Mijn storm

Hier kun je verhalen vinden waar langer dan een half jaar niet aan geschreven is of op gereageerd. De verwachting is dat deze verhalen niet meer afgemaakt worden. Staat jouw verhaal hier en wil je verder schrijven? Neem dan even contact op met één van de moderators, dan wordt je verhaal teruggezet.
Gesloten
Gebruikersavatar
Laura
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 994
Lid geworden op: 20 mei 2007 10:09
Locatie: Tiel
Contacteer:

Een verhaal dat ik samen met xYaartje schrijf. We schrijven allebei, om de beurt, een hoofdstuk. Ik hoop dat jullie het wat vinden :)

Hoofdstuk 1. Door Laura.
Ik sta op en zucht. Een wolkje, als teken van kou, ontsnapt uit mijn mond. Ik ril en klappertand. Met mijn voet schuif ik de pot met sneeuwklokjes nog iets verder het graf op.
“Voor jou mam. Omdat je ze zo mooi vond.” Zeg ik luid.
Ik kniel bij het graf en graai in het grind, hier moet die ergens liggen. Al snel voel ik een vervelende prik in mijn wijsvinger en zuig het bloed dat eruit glipt weg. Precies zoals mam wilde, pak ik de niet meer zo tedere witte roos en leg hem op het graf van pap, er naast. Door het kille snijdende weer trillen mijn handen en raakt een doorn mijn middelvinger.
“Witte rozen hebben veel doorns. Jullie ook.”
Ik spring op, begraaf mijn handen in mijn zakken en loop driftig weg.

Mijn vader ligt er nog niet zo lang. Hooguit drie weken. Vier, misschien. Of vijf. Het doet er niet toe.
Sinds de dag dat mijn moeder haar plan vertelde ben ik mijn gevoel voor tijd kwijt. Dat moet zo’n twee jaar geleden zijn, aan de eettafel. We zaten er met z’n drieën en hadden net een heftige herfststorm achter de rug. De deuren en ramen klapperden en alles regende naar binnen. Mam begon te schreeuwen en te gillen dat alles dicht moest, ze stampte naar boven en trok de gordijnen met een enorme ruk naar links. De donkergroene gordijnen scheurden en de rails hing scheef. “Frank!” riep ze gefrustreerd. Hij kwam naar boven en legde zijn handen op haar schouders om haar te kalmeren, ik stond onderaan de trap de twee aan te gapen. Zij sloeg zijn armen weg en gaf zijn troostende woorden een klap. Hij bleef kalm en liep rustig heen en weer over de overloop. Uit nieuwsgierigheid klom ik de trap op, maar na drie trede’s durfde ik niet verder.
De bovenverdieping bestond uit drie dingen: witte deuren, grote glazen ramen van de vloer tot aan het plafond en donkergroene gordijnen. Rechts, aan het eind van de overloop, tussen twee deuren in was er zo’n raam.
Toen mijn vader naar dat raam liep vloog er een steen door de ruit. Hij stapte opzij, maar mijn moeder bleef staan totdat ze werd geraakt en op de grond viel. Boven haar linkerwenkbrauw zat een enorme wond. Toen ik haar zag schrok ik en ben ik weg gerend.
Uiteindelijk zei ze dat ze weg ging. Waarom, wanneer, hoe dan ook. Ze zou weg gaan.

Ik ben een mengeling uit twee bizarre karakters. De dochter van een schrijver, een poëtische man. Het kind van een zangeres, een mysterieuze Engelse vrouw.
Hoe mijn vader schrijver is geworden, weet ik niet. Waarom is mij een vraag. Zijn grootste inspiratiebron was mijn moeder, maar autobiografieën schreef hij niet. Zijn beroemdste boek heette Leonet. Mijn moeder was Leonet.
Hoe mijn moeder in Nederland is gekomen, weet ik niet. Waarom is mij een vraag. Haar stem heb ik nog nooit horen zingen en waarom heb ik haar nooit gevraagd. Af en toe praatte ze Engels. Mijn moeder komt uit een andere wereld.
Ik ben het kind van twee verloren zielen, denk ik. Mijn hele leven is een puinhoop.
Mijn moeder verliet mij. Ze sprong van een viaduct.
Mijn vader deed hetzelfde ongeveer een maand terug. Hij sprong van de andere kant van het viaduct.

Nu woon ik bij mijn neef. Hij is zo’n zes jaar ouder, ik gok dat hij 21 is. Hij is de enige familie die ik nog heb. Zijn moeder, de zus van mijn vader, is verdwenen. Haar man is zwerver.
Misschien ben ik niet verlaten. Misschien was het een verlossing.
"It's the regular days, the ones that start out normal, those are the days, that end of being the biggest, and today, with you, it was beautiful." – Grey’s anatomy
Gebruikersavatar
Elice*
Balpen
Balpen
Berichten: 175
Lid geworden op: 07 apr 2007 23:21
Locatie: Haarlem

Ik vond het heel erg mooi beschreven, er zit heel erg veel gevoel hierachter en dat vind ik fantastich :super

Ik ben harstikke nieuwschierig wat hierna volgt :)
het aller mooiste geschenkt,
Is het gebaar.
xYaartje
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 251
Lid geworden op: 13 jul 2009 22:49

@ Elice*: Dank je wel voor je reactie, hier heb je mijn hoofdstuk!

-------------
Hoofdstuk 2. Door Yara.
Vanuit mijn ooghoeken volg ik iedere beweging van het meisje, hoe ze het kleine, zwarte, smeedijzeren poortje opent van de begraafplaats opent en uiteindelijk – zoals iedere dag – hetzelfde pad volgt, dat ik inmiddels al uit mijn hoofd ken. Een stukje rechtdoor, uiteindelijk linksafslaat, een keer rechtsafslaat en dan is ze er en knielt ze altijd neer in het midden van twee graven.
Je zou haast denken dat haar ouders daar liggen begraven, ze kijkt dan altijd zo verdrietig. Ja, je kan om iedereen verdrietig zijn, maar toch…
Als ze uit mijn zicht is, sta ik recht en loop richting het poortje. Eenmaal daar door heen gegaan te zijn, loop ik de route over die zij altijd neemt. Bij één graf in hetzelfde laantje kniel ik neer en leg mijn hand erop. Mijn opa, mijn trouwe vriend, ligt hier begraven, nog niet zolang. Hooguit een maand.
Vanuit mijn ooghoeken zie ik hoe ze opstaat en uiteindelijk wegloopt. Elke beweging die ze maakt, volg ik, onbewust, maar ik merk wel dat het steeds vaker, bewuster word. Ze is wat anders dan andere meiden en dat maakt haar gedeeltelijk interessant.
Ik wacht uiteindelijk vijf minuten tot ik mijn hand van het graf afhaal en sta langzaam op.
“Tot morgen opa, als ik op tijd ben, kom ik op dezelfde tijd als vandaag,” zeg ik zachtjes.
“Johan, waar was je zolang?” klinkt de warme stem van mijn moeder, vanuit de keuken, als ik de voordeur achter mijn dicht toe. Voor ik antwoord geef hang ik eerst mijn jas op en loop naar de keuken, waar de geur van gebakken aardappels mijn neusgaten binnendringt.
“Hm…” mompel ik en loop naar mijn moeder toe, die druk bezig is met de aardappels. Met een spatel draait ze sommige om en kijkt even naar mij.
“Ik was bij het graf van opa,” zeg ik dan alsnog, het is misschien wat laat om als antwoord te geven, maar ach, beter laat dan nooit.
“Je komt er elke dag, hetzelfde tijdstip, vanwaar is dat toch?” ze kijkt me vragend, doch nieuwsgierig aan, maar ik haal alleen mijn schouders op. Ze hoeven niet te weten dat het vanwege dat mysterieuze meisje is. Alhoewel, ik kan moeilijk dingen verzwijgen voor haar, ze is de liefste moeder die je je kan wensen en mijn vader is de beste vader.
“Er loopt op hetzelfde tijdstip altijd een meisje rond, ze is nogal mysterieus en nou ja, het is verder een gewoonte geworden om elke dag naar opa te gaan,” zeg ik en loop ondertussen naar de witte koelkast in de keuken. Ik voel de ogen van mijn moeder in mijn rug branden en draai me dan ook om, voor ik dan ook wat te drinken pak draai ik me om en kijk haar aan.
“Vind je haar leuk?” vraagt ze. Met een zucht strijk ik met een hand door mijn zwarte haren en kijk mijn moeder nog even aan.
“Nee, ik weet het niet…” zeg ik naar eerlijkheid en draai me dan om. De cola haal ik uit de koelkast en loop naar één van de kastjes om een beker te pakken, ik schenk er cola in en loop uiteindelijk richting de keuken – nadat mijn moeder mij uit de keuken heeft gejaagd.
“Hoi pap,” zeg ik met een glimlach en plof naast hem neer. De televisie staat op één of andere soapserie, en met enige interesse – vooral de meiden – kijk ik met hem mee.
“Weet je wat we eten?” vraagt hij dan. Ik kijk mijn vader even aan, die net zulk pikzwart haar heeft als dat ik heb.
“Iets met gebakken aardappels,” mompel ik. Mijn vader grinnikt en ik kijk hem even aan. dan haal ik mijn schouders op, het zal wel niks bijzonders zijn.
“Zo, hoe is het mijn twee mannen?” hoor ik mijn moeder dan zeggen en zet een bord op mijn schoot, ook op die van mijn vader zet ze een bord. Even later komt ze zelf terug met een bord en gaat bij ons zitten. Ik glimlach en denk even aan het meisje van de begraafplaats, zal ze net zo gelukkig zijn als dat wij zijn? Alhoewel, daar heb ik zo mijn twijfels over. Ze zag er zo bedroefd uit vanmiddag, bedroefder als anders.
Mirry
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 591
Lid geworden op: 26 mar 2008 16:06

Hey Laura!

Ik reageer eerst op jouw stukje :P Beetje regelmaat moet erin kunnen zitten en je hebt aangegeven dat je het niet erg vind als ik reageer :P Dus hier ga ik dan :P

Ik vind het een sterk begin. Je ontvouwt langzaam wat er gebeurd, zonder dat het verhaal te snel gaat en dat vind ik zeker een plus. Sommige beschrijvingen zou je net iets sterker kunnen maken, zelfs al schrijf je in de tegenwoordige tijd en ik-vorm. Mijn mening over ik-vorm is algemeen bekend zo langzamerhand vermoed ik, dus die uitleg ga ik niet weer geven. ;) Ik zal gewoon gaan reageren op het verhaal zelf in plaats van een hoop onzin weg te ratelen.



Laura schreef:Ik sta op en zucht. Een wolkje, als teken van kou, ontsnapt uit mijn mond. Ik ril en klappertand. Met mijn voet schuif ik de pot met sneeuwklokjes nog iets verder het graf op.
“Voor jou mam. Omdat je ze zo mooi vond.” Zeg ik luid.
Op zich is er helemaal niets mis met dit stukje, op de laatste zin na. Dat dialoog sluit je niet helemaal goed af, maar verder ziet het er echt netjes uit. Toch zou je in dit stukje een aantal versterkende factoren kunnen brengen die je verhaal een grotere emotionele lading geven. Hierin zijn de wat korte zinnen als een goed begin en de kou is zeker weten een hele mooie toevoeging die je al gemaakt hebt. Wat je hier eventueel nog toe zou kunnen voegen is wat de persoon voelt en dan bedoel ik niet direct de emoties over het staan aan een graf, maar lichamelijke gevoelens. Bijv.

Ik zucht en sta op. Mijn adem ontsnapt als een wolkje uit mijn mond en ik ril. Ik klem mijn klapperende kaken echter op elkaar en glijd kort met mijn hand over een vochtige plek op de knie van mijn broek. Daarna stop ik mijn verkleumde handen diep weg in de zakken van mijn jas en schuif met mijn voet een pot met sneeuwklokjes nog iets verder het graf op. Het schrapende geluid probeer ik te negeren.
“Voor jou mam. Omdat je ze zo mooi vond,” zeg ik luid.


Overigens, als je de laatste zin anders had geformuleerd, dan was hij wel correct geweest. Zoals: “Voor jou mam. Omdat je ze zo mooi vond.” Ik zeg de woorden luid, alsof ze me dan toch kan horen.

Het ligt er net aan hoe je ervoor kiest om iets neer te zetten dus. ;)
Laura schreef:Ik kniel bij het graf en graai in het grind, hier moet die ergens liggen. Al snel voel ik een vervelende prik in mijn wijsvinger en zuig het bloed dat eruit glipt weg. Precies zoals mam wilde, pak ik de niet meer zo tedere witte roos en leg hem op het graf van pap, er naast. Door het kille snijdende weer trillen mijn handen en raakt een doorn mijn middelvinger.
“Witte rozen hebben veel doorns. Jullie ook.”
Ik spring op, begraaf mijn handen in mijn zakken en loop driftig weg.
Dit vind ik een sterk stukje. Het geeft duidelijk iets weer over de relatie tussen haar ouders, maar ook haar gevoelens erover. Waar ik wel mee zit is dat ze zich in de tweede zin al prikt, en in de vierde weer (geweldige beschrijving van het weer overigens!) dus misschien in de vierde zin een toevoeging maken dat ze weer een doorn raakt? Ook vind ik de derde zin nogal verwarrend? Misschien zou je hem in tweeën kunnen hakken. Ik denk dat hij emotioneel gezien dan ook meer toe zal voegen aan je verhaal.

Precies zoals mam wilde pak ik de, niet meer zo tedere witte roos en leg hem op het graf van pap. Vlak naast dat van haar.
Laura schreef:trede’s
treden. ;)
Laura schreef:Hij stapte opzij, maar mijn moeder bleef staan totdat ze werd geraakt en op de grond viel. Boven haar linkerwenkbrauw zat een enorme wond. Toen ik haar zag schrok ik en ben ik weg gerend.
Dit is een sterk stukje, maar eventueel zou je hier iets meer drama aan toe kunnen voegen in de vorm van herhaling.

Hij stapte opzij, maar mijn moeder bleef staan. Ze bleef staan totdat ze door de steen geraakt werd en met een kreet op de grond viel. Ze had haar hand tegen haar linkeroog gedrukt, maar op het moment dat ze haar hand weghaalde zag ik een enorme wond boven haar linkeroog. Ik schrok en kon niet anders dan wegrennen.
Laura schreef:Uiteindelijk zei ze dat ze weg ging. Waarom, wanneer, hoe dan ook. Ze zou weg gaan.
Mooie zin!
Laura schreef:Af en toe praatte ze Engels.
sprak
Laura schreef:Mijn moeder verliet mij. Ze sprong van een viaduct.
Mijn vader deed hetzelfde ongeveer een maand terug. Hij sprong van de andere kant van het viaduct.
Dit vind ik een mooi. Lekker korte zinnen. Lekker concreet. Misschien kun je toevoegen dat hij van hetzelfde viaduct sprong? Bijv; Hij sprong aan de andere kant van hetzelfde viaduct. Veranderd niet veel door, maar de lading is wel iets dramatischer
Laura schreef:Hij is zo’n zes jaar ouder, ik gok dat hij 21 is.
Raad eens wat ik over deze zin wil zeggen? (A)

Ik vind het een sterk begin en hoop dat jullie op deze lijn doorgaan! Goed werk!
When the curtain falls, it will be not you name you are judged by but your actions and the ability to show compassion towards others.
Gebruikersavatar
Elice*
Balpen
Balpen
Berichten: 175
Lid geworden op: 07 apr 2007 23:21
Locatie: Haarlem

En nogmaals: Fantastisch stukje :super ~! Zeker de moeite waard ;)

Komt er meeeeeeeeer~? :sweet
Laatst gewijzigd door Sabbientje op 31 mar 2010 14:40, 1 keer totaal gewijzigd.
Reden: wat is er zo fantastich aan het stukje? Zou je iets meer willen zeggen in je post, een post als dit is namelijk SPAM. Alvast bedankt.
het aller mooiste geschenkt,
Is het gebaar.
Gebruikersavatar
Laura
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 994
Lid geworden op: 20 mei 2007 10:09
Locatie: Tiel
Contacteer:

Weer bedankt voor jullie commentaar (: Dit hoofdstuk had ik al klaar staan dus heb er helaas nog niets mee kunnen doen, maar ik ga er zeker een keer tijd in steken.

Hoofdstuk 3. Door Laura.
Witte gangen. Lampen, getik van verplegers schoenen en gekreun van patiënten. Alles leeg, gevoelloos.
Ik stop en slik. Ik voel me draaien en grijp naar de vensterbank rechts van me. Wit.
Ik haal diep adem en draai me om naar de trap waar ik net op ben geklommen. Donkerblauw. Ik ben hier, niet in het ziekenhuis. Alles is goed. Alles komt goed.
Ik vraag me af hoeveel ik gemist heb.

Ik leg mijn rechterhand op de zilveren deurklink en zucht. Hier moet het zijn, links van de deur hangen drie cijfers gemaakt van donker hout. Lokaal 155. Ik zwaai de deur open en zet een stap.
“Charlot?” Een vrouw met faal blond haar in een strak zwart outfit kijkt me vragend aan. Ze heeft een knot in haar haar en staat zo’n drie meter van me vandaan. Ze heeft een rechte houding en haar vingers tikken op tafel. Het enige geluid in het hele lokaal.
“Ja,” ik bestudeer de gezichten van de leerlingen. De blikken in hun ogen vragen wie ik ben.
Ik til mijn rechterbeen op, sla hem over mijn linker en laat me vallen tegen de deurpost.
“Charlot Anne, eigenlijk,” verbeter ik.
“Ah ja, het staat hier. Charlot Anne Scarlett. Scarlett is je achternaam?” Weer een vragende blik. Ik antwoord met een knik.
“Oh, so you’re English?”
Ik verstijf. Engels. Half Engels. Mijn achternaam. Ik draag mijn moeders achternaam. Ik heb iets van mijn moeder en het is me nooit echt opgevallen.
Ik stamel wat, drie meiden rollen met hun ogen. Ik beef, ik tril en ik zweef. Als ik nu een stap zet zal ik omvallen.
“Goed,” de vrouw knikt en loopt naar me toe. Ik hoor haar hakken klikken.
“Ik ben mevrouw Johnson. Welkom. Dit is je klas.”
Ze doet een klein stapje opzij en draait zich naar de klas.
“Dit is Charlot Anne,” ze kijkt de klas rond. “Kun je iets vertellen over jezelf, Charlot?”
Ik haal mijn schouders op en slik.
“Er is niets te vertellen,” antwoord ik. Mevrouw Johnson staart me aan.
“Ik ben vijftien jaar.”
“Aha, goed genoeg voor mij. Ga maar zitten,” ze wuift naar twee lege stoelen in de middelste rij en loopt terug naar haar bureau.
Met kleine stapjes schuif ik me naar de lege plek en ga zitten.
“Goed, ga maar weer verder met waar je gebleven bent,” ze knikt naar de klas en iedereen buigt zich over zijn werk. Ze pakt een agenda van haar bureau en gaat op de tafel voor me zitten.
“Hier,” ze slaat de agenda open en legt hem op mijn tafel.
“Dit is je rooster,” ik werp een blik op het vastgeplakte a4tje in de agenda en buig me dan over mijn tas heen om mijn agenda te pakken. Het is een donkerblauwe agenda met glimmende golven eroverheen. Mijn neef heeft hem voor me gekocht, omdat hij weet dat ik donkerblauw zo mooi vind.
Ik sla mijn agenda open bij “Roosters” en pak haal een etui uit mijn zwarte schoudertas. Graaiend haal ik een pen uit de etui en kijk naar het a4 blad.
Havo 3 F. Ik kijk op.
“Havo 3 F?” Zeg ik twijfelend. Mevrouw Johnson knikt vriendelijk.
“Ik deed gymnasium,” zeg ik.
“Oh, ja, dat weten we,” ze glimlacht naar me. Ongelovig volg ik haar beweging. Ze schudt wat loshangende haren uit haar gezicht, slaat haar benen over elkaar, legt haar handen op haar knieën en kijkt tevreden de klas in.
“We hebben je overgeplaatst naar havo omdat je zoveel gemist hebt,” zegt ze uiteindelijk. Ik staar haar verbaasd aan. Ik klap mijn agenda dicht, stop mijn pen terug in mijn etui, prop beide spullen in mijn tas, schuif de agenda van mevrouw Johnson van de tafel en loop het lokaal uit. Weg hier. Weg van school. Weg van vroeger. Ik ren.
"It's the regular days, the ones that start out normal, those are the days, that end of being the biggest, and today, with you, it was beautiful." – Grey’s anatomy
Gesloten

Terug naar “De Grote Zolder”