ook walgelijke roze lippenstift. Ik vermoedde dat ze erg om werknemers verlegen zaten bij dat hotel, en daarom drastische maatregelen hebben moeten nemen.
Ik liep naar de balie toe.
"Ehm, pardon," begon ik.
"Hallo, kan ik u helpen," vroeg ze quasi-opgewekt.
"Ja, ik vroeg me af of Miguel Ramón y García hier verblijft..." Ik beet op mijn onderlip. Duimen.
"Ehm, ik zal even in de computer kijken..."
"Graag."
"Ja, Ramón y García, ik zie hem. Hij blijft tot volgende week woensdag. Als het goed is..."
Ze zette zich af met haar roze pumps en rolde met haar bureaustoel naar de kast met kamersleutels.
"Ja, hij is nu gewoon op zijn kamer. Wilt u dat ik hem bel, en zeg dat er bezoek voor hem is?"
Ze viel me toch mee.
"Als dat zou kunnen, graag."
Ze pakte de telefoon en drukte een toetsencombinatie in.
"Hello, mr. Ramón? There is a visitor for you. Ehm... it's a girl, sir." Ik glimlachte.
"Okay, I'll tell her. Thank you, sir."
Ze legde de hoorn op de haak en keek me vriendelijk aan.
"Kamer nummer tweeënveertig, op de tweede verdieping, u kunt naar hem toe."
Ik zuchtte opgelucht.
"Dank u."
Ik stapte in de lift en begon me af te vragen waar ik in hemelsnaam mee bezig was. Wat dacht ik hier nou mee te bereiken? Ik kon de tijd niet terugdraaien door naar hem toe te gaan. Toen bedacht ik me dat het ook niet echt onderdeel was van een plan, maar dat ik hem gewoon wilde zien. Hij was nu nog hier, straks was hij weer weg en dan zou hij voorgoed verdwijnen uit mijn leven. Dan moest ik genoegen nemen met Jeremy. Niet dat dat een probleem was, ik hield ook van Jeremy. En voordat Miguel terug kwam was ik ook helemaal tevreden met hem. Tenminste, meestal dan.
De deuren van de lift gingen open en ik liep langs de deuren. Ik kreeg een apart vakantie-gevoel. Alhoewel ik op Mallorca in een huisje sliep, niet in een hotel. Met mijn ouders had ik wel altijd in een hotel geslapen.
"Veertig, eenenveertig, tweeënveertig," telde ik zachtjes in mezelf. Ik stopte voor de laatste deur. Ik nam diep adem, en klopte aan. Mijn hand trilde toen ik met mijn knokkels op de deur tikte. Een fractie van een seconde later vloog de deur open en trok Miguel me in zijn armen.
Tjonge, heb even een inspiratiebom, geloof ik!
Er komt gauw weer een stukje.