Arigato, Nande-chan!!

______________________________
Hoofdstuk 2
*Misa*
Ik ben Misa, een wees van 15 jaar oud. Het enige dat ik van mijn ouders weet is dat mijn vader een violist was en mijn moeder de dochter van de directeur van een belangrijke muziekorganisatie die wereldwijd bekend was, de Lunair, mijn waren beide van compleet verschillende niveaus en mochten dus niet samen zijn, maar toch werden ze verliefd op elkaar. Toen mijn moeder zwanger werd en haar vader erachter kwam wie de vader van het ongeboren kind was, verstoten hij zijn eigen dochter en ontsloeg hij mijn vader. Dat was zowel een hele klap voor mijn ouders als voor de Lunair, wand mijn vaders viooltalenten waren groots en over de hele wereld waren mensen die naar hem luisteren wouden, de reputatie van de Lunair ging met het ontslag van mijn vader pijlsnel omlaag terwijl mijn ouders onderdak zochten in een weeshuis, het Childslive weeshuis, een tijdje nadat ik geboren was vonden een paar mensen van de Lunair mijn vader en wouden ze hem meenemen, toen hij weigerde doodde ze hem, mijn moeder kon het verdriet niet aan en stak zichzelf neer op de begrafenis van mijn vader, mij en de viool in het weeshuis achterlatend. Deze viool is mijn dierbaarste bezit en ik zal er nooit afstand van doen, ook al zegt hij dat hij behekst is en de ziel van mijn dode vader er in opgesloten is.
“Misa, dit is Mme Phileine, de hoofdzuster van het St. Katherina’s. Mme Phileine, dit is Misa, het overplaats weeskind.” Miss Deborah glimlacht naar me, zij is al die jaren dat ik in her Childslive weeshuis gewoond heb als enige aardig tegen mij geweest, ze is als een soort moeder voor me.
“Prettig kennis te maken, Mme Phileine.” Zeg ik beleeft terwijl ik buig. Mme Phileine begint te lachen, niet op de aangename, vriendelijke manier van Miss Deborah, maar met een lach die kraakt van de ouderdom.
“Je hoeft hier niet te buigen hoor, Misarelle.” Haar stem klinkt al bijna net zo oud als haar lach. Ik knik als ik de hand van Miss Deborah op mijn schouders voel.
“Ze is de regels en gebruiken van het Childslive weeshuis gewend, vergeef mij.”
“Dat maakt niet uit, ik laat wel iemand ónze regels en gebruiken leren.”
“Dat zou fijn zijn.” Mme Phileine knikt. En kijk mij onderzoekend aan. Ik voel me ongemakkelijk onder die blik, waarom kijken mensen me altijd zo aan? Is er zoveel mis met mij? Ik zie haar blik naar mijn violenkoffer gaan.
“Speel je een instrument, Misarelle?”
“Ja, Mme Phileine.” Mme Phileine knikt wrijft in haar stokoude handen.
“En hou je van muziek?”
“Ja, heel erg veel, Mme Phileine.” Ze knikt weer.
“Dan weet ik precies wie ik kan aanwijzen tot jou begeleider de eerste weken.” Ik kijk op. Wat bedoelt ze? Blijkbaar ziet ze mijn vragende blik, want ze zegt snel: “Er is in dit weeshuis een meisje, Lisarelle, ze houd ook heel erg veel van muziek en volgens mij zijn jullie ook nog eens even oud.” Ik zie Miss Deborah knikken.
“Het zal prachtig zijn als je gelijk vrienden maakt.” Fluistert ze in mijn oor. Ik knik, ja dat zou prachtig zijn.
Miss Deborah is net weg en Mme Phileine heeft mijn persoonlijke gegevens opgeschreven in een dossier. Ook heeft ze het meisje geroepen wat mijn begeleider word de aankomende weken. Ze is alleen nog niet gekomen, misschien slaapt ze? Want Mme Phileine heeft al drie keer geroepen, haar gezicht is een beetje rood geworden. Ik hoor zachte voetstappen, ze stoppen vlak naast de deur. Ik houd er niet van als iemand in mijn buurt schreeuwt, maar dit ziet er eigenlijk best wel grappig uit en ik moet toegeven, die rode kleur staat haar goed.
“LISARELLE!!!” Een meisje van ongeveer 15 loopt naar binnen, ik had me die voetstappen dus niet verbeeld.
Het meisje heeft een donkere tint bruin haar en bosbruine ogen, ze draagt een donkere broek, een T-shirt en een te groot vest, ze ziet er best knap maar eenzaam uit. Om haar nek hangt een zilveren ketting met een zwarte steen die zilver glanst; Hematiet, Bloedsteen!!
“Ja?” Het meisje kijkt onschuldig terwijl Mme Phileine’s gezicht alleen maar roder wordt “Is er wat?” Vraagt het meisje terwijl ze een paar keer met haar ogen knippert
“Lisarelle, ik heb vier keer geroepen!” Blijkbaar kan Mme niet zo goed met dit meisje opschieten.
“Maar Mme Phileine, ik heet Lisa en niet Lisarelle.” Ik moet lachen, maar probeer het te smoren. Mme kijkt het niet gemerkt te hebben wand ze schraapt haar keel
“Lisarelle, ik wil je aan iemand voorstellen,” zegt Mme Phileine terwijl ze een gebaar naar mij maakt “dit is Misarelle.” Ik moet nog steeds een beetje lachen. “Ik wil dat jij haar de gebruiken en regels van het St. Katherina’s leert.” Het meisje kijkt even naar Mme Phileine en dan weer terug naar mij. “Misarelle word jou nieuwe kamergenoot. Geef haar een rondleiding door het gebouw en vergeet vooral de bidruimte niet.” Blijkbaar eindigt Mme Phileine hiermee het gesprek. Ik pak mijn violenkoffer en kijkt het andere meisje aan, ze stopt haar handen in haar zakken en loopt de gang op, ik volg.
Als we een tijdje gelopen hebben zegt het meisje: “Ik ben vorig jaar ook hierheen overgeplaatst, toevallig hé”
Ik lach: “Toeval bestaat niet” We lopen en praten nog een tijdje, ik kom erachter dat ze Lisa heet en ook al haar hele leven in weeshuizen woont, alleen dat zij al zes keer overgeplaatst is, dat is best veel. En ook dat zowat iedereen in het weeshuis haar verafschuwd, terwijl ik niets ‘raars’ aan haar kan ontdekken. Misschien omdat ze een bloedsteen om haar nek draagt? Of omdat ze zich anders kleed dan de andere meisjes hier? Ik zou het niet weten.
Nadat Lisa mij de bidkamer heeft laten zien, een grote ruimte die op de binnenkant van een kerk lijkt, gaan we naar onze kamer. Als we binnen komen zie ik dat de kamer netjes in twee delen is gesplitst, aan de ene kant een bed en een kledingskast, aan de andere kant ook een bed en een kledingskast en in het midden een nachtkastje. Het valt me wel op dat de rechter kant van Lisa is, die is vol gehangen met tekeningen en posters van rockbands en violen, ik blijf naar de poster van een rockband met een violist in het midden, rechts bovenin de poster zie ik een maar al te bekend logo; het logo van de Lunair.
“Is er wat, Misa?” Vraagt Lisa me, ik schrik op en kijk om. Lisa staat achter me.
“Nee, hoor.” Ik zie haar gelijk wantrouwig kijken.
“Zeker weten?” Ik knik, Lisa haalt haar schouders op en loopt naar mijn kant van de kamer, waar mijn hutkoffer staat. “Zal ik je helpen met uitpakken?” zonder op mijn antwoord te wachten draait ze zich om en opent mijn koffer. Ik loop naar haar toe, met mijn vioolkoffer in mijn hand, ik leg het op mijn hoofdkussen en begin samen met Lisa mijn hutkoffer uit te pakken.
“Wie zijn dit?” Ik kijk op met een paar boeken in mijn hand. En zie dat Lisa de foto van mijn ouders in haar hand heeft.
“Mijn ouders,” zeg ik, terwijl ik snel de boeken aan de linker kant van het nachtkastje leg.
“Oh, ik wist niet dat.. eh.. sorry…” Lisa slaat haar ogen neer. Ze denkt vast dat ze me gekwetst heeft.
“Geeft niet, ik kan me niet veel van ze herinneren.” Lisa kijkt weer op
“Ow, okey.” Ze geeft me de foto. Ik dacht dat ze het wel opgemerkt zou hebben, niet dus. “Heej. Misa?” Of toch..?
“Ja?” Ik zet de foto neer en draai me om.
“Zou het kunnen zijn dat,” Lisa loopt naar haar kant van de kamer, naar de posters, “dat jou vader hem is?” Ze wijst naar de poster waar ik een tijdje geleden nog naar stond te staren!!
“Ja.” Ik plof op mijn bed neer terwijl ik naar Lisa blijf kijken. Kent ze mijn vader? Is ze een fan van hem? Heeft ze hem een keer ontmoet? Nee, dat kan niet, ze is ongeveer zo oud als ik ben. Ik kijk naar het logo in de rechter bovenhoek. Weet Lisa iets over de Lunair?