Seks, drugs en een dosis drama

Hier kun je verhalen vinden waar langer dan een half jaar niet aan geschreven is of op gereageerd. De verwachting is dat deze verhalen niet meer afgemaakt worden. Staat jouw verhaal hier en wil je verder schrijven? Neem dan even contact op met één van de moderators, dan wordt je verhaal teruggezet.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

.... versie zoveel ;)

Gezien ik overnieuw begonnen was en dus toch niet verder kon met mijn vorige topic, dacht ik, ik kan jullie altijd laten meedelen in mijn eindeloze proces van nieuwe pogingen. wie weet zit er nog iemand op te wachten. Leek me leuk ter ere van de aangepaste spamregel :D

___________________________________________________________________________

Proloog

‘Starla!’ Het huis schudde op zijn grondvesten. ‘Denk je eraan de afzuiger uit te zetten als je klaar bent met douchen en koken?’ Het was de stem van mijn vader, van beneden. Het was de vierde keer dat hij dat vroeg. Vandaag, tenminste, want de afgelopen week had ik het nog veel vaker gehoord.
‘Ja, ik weet het!’ riep ik terug. God, mijn hoofd deed zo’n zeer dat zelfs mijn eigen geroep ondraaglijk was. Waarom waren ze nog niet weg? Ma was al twee weken aan het inpakken, maar ze wist van geen ophouden. Ze maakte onmenselijk veel herrie, iedere kastdeur die ze dichtdeed klonk als een heipaal. Ik had echt een vreselijke kater. Afgelopen nacht was ik pas half drie thuis gekomen, zwaar beschonken natuurlijk. In mijn optimisme had ik gedacht dat pa en ma dan al vertrokken waren richting Schiphol en dat ze er toch niet zouden zijn om tegen me te gaan zeuren. Helaas had ik het mis. Half twee vliegen betekende dit keer niet ‘s nachts, maar de middag erna. Gevolg was dat ik midden in de dag nog een donderpreek kreeg over wat ik de komende twee weken allemaal wel en vooral niet mocht doen.
‘Starla!’, klonk het weer van beneden. ‘Waag het niet om binnen te gaan roken als we er niet zijn, hè?’ Ik klemde mijn kiezen op elkaar, pakte mijn kussen en trok het over mijn hoofd. O, alsjeblieft pa, ga gewoon weg en laat me met rust. Moesten ze me perse tot op de laatste seconde dwarszitten? Eén verdieping lager hoorde ik ma met veel geholder en gebolder een koffer de gang op rijden en ze riep: ‘Starla, wij gaan nu! Je zus komt dinsdag, probeer het huis heel te houden tot die tijd.’ Ik drukte het kussen steviger op mijn hoofd en bleef liggen waar ik lag.
‘Ja, best,’ riep ik gesmoord terug. Door het kussen heen hoorde ik ze tegen elkaar praten. Bij voorbaat al klagend over de rampzalige staat waarin ze het huis zouden aantreffen als ze terugkwamen, waarschijnlijk. Ik had geen zin om naar ze te luisteren. De afgelopen maand had ik me verheugd op de komende weken, de twee zalige weken dat ze ergens in Duitsland in een duur hotel zouden zitten en ik even van hun eeuwige gezeur verlost was. Mijn ouders en ik konden niet zo heel goed met elkaar opschieten en ik had me voorgenomen er optimaal van te genieten dat ze er niet waren. Jammer genoeg hadden ze dat al voorzien en hadden ze mijn zus gecharterd om te voorkomen dat ik het huis per ongeluk zou platbranden. Zoals altijd behandelden ze me of ik acht was in plaats van achttien.
Ik haalde het kussen een stukje van mijn hoofd toen ik beneden het geluid van een deur hoorde. Gebrom van pa, koffers die heen en weer gereden werden en ma die zei dat die Vuitton-reistas als laatste moest. Het was verbazingwekkend hoeveel spullen ze meenamen voor die twee weken zakenreis. Nog verbazingwekkender was hoe ze al die koffers in pa’s Mercedes kregen. Toegegeven, mijn vader was een expert in inruimen. Hij en mijn moeder hadden al jaren een eigen bedrijf waar ze regelmatig voor op zakenreis moesten. Pa werd er dan wel gigantisch chagrijnig van, maar tegenwoordig zou het hem waarschijnlijk lukken om de hele inhoud van mijn zolderkamer in een Smart te krijgen.
De deur sloeg dicht met een klap die mijn pijnlijke hersenen in mijn hoofd liet rammelen en buiten werd er een auto gestart. Pas toen ik ze weg hoorde rijden, nog een hele tijd later, haalde ik het kussen van mijn hoofd en liet het naast mijn bed op de grond vallen. Goddank, ze waren weg. Eindelijk was het zo ver, het vrije leven stond voor de deur. Heel voorzichtig kwam ik een stukje overeind, kreunend en met het gevoel dat er een bowlingbal dwars door mijn hoofd rolde. Ik trok mijn tas van de grond, zette hem op mijn bed en begon erin te rommelen. Zonder pa en ma die dingen heen en weer reden was het heerlijk stil in huis. Ik bedoel, dat was het wel vaker, want mijn ouders draaiden werkweken van ongeveer tachtig uur per week, maar nu waren ze echt het land uit, niet in de buurt. Genietend van de stilte stak ik een sigaret op en nam een lange trek. Het leek de pijn in mijn hoofd vreemd genoeg een beetje te verzachten. Ik glimlachte, leunde achteruit en liet mijn rug en hoofd met gesloten ogen tegen de muur achter me rusten. Het enige waar ik aan dacht waren die twee weken van rust die in het verschiet lagen, weken van eten wat ik zelf wilde, doen wat ik zelf wilde, thuiskomen hoe laat ik zelf wilde. Weken van roken wat ik wilde en seks hebben met wie ik wilde. Niemand die aan mijn hoofd zeurde, mijn kleding afkraakte, mijn vriendje weg wilde hebben of zei dat ik overal een zooitje van maakte. Het hadden de beste dagen van mijn leven moeten worden. Het werden de ergste.
Laatst gewijzigd door Jeetje op 15 mei 2011 10:07, 1 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Hoofdstuk 1

Ik werd om half negen wakker, precies een week nadat pa en ma vertrokken waren. Net als de zondag van hun vertrek had ik een enorme kater en voelde me enorm beroerd. Ik was een beetje kwijt welke dag het was. Toen ik mijn ogen opendeed verkeerde ik eerst even in de veronderstelling dat ik naar school moest en die gedachte maakte me vrijwel onmiddellijk chagrijnig. Het welbekende bonkende gevoel achter mijn ogen en de verschaalde alcohollucht in mijn kamer maakten het er niet beter op. Een paar seconden later realiseerde ik me echter dat het zondag was. Straks moest ik werken, ik had mezelf expres laat ingeroosterd. Dit was de enige dag waarop ik uit kon slapen. Waarom was ik al wakker?
Ik wierp nog een blik op mijn wekker en wreef in mijn ogen. Voorzichtig kwam ik overeind. Ik voelde al gauw dat ik dat met beleid moest doen. O, mijn arme, arme hoofd. Wat had ik allemaal uitgespookt? Ik kneep mijn ogen dicht tegen het licht dat door mijn gordijnen viel en bleef even zo zitten om bij te komen. Echt netjes had ik me gisteren geloof ik niet echt gedragen. Er kwamen vaag gedachten terug aan kleurige cocktails en veel lege bierglazen op een tafel, een tafel in de club. Blowen, drinken, dansen. Coke? Volgens mij wel. Seks met Bobby in de scooterkelder? Nee, dat was de dag ervoor. Bobby was er gisteren niet, die was met zijn familie een weekend weg. Wat had ik dan wel allemaal gedaan?
Ik verschoof wat in mijn bed en fronste mijn wenkbrauwen toen ik iets anders voelde. Ik keek omlaag en duwde mijn dekbed weg. Krijg nou wat, ik had mijn kleren nog aan. Een topje, rok, kousen en zo te voelen een complete set ondergoed. Dat was raar, ik was nog nooit met mijn kleren aan naar bed gegaan. Niet in mijn eentje, in ieder geval. Ik duwde mijn dekbed verder opzij en schoof er onderuit. Het enige wat ontbrak waren mijn pumps, en het duurde niet lang voor ik die ergens naast mijn bed op de grond zag liggen. Dat was helemaal apart. Als ik echt zo veel gedronken had als ik dacht, had ik het nooit gewaagd met die dingen aan de twee trappen naar mijn kamer op te lopen. Ik keek weer voor me uit en probeerde te bedenken hoe ik zo in bed terecht was gekomen. Ver kwam ik niet, want op een gegeven moment hield mijn geheugen op. Gewoon in één keer, zoals ze in de Middeleeuwen dachten dat de aarde ineens ophield. Het verontrustte me eerlijk gezegd een beetje. Ik vergat nooit dingen, hoeveel ik ook dronk of gebruikte. Ik had altijd nog wel een of andere vage rode draad van wat er allemaal gebeurd was, maar nu niet. Ik kon me nog herinneren dat Roos me naar de club had gebracht, dat ik met Joey had zitten praten, en daarna met Cees. Dansen, weer bij Cees en zijn vrienden gaan zitten, bij gebrek aan beter. En toen? Geen idee. De vrienden van Cees die waren gaan dansen, ik had van Cees een drankje gekregen. Met iets erin, dat wel. Zout bier. Dat was het. Daarna was alles weg.
Laatst gewijzigd door Jeetje op 24 nov 2010 16:43, 1 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
xIMISSYOU
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 923
Lid geworden op: 01 jan 2009 14:44

Opnieuw een nieuwe versie, maar het verhaal verveelt niet! Je hebt een leuke schrijfstijl waar je goed doorleest, mooi zo :super
Het hadden de beste dagen van mijn leven moeten worden. Het werden de ergste.
Deze twee zinnen versterken je proloog heel goed. Ik vind het heel mooi gezegd :super
Ik kijk uit naar meer :angel :sweet
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~

Nano: 6670/50 000
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Leuk dat je weer meeleest xIMISSYOU! :D Nieuw stukje erbij alvast.

____________________________________________________________________________________

Ik haalde diep adem en besloot eerst eens iets anders aan te trekken. Mijn kleren roken naar sigarettenrook en wiet en ik was ze liever kwijt dan rijk. Ik mikte ze in een hoek van mijn kamer nu pa en ma er toch niet waren om daarover te zeuren en haalde mijn kamerjas en een joggingbroek tevoorschijn. Alles goed en wel, maar toen ik mijn kous uittrok, zag ik dat mijn rechterknie blauw en geschaafd was. Ik voelde er even voorzichtig aan en dat was best pijnlijk, het voelde beurs. Hoe had ik dat voor elkaar gekregen? Toch maar even Roos zoeken, vragen of die misschien nog iets wist. Waar hing ze eigenlijk uit? Normaal was ze altijd vroeg wakker, ook op zondag., en was ze al bezig met haar onderzoek voor haar studie en andere dingen. Nu hoorde ik echter niets. Toen ik naar beneden ging, zag ik wel haar kleine rode autootje op de oprijlaan staan. Ze was er dus in ieder geval wel. Maar wat deed die blauwe Mercedes op de oprijlaan? Was die niet van Peter?
De grote, glimmende auto maakte mijn verontrustte gevoel nog een beetje groter. Ik slikte en keek nog even naar buiten. Peter was de vriend van Roos. Op zich was het niet zo raar als hij er was, hij kwam wel vaker even langs als Roos hier zat, voor de gezelligheid. Maar nu was hij er gisteren nog niet geweest toen ik wegging naar de club en het stond ook niet in de planning dat hij zou komen. Natuurlijk, het hoefde niets te zijn, maar om de een of andere reden voelde het niet goed.
Ik liep ik verder en wierp een blik in de logeerkamer, waar Roos sliep in de tijd dat ze het huis tegen mij moest beschermen. De deur stond open, maar het bed was leeg en er kwam geen geluid uit de kamer. Geen Roos, geen Peter. Ik pakte de trapleuning vast en vervolgde mijn weg naar beneden, in een hoger tempo dan ik de eerste trap was afgedaald. Er kriebelde iets vervelends in mijn buik waarvan ik niet wist waar het vandaan kwam.
Roos en Peter waren inderdaad thuis. Ze zaten in de woonkamer, allebei. Gek genoeg zaten ze niet te eten, te praten of iets anders te doen, maar ze sliepen. Met haar ogen dicht leek Roos’ gezicht zoveel op dat van mij dat het was of ik naar een oudere versie van mezelf keek. Ze had haar pyjama aan, met haar crèmekleurige kamerjas erover. Haar haar was nog opgestoken, maar het was een beetje uitgezakt. Het piekte alle kanten op en ze had ook nog make-up op. Haar hoofd hing op Peters v‘Star!’, riep ze, en ze kwam overeind en voor ik wist wat er gebeurde sloeg ze haar armen om me heen en trok me tegen zich aan. ‘O God, Star, je bent wakker.’ Ik vroeg me af waarom zowel zij als Peter daar zo blij mee waren en maakte me los uit haar houdgreep.
‘Ja, net,’ zei ik. ‘Wat is er aan de hand? Waarom zitten jullie hier?’ Roos zette een stap naar achteren. Ze keek naar me, Peter kwam naast haar staan. Hij wisselde een hoogst irritante geheimzinnige blik met haar en ik keek van de één naar de ander.
‘Wat? Wat is er?’ vroeg ik. Roos schudde haar hoofd, verward en onzeker.
‘Hoezo ‘wat is er’? Wat denk je dat er is?’ vroeg ze, en ik hoorde een vreemde ondertoon in haar stem. Peter keek naar me, maar ik probeerde mijn blik op Roos gericht te houden en niet op hem en haalde mijn schouders op.
‘Ik heb geen idee,’ zei ik. ‘Ik word wakker en jullie zitten hier. That’s all I know.’ Er veranderde iets in Roos’ gezicht, ze leek ineens niet meer zo zeker van haar zaak. Ze keek weer naar Peter en ik onderdrukte de neiging tussen ze in te gaan staan.
‘Weet je het echt niet meer?’ vroeg ze bezorgd. Iets in haar stem maakte dat ik wilde dat ik het nog wel wist, wat ‘het’ dan ook mocht zijn. Ik slikte zo onopvallend mogelijk en trok mijn badjas wat strakker om me heen.
‘Wat moet ik weten?’ vroeg ik. Roos keek me nog even aan, streek toen een losse pluk haar achter haar oor. Ze zette een stap naar achteren en liet zich op de bank zakken, Peter volgde haar voorbeeld.
‘Ga even zitten’, mompelde ze.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Ik trok mijn wenkbrauwen op en bleef staan waar ik stond, maar ze leek het niet eens te merken. Ze wreef even over haar arm, ongemakkelijk, alsof ze het koud had.
‘Het ging niet zo goed met je toen je gisteren thuis kwam,’ zei ze. Ik glimlachte licht. Roos woonde al een paar jaar samen met Peter, dus ze maakte me niet vaak mee als ik uit geweest was. Zij kon ook niet weten dat ik er nooit echt helder meer aan toe was tegen de tijd dat ik thuiskwam.
‘Dat komt wel vaker voor, Roos. Daar hoef je je geen zorgen over te maken,’ zei ik. Ik geloof niet dat Roos het grappig vond. Ze keek me aan, boos haast.
‘Het is niet om te lachen, Starla. Je was er echt slecht aan toe, ik overdrijf niet. Doe niet of ik het verschil niet weet tussen iemand die gewoon een leuke avond heeft gehad en iemand die zichzelf bijna de vernieling ingeholpen heeft.’ Ik keek naar haar, wist even niet wat te zeggen.
‘Hoe bedoel je?’ vroeg ik toen. Roos sloeg haar armen over elkaar.
‘De korte versie? Je kon niet zelf meer lopen, één van je vrienden bracht je thuis en die moest je praktisch dragen. Je ogen waren heel raar en draaiden iedere keer weg, en je rilde de hele tijd maar was helemaal warm. En als we tegen je praatten, reageerde je helemaal niet op ons. We wisten echt niet wat we moesten doen. Iedere keer zakte je weg en we waren zo bang dat je niet meer wakker zou worden.’ Ze leek van streek, echt van streek. Ik slikte en voelde dat de haartjes op mijn onderarmen door de toon van haar stem recht overeind gingen staan.
‘Die jongen die je thuisbracht, wist ook niet wat er aan de hand was. Of wat je gebruikt had, laten we gewoon eerlijk zijn. Je kon er in ieder geval niet tegen. Je bent een paar keer over je nek gegaan, en we hebben je ieder uur wakker gemaakt om te kijken of je nog bijkwam. We waren als de dood dat je erin zou blijven. Ik had bijna papa en mama gebeld om te vragen of ze naar huis kwamen.’ Er liep iets kouds langs mijn rug, van mijn nek naar beneden. Pa en ma hadden nog ruim een week in Duitsland voor de boeg. Het moest wel heel erg zijn geweest als Roos hen halverwege hun werkreis had willen laten terugkomen. Ik knipperde met mijn ogen en keek om me heen, op zoek naar iets wat alles minder zwaar en bedompt zou maken. Voor Roos, maar ook voor mezelf.
‘Wat doet Peter hier dan?’ vroeg ik maar in een poging iets luchtigers aan te snijden. Roos keek me donker aan.
‘Die is direct hierheen gekomen nadat ik hem in paniek wakker had gebeld,’ zei ze. Ik wendde mijn blik af en keek naar de grond. Na een tijdje schraapte Roos haar keel.
‘Weet je nog wat je gebruikt had?’ vroeg ze. Ik besloot maar niet te zeggen dat ik eerst een lijntje coke had gedaan en daarna van een vage bekende iets had aangenomen waarvan ik niet wist wat het was.
‘Nee,’ mompelde ik, en ik liep naar de stoel en ging er op zitten. ‘Ik weet het niet meer. Het lijkt wel of er een soort gat in mijn geheugen zit.’
‘Een gat?’
‘Ja, nou, gewoon. Ik ben een heel stuk kwijt, een paar uur is helemaal weg.’ Naast Roos kwam Peter overeind en ze schoof wat opzij om hem erlangs te laten.
‘Daar is een naam voor, in de neuropsychologie,’ zei ze en ik keek op.
‘Waarvoor?’
‘Geheugenverlies. Anterograde amnesie.’
‘Bedoel je dat ik dement wordt?’
‘Nee muts, niet op je achttiende. Er zijn wat soorten kalmeringsmiddelen die dat veroorzaken. Sommige drugs volgens mij ook. Onder andere.’
‘Wat is een andere ‘onder andere’?’
‘Psychische stress. Of hersenletsel.’ Ik zuchtte en wreef over mijn gezicht.
‘Fijn,’ zei ik. ‘Laten we er dan maar vanuit gaan dat het met drugs te maken heeft. Voor ieders bestwil.’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Nog een stukje voor eventuele lezers... ;)

_________________________________________________________________________

Roos knikte, ze zag eruit of ze ook geen betere ideeën had. Ik zag dat ze niet tevreden was, haar gezicht stond nog steeds een beetje bezorgd, al probeerde ze het goed te verbergen.
Peter kwam terug met twee glazen water, waarvan hij er één aan Roos gaf. Degene die hij mij aanbood sloeg ik beleefd af en ik kwam overeind
‘Maak je maar niet druk, Roos,’ zei ik. ‘Er is niets aan de hand. Alles is toch goed gekomen? Ik ben gewoon wakker en wat er dan ook gebeurd mag zijn, ik heb er niets aan over gehouden. Ik had een beetje teveel gedronken, denk ik. Niets aan de hand. Oké?’ Roos knikte, ik zag dat ze iets rustiger werd omdat ik zo zeker van mezelf leek. Fijn voor haar, maar ik was absoluut niet zeker van mezelf. Dat benauwde gevoel was er nog steeds, en het was de afgelopen paar minuten absoluut niet minder geworden.
‘Goed,’ zei ik, hopend daarmee het geheugenprobleem af te sluiten. ‘Dan ga ik even douchen en kom ik daarna wat eten.’ Roos nam een slok van haar water en zette het glas op de tafel.
‘Moet je nog weg vandaag?’ vroeg ze. Ik knikte.
‘Ik moet om twee uur werken.’ Roos keek of ze wilde gaan protesteren, en volgens mij keek ik daardoor of ik haar wilde slaan, want Peter zei snel: ‘Zal ik je met de auto brengen, voor de zekerheid?’ Eigenlijk wilde ik zeggen dat ik heus wel zelf naar mijn werk kon, zoals ik al jaren deed, maar ik hield mijn mond. Het was nog droog buiten maar er hingen donkere wolken in de lucht, dus ik zat duizend keer liever in Peters luxe blauwe bak dan in de kou op mijn fiets. Ik had een Puch, een paarse, maar die had het een paar weken terug begeven en pa had beloofd ‘ernaar te kijken’. Bij hem stopte het daar ook, erg technisch aangelegd was hij namelijk niet, en waarschijnlijk zou mijn Puch de komende tijd voornamelijk roest gaan staan verzamelen in de schuur. Die tocht naar het restaurant was ook nog eens dodelijk saai dus als Peter aanbood me te brengen, kon ik dat aanbod maar beter accepteren.
‘Oké,’ zei ik. ‘Is goed.’ Peter knikte en ik zag dat Roos hem een dankbare blik toewierp.
‘Geen probleem. Ik hoor het wel als je weg wilt.’


Na het verontrustende gesprekje met Roos ging ik terug naar boven. Ik had iets willen eten voor ik ging douchen, maar ik kon even niet meer bij andere Roos en Peter in de buurt zijn. Ik wilde alleen zijn, zonder de aanwezigheid van andere mensen. Ik moest nadenken, of ik het nu wilde of niet.
Ik sloot mezelf op in de badkamer en sprong onder de douche. Uit alle macht probeerde ik me te herinneren wat er gisteren allemaal gebeurd was. Ik wilde het zo graag weten, en het idee dat ik er niet achter kon komen, maakte dat ik me machteloos voelde. Het was alsof geen zeggenschap over mezelf had, en ik had een hekel aan dat gevoel.
Ik wist echt niets meer. Niet wat ik had gedaan nadat ik met Cees had zitten praten, niet hoe ik thuis gekomen was, niet dat Roos en Peter me een paar keer wakker hadden gemaakt. Het was ontzettend frustrerend. Langzaam probeerde mijn avond te reconstrueren, vanaf het moment dat ik binnen was gekomen in de club, mijn vaste uitgaansplek, tot aan het punt waar ik het niet meer wist. Roos autootje, ik had gevraagd of ze me naar de club wilde brengen omdat ik er anders in mijn eentje naar toe moest fietsen. Geen Bobby, die was op familieweekend. Hij had gevraagd of ik mee wilde, maar ik had al eens in mijn leven een weekend met zijn roddeltante’s opgescheept gezeten en dat was meer dan genoeg. Joey was er wel geweest, in de club, de jongste uit ons vaste vriendengroepje. Ik had een tijd met hem gepraat en gelachen, tot hij weg moest. Daarna gepraat met Cees en zijn vrienden, over van alles en nog wat, over normale dingen. School, festivals. Daarna coke, dansen, veel alcohol, weet ik veel allemaal. Cees’ vrienden waren gaan dansen, ik was bij Cees achter gebleven en we hadden gepraat. Waarover? Bobby, volgens mij. Daarna dat drankje. Daar was iets mee, wat was het ook alweer? O ja, dat smaakte naar zeewater. Voelde me sloom worden, alles zwaar. En toen? Ik wist het niet meer, en hoe vaak ik alles ook terug liet spelen in mijn hoofd, ik kreeg geen minuut meer terug.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Hoe langer ik er over nadacht, hoe geïrriteerder ik werd. Mijn nicotinedrang steeg tot een historisch hoogtepunt. Snel spoelde ik de laatste crèmespoeling uit mijn haar en draaide ik de douche uit. Toen ik de cabine openschoof, hoorde ik op de gang iemand langslopen.
‘Roos!’ riep ik maar op goed geluk. De voetstappen kwamen terug en hielden stil voor de deur.
‘Ja?’ hoorde ik Roos zeggen en ik reikte naar een handdoek.
‘Die gast die me thuisgebracht heeft, wie was dat? Weet je hoe hij heet?’
‘Nee, sorry.’
‘Hoe zag hij eruit?’
‘Tja, nou, als een jongen. Bruin haar, beetje coupe Tom Cruise. Jouw leeftijd, iets ouder. Hij had hele lange wimpers.’
‘Jack?’
‘Ja, geen idee. Kan wel.’
‘Oké. Dank je.’ Ik hoorde dat Roos weer verder liep en begon me af te drogen. Jack, dus. Waarschijnlijk wel. Cees was het sowieso niet. Die was ouder, zo’n vijfentwintig gokte ik, en groot en breed, met halflang blond haar en een stoppelbaard en een soort van sik. Of hij zo uit Slayer kwam stappen. Waarom had ik met hem zitten praten? Ik mocht hem niet eens, met zijn versleten kisten en dito jas. Hij zei altijd alles op zo’n manier dat het klonk of zijn opvatting de enige juist was. Als hij de moeite nam om met je te praten, tenminste, want dat deed hij niet veel. Meestal zat hij te roken en met zijn typische blik naar mensen te kijken. Dat was erg irritant, of hij dingen over je aan het uitvinden was die je zelf nog niet eens wist. Typisch persoon. Ik kende hem al een tijd en vroeger waren we wel eens met hem opgetrokken, maar ik kon nog steeds geen hoogte van hem krijgen.
Maar zeg dat hij het niet was geweest die me naar huis had gebracht, waarom dan Jack wel? Ik wist niet eens dat hij er nog was, in de club, ik dacht dat hij vertrokken was vlak nadat Joey naar huis was gegaan. Waarom hij, van alle mensen die er waren? Mijn bewegingen vertraagden en ik slikte. Ik had toch niets met hem uitgespookt?
Ik keek in de grote spiegel voor me en schudde toen mijn hoofd. Nee, zelfs als ik dronken was, zou ik dat niet doen. Jack was mijn vriend, en Bobby’s vriend, en ons groepje zat te goed in elkaar om er in te rotzooien. Bovendien zou Jack dat ook nooit doen, tegenover Bobby, daar was hij veel te lief voor.
Ik droogde mijn benen af en mompelde iets toen ik een vreemd, pijnlijk gevoel kreeg toen de handdoek over mijn billen gleed. Ik draaide de spiegel een stukje, ging er met mijn rug naartoe staan en keek over mijn schouder. Mijn billen voelden niet alleen beurs, ze waren het ook. Op allebei zat op gelijke hoogte een onregelmatige blauwe plek, en flink ook.
Ik draaide me weer om en staarde even voor me uit, zonder iets te zien. Op dat moment kwamen er zoveel gedachten in me op, maar ze waren allemaal kort en onvolledig, niet logisch. Ik schudde mijn hoofd en gooide de handdoek opzij. Het was vast niets, waarschijnlijk had ik gewoon buiten op een muurtje zitten roken. Wel heel lang, dan, maar iets anders kon ik er ook niet van maken.
Vlug trok ik mijn kleren aan en liep de badkamer uit, de trap op naar mijn kamer. Misschien wist Jack wel wat er gebeurd was, áls er al iets gebeurd was tenminste. Ik kon hem altijd bellen en het proberen. Ik vermoedde dat hij net zo min iets wist als ik, dat we gewoon op hetzelfde moment naar huis waren gegaan en dat had hij aangeboden me thuis af te zetten, maar toch. Als ik het hem vroeg kreeg ik tenminste duidelijkheid.
In mijn kamer aangekomen haalde ik mijn tas tevoorschijn en begon er in te rommelen. Het was een bende, al mijn spullen lagen door elkaar. Mijn telefoon lag helemaal onderin, mijn sigaretten zaten in het zijvakje. Tijdens mijn zoektocht naar een aansteker kwam ik ook de twee condooms tegen die ik altijd in mijn tas stopte als ik uitging, met of zonder Bobby, en dat stelde me enigszins gerust. Met een beetje geluk wees dat erop dat ik gisteren niemand besprongen had. Tenzij het voor de verandering eens een vooruitdenkende jongen was geweest die zelf… nee, niet aan denken.
Met aansteker en al daalde ik de trap weer af. Ik zette koers naar de werkkamer van pa en ma, of liever gezegd, naar het dakterras dat daar aan vast zat. Het was koud buiten, zonder de warmte van het huis en de kachel. De lucht was fris en de kou sneed dwars door mijn borst. Typisch het soort weer dat donkere dagen aankondigde, met veel regen of sneeuw en donkergrijze, laaghangende wolken die zich eindeloos leken uit te strekken. Ik rilde en deed de deur achter me dicht. Eerst roken, dat was op het moment een stuk nodiger dan bellen, naar wie dan ook.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Sebas
Erelid
Erelid
Berichten: 1163
Lid geworden op: 24 feb 2005 10:57
Locatie: TokTokCity.nl
Contacteer:

Ik volg al jaren geen verhalen meer, maar jou verhaal trekt me wel. Het is je schrijfstijl en de dialogen. Het trekt je als lezer echt in de positie in de gedachten van je hoofdpersoon.

Wel moet ik er aan toegeven dat de zinnen soms wat rommelig geschreven zijn. Misschien een punt om extra aandacht aan te besteden. Verder, ga zeker zo door :)
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Thanks voor je reactie Sebas! Leuk dat je meeleest terwijl je normaal niet veel volgt :) Wat bedoel je precies met rommelige zinnen, of zou je een voorbeeld kunnen geven? Dan ga ik er namelijk eens goed naar kijken. Denk dat je te lange zinnen bedoelt met teveel verschillende informatie of niet? Nieuw stukje gelijk!

__________________________________________________________________

Met moeite kreeg ik mijn sigaret aan. De wind die om het balkon gierde, blies mijn vlammetje de hele tijd uit, tot ik er met mijn rug naartoe ging staan. Ik inhaleerde de eerste keer diep en sloot mijn ogen even, blies langzaam weer uit. God, wat had ik daar een behoefte aan gehad. Hoe waren er mensen die stress konden overleven zonder te roken? Het was lang geleden dat ik dat geweten had.
Ik nam nog een trek en haalde mijn telefoon uit mijn zak. Hij stond op stand-by, de wolken en donkere lucht werden weerspiegeld in het zwarte, glimmende scherm, dat geen teken van leven vertoonde. Ik keek ernaar, blies rook uit en schoof mijn telefoon open. Er verscheen een kleurenschermpje met een achtergrond van Bobby en mij. Zo makkelijk was het. Klaar voor alles wat je wilde, waar naartoe je ook wilde bellen. Wat het nieuws ook zou zijn wat je te horen kreeg van de persoon aan de andere kant van de lijn, die telefoon verblikte of verbloosde niet. Nooit.
Ik ging naar mijn lijst met contactpersonen, typte de J in en kwam gelijk bij Jack terecht. Mijn duim gleed naar de middenknop en bleef daar even op liggen. Eén druk en ik had verbinding. Ik keek naar het schermpje, naar Jacks naam. Langzaam nam ik nog een trek, hield de rook lang in mijn longen. Ik zag Jacks nummer, de letters van zijn naam, en dat was op dat moment het enige wat in mijn hoofd was. Geen gedachten, net als dat er geen herinneringen waren die me konden vertellen wat ik wilde weten.
Even langzaam als ik geïnhaleerd had, liet ik de rook door mijn lippen glijden. Toen de laatste flarden in de lucht waren verdwenen, schoof ik mijn telefoon dicht. Ik keek op, naar de huizen en tuinen met de grauwe hemel erboven, naar de donkere wolken die regen aankondigden, en ik stopte mijn telefoon in mijn zak. Verderop waren een jongetje en een meisje samen bezig waren tekeningen op de natte stoep te krijten. Ik keek ernaar zonder dat het echt tot me doordrong wat ik zag.
Mijn telefoon liet ik in mijn zak zitten. Daar bleef hij, en daar zou hij blijven. Ik ging Jack niet bellen, nu niet, nooit niet. Ik belde hem niet omdat ik bang was voor wat hij zou zeggen. Dat ik iets zou horen wat ik niet wilde horen. Als dat gebeurde, als hij dat uitsprak, kon ik mezelf niet langer voorhouden dat er niets aan de hand was.

Hoofdstuk 2

Peter bracht me naar mijn werk in zijn mooie blauwe Mercedes. Onderweg praatten we over het weer, over een nummer op de radio en over zijn studie. Over alles behalve dat gedoe van afgelopen nacht, dus. Peter wist volgens mij niet zo goed wat hij ermee aan moest en ik had geen zin om er over te beginnen. Ik moest er wel vaak aan denken, maar probeerde mezelf de hele tijd voor te houden dat ik me niet voor niets druk moest gaan maken. Ik mankeerde niets, afgezien van wat blauwe plekken, en zolang er verder niets gebeurde, was er niets aan de hand. Het was nutteloos om mezelf op te fokken over niets. Die gedachte stelde me enigszins gerust. Ik wist mezelf niet geheel te overtuigen, maar ik kon mezelf er meer bij neerleggen dan vanmorgen.
Tegen de tijd dat Peter me bij het restaurant afzette, regende het flink. Het gebrek aan fietsen voor de deur vertelde me dat er meer gelukkigen waren die door familie en bekenden met de auto waren gebracht. Veel auto’s stonden er ook niet op de binnenplaats. Verderop stond Nando’s oude, beige Volvo, naast de rode Toyota Aygo van Nancy. Ik glimlachte toen ergens bij het raam van de kantine een zwarte Golf GTI zag staan. Gio’s auto.
Ik keek om toen Peter een bocht maakte en naar me toeterde. Hij zwaaide naar me, ik zwaaide terug en hield vlug mijn tas boven mijn hoofd in een poging mezelf nog een beetje te beschermen tegen de regen. Snel draaide ik me om en liep om de plassen en losse kiezels heen naar de personeelsingang. Achter het raam van de keuken zag ik Gio staan. Ik kreeg meteen een warm, kriebelig gevoel in mijn buik, wat mijn mondhoeken hardnekkig in een glimlach probeerde te trekken. Gelukkig zag ik nog net op tijd dat Nando naast hem stond en wist ik me in te houden.
Ik trok de deur van de keuken open en er kwam een zee van etensgeuren en warme lucht naar buiten. Door het sissen van stukken vlees heen hoorde ik aan de andere kant van de muur het geluid van tikkend bestek, klinkende glazen en pratende en lachende mensen. Het was altijd verbazingwekkend hoe snel je die geluiden niet meer hoorde als je een tijdje bezig was. Ik liet mijn tas zakken en trok de deur achter me dicht. Links van me stonden Gio en Nando, de chef-kok. Nando prikte met een vleesvork in een stuk vlees zonder te kijken wat hij deed en toen ik hem gedag zei, groette hij terug zonder zijn blik van zijn kleine tv’tje boven het aanrecht af te wenden. Nando keek daar altijd herhalingen op van de wedstrijden van zijn favoriete voetbalclub, één of ander klein ploegje uit waar hij dan ook vandaan mocht komen, dat altijd verloor. Daar werd hij doorgaans flink chagrijnig van, vervloekte de spelers vol vuur in een Mediterrane taal die alleen Gio leek te begrijpen en liet daarbij meestal ook het een en ander aanbranden. Zo ging het altijd, al jaren, en niemand lette er nog op.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
xIMISSYOU
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 923
Lid geworden op: 01 jan 2009 14:44

Ik ben weer bijgelezen ;d Je stukjes zitten zeer goed in elkaar en ik kan me heel goed in Starla verplaatsen. Ik snap haar angst en afkeer voor wat ze niet weet enzo. :super Ik kijk uit naar meer :sweet
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~

Nano: 6670/50 000
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Bedankt voor je reactie! Weer een stukje erbij :)

____________________________________________________________________

Gio was bezig iets op een notitieblokje te schrijven. Hij keek mijn kant op toen ik gedag zei en glimlachte zijn speciale glimlach. Gewaagd, met Nando in de buurt, maar die had toch alleen aandacht voor de krijsende spelers op zijn scherm, dus schonk ik Gio mijn eigen speciale glimlach terug.
‘Hé,’ zei hij terwijl hij een briefje van een notitieblok afscheurde en het ergens rechts van Nando’s televisie hing. ‘Hoe gaat het ermee?’ Ik knoopte mijn jas los, de stem van de commentator op Nando’s sportzender zwol aan.
‘Ja, prima,’ antwoordde ik. ‘Het regent en ik ben droog, dus ik heb niets te klagen. Is het druk?’ Gio schudde zijn hoofd.
‘Nee, erg rustig.’
‘Met hoeveel zijn we?’
‘Nancy, Peter, één iemand extra in de keuken en binnen en één bij de afwas.’
‘Peter bij het ijs?’
‘Ja.’ Op Nando’s tv klonk kabaal. Nando riep iets tegen de spelers, gooide met veel herrie een pan opzij en knoopte zijn schort los. Hoofdschuddend en kwaad mompelend wierp hij het schort opzij en liep weg, waarschijnlijk op weg naar de wc of naar de kantine om zijn frustratie weg te roken.
‘Dat betekent dat zijn ploeg het niet goed doet?’ zei ik en Gio glimlachte.
‘Zoals altijd,’ antwoordde hij en hij pakte de pan die Nando net had weggezet en gooide er iets in. Ik liep langs hem heen en raakte in het voorbijgaan kort zijn hand aan. Meer kon niet, nu. Teveel risico.
‘Komt Kimberley vanavond?’ vroeg ik terwijl ik een aardappeltje pikte uit een pan. Gio schudde zijn hoofd en controleerde een toestand van een garende tosti.
‘Nee, Nancy blijft tot sluit.’
‘Oké. Als je me langer nodig hebt, moet je het zeggen.’
‘Die ene nieuwe parttimer blijft ook, dus ik denk dat het wel redden.’ Ik merkte dat hij even mijn kant op keek. ‘Mooie auto was dat trouwens, net.’ Hij knikte naar buiten, waar Peters auto gestaan had. Ik trok mijn jas uit en glimlachte.
‘Peters auto,’ zei ik. ‘De vriend van mijn zus.’ Gio keek even naar me, en toen hij leek te concluderen dat ik hem niet in de maling nam, zag ik dat hij ergens blij was met dat antwoord. Hij verborg het goed, maar het ging niet om die auto zelf, maar om wie erin zat. Aan de andere kant, geef hem eens ongelijk. Ik zou er ook niet vrolijk van worden als ik wist dat hij nog iemand anders had waarmee hij activiteiten onder de gordel uitvoerde. Ik had Bobby en hij had die trouwring, en dat wisten we ook van elkaar, maar ik denk dat we het allebei stiekem niet leuk zouden vinden als er meer dan Bobby en hetgeen wat bij de trouwring hoorde aan te pas zou komen. Soms voelde ik me een beetje schuldig, omdat ik wel degelijk regelmatig met anderen rotzooide en ik vermoedde dat hij dat niet deed. Om de een of andere manier deed het me altijd meer dat ik Gio belazerde dan Bobby, terwijl Gio en ik officieel niet eens een relatie hadden. Relaties kunnen soms flink lastig zijn.


Ik kleedde me om in de kantine. Toen ik daarmee klaar was, ging ik op zoek naar Nando. Ik keek overal, maar hij was nergens te vinden. Ik vroeg me af waar hij uithing. Dat soort dingen gebeurde wel vaker, hier. Mensen kwijt zijn, kleine ongelukjes, binnenbrandjes en meer in die trant. Dat had mede te maken met het feit dat niet iedereen even handig was. Niet dat ik mezelf enorm goed vond, maar sommige mensen sloegen echt alles. Bas, de eigenaar, wilde namelijk graag dat er voornamelijk mooie mensen in zijn restaurant werkten, omdat hij ervan overtuigd was dat dat beter was voor de klandizie. Soms zag het restaurant eruit of hij een modellenbureau runde in plaats van een eettent. Iedereen vond het een belachelijk beleid, Gio incluis, maar Bas zweerde erbij. Tegenwoordig deed Gio de sollicitaties in zijn eentje en hoewel hij nog steeds verplicht mensen aan moest nemen die er een beetje goed uitzagen, keek hij ook naar de rest. Bas zelf had dat vroeger niet gedaan en daarom liepen er nu nog mensen rond die heel mooi maar niet capabel, niet stressbestendig of gewoon ronduit klunzig waren. Gelukkig stierven Bas’ onhandige mooie mensen langzaam uit, door afstuderen, verhuizingen of carrièremoves, en werden ze vervangen door de handige mooie mensen die Gio had aangenomen.
Gio regelde trouwens niet alleen de sollicitaties in het restaurant. Bas had ook nog ergens een snackbar en ik weet niet of hij zich daar wel liet zien, maar in het restaurant was hij nooit, maar dan ook echt nooit aanwezig. Maar dat maakte niet uit, want in plaats van hem was Gio er. Gio was meer begaan met het restaurant en het personeel dan Bas zelf en hij regelde alles wat er geregeld moest worden. Hij kon alles, van gerechten opmaken tot ingewikkelde dingen koken en het showaquarium in de tussenwand bijhouden. Hij bestelde voorraden, stond achter de bar, hielp met serveren, deed de administratie en leidde alles wat er gedaan moest worden in goede banen. Bas kon met een gerust hart van een klif storten en zolang Gio er was, zou niemand er iets van merken.
Wat niet vergeten mocht worden was dat Gio, afgezien van zijn talent om het restaurant te runnen, ook nog eens extreem sexy was. Alles aan hem klopte. Vooral zijn ogen, zijn ogen waren echt fantastisch. Iedere keer als ik hem een paar dagen niet gezien had, verbaasde ik me er over dat iemand zo knap kon zijn als hij. Zijn ogen waren heel lichtgroen met zo’n donkere rand, en hij had zwart haar en daardoor vielen ze nog meer op. Zijn huid had precies de goede teint, een mengeling van Nederlands en Italiaans (wat hij ook was, vandaar misschien). Hij had een soort coupe Johnny-Depp-Once-upon-a-time-in-Mexico die hem perfect stond en was precies gespierd genoeg, niet te weinig en niet te veel. En zijn neus was nagenoeg perfect en zijn mond was ongelooflijk sexy. Hij zag er altijd verzorgd uit en had nog smaak ook. Echt waar, als ik er zo uitzag als hij, zou ik de hele dag alleen maar voor de spiegel staan en naar mezelf kijken.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Afgezien van Gio, Nando en mij werkten er natuurlijk nog veel meer mensen in het restaurant. We hadden we een flinke verzameling afwashulpjes, die zo ongeveer altijd na een week weer van de aardbodem verdwenen en elkaar dus in een rap tempo afwisselden. Nando had wat hulpjes voor in de keuken, waarvan er één parrtimer was die ook erg goed kon koken en verder wat jonge stagairs die eenvoudige dingen deden. Tot slot waren Peter, Nancy en Kimberley er nog. Er waren meer vaste werknemers, parttimers en fulltimers voor de bediening en de bar, maar helaas werkten Peter en Nancy meestal net als ik ook werkte. Peter (een andere dan die van Roos) was namelijk oersaai. Je zag het al aan zijn hoofd: zijn ogen hingen op half zeven, zijn kapsel was modelloos en praktisch kleurloos en hij had een nogal hardnekkige vorm van acne. Hij was alleen maar aangenomen omdat zijn vader een verre bekende van Bas was en viel nogal buiten de boot tussen het andere personeel. Hij was ook irritant onverschillig en had ik nooit het idee gehad dat het restaurant hem ook maar iets boeide.
Nancy was het volstrekt tegenovergestelde van Peter. Ze had van die hele grote, glanzende ogen, lang blond haar en ze wist alles over iedereen. Als je haar iets vertelde, wist binnen een uur het hele dorp ervan. Ze praatte zo veel en zo snel dat je de bijna onweerstaanbare aandrang had om je hoofd in de oven te steken als je langer dan een kwartier achtereen naar haar moest luisteren. Ooit was ze begonnen met een HBO Rechten, maar niemand wist wat ze op het moment precies uitvoerde.
Kimberley, mijn andere collega, was trouwens wel leuk. Ze was lekker recht voor z’n raap en ik kon goed met haar opschieten, maar jammer genoeg zag ik haar minder vaak dan Peter en Nancy.
Gezien ik Nando nergens kon vinden, ging ik terug naar de keuken. Ik zocht Gio om hem te vragen waar hij me wilde hebben, maar ook hij was niet meer waar ik hem had achtergelaten. Ik liep naar binnen, maar daar zag ik hem ook niet. Peter en Nancy waren er wel. Nancy liep met een dienblad tussen de tafeltjes door, Peter stond achter het ijs en verderop waren er nog twee vage parttimers bestellingen aan het opnemen.
‘Hé,’ zei ik tegen Peter toen ik naast hem ging staan (en een weloverwogen afstand bewaarde om niet besmet te worden met zijn saaiheid). ‘Weet jij waar Giovanni is?’ Peter haalde zijn schouders op en kon het schijnbaar niet opbrengen me aan te kijken.
‘Weet ik niet. Misschien in de keuken.’ Peter zei nooit zoveel, vooral niet tegen mij. Volgens mij mocht hij me niet zo, wat gelukkig wederzijds was.
‘Hij is niet in de keuken,’ reageerde ik. ‘Daar kom ik net vandaan.’ Peter haalde ongeïnteresseerd zijn schouders op.
‘Dan weet ik het niet,’ zei hij terwijl hij deed of hij de glazen kast met ijshoorntjes schoonmaakte. Ik onderdrukte een zucht en draaide me om. Ik kon me zo aan hem ergeren, met zijn irritante instelling en dat vervelende hoofd. Nu moest ik bijna al woorden uit hem trekken, maar dat was ook het geval als er wel iets belangrijks aan de hand was. Laatst was er een binnenbrandje in de keuken en toen ik aan Peter vroeg waar de brandblusser was, antwoordde hij doodleuk: ‘Aan de muur.’ Hij meende het nog ook.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Misschien dat er vandaag lezers zijn die gezien het fantastische weer toch niet veel te doen hebben dus nog een stukje :)

________________________________________________________________________________

In ieder geval, ik besloot Peter te laten voor wat hij was en in het kantoor te gaan kijken of Gio daar misschien uithing. Toen ik halverwege het restaurant was, riep Peter me echter terug. Ik bleef staan en draaide me om. Hij wachtte, want volgens mij had hij werkelijk het idee dat ik als een hondje naar hem terug zou rennen om te horen wat voor spannends hij te vertellen had. Het duurde even voor hij door leek te krijgen dat ik niet de intentie had naar hem terug te lopen, maar uiteindelijk viel het kwartje.
‘Kun jij achter even twee dozen ijshoorntjes halen?’ vroeg hij. Natuurlijk Peter, zal ik er ook gelijk ijs in stoppen en ze even voor je opeten?
‘Ja, best,’ zei ik en ik zette koers naar ‘achter’, oftewel het voorraadhok waar alles wat niet op korte termijn kon bederven opgeslagen stond. IJshoorntjes halen. Kon hij dat niet zelf? En voor wie, zijn denkbeeldige klanten zeker? Als hij achter het ijs stond, was het er altijd opvallend rustig, alsof iedereen probeerde zo ver mogelijk uit zijn buurt te blijven. Niet gek, want erg amusant gezelschap was hij ook niet. Wie at er trouwens in hemelsnaam ijs in november?

Ik begreep al gauw waarom Peter niet zelf de moeite had genomen om naar het voorraadhok te gaan. Het was een drama, al beginnend bij het licht. Het armetierige peertje dat al menig werknemer onder stroom had gezet, was kapot en het was er pikdonker. Er zat een klein raampje in de muur, maar dat grensde aan een donker steegje en door de bewolking die erboven hing was er nauwelijks iets te zien. Het was dus al vrij moeilijk om uit te vinden wat er in welke doos zat en halverwege kwam ik er ook nog achter dat de ijshoorntjes helemaal onderaan en achteraan stonden. Tegen de tijd dat ik ze te pakken had en de andere dozen weer ongeveer terug op hun plaats had gezet, voelde ik me of ik een complete verhuizing achter de rug had.
Ik was dus niet zo vrolijk toen ik aanstalten maakte het voorraadhok uit te lopen en met dozen en al tegen iemand opbotste. Eerst dacht ik dat het Peter was, die kwam vragen waar ik bleef, maar gelukkig zag ik net op tijd dat het Gio was. Hij rook heerlijk, naar iets van Gaultier of Giorgio Armani. Alle frustratie en irritatie die net was ontstaan door het akkefietje met het dozenpakhuis verdween als sneeuw voor de zon en ik voelde hoe iets warms en fijns zich van het puntje van mijn tenen tot in mijn vingers uitstrekte. Dat gebeurde altijd als ik hem zag.
‘Hé,’ zei hij en er fladderde iets vrolijks heen en weer in mijn buik. ‘Peter zei dat je hier was. Heb je hulp nodig?’ Ik pakte de dozen beter vast en blies een losgeraakte pluk haar uit mijn gezicht.
‘Nee, ik ben al klaar,’ zei ik en Gio keek naar de bovenste doos.
‘Wat zocht je?’
‘IJshoorntjes.’
‘Helemaal onderop, zeker?’
‘Ja. Het licht is stuk, trouwens.’ Gio knikte.
‘Ik weet het, Peter zei het gisteren. Ik zal morgen even een nieuwe lamp halen.’ Natuurlijk, Peter wist het al. Waarom was ik zo stom geweest niet tegen hem te zeggen dat hij die hoorntjes ook zelf kon gaan halen? Er kriebelden haren langs mijn wang en ik liet de dozen op mijn knie steunen zodat ik de losgeraakte pluk haar achter mijn oor kon strijken. Gio zag het en zette een stap naar me toe.
‘Geef maar, ik neem ze wel,’ zei hij. Hij wilde de dozen aanpakken, maar zijn hand raakte die van mij. Het was of er een elektrische schok door mijn arm trok. We bleven staan en keken elkaar aan. Mijn hand begon te tintelen en het gevoel trok door naar mijn borst, langzaam naar mijn buik. Er vormde zich iets tussen ons in, een bepaald soort spanning. Ik wist dat we het allebei voelden.
Even zeiden we niets tegen elkaar. De stilte was geladen, maar niet op een negatieve manier. Ik keek naar zijn gezicht, zijn ogen, en hetgeen tussen ons in werd steeds sterker, steeds krachtiger. Toen ging het ineens heel snel. We gingen achteruit het hok in. Gio trok de deur achter zich dicht, waardoor het in één keer aardedonker was. Ik nam niet de moeite de dozen weg te zetten en liet ze met een knal naast me op de grond vallen, voor ik zijn gezicht in mijn handen nam en we elkaar zoenden of we elkaar eeuwen niet gezien hadden.
Het zoenen werd flikflooien en dat duurde een tijdje voort. Er was veel hartstochtelijk gezoen en warme handen onder kledingstukken op warme huid. Het was gigantisch opwindend, zoals altijd. Alleen met hem zoenen was al beter dan complete seks met de gemiddelde jongen. Ik had het maar wat graag afgemaakt, maar het was nu te riskant en te asociaal, dus na een paar minuten waren we gedwongen er weer mee op te houden. Als we het traject wel helemaal afmaakten, wat bijna iedere week wel een keer voorkwam, gebeurde dat meestal na sluitingstijd, als er geen collega’s meer rondliepen die ons konden betrappen en er geen klanten meer waren die op hun eten zaten te wachten. En dan altijd in een ruimte waar de deur op slot kon. Kantoor, toilet. Discretie was belangrijk. Het was niet dat we ik me er voor schaamde, er waren genoeg mensen die het met hun baas deden. Vooral als hij er zo uitzag als Gio. Nadeel was echter dat hij inmiddels 34 was en ik daar met mijn achttien jaar ongeveer de helft onder zat.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Sebas
Erelid
Erelid
Berichten: 1163
Lid geworden op: 24 feb 2005 10:57
Locatie: TokTokCity.nl
Contacteer:

Je titel klopt helemaal, alles zit er in!
Nog wel even complimenten over de uitgebreide personages.

En ook de zin:
Ze praatte zo veel en zo snel dat je de bijna onweerstaanbare aandrang had om je hoofd in de oven te steken als je langer dan een kwartier achtereen naar haar moest luisteren.

Echt briljant gevonden :)
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Thanks a lot Sebas! Echt tof dat je blijft reageren :) nieuw stukje!

___________________________________________________________________________

Terug in het restaurant bracht ik de doos met ijshoorntjes naar Peter en ging daarna, op verzoek van Gio, Nancy en Parttimers helpen met de bediening. Langzaam kwamen er meer klanten binnendruppelen, maar ondanks dat vond Peter het schijnbaar zaak alle ijshoorntjes uit te gaan pakken en uit te stallen, ongeacht het feit dat het buiten ongeveer vijf graden boven nul was. Gio kwam ook nog even helpen met serveren, maar die werd na een tijd weer weggeroepen om voorraad uit te laden en nog bleef Peter als een halve zombie met die ijshoorntjes bezig. Halverwege de onderste doos kwam hij erachter dat alle hoorntjes die onderop zaten geplet waren. Of ik wist hoe dat kwam, vroeg hij. Nee hoor, geen idee.
Goddank kwam Gio Peter na een tijd een schop onder zijn kont geven en zette hem ook aan het serveren. Dat was maar goed ook, want het werd met het kwartier drukker en af en toe dwaalden mijn gedachten ongewild af naar vanmorgen en gisteren. Het was vervelend, want ik wilde er niet over nadenken, maar toch speelde het af en toe een beetje in mijn achterhoofd. Gelukkig werd het niet zo drastisch dat ik verkeerde dingen naar de verkeerde mensen ging brengen of glazen liet vallen, maar toch was het lastig. Ik stond op een gegeven moment in de keuken op een pasta van Nando te wachten en ik was zo ver weg met mijn gedachten, bij Jack en Roos en Cees, dat ik me kapot schrok toen Gio zijn hand op mijn schouder legde. Ik had gelijk een drievoudig verhoogde hartslag en Gio vroeg of alles goed was, maar ik deed of ik er om moest lachen en zei dat er niets aan de hand was.
God, was ik daar ook zelf maar zo zeker van.

Rond een uur of halfzeven ging ik naar huis, een halfuur later dan de bedoeling was. Eigenlijk zou ik om zes uur weggaan, maar tegen die tijd was het erg druk geworden binnen en Kimberley, die mij zou aflossen, was er nog niet. Ik vond het lullig zo weg te gaan en de rest onderbezet achter te laten. Veel klanten wilden uitgebreide gerechten en Nando en zijn hulpjes rookten zichzelf bijna de keuken uit. Peter begon fouten te maken van de stress, zoals gewoonlijk, en Nancy werd helemaal panisch van hem. Ik bleef zo lang mogelijk, maar om half zeven was Kimberley er nog niet en kwam Gio zeggen dat ‘die blauwe Mercedes’ al bijna drie kwartier op me stond te wachten. Omdat ik het zielig vond Peter nog langer voor Piet Snot buiten te laten staan, ging ik toen maar. Toen Peter en ik omdraaiden en met de auto de binnenplaats afreden, kwam Kimberley net met een hoofd als een tomaat de hoek om, rennend of ze aan de marathon meedeed.
In de auto vroeg Peter of alles goed gegaan was, ik zei ja en daarna was er alleen nog het geluid van de motor en de wind die gladjes langs de ramen streek. Het maakte me rustig, ik had hard gewerkt en was een beetje moe, slaperig. Nu ik nergens meer mee bezig was dwaalden mijn gedachten weer af, naar gisteren, naar vanmorgen. Ik vroeg me af of ik misschien toch Jack moest bellen, en terwijl ik me dat afvroeg, kreeg ik zo’n vervelend, nerveus gevoel in mijn buik, wat je ook voelt als je iets heel belangrijks moet doen, zoals een wedstrijd of een examen. Het was of dat gevoel een waarschuwing was, of iets in mijn hoofd wist dat ik Jack niet moest bellen omdat ik helemaal niet wilde horen wat hij te zeggen had. Maar misschien hoefde ik me er ook wel niet zo druk om te maken. Ik bedoel, als er echt iets belangrijks was, zou Jack me vast zelf wel gebeld hebben. Toch?


Hoofdstuk 2

De volgende ochtend moest ik om kwart voor zeven op om het eerste uur op school te zijn. Het was een onmenselijke tijd om wakker te worden. Ik was niet zo goed in vroeg opstaan, en nu ik me realiseerde dat ik zo dat hele eind moest gaan fietsen en een hele dag was overgeleverd aan die saaie ellende op school, had ik me het liefst nog een keer omgedraaid. Ik bleef nog een paar minuten in bed liggen mokken, tot om vijf voor zeven mijn wekker weer begon te tetteren. Ik had zo’n haast hem uit te doen dat ik hem bijna doormidden sloeg.
Na nog tien minuten kreeg ik mezelf eindelijk zo ver om uit bed te komen. Een verdieping lager kwam ik erachter dat zelfs Roos en Peter nog niet op waren. Dat was een unicum, ik was nog nooit van mijn leven eerder opgestaan dan Roos. Nog vervelender was dat ik nu haar lekkere ontbijt misliep en straks zelf brood moest gaan ontdooien en smeren. Dat was vervelend en kostte weer energie en tijd, en daardoor kwam ik geheid te laat en zou de conciërge weer proberen me morgen het nulde uur te laten komen. Niet dat dat hem lukte, trouwens. Ik was dit jaar ongeveer een keer of dertig te laat geweest en had dus een mooie collectie toelaatbriefjes verzameld. Inmiddels had ik ondervonden dat de ze het na een tijdje vanzelf opgaven, zolang je maar zorgde dat ze je ouders niet konden bereiken. Dat was in mijn geval niet zo moeilijk dus ik had nergens voor te vrezen.
Nadat ik me aangekleed en gegeten had, werd ik zoals altijd ook nog eens geconfronteerd met enorme wind tegen op weg naar school. Ik was al een paar minuten te laat toen ik van huis wegging, dus tijdens mijn rit werd die achterstand alleen nog maar groter. Ondanks het feit dat ik er waarschijnlijk uitzag als een verwaaide rolmops, werd ik halverwege uitgebreid nagefloten en -geroepen door gemeentewerkers die de berm bezig waren. Eentje riep of ik eens zijn kant op wilde kijken met dat ‘lekkere snoetje’ en ik had zin om zijn oog uit te steken met zijn schoffel.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Sebas
Erelid
Erelid
Berichten: 1163
Lid geworden op: 24 feb 2005 10:57
Locatie: TokTokCity.nl
Contacteer:

Even twee opmerkingen:
  • * Dit is je tweede hoofdstuk 2 ;)
    * En wat is het "nulde" uur? Het klinkt nogal stom dus ik zou zoiets vertalen als "Hij probeerde me al een uur voor het eerste op school te laten komen"
Verder helemaal leuk :)
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Thanks Sebas! Dat van die hoofdstukken had ik dus echt niet gezien, dus dank daarvoor. Het nulde uur, tja, dat is hier een bekend begrip in de omgeving, weet niet of dat overal zo is?

Nog een stukje erbij voor vanaaf, als het te snel gaat, hoor ik het wel!

__________________________________________________________________

Al met al was ik alles behalve vrolijk tegen de tijd dat ik op school aankwam. Ik was te laat, maar gelukkig was ik niet de enige. We hadden het eerste uur Economieman en die was waarschijnlijk nog nooit van zijn leven ergens op tijd geweest. De rest van mijn klas was er wel en hing maar een beetje rond bij het lokaal. We mochten officieel weg als er na een kwartier nog niemand was, maar er waren nog geen tien minuten verstreken na de eerste bel. Zoals altijd gebruikte iedereen zijn vrije tijd nuttig. Dean en Joris gooiden een stressballetje heen en weer, Nina, Jocelyn en Chiara legden de laatste hand aan hun make-up en Domme Daan pulkte uitgebreid in zijn neus, wat er nogal onsmakelijk uitzag. Ik liep met een grote boog om hem heen en nam een slok van mijn koffie-met-heel-veel-suiker, zoekend naar mijn beste vriendin Mel. Ik vond haar al gauw, ze zat op de kachel aan de zijkant van de gang met haar telefoon te rommelen. In tegenstelling tot mij had ze zo te zien niet de moeite genomen haar haar te ordenen nadat ze van haar fiets gestapt was.
‘Star!’ zei ze toen ik naast haar op de kachel ging zitten. ‘O Star, wat goed dat je er bent. Waar was je nou? Ik heb een kwartier op je staan wachten, ik moet je zoveel vertellen!’ Ze zag er nogal opgewonden uit en me af wat ik gemist kon hebben, gezien ik haar zaterdagochtend nog gesproken had. Ik wilde haar ernaar vragen na een slok koffie, maar die was zo heet dat ik bijna mijn tong verbrandde. Mel merkte het niet eens en ze praatte gewoon verder.
‘Luister, luister.’ Ze haalde diep adem en deed haar ogen dicht. ‘Ik heb de ideale jongen ontdekt.’ Ik probeerde de brandende lava in mijn keel weg te proesten, maar Mel sloeg er geen acht op.
‘Op tennis,’ vervolgde ze. ‘Star, je hebt geen idee, hij is zo verschrikkelijk sexy. Hij is blond en gebruind en gespierd en hij heeft hele mooie blauwe ogen. Ik was aan het tennissen en toen kwam hij aan de andere kant van de zaal een partijtje spelen en hij had zo’n Nikeshirt aan in precies dezelfde kleur als zijn ogen. En hij heeft van die hele mooie witte schoenen die ook echt wit zijn terwijl hij ook wel eens buiten speelt.’ Ik wapperde richting mijn gezicht in een poging mijn mond te redden van de verbrandingsdood en knikte.
‘Echt?’ zei ik en ik probeerde enthousiast te klinken ondanks het feit dat ik geen gevoel meer in mijn tong had. ‘Hoe heet hij?’ Melanie keek beteuterd.
‘Weet ik niet,’ bekende ze. Ik had het kunnen weten. Mel was om de haverklap verliefd, maar ze was zo onzeker over zichzelf dat ze er nooit iets mee durfde te doen. Ze dacht altijd dat jongens ‘toch te leuk voor haar waren’ en werd al rood als een jongen haar aansprak. Daarnaast was ze altijd bang dat ze iets stoms zei en zenuwachtig werd en zichzelf voor schut zette. Dat was natuurlijk onzin, want ze was een hartstikke leuke meid. Een echte flapuit en soms misschien inderdaad wat klunzig, maar dat was juist wat haar zo leuk maakte.
‘Weet je niet hoe hij heet?’ vroeg ik en Mel schudde zielig haar hoofd. ‘Waar hebben jullie het dan over gehad?’ Mel keek me aan, met grote ogen.
‘Over gehad? Ik heb geen woord met hem gewisseld, ik heb hem alleen gezien.’
‘Dan vraag je volgende keer toch gewoon hoe hij heet?’ Ze keek naar me of ik zei dat ze hem gelijk maar ten huwelijk moest vragen.
‘Ja, dag,’ zei ze. ‘Dan moet ik met hem praten.’ Ik haalde mijn schouders op en blies in mijn plastic bekertje.
‘Dat lukt vast wel, Mel. Je gaat gewoon naar hem toe en dan vraag je of hij lekker gespeeld heeft. Dan vraagt hij dat vast ook aan jou, en dan zeg je ja en zeg je ‘Ik ben trouwens Mel en ik wil met je uit’.’ Mel gaf me een klap en sloeg daardoor mijn koffie bijna uit mijn handen. Ik lachte en ze keek me quasi-beschuldigend aan.
‘Je moet me niet zo pesten,’ zei ze. ‘Ik durf dat helemaal niet. Jij hebt makkelijk praten, met jouw uiterlijk. Als ik op Megan Fox leek zou ik ook niet zo moeilijk doen.’ Ik glimlachte en sloeg een arm om haar heen. Mel slaakte een zucht en leunde mistroostig tegen me aan.
‘Weet je waar hij woont?’ vroeg ik. Opnieuw schudde ze haar hoofd en ik klopte bemoedigend op haar schouder.
‘Nou, zie je, dan heb je nog een gespreksonderwerp. Hoe hij heet, of hij lekker gespeeld heeft en waar hij woont.’ Mel haalde haar schouders op en pakte een pakje kauwgom uit haar tas. Ze stak het naar mij uit, maar ik schudde mijn hoofd.
‘Ik kan hem ook gewoon een keer volgen,’ zei ze terwijl ze een stuk roze kauwgom in haar mond stopte. ‘Dan weet ik zijn adres en dan kan ik in het telefoonboek zoeken wie daar woont en dan op internet zijn voornaam zoeken.’ Ik trok mijn wenkbrauwen op.
‘Mel, doe normaal. Straks denkt hij dat je hem aan het stalken bent.’ Ik keek opzij toen ik mijn telefoon in mijn tas hoorde afgaan en gaf mijn koffie aan Mel. Die pakte het aan en liet het bekertje bijna direct weer vallen.
‘Heet,’ zei ze.
‘Weet ik.’ Ik trok mijn tas naar me toe en begon in de vakken naar mijn telefoon te zoeken. Mel slaakte een diepe zucht.
‘Maar wat moet ik nou doen? Het is echt zo’n leuke jongen, Star, ik wil hem niet weer aan me voorbij laten gaan. Maar ik ben zo bang dat ik iets achterlijks zeg en dat hij me stom vindt.’ Ze keek vanuit haar ooghoeken mijn kant op, ik voelde het. ‘Kun jij me niet helpen?’ Ik klapte mijn telefoon open en pakte het bekertje koffie weer van haar aan.
‘Eh, ja,’ zei ik terwijl ik mezelf ervan weerhield stiekem mijn sms’je te gaan lezen in plaats van naar haar te luisteren. ‘Misschien wel, maar uiteindelijk gaat het toch om jou, Mel. En je moet wat meer vertrouwen in jezelf hebben, het komt heus wel goed.’ Eerlijk gezegd hoopte ik dat ik gelijk had. Straks was hij niet zo aardig als Mel dacht en dan liep zij een flinke deuk in haar ego op omdat ik haar liep te pushen. Dat was niet de bedoeling, maar wat moest ik dan?
‘We spreken binnenkort anders even af en dan hebben we het erover, goed?’ vroeg ik en Mel knikte opgelucht naast me. Ze zei nog iets, maar ik was inmiddels Bobby’s sms’je aan het lezen en hoorde haar niet echt. Bobby zei dat hij levend en wel thuis was van zijn familieweekend en hij vroeg of ik vanmiddag langs kwam. Ik schreef dat ik hem gemist had, dat ik tot het zevende uur les had en daarna naar hem toe zou komen.
Ik keek op toen ik rennende voetstappen hoorde naderen. Er klonk teleurgesteld gekreun door de gang toen Economieman toch nog de hoek om kwam spurten. Melanie en ik lieten ons van de kachel glijden.
‘Was jouw weekend trouwens nog een beetje leuk?’ vroeg Mel terwijl ze haar tas op haar schouder hees. Ik drukte in gedachten verzonken op een knopje, keek toen op en schoof mijn telefoon dicht. Langzaam drong haar vraag tot me door en even kriebelde er een vreemd gevoel in mijn buik.
‘Ja hoor,’ zei ik. ‘Volgens mij wel.’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Stukje erbij....

____________________________________________________________________________

Na een oersaai uur bij Economieman, waarin Mel voornamelijk de oren van mijn hoofd kletste over haar nieuwe vlam, vertrokken we naar geschiedenis. Rond de wisseling van les had Mel ieder detail van Tennisboy vijftien keer besproken en wist ik tot de exacte kleur van zijn sokken aan toe hoe hij eruit zag. Mijn oren tuitten er een beetje van en stiekem was ik blij dat we zo geschiedenis hadden. Simmons, onze docente daarvoor, was onze mentrix en de klas was altijd extreem braaf en stil bij haar. Hopelijk zou Melanie dan ook even stil zijn, zodat ik er nog wat gedachten van mezelf doorheen kon krijgen.
We gingen de trap af en doorkruisten een gang en dromden met z’n allen het lokaal in. Simmons stond te praten met één of andere brugklasser die naast haar bureau stond, en met één oog keek ze naar de leerlingen die binnen kwamen. Simmons nam haar taak als mentrix heel serieus. De meeste docenten deden het meer voor erbij, omdat toch iemand het moest doen, maar zij vond het echt belangrijk. Ze had eens in de zoveel tijd gesprekken met de leerlingen over hoe het ging, op school en thuis, en alsof dat nog niet erg genoeg was hield ze de probleemleerlingen, zoals ik, goed in de gaten. Gezien er dingen waren die ik veel leuker en belangrijker vond dan wiskunde en geschiedenis was ik nog wel eens met een kater of ernstig gebrek aan slaap op school gekomen, als ik überhaupt de moeite nam om te komen, en al een paar keer had het weinig gescheeld of ze had mijn ouders gebeld. Een tijdje terug had ze Bob en mij ook nog al flikflooiend in de meditatieruimte aangetroffen, met ogen als knikkers door het gebrekkige licht en het blowen niet veel eerder, en sindsdien hield ze me helemaal nauwgezet in de gaten. Soms voelde het of ik met een surrogaatmoeder of een overenthousiast sociaal pedagogisch hulpverlener te maken had.
De eersteklasser die net bij Simmons’ bureau had gestaan, struikelde naar buiten over uitgestoken benen. De laatste leerlingen druppelden het lokaal binnen. Het was rumoerig, maar op een bepaalde manier ook vertrouwd. Simmons gaf iemand op zijn kop voor het tackelen van de brugklasser, verderop werd het gebrek aan doceertalent van Economieman uitgebreid besproken, en Nina en Jocelyn hadden het over één of andere jongen, terwijl Dean en Joris het over één of ander meisje hadden.
Ik ging op een vrije plek op de tweede rij zitten en begon mijn tas uit te pakken. Simmons keek naar me en glimlachte.
‘Hé Starla,’ zei ze toen ik mijn tas naast me op de grond zette. ‘Hoe gaat het ermee?’ Haar ogen hielden die van mij vast, vriendelijk, zoals altijd, maar ook oplettend, zoals altijd. Ik dacht even aan het gat in mijn geheugen en slikte. Ik kreeg het altijd benauwd van haar, van haar heldere blauwe ogen die dwars door alles heen leken te kijken.
‘Ja, prima,’ zei ik. Simmons stopte wat pennen op haar bureau in een pennenbak en ik was blij dat ze haar blik even afwendde. Waarom werd ik altijd zo nerveus van haar?
‘Fijn. En met Bobby?’ Ik schoof een stukje opzij toen Mel aan kwam lopen en naast me ging zitten en wenste ineens dat Mel onbedwingbaar verder begon te praten over Tennisboy.
‘Ja, ook goed.’
‘Ik mis hem vaak in de les, de laatste tijd.’ Wat moest ik zeggen? Dat ik zijn moeder niet was? Dat ik hem groot gelijk gaf dat hij zijn tijd niet wilde verdoen met hier geestelijk doodgaan?
‘O,’ zei ik, proberend niet te ongeïnteresseerd te klinken. ‘Ik weet ook niet wat hij allemaal uitspookt.’ Goddank begon Domme Daan op dat moment tegen Simmons te praten omdat hij zijn boek kwijt was en was ik even van haar verlost. Melanie gooide haar tas bovenop die van mij neer en boog zich naar me toe.
‘Wat wilde ze?’ vroeg ze zachtjes. Ik keek even naar Simmons, maar die was druk bezig Daan gerust te stellen.
‘Niets bijzonders,’ mompelde ik. ‘Hetzelfde als ze altijd bij Bobby doet maar dan andersom: mij uithoren over hem.’ Mel knikte en ze zocht in haar schrift naar een lege bladzijde. Ik volgde haar voorbeeld en keek naar haar. Zou ik haar vertellen over het weekend, over dat ik een stuk kwijt was? Ik vertelde haar veel, maar niet alles. Bepaalde dingen vertelde ik haar niet, misschien om haar te beschermen, misschien om mezelf te beschermen. Ik vertelde haar bijvoorbeeld nooit wat ik allemaal in de club uitspookte. Met jongens en met drugs. Van Gio wist ze ook niet. Niemand wist van Gio, behalve hij en ik. Wat zou ze doen als ik haar vertelde over het weekend? Ze was niet de persoon die zou zeggen dat ik een domme doos was omdat ik dat drankje van Cees had aangenomen zonder eerst duidelijkheid te krijgen over wat erin zat. Maar Mel was wel snel paniekerig en bang dat er iets ergs was gebeurd.
Nee, beter van niet.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Halverwege geschiedenis moesten we opdrachten maken en dat gaf Mel de gelegenheid om haar hele verhaal over Tennisboy weer van voren af aan te beginnen Er waren drie waarschuwingen van Simmons voor nodig eer ze eindelijk haar mond dichthield. Ik deed of ik me op mijn opdrachten concentreerde en Mel schreef er naast me lustig op los. Simmons zelf viel me verder ook niet meer lastig, dus ik genoot van de rust die dat kwartier me bracht. Jammer genoeg was Wiskundevent het volgende uur niet zo gedisciplineerd en Melanie had expres een plek achterin het lokaal gezocht, zodat we konden praten. Vooral Mel kwam aan het woord dus van ‘we’ was niet echt sprake. Af en toe kreeg ik er een paar woorden tussen, maar veel was het niet. Het maakte me ook niet echt uit. Mijn twijfel of ik Mel wel of niet moest vertellen over het weekend zat me nog steeds hoog en ik was bang dat het er ineens uit zou rollen als ik mijn mond open zou doen. Bovendien was ze zo vrolijk en enthousiast, ik wilde haar stemming niet bederven met een of ander stom verhaal over mezelf. Mel had niet zo vaak spannende verhalen, dus ik kon haar beter even laten uitrazen.
Toen ik na het zesdes uur op de fiets richting Bobby zat, was het beangstigend stil zonder de stem van Mel die ratelde over backhands en zweetbandjes. Mel had nog een uur Duits en ze spijbelde nooit, dus was ze er niet om een stuk met me mee te fietsen. Ergens was het wel fijn om even uit te waaien in mijn eentje. Er scheen een waterig zonnetje door de wolken en de frisse wind maakte mijn hoofd helder. Ik deed mijn uiterste best even nergens aan te denken, alles even weg laten waaien en genoot van de wind in mijn rug.
Na een kwartiertje kwam ik bij Bobby aan. Zijn huis was niet ver van school, vlak bij Mel in de buurt. Hij woonde met zijn moeder en zijn irritante zusje Caroline in een twee-onder-een-kapwoning met een carport ervoor. Vandaag stond er geen auto, zoals gewoonlijk: zijn moeder was een soort kopie van die van mij en ze was ook veel meer met haar werk dan met haar kinderen bezig. Ze was er zelden als ik langskwam, zo weinig dat ik eigenlijk niet eens meer wist hoe haar auto eruit zag. Bobs zusje was meestal ook weg, bij haar vader of bij vriendinnetjes, goddank, dus meestal hadden we het huis voor ons alleen.
Ik stapte af voor Bobby’s voordeur en zette mijn fiets op zijn vaste plek, onder het dak van de carport. Het was leeg binnen, door de ramen van de huiskamer en de keuken was niemand te zien. Waarschijnlijk was hij boven. Of was het tegenwoordig zo erg met hem gesteld dat hij vergat dat hij met me afgesproken had en gewoon was weggegaan?
Ik liep naar de deur en belde aan. Ik wachtte, maar er werd niet opengedaan. Geduldig belde ik nog een keer, maar kreeg nog steeds geen reactie. Ik moest naar Bobby’s huistelefoon en vervolgens zijn mobiel bellen voor er eindelijk iets gebeurde. Gestommel op de trap, de deur die openging en Bobby verscheen met zijn oogleden op half zeven en zijn dreads door de war in de deuropening
‘Sorry,’ zei hij. ‘Ben je er al lang? Ik was in slaap gevallen.’ Hij liet me binnen en drukte een kus op mijn wang en ik streek even door zijn haar.
‘Nee, ik stond er net. Druk weekend gehad?’ Ik deed mijn pumps uit en hing mijn jas aan de kapstok. Bobby gaapte en wreef met zijn vuisten in zijn ogen, wat er erg schattig uitzag.
‘Viel wel mee, maar één of andere dombo had mijn nichtjes samen in de kamer naast die van mij gezet. Ze hebben de iedere nacht onafgebroken over hamsters en paarden gepraat en gegiecheld om één of andere zanger.’ Ik glimlachte, sloeg mijn armen om hem heen en gaf hem een kus op zijn lippen.
‘Heb je wel een beetje kunnen slapen?’ Bobby schudde mistroostig zijn hoofd.
‘Niet echt. Als ik het hele weekend zes uur geslapen heb is het veel. Hoe was op school?’
‘Hetzelfde als altijd. Wiskundeman overspannen en Economieman te laat en wanhopig. O, en Mel heeft een nieuwe liefde.’ We liepen de trap op naar Bobby’s kamer. Zijn bed zag er beslapen uit, de televisie stond aan met het geluid zacht.
‘Alweer?’ zei Bob. ‘Wie is dit keer de gelukkige?’
‘Iemand van tennis.’ Ik liep naar Bobby’s bed en ging er bovenop zitten, met mijn rug tegen de muur. Bobby pakte zijn afstandsbediening en plofte naast me neer.
‘Nou ja, het zal toch wel weer niks worden,’ zei hij en hij zette het geluid van de televisie harder. Ik keek geërgerd naar het beeld.
‘Laat haar, Bob. Ze is gewoon verlegen, het komt vanzelf wel, hoor.’ Bobby haalde zijn schouders op.
‘Oké. Hé, heb je deze film wel eens gezien? Ik zat er middenin maar toen viel ik in slaap en nu snap ik het verhaal niet meer.’ Ik zuchtte haast onmerkbaar. De laatste tijd kon ik wel eens moe van Bobby worden, als hij zo deed. Hij was altijd heel makkelijk, vond het allemaal wel best wat ik deed of zei. Druk maakte hij zich nooit, om niets eigenlijk. Soms was dat frustrerend, bijvoorbeeld als er iets gebeurd was of wanneer ik iets voorstelde en hij alleen reageerde met zijn typische: ‘Oké. Is goed.’ Aan de andere kant was het wel een deel van zijn charme, dat relaxte, alleen zou hij er misschien wat zuiniger mee moeten zijn.
Gezien ik niet gelijk geïrriteerd wilde raken nu Bobby net een paar uur terug was, hield ik mijn mond en keek naar de televisie. De film die Bob keek kwam me niet bekend voor, en daarom besloten we hem af te kijken om uit te vinden wat de clue was. Ik maakte van de gelegenheid gebruik en lakte tussendoor mijn nagels met nagellak die ik ooit had laten staan. Voor zover ik oplette was het best nog een spannende film, maar Bobby viel halverwege opnieuw in slaap. In opperste stilte en concentratie lakte ik zijn vingernagels rood zonder dat hij het merkte. Toen hij na een tijd wakker werd, keek hij naar zijn nagels en toen naar mij. Ik glimlachte breed en hij grijnsde.
‘Je weet wat ze zeggen, hé?’ zei hij. ‘Jongens plagen, zoentjes vragen.’

Bob had gelijk, dat deed ik ook. Jammer genoeg ging het intieme samenzijn dat daarop had moeten volgen niet zoals gepland. Eerst blowden we wat, en ondanks, of misschien juist door de wiet waren we wel in de juiste stemming. Na een tijdje raakten we aan het zoenen en was ik van plan voor het eerst in mijn leven seks te gaan hebben met een jongen met nagellak op. We waren eerst een tijd aan het liggen en kroelen en strelen en zoenen, dat ging nog goed. Er gingen dingen uit, er werd nog meer gezoend, er gingen dingen aan, en toen stopte het. Verder dan dat kwamen we niet. Waar het vandaan kwam wist ik niet, maar ik had verrekte pijn. En dan niet een beetje, maar echt hemeltergend, onuitstaanbaar veel pijn. Eerst dacht ik nog, goh, nou ja, zal zo wel over gaan, maar het ging gewoon echt niet. Zelfs Bobby merkte het. Het voelde een beetje als mijn eerste keer maar dan nog erger omdat ik was vergeten hoe pijnlijk het toen was. Gelukkig was Bob nog een beetje slaperig en stoned en kon ik er wat omheen breien, en ik kreeg hem zo ver het nog een paar keer te proberen. Uiteindelijk gaf ik het zelf maar op, omdat ik dacht dat ik dood ging.
Nou ja, daarna was de sfeer natuurlijk ver te zoeken, wat mij betreft in ieder geval. Ik zei maar tegen Bob dat ik me niet zo lekker voelde en volgens mij geloofde hij het. Mijn enthousiasme was door het hele akkefietje nogal verdwenen, maar omdat ik het zo sneu voor Bobby vond maakte ik het maar mondeling af. Ik geloof niet dat hij het erg vond, maar ik wel. Ik wist niet waarom het me zo aangreep, of misschien wilde ik het niet weten, maar ik kon wel janken.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Sebas
Erelid
Erelid
Berichten: 1163
Lid geworden op: 24 feb 2005 10:57
Locatie: TokTokCity.nl
Contacteer:

Op zich vind ik het wel jammer dat er steeds weer geblowd moet worden, voor er iets leuks kan ontstaan. Aan de andere kant is dat natuurlijk een deel van het verhaal.

Het laatste stukje vind ik wel wat vaag, waardoor er nog meer vragen boven komen. Waaraan pijn, wat gebeurde er, wat was de tijdsduur..
Maar dat maakt het ook wel weer spannend om het volgende stuk te lezen. Ik hoop dus dat het onderdeel van het verhaal is..

Can't wait :)
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Stukje erbij om het alvast een beetje te verduidelijken? En wat betreft het blowen, het kan aan mij liggen, maar volgens mij is dit de eerste keer dat dat woordelijk gebeurt? Kan het ook niet helpen, is gewoon de manier waarop zij leeft ;)

_______________________________________________________________________________________

Naderhand, voor zover er iets was om van ‘naderhand’ te spreken, lagen we naast elkaar in bed. De televisie stond nog aan, maar niemand besteedde er aandacht aan. Bobby lag een beetje te dutten. Ik keek naar hem opzij, hoe hij met zijn ogen dicht in opperste rust en vrede lag. Hij zag er zo lief uit, zo kalm. Waarom was het net mis gegaan? Ik slikte en wendde mijn blik af en staarde nog even naar het plafond. Toen sloeg ik langzaam het dekbed van me af en klom uit bed. Stilletjes trok ik mijn ondergoed weer aan en pakte Bobby’s badjas van zijn stoel.
‘Wat ga je doen?’ vroeg Bob slaperig vanuit het bed. Ik keek om, trok zijn badjas aan en knoopte hem dicht.
‘Badkamer,’ zei ik. ‘Zo terug.’ Ik draaide me om, liep de kamer uit en deed de deur zacht achter me dicht. Even bleef ik staan, midden op de gang. Het was doodstil in het huis, ik kon de ketel op zolder horen aanslaan. Ik deed mijn ogen dicht. De stilte was zo nadrukkelijk aanwezig dat hij pijn deed aan mijn oren. Wat was er net gebeurd? Waarom had ik pijn? Ik had nooit pijn met seks, afgezien van de eerste paar keer. Waar kwam dit dan vandaan?
Haast met tegenzin deed ik mijn ogen open. Ik trok Bobs badjas steviger om me heen en ging naar de badkamer. De deur deed ik achter me op slot. Het was donker, iemand had eerder vandaag gedoucht en de vitrage voor het kleine raampje naar beneden gelaten. Ik was blij dat ik even niets zag, dat ik even alleen kon zijn. Weg van Bobby, weg van zijn kamer en zijn stille huis, dat alle negatieve gedachten en gevoelens genadeloos benadrukte. Ik wilde helemaal geen negatieve gedachten hebben, ik wilde mezelf niet bang maken. Ik was Starla, ik was nooit bang, nergens voor. Maar het gevoel dat langzaam opzette in mijn buik, begon verdacht veel op angst te lijken.
Ik probeerde de prop in mijn keel weg te slikken, maar het lukte me niet. Met mijn hand zocht ik steun bij de muur, zonder te weten waarom. De tegels waren koud, ik leunde er met mijn rug tegenaan en voelde de kou dwars door Bobby’s badjas heen. Wat was er mis met me? Stom lichaam, waarom kon alles niet gewoon werken zoals het hoorde te werken?
Ik keek op, naar de douchecabine tegenover me, zonder iets te zien. De tweede keer had ik precies hetzelfde gedacht, de tweede keer in mijn leven dat ik met een jongen naar bed ging. Toen wist ik wat de reden was, dat het kwam door de keer ervoor. Ik was dertien geweest, toen, die eerste keer. Mijn vriend was negentien, hij was mijn tweede vriendje. Martin, heette hij. Hij was niet echt romantisch, eerder het soort dat andere jongens in elkaar beukte als ze naar zijn vriendinnetje keken. Het gebeurde op een zaterdagnacht, nadat we stiekem waren uitgegaan. Hij had het al een paar keer gevraagd, was natuurlijk een stuk ouder, al veel verder, maar ik wimpelde hem telkens af en zei dat hij niet zo moest zeuren. Die ene nacht kwam het er toch van. Zijn ouders waren er niet en die van mij dachten dat ik bij Mel was, dus we gingen stiekem uit en daarna bleef ik bij hem slapen. Thuis aangekomen kwamen we op zijn bed terecht. Ik was nerveus, wilde eigenlijk nog niet echt, maar ik zei tegen mezelf dat het er ooit toch wel van moest komen, dus dat ik het beter maar gewoon kon proberen. Dat hield ik vol tot we op het moment suprême kwamen en het pijn deed. Hij was ook niet echt voorzichtig, zeg maar. Ik veranderde van gedachten, zei dat het zeer deed en dat ik liever nog even wilde wachten, maar hij hoorde me niet, hij was te druk bezig en te dronken. Tenminste, dat dacht ik eerst. Toen ik onder hem uit wilde komen, duwde hij me weer terug op bed. Ik kon het hem nog horen zeggen. ‘We gaan nu niet meer stoppen, meis. Gewoon even blijven liggen, de eerste keer is het altijd even klote.’ God, wat een trut was ik geweest. Want ik was blijven liggen. Ik had mezelf gedwongen te denken dat hij gelijk had en dat het lullig was als ik hem nu nog zou afwimpelen, dat ik me niet aan moest stellen, dat het maar seks was, dat ik er toch ooit een keer doorheen moest, dat soort onzin. Ik had hem weg moeten duwen, ik had het ook gekund, met een beetje overtuigingskracht, maar ik deed het niet. In plaats daarvan bleef ik liggen en liet hem zijn gang gaan. Het was totaal niet fijn, ik ging dood van de pijn. Ik was veel te gespannen en nerveus en hij was veel te ruw. Jammer genoeg had ik me er best veel van voorgesteld, wilde ik gewoon voelen hoe het voelde, met een jongen, maar hij was alleen maar met zichzelf bezig. Ik vond er niets aan, vond het echt weer een mannen-iets, en vroeg me af of dit nu was waar iedereen zo lyrisch over deed. Ik was blij toen hij klaar was en ergens was ik boos op hem, dus ik kleedde me aan en ging weg zonder nog iets tegen hem te zeggen. Het viel me zo van hem tegen dat het zo gegaan was, ik wist niet goed wat ik moest doen. De volgende dag wilde hij weer en we kregen knallende ruzie. Ik gooide een of andere zware kaars van zijn moeder naar zijn hoofd en hij gaf me een flinke oplawaai. We maakten het uit en daarna had ik hem nooit meer gezien.
Ik had nooit de moeite genomen iemand te vertellen wat er gebeurd was, ook niet aan mijn eerstvolgende vriendje, na Martin. Mijn tweede keer was met dat vriendje en ik was zo bezig met die pijn en stress van de eerste keer dat het weer niet soepel ging, terwijl hij heel lief en voorzichtig was. Volgens mij dacht hij dat het mijn eerste keer was en dat het daarom zo moeizaam verliep allemaal. Hij deed zijn best, maar de eerstvolgende paar keer was het ook nog niet echt prettig, voor mij niet tenminste. Heel wat keren had ik Martin vervloekt als ik onder mijn vriendje op bed lag en probeerde niet te kermen. Het duurde een hele tijd voor het beter ging en ik het leuk begon te vinden. Maar die tijd had ik gehad, toch? Lang leve de lol. Ik had nooit meer ergens last van, met niemand. Waarom nu dan wel?
Ik schudde mijn hoofd en liep naar de deur van de badkamer. Er was vast niets aan de hand. Ik moest mezelf niet bang gaan maken met dingen die feitelijk nergens op gebaseerd waren. Ik kon het beter gewoon even aankijken, volgende keer was het vast verdwenen. Dan ging alles gewoon weer zoals het hoorde. Iedereen had ten slotte wel eens een slechte dag.
Ik haalde de deur van het slot en keek even naar mijn hand, die op de klink lag, zonder iets te zien. En als het volgende keer niet beter ging? Opnieuw schudde ik mijn hoofd en mezelf dwingend er niet meer aan te denken, stapte ik de badkamer uit. Ik wilde het gewoon echt niet weten.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

De rest van de dag was ik chagrijnig. ‘s Middags toen ik thuiskwam zat Roos aan de eettafel aan iets voor haar studie te werken, maar ik was teveel met mijn eigen gedoe bezig om haar te vragen hoe het ging. Ze zei dat ze mijn kapotte Puch naar het dorp had gebracht, naar één of andere vent die hem zou kunnen maken. Over een paar dagen kon ik hem weer ophalen. Ik vergat nog net niet haar te bedanken, ondanks het feit dat ze zei dat ik de rekening zelf moest betalen. Eerlijk gezegd was het me net in de schuur niet eens opgevallen dat mijn Puch er niet meer stond.
Ik bleef de hele avond boven. Roos en Peter keken beneden naar ER, maar ik bleef stoïcijns op mijn kamer zitten. Normaal gesproken vond ik het wel gezellig om televisie met ze te kijken, maar nu kwam ik niet naar beneden toen Roos vroeg of ik naar George Clooney kwam kijken. Het was stom, want eigenlijk deed ik helemaal niets. Ik zat een beetje achter de computer, maar ik was er niet bij met mijn gedachten. De hele tijd moest ik min of meer per ongeluk denken aan wat er vanmiddag was gebeurd. Dat wilde ik absoluut niet en al mijn aandacht en energie werden opgeslokt door het blokkeren van iedere gedachte die daarover de kop op stak. Het was lastig, vooral naarmate het later werd en ik moe begon te worden. Op een gegeven moment werd ik het zat, en even overwoog ik om Jack te bellen zodat ik voor eens en altijd van alle vragen verlost zou zijn. Tegen beter weten in wilde ik mijn telefoon gaan pakken, maar de batterij bleek leeg te zijn. Ik zag het als een teken en belde niet. Ik stelde me aan.

Hoofdstuk 4

De volgende dag versliep ik me. Ik werd wakker rond acht uur, in plaats van zeven uur. Op miraculeuze wijze gaf het tekentje op mijn wekker aan dat die wel degelijk op tijd was afgegaan, maar daar had ik niets van vernomen. Wat had ik gemist? Wiskunde en nog iets. Grieks? Nee, management en organisatie. Niet erg, nog even de tijd.
‘Hé,’ zei Roos toen ik wat later half opgemaakt in de eetkamer aankwam. ‘Lekker geslapen?’ Ze had croissantjes en chocoladebroodjes gebakken en het rook heerlijk in de keuken.
‘Ja, gaat wel,’ reageerde ik en ik ging tegenover haar aan tafel zitten. ‘En jij?’ Roos schoof een bord naar me toe en legde er een croissantje op.
‘Heerlijk. Het is zo stil hier, ‘s nachts.’ Ik lachte schamper en pakte het pak melk.
‘Dat is niet zo leuk als het lijkt. Als pa snurkt is het of er iets neerstort. Jij ook melk?’
‘Ja, lekker. Ik vind het wel fijn hoor, die rust buiten. Ik slaap al de hele week als een roos.’
‘Bij jullie is het toch ook rustig?’
‘Ja, maar daar heb je meer geluid dan hier.’
‘Gelukkig wel. Als je hier na achten over straat fietst, is het al zo uitgestorven dat het wel een film van M. Night Shyamalan lijkt. Waar is Peter, trouwens?’
‘Terug naar huis. Hij moest naar stage en al zijn spullen stonden nog thuis. Je krijgt de groeten van hem. Hij is net weg, we wilden je niet wakker maken.’ Ik knikte en Roos stak een chocoladebroodje naar me uit. Ik wilde het aanpakken, maar ze hield het broodje net wat te lang vast. Toen ik opkeek, zag ik dat ze naar me keek. Even bleven we zo zitten, met allebei een kant van het broodje in onze hand.
‘Wat is er?’ vroeg ik. Roos keek me nog even aan. Toen liet ze het broodje los, wendde haar blik af en begon een croissantje voor zichzelf te smeren.
‘Kun je je inmiddels weer wat van zaterdagavond herinneren?’ vroeg ze op een quasi-nonchalante manier. Er zakte gelijk weer zo’n vervelend, zwaar gevoel neer in mijn buik bij die vraag. Hè, had ik daar net even niet aan gedacht, begon zij er weer over.
‘Nee,’ zei ik, korter af dan ik bedoelde. Roos keek me aan, op een bepaalde manier, maar voor een van ons nog iets kon zeggen, ging goddank mijn telefoon af. Dankbaar greep ik ernaar en klapte hem open. Ik nam bijna haastig op, en zag nog net dat het Mel was.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
pebblooz
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 27 dec 2009 16:01

Verder verder verder! Ik ben verslaafd ;P
Hey Playboy, it's about time, and your time's up.
I had to do this one for my girls you know.
Sometimes you gotta act like you don't care,
that's the only way you boys learn.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Thanks pebblooz! Super leuk dat je ook meeleest :)

_____________________________________________________________________________________

‘Star!’ riep ze, zoals altijd of ik haar een halfjaar niet gesproken had. ‘Waar hang je uit? Je hebt iets gemist vanochtend, hoor.’ Ik kon het me haast niet voorstellen, maar omdat ik allang blij was dat ik nu niet meer met Roos hoefde te praten, besloot ik dat niet te laten merken.
‘Wat dan?’ vroeg ik en gelukkig ging Roos tegenover me verder met eten.
‘Wisknuddeman is nu officieel bijna overspannen,’ zei Mel en ik trok mijn wenkbrauwen op.
‘Hoezo?’
‘Hij heeft de cijfers van het proeftentamen teruggegeven en ik denk dat het laatste is wat hij in dit leven gedaan heeft.’
‘Hoe erg was het?’
‘Dramatisch. Drieën en vieren all over the place.’ Ik probeerde met één hand een croissantje open te snijden.
‘Weet je wat ik had?’ vroeg ik. Mel kauwde ergens op. Dat deed ze altijd, als ze aan het bellen was zat ze of ergens aan te friemelen of was ze iets aan het eten.
‘Ja, een vijf punt nog wat. Volgens mij net een voldoende. Dat is best goed, gezien je er niets aan gedaan had.’
‘Oké. Wat had jij?’Roos trok vragend haar wenkbrauwen op. Ik gebaarde ‘vijf’ en haalde mijn schouders op. Roos rolde met haar ogen.
‘Een vier punt één,’ zei Mel aan de andere kant van de lijn op een toon alsof dat heel redelijk was, wat waarschijnlijk ook het geval was.
‘Ook al zo hoog,’ zei ik. Roos keek weer naar me en nu gebaarde ik ‘vier’. Roos schudde mistroostig haar hoofd en ik grijnsde.
‘Ja, ik kan het ook niet helpen,’ ging Mel aan de andere kant van de lijn onverstoorbaar verder. ‘Ik was begonnen het door te nemen maar ik snapte er echt niets van, dus na twee hoofdstukken ben ik maar gestopt.’
‘Na het eerste hoofdstuk is het al niet meer te volgen.’
‘Daarom. Maar in ieder geval, morgen krijgen we een herkansing. Wisknuddeman gaat vandaag het zevende een extra uur inlassen om dat ding te bespreken en hij wil graag dat we allemaal aanwezig zijn zodat we niet massaal zakken aan het eind van het jaar. Of je dus nog van plan was te komen vandaag.’ Ik slaakte een diepe zucht en wreef met mijn hand over mijn gezicht.
‘Ik was het wel van plan ja, maar nu weet ik het niet zo zeker meer,’ mompelde ik. Tegenover me begon Roos subtiel broodjes te smeren zonder ze op te eten. Ik veronderstelde dat ze dat als soort van hint deed, zodat ik ze mee naar school zou nemen. Mel vervolgde: ‘Wiskundeman zegt dat hij een lijst gaat bijhouden van wie er wel en niet zijn. Ik denk niet dat hij ons iets kan maken, maar stel je voor.’ Roos stond op. Achter me haalde ze plastic zakjes uit de kast en ze begon de broodjes in te pakken. Ik zuchtte opnieuw.

Ondanks haar moordneigingen bracht Roos me met haar auto naar school, zodat ik nog een paar uurtjes slimheid mee kon pikken. ‘s Middags moest ik gelijk werken, dus ik zou de bus van school naar het restaurant pakken en om zes uur zou ze me daar weer ophalen. Maar om daar te komen moest ik eerst het extra uitleguur van Wisknuddeman zien te doorstaan. Wisknuddemans poging om ons te redden van nog een jaar middelbare school was aan de ene kant best grappig en aan de andere kant ontzettend zielig. De lijst met resultaten was echt een drama. Het eindexamen was al over een paar maanden en slechts vier van bijna dertig mensen in onze klas hadden een zes of hoger gehaald. Arme Wisknuddeman was de wanhoop nabij. Zijn ogen stonden nog triester dan die van Richard Gere, hij had meer rimpels dan ooit tevoren en donkere kringen tekenden zich af tegen zijn bleke huid. Met al zijn kunnen probeerde hij ons uit te leggen wat we fout hadden gedaan, wat het principe was van de hoofdstukken die we hadden moeten leren. Hij schreef driftig getallen op het bord, verbond alles met elkaar door middel van lijntjes, net zo lang tot we door de bomen het bos niet meer zagen. In het begin probeerde iedereen het nog wel te volgen, maar op een gegeven moment was er geen touw meer aan vast te knopen. Hij wilde het gewoon te graag en wij wilden het gewoon te graag niet. Ik hield het vol om tot op driekwart van het uur op te letten. Dat was jammer, want toen begonnen mijn hersenen af te dwalen naar dat akkefietje met Bobby gisteren en dan was ik eigenlijk nog liever met wiskunde bezig.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Gelukkig was ik niet de enige die het niet meer kon volgen. Mel had halverwege haar aandacht verloren en focuste nu vooral op het tekenen van hartjes in haar schrift. Naast ons was het groepje van Dean en Joris al lang niet meer geïnteresseerd en ze speelden met z’n vieren een kaartspelletje. Aan de andere kant van het lokaal lakten Nina en Chiara hun nagels en Jocelyn werkte haar make-up bij. De enige die nog op Wisknuddeman lette was Domme Daan. Die keek naar hem met zijn mond open, en duidelijk was dat hij oplette maar er echt totaal niets van snapte. Toen de bel ging en Wiskundeman zijn pogingen om ons slim te maken maar opgaf, was ik blij dat ik naar weer weg kon.

Op mijn werk werd het niet veel beter. Ik was net bezig toen ik al een aanvaring had met wat vervelende jongens. Ze kwamen rond een uur of vier het restaurant binnen en vulden de hele rechterhoek van de ruimte met de lucht van dure geurtjes. Het waren er vier, en de één van nog erger dan de ander. De eerste had zo‘n groot ego dat het bijna niet in zijn lijf paste, de ander had een halve pot gel in zijn haar gesmeerd. De volgende had glimmende oorbellen zo groot als struisvogeleieren in en de laatste zag eruit of zijn zonnebank hem levend had geprobeerd te roosteren. Ik denk dat ze pas een jaar of vijfentwintig waren, maar volgens mij vonden ze zichzelf al heel wat. Jammer genoeg ontkwam ik er niet aan ze te helpen; Gio was in het kantoor aan het bellen over een verkeerde levering, Nancy was spoorloos verdwenen en Peter en een andere scholier waren aan de andere kant van het restaurant bestellingen aan het opnemen.
Ik rechtte dus mijn rug en liep naar het tafeltje van de vier jongens toe. De kakker met het grote ego vertelde net iets wat blijkbaar erg grappig was en ze lachten allemaal extra hard zodat iedereen goed kon horen humoristisch ze waren. Toen ze een beetje uitgelachen waren ging ik tussen Kakker en Struisvogelei in staan.
‘Kan ik jullie helpen?’ vroeg ik zo neutraal mogelijk. Ze leken me nu pas door te krijgen en keken allemaal tegelijk om. Zoals ik al verwacht had waren ze inderdaad geen haar beter dan ik had ingeschat. Drie van de vier keken eerst totaal niet subtiel naar mijn borsten voor ze de moeite namen om oogcontact te maken. Schijnbaar was Kakker de leider van de bende, want hij bekeek me, draaide zich een beetje om op zijn stoel en zette een enorme player-lach op.
‘Voor jou kan ik genoeg dingen bedenken,’ zei hij en zijn tanden blonken in het licht van de lamp boven zijn hoofd. De jongen die aangevallen was door zijn zonnebank grinnikte, maar ik negeerde hem. Ik pakte ongeïnteresseerd mijn boekje uit mijn zak en klikte de pen eraf.
‘O ja?’ vroeg ik en ik bladerde naar een lege pagina. Kakker gaf Plakhaar een elleboogstoot en Fopneger grijnsde naar Struisvogelei. Ik onderdrukte de neiging om me om te draaien en weg te lopen. God, ik had wel betere dingen te doen dan het slachtoffer worden van hun gezamenlijke identiteitscrisis.
Kakker richtte zich weer op mij.
‘Zeker,’ zei hij. ‘Heb je iets lekker zachts en fruitigs, misschien?’ Volgens mij vond hij zichzelf zo gigantisch goed dat ik me afvroeg of hij geen pijn in zijn rug kreeg als hij dat ego de hele tijd moest tillen. Ik wees met mijn pen naar de kaart op hun tafel.
‘Behalve de vruchtenijscoupès en fruitsalades op de kaart, bedoel je?’ vroeg ik. Vanuit mijn ooghoek zag ik Gio terugkomen uit het kantoor. Zou hij me ontslaan als ik een klant vermoordde?
‘Ja,’ zei Kakgast naast me, en ik merkte dat Struisvogelei ongegeneerd achteruit leunde en publiekelijk naar mijn kont keek. ‘Iets sappigs, je weet wel...’ Hij gaf me een fullbodycheck zoals alleen de echte losers in deze wereld dat kunnen en vulde aan: ‘Perzik. Heb je dat?’ Zijn vriendjes proestten en Kakgast grijns werd nog breder, al had ik niet verwacht dat dat nog mogelijk was. Ik trok mijn wenkbrauwen op.
‘Perzik?’ herhaalde ik, eerder verbaasd om de stomheid van zijn metafoor dan dat ik niet wist wat hij bedoelde. Hij knikte.
‘Ja, een perzikje. Die heb jij wel, toch?’ Fopneger hield het niet meer en hij werd rood door zijn nepbruine wangen heen.
‘’Tuurlijk,’ mompelde ik. ‘Willen jullie misschien eerst even wat drinken? Dan kan je nog even nadenken over de rest.’ Kakgast keek zijn vriendjes even grijnzend aan en knikte toen.
‘Ja hoor meisje, ‘de rest’ komt wel, straks.’ Hij knipoogde naar zijn vrienden. ‘Loop jij eerst maar even lekker naar de bar om vier biertjes voor ons te halen.’ Het liefste was ik achteruit naar de bar gelopen, om ze geen blik te gunnen op mijn billen, maar die moeite vond ik te groot. Ik draaide me om en hoorde weer gegiechel achter me toen ik weg liep, en ik vroeg me af wat voor vunzigs Kakker ditmaal achter mijn rug om gedaan had. Ik klemde mijn kaken op elkaar en liep naar de bar. Daar stond Gio, met papieren en een schema dat hij aan het bijwerken was. Hij keek naar me toen ik aan kwam lopen en aan zijn gezicht zag ik dat hij alles gezien had.
‘Hé,’ zei hij toen ik naast hem kwam staan en vier bierglazen van de plank rukte. ‘Alles in orde?’ Ik hield een glas onder de tap en liet het vollopen.
‘Als ik een scheut chloor in dit glas mag doen wel ja,’ reageerde ik en ik zette het met een klap op het rooster neer. Gio keek even mijn kant op.
‘Vallen ze je lastig?’ vroeg hij, en er was iets in zijn stem waardoor ik opkeek. Ik zag de blik in zijn ogen, en er kriebelde iets in mijn buik, wat het harde, geïrriteerde gevoel daar enigszins leek te verzachten. Toen glimlachte ik.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

‘Valt wel mee,’ zei ik. ‘Maar ze denken graag van wel.’ Ik streek een schuimlaag van een glas af en Gio krabbelde iets op zijn schema.
‘Oké. Als je last van ze hebt, zeg je het maar.’
‘Nee, het lukt wel. Ik kan het zelf wel oplossen als je dat goed vindt, als je begrijpt wat ik bedoel.’ Gio begreep wat ik bedoelde. We moesten eigenlijk altijd beleefd zijn tegen klanten.
‘Natuurlijk. Ga je gang,’ zei hij. Ik vulde het laatste glas en zette het met de andere drie op een dienblad. Rustig liep ik terug naar de jongens, die met elkaar zaten te smoezen alsof ze meisjes van veertien waren en blikken mijn kant op wierpen.
‘Zo,’ zei ik toen ik bij de tafel aankwam en de glazen erop zette. ‘Vier bier. Nog iets anders?’ Ik stopte mijn dienblad onder mijn arm, haalde mijn pen weer tevoorschijn en keek ze aan. Het viel me nu pas op dat Plakhaar scheel was. Allemachtig, het werd steeds erger.
Kakker pakte de menukaart en deed of hij er naar keek. De andere drie keken alleen maar in spanning toe, afwachtend wat hij zou doen.
‘Eigenlijk wel,’ zei hij na zo’n lange tijd dat ik bijna alweer vergeten was wat ik hem gevraagd had. ‘Iets met bananen, kan dat?’ Ik onderdrukte een zucht. Hij had er dus nog geen genoeg van. Best, als hij dat graag wilde, dan deden we het zo.
‘Dat kan ik beter aan jou vragen, toch?’ zei ik. Fopneger verslikte zich in zijn bier en proestte. Kakker liet de kaart in zijn handen heen en weer glijden en keek me aan.
‘Gevat, hoor,’ zei hij, en hij leunde een beetje naar achteren op zijn stoel. ‘Hou je zelf ook van bananen, bijdehandje? Vindt je die lekker?’ De andere jongens dachten schijnbaar dat hij door zijn snelle tegenreactie gewonnen had, want ze begonnen te stikken van het ingehouden lachen. Kakker keek even naar ze om te genieten van zijn succes. Toen draaide hij zich weer naar mij en hij grijnsde. ‘Stop je ze vaak in je mond? Hou je daarvan?’ vroeg hij. Achter me liet Gio iets vallen. Ik zuchtte even en klikte ik mijn pen aan mijn blocnote. Rustig stopte ik ze in mijn zak. Ik boog naar voren, leunend op de schouder van Plakhaar. Die was dankzij zijn kapsel waarschijnlijk nog nooit door een vrouwpersoon aangeraakt en hij stopte gelijk met lachen, en ik gunde Kakker en Fopneger aan de andere kant van de tafel een bescheiden inkijk in mijn decolleté. Fopneger viel in een keer stil, of zijn batterij er plotseling mee ophield.
‘Luister, jongen,’ zei ik tegen Kakker. ‘Het is vast frustrerend voor je dat je pikkie zo klein is als mijn pink en ik kan me niet voorstellen hoe vervelend het moet zijn dat niemand je ziet zitten. Echt, dat spijt me voor je, maar ik heb een vriend die meer mannelijkheid in zijn ‘banaan‘ heeft dan jij in je hele lichaam, dus ik heb geen behoefte aan jouw slappe praatjes en al helemaal niet in combinatie met die peutermetaforen van je. En als je het wilt weten, met ´bananen´ doe ik dingen waar jij niet eens van durft te dromen, en ik ben er verdomde goed in. Jammer genoeg zou jij daar nog niet voor in aanmerking komen als je je hoofd in dat van Brad Pitt laat veranderen omdat je persoonlijkheid net zo groot is als dat dingetje tussen je benen. Je kunt dus irritant blijven doen tot je een ons weegt, maar neem maar van mij aan dat zelfs de grootste trut op aarde daar niet intrapt.’ Ze waren stil en ze keken naar me.
‘Zo, nu dat opgehelderd is, drinken jullie normaal je biertje op en gaan jullie daarna weg of moet ik alsnog iemand halen die jullie komt verwijderen?’ De stilte hield aan. Fopneger staarde naar me met zijn mond open, op een manier die me veel aan Domme Daan deed denken. Ik knikte.
‘Oké, dat is dan opgehelderd. Ik hoop dat het smaakt.’ Ik pakte mijn dienblad beet en liep terug naar de bar. Gio stond er nog steeds, ik zag een lichte twinkeling in zijn ogen.
‘Opgelost?’ zei hij toen ik het blad weer op de plank onder de bar schoof. Ik knipoogde.
‘Ik denk het wel. Niet tegen Bas zeggen, hè?’
‘Nee hoor, geen zorgen.’ Ik tikte iets in op de kassa en wachtte tot ik de bon af kon scheuren. Hoe eerder ik dat ding bij dat stelletje kleuters kreeg, hoe eerder ze konden betalen en hoe eerder ze weg waren.
Naast me zette Gio een grote streep in zijn schema en prikte het blaadje aan een paal naast de bar. Ik keek naar hem, naar zijn prachtige groene ogen, en legde de bon op een klembord. Ondanks alle onzekerheid die ik door dat gedoe met Bobby gisteren gekregen had, voelde ik nog steeds het bekende gekriebel in mijn buik als ik naar Gio keek. Ik wierp een blik om me heen, zette een stap naar hem toe en boog wat zijn kant op.
‘Trouwens,’ zei ik op gedempte toon, en Gio keek mijn kant op. ‘Net, bij die jongens? Ik had het niet over Bobby toen ik het over die vriend van me had.’ Hij glimlachte en ik legde mijn hand op zijn buik, net boven de rand van zijn broek.’Ik heb over een kwartier pauze. Kom naar het kantoor, dan laat ik je zien hoe goed ik ben met bananen.’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Hoevaak heb je dit verhaal al hergeschreven? Ik volg het nu trouw, heb het voor een deel wel gelezen toen het hier in een ander versie stond dus ik weet al wat er met haar gebeurd is, maar ik was (schaam, schaam) afgehaakt omdat ik het teveel lezen vond. Dus ben heel blij dat ik het nu stuk voor stuk kan lezen én dat je regelmatig post, itt anderen :gr:
Inhoudelijks heb ik verder niets toe te voegen, wou alleen maar laten weten dat u een nieuwe lezer erbij hebt *applaus :mrgreen: *
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Hé! Leuk dat je ook meeleest! Ik heb alles al duizend ker herschreven denk ik, ook alles door elkaar, soms losse stukjes, soms alles... is een gebed zonder einde ben ik bang ;)

Nieuw stukje!

_____________________________________________________________________________________

Het was fijn om even met Gio samen te zijn. Oké, het bleef weer beperkt, maar complete seks was toch uitgesloten. Midden op de dag hielden we het altijd netjes omdat het asociaal was en er te veel risico was dat we betrapt zouden worden, maar dit was een goed alternatief. We sloten ons op in het kantoor, een tijdlang zoenend en haarstrelend en het was heerlijk, rustig en passioneel en kalmerend. Ik voelde me geruster als ik zo met Gio was, alsof al mijn onzekerheden over gisteren met Bobby even naar de achtergrond verdwenen. Het gaf me een gevoel of alles weer goed zou komen, iets wat ik al vaker gemerkt had, en of dat gevoel klopte of niet, op dat moment deed het er niet toe. Het enige wat telde waren Gio en ik en wij samen en dat warme gevoel dat langzaam door heel mijn lichaam trok.
Na een tijdje eindigden we, al zoenend, tegen het bureau. Ik zakte af naar een zwarte Emporio Armani boxershort, omlaag. Gio leunde met gesloten ogen tegen het bureau achter zich en streelde zacht door mijn haar en hield het uit mijn gezicht. Het was fijn en kalm en ontspannen en ik was blij dat we zo toch even een intiem moment konden hebben.
Later, vlak voor we teruggingen naar het restaurant, na een heerlijk rustige zoen, deed Gio ook nog dat ene, zijn speciale gebaar. Zijn hand lag zacht onder mijn kin en zijn duim streek over mijn lippen, van rechts naar links, altijd hetzelfde. De blik in zijn ogen was dan zo zacht en warm dat ik voelde wat hij op dat moment voelde. We hadden het nog nooit hardop tegen elkaar gezegd, maar altijd als hij dat deed, realiseerde ik me hoeveel ik van hem hield. Meer dan ik ooit van iemand gehouden had.

Ik voelde me goed toen ik rond zes uur bij Roos in de auto stapte om naar huis te gaan. Het gedoe met de vier jongens dat met een sisser was afgelopen en mijn korte intieme samenzijn met Gio leken alles een beetje gerelativeerd te hebben. ‘s Avonds keken we samen een horrorfilm en het lukte me om mijn aandacht erbij te houden zonder dat ik iedere keer aan Cees of Bobby moest denken. We aten chips en praatten over pa en ma en over films.
Toen ik naar bed ging, dacht ik nog een tijdje aan Gio. Aan vanmiddag, en aan een tijd geleden. Ik wist nog precies hoe het allemaal begonnen was. Hoe zou ik dat ooit kunnen vergeten? Het was al een hele tijd terug, die eerste keer. Ruim een jaar, denk ik. Het zat er al heel lang aan te komen, of in ieder geval, er hing al een hele tijd iets tussen ons in. Ooit had hij mijn arm vastgepakt om te voorkomen dat ik mijn hand ergens aan zou verbranden en met die aanraking was er een enorme vonk overgesprongen. Sindsdien, als we elkaar aanraakten, per ongeluk en op welke volstrekt onschuldige manier dan ook, had ik telkens weer dat tintelende gevoel. De seksuele spanning tussen om was enorm. Ik had hem altijd al ontzettend aantrekkelijk gevonden, maar steeds meer kreeg ik het warm als ik hem zag, dat het kriebelde in mijn buik. Dat gevoel had ik nog nooit voor iemand gehad, ik wist niet eens dat het bestond. Helaas had hij die trouwring en alhoewel ik daar in dit geval niet zo’n probleem van had gemaakt, leek hij me niet het type om ontrouw te zijn. Volgens de roddels was er dan wel niet veel meer van zijn huwelijk over, als het überhaupt nog bestond, maar gezien de roddels meestal van Nancy afkomstig waren, wist ik niet wat ik daarvan moest geloven.
Die spanning tussen ons bleef echter hangen en werd ook steeds groter. Uiteindelijk ging het dus ‘mis’, als je het zo wilt noemen. Het gebeurde op een avond waarop ik samen met Nancy, Peter, Gio en wat anderen late dienst had. Zoals vaker waren Nancy en Peter ervandoor gegaan zodra de laatste klant voet over de drempel had gezet en ook de rest was langzaamaan naar huis vertrokken. Ik had Gio nog geholpen met dingen opruimen en de tafels opnieuw klaarmaken voor morgen.
Op een gegeven moment wilde ik wat glazen weg gaan halen van een tafel in de hal. Tegelijkertijd kwam Gio onverwacht de keuken uit lopen en we botsten bijna tegen elkaar aan. Mijn maag maakte een sprongetje en als we minder zelfbeheersing hadden gehad, waren we waarschijnlijk allebei rood geworden. We liepen door, maar we moesten allebei bij die tafel zijn. Het was of het zo had moeten zijn. Ik stak mijn hand uit naar een glas en Gio wilde een dienblad pakken dat ernaast lag. Puur toevallig raakten onze vingers elkaar. Snel trokken we onze hand weg en glimlachten een beetje verontschuldigend naar elkaar.
‘Sorry,’ zeiden we tegelijk. Met een snel groeiende aantrekkingskracht tussen ons in gingen we verder met waar we mee bezig waren. De spanning was bijna niet te harden. Na een paar seconden hield ik het niet meer en keek voorzichtig vanuit mijn ooghoeken naar hem. Dat leek hij te merken en hij keek mijn kant op. Al het andere viel stil. We hielden allebei op met waar we mee bezig waren en keken alleen maar naar elkaar. Ik zag dat hij slikte, we zeiden niets. Het enige geluid was afkomstig van de radio in de keuken, die Nando was vergeten uit te zetten toen hij wegging.
Toen wendden we abrupt onze blik weer af, alsof we ons betrapt voelden. Gio pakte een dienblad op en liep weg van de tafel, naar de keuken. Ik kon niet anders dan hem nakijken, met de glazen in mijn hand. Nooit had ik geweten dat ik voor iemand kon voelen wat ik nu voor hem voelde.
Na een paar passen bleef Gio staan, met zijn rug naar me toe. Even gebeurde er niets, maar toen draaide zich om. Hij keek me aan en zo stonden we een tijdje. In mijn buik golfde en fladderde het, mijn benen voelden raar. Zijn gezicht, zijn ogen, hij zag er zo fantastisch uit. Een onzichtbare kracht hing tussen ons in en probeerde ons uit alle macht naar elkaar toe te trekken. Het duurde niet lang voor we er allebei aan toe gaven. Gio liep naar me terug, en ik had een kriebelend gevoel in mijn buik toen ik de glazen neerzette zonder te kijken waar en ook naar hem toeliep. Hij wendde zijn blik niet van de mijne af en liet het dienblad vlak voor me op de grond vallen. Toen pakte hij mijn gezicht in zijn handen en we zoenden elkaar.
Ik had nog nooit zo met iemand gezoend als toen met hem. Alles was er, van vuurwerk tot applaudisserende mensen, een volledige ontlading van alle spanning die er al die tijd geweest was. De muziek in de keuken ging onverstoorbaar verder terwijl we zoenden of het onze laatste keer zou zijn. Alles was goed, oprecht en puur, en toen gebeurde het, daar en op dat moment. Het was geweldig, echt waar. Ik had nog nooit had ik zoveel voor iemand gevoeld als op toen voor hem, zoveel liefde, zoveel lust. Nog nooit was ik zo echt intiem met iemand geweest. Het was misschien stom, maar ik voelde me gelukkig, echt gelukkig. Dat gevoel hield nog een hele tijd aan, sterker nog, ik betwijfel of het ooit weer helemaal verdwenen was. Zelfs de volgende dag, toen ik om acht uur in de ochtend bij de apotheek stond, kon niets me nog deren. Door alle opwinding hadden we het onveilig gedaan, maar ik rekende mijn morning-afterpil af met een grote verliefde grijns op mijn gezicht. Gio bood er nog duizend keer zijn excuses voor aan. Voor het feit dat we het onbeschermd hadden gedaan, maar ook voor zijn onverantwoorde gedrag, zoals hij het noemde, gezien de onderlinge verhoudingen en het leeftijdsverschil. Het had geen enkele zin, want spijt, écht spijt, vanbinnen, hadden we allebei niet. Het duurde nog geen twee weken voor het opnieuw gebeurde.
Nog denkend daaraan, liggend in bed en nog steeds zonder spijt, viel ik zo in slaap. Ik sliep heerlijk, droomloos en vast.
Als ik toen had geweten dat die avond waarschijnlijk de laatste keer was dat ik rustig zou kunnen slapen, had ik er misschien meer van genoten.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

De woensdag begon op zich niet eens zo slecht. Het was haast een normale ochtend, waarop ik me voor de verandering eens niet versliep en dus op tijd op school was. Het eerste uur hadden we Natuurwetenschappen en Melanie dacht dat de evolutietheorie van Darwin net zoiets was als die genetisch gemanipuleerde dinosaurussen uit Jurassic Park. Jammer genoeg was ze ook nog zo vriendelijk om dat tegen Bètavent te zeggen, onze docent. Bètavent baalde doorgaans al als een stekker omdat hij een stelletje onwillige alfa’s een natuurvak moest geven, en toen Mel tegen hem begon over velociraptors van latex en Darwin keek hij haar aan of hij dacht dat ze een grapje maakte, wat helaas niet zo was. Soms vroeg ik me echt af hoe Mel ooit op het gymnasium gekomen was, en sterker nog: hoe ze het in ‘s hemelsnaam tot de eindexamenklas geschopt had.
Na Melanie’s scherpzinnige ideeën over de scheppingstalenten van Stephen Spielberg, hadden we een uur Latijn. Tijdens dat uur kreeg Mel het geweldige idee me er aan te herinneren dat we het vierde weer een oefenexamen bij wiskunde zouden hebben. Dat was ik even vergeten. Gezien het eindexamen in mijn wereld nog heel ver weg was, had ik eerlijk gezegd ook nog niet eerder de moeite genomen me er serieus in te verdiepen. Nu was dat wat jammer, want nu had ik dus nog maar twee spijbeluren om twaalf hoofdstukken uit mijn hoofd te gaan leren. Dat bleek een beetje aan de korte kant. Het liefst was ik er na het eerste hoofdstuk al mee gestopt, maar volgens Mel had Wisknuddeman gezegd dat het ‘heel belangrijk’ zou zijn dat we ons goed voorbereidden. Ik was bang dat er een of andere duistere instinker achter zou zitten die me duur zou komen te staan als ik niet de moeite deed het een beetje te begrijpen. Daarom zat ik ook tijdens mijn welverdiende pauze met mijn neus in de boeken. Ik voerde ongeveer honderd spiekbriefjes in mijn rekenmachine in en mijn behoefte aan nicotine was vreselijk hoog nu ik niet even naar buiten kon om te gaan roken. Mijn lichaam leek me uit alle macht duidelijk te willen maken dat het veel liever buiten een sigaret ging opsteken dan dat het onbelangrijk wiskundig geneuzel naar mijn hersenen stuurde. Niet dat dat me zo goed lukte, trouwens. Na de eerste twee hoofdstukken snapte ik er niets meer van. Ik haalde alles door elkaar, vergat dingen die juist essentieel waren en kwam bij alle voorbeeldsommen nooit op het goede antwoord uit. Mijn concentratie daalde tegen het vierde uur tot het nulpunt en ik was blij dat Mel na een tijd naar boven kwam en ik mijn boek weer dicht kon slaan om met de rest het lokaal in te gaan.
‘Mel,’ vroeg ik met gedempte stem toen we naast elkaar het lokaal van Wisknuddeman inliepen. ‘Heb jij die rekenregels geleerd?’ Mel keek zoekend om zich heen naar een plek zo ver mogelijk bij Wisknuddemans bureau vandaan en trok me mee naar twee tafels halverwege het lokaal.
‘Ja, ik geloof het wel,’ zei ze. Snel zette ik mijn tas op een tafel en begon mijn boek te zoeken.
‘Mag ik je iets vragen over die derde? Ik begrijp die formule niet en… wacht, ik zoek het voorbeeld even op.’ Ik diepte mijn boek op uit mijn tas en liet Mel het voorbeeld zien dat ik niet begreep. Mel was doorgaans nog slechter in wiskunde dan ik, maar nu meende ze het wel te begrijpen en ze begon me een hele ingewikkelde uitleg te geven waar ik niets van snapte. Ik probeerde het te volgen, maar na een paar minuten kwam ik erachter dat ze heel iets anders stond uit te leggen dan ik wilde weten. Bovendien deed ze het nog verkeerd ook.
We gingen aan onze tafel zitten en Mel begon, helemaal in de stress door haar misstap van daarnet, op topsnelheid allemaal spiekbriefjes uit mijn rekenmachine in die van haar over te zetten. In de tussentijd probeerde me ik te concentreren op de laatste rekenregels, wat niet meeviel omdat ik er nu twee minder wist dan vijf minuten geleden. Ik keek opzij en zocht naar mijn rekenmachine, in de hoop dat ik ze tijdens een onverhoopt moment van intelligentie daarin had gezet.
‘Mel, staan die rekenregels ook in mijn rekenmachine?’ vroeg ik en ik wilde mijn machine pakken om het te controleren, maar Mel schoof hem met een hoofd als een tomaat naar de andere kant van haar tafel, zodat ik er niet bij kon. Ik onderdrukte de neiging haar te slaan.
‘Mel, doe niet zo irritant en geef dat ding hier.’
‘Nee, nee, je krijgt hem zo, echt. Toe Star, ik ben zo klaar, laat me mezelf even redden van een enkele reis naar een of ander tehuis voor hele domme jongeren.’ Ik slaakte een zucht en stak mijn hand uit.
‘Geef dat ding nou gewoon even terug. Het kost maar twee tellen en dan mag jij hem weer.’ Mel negeerde me, en ik werd ervan weerhouden om verder tegen haar door te zeuren toen er iets ergs gebeurde.
Dora kwam voor me zitten, pal voor mijn neus. Dora, de grootste trut uit ons jaar. In ieder geval, dat was ze geworden in een tijdsbestek van enkele maanden. Ze was ooit een goede vriendin van me geweest, op de basisschool en in de eerste twee jaar van de middelbare, maar toen waren we ‘uit elkaar gegroeid’, zoals mijn moeder dat heel netjes noemde. Kort samengevat wilde Dora ineens bij de kakkerige groepjes horen en ze werd een egoïstisch kreng dat haar oude vrienden als een baksteen liet vallen voor haar nieuwe. Ik was ineens ‘onverantwoordelijk’ en ‘sletterig’ en ‘junkie’, maar had bovenal een grondige hekel aan haar gekregen. Gezien we elkaar om die reden de afgelopen maanden, zo niet jaren, overal eigenlijk alleen maar zoveel mogelijk hadden geprobeerd te ontlopen, was het vreemd dat ze nu recht voor mijn neus kwam zitten. Normaal zaten we zo ver mogelijk bij elkaar vandaan. Ging zij rechts zitten, ging ik links zitten, zat ik achterin, nam zij een tafel vooraan. Nog vreemder was dat ze zich naar me omdraaide en me aankeek.
De manier waarop ze dat deed, baarde me een beetje zorgen. De uitdrukking op haar gezicht hield het midden tussen krankzinnige euforie en onuitstaanbare nieuwsgierigheid. Nu ik haar weer eens van dichtbij zag viel het me op hoe vreselijk ze opgemaakt was. Ze deed me denken aan een travestiet, wat opvallend was omdat ik geen hekel had aan travestieten en wel aan haar.
Toen begon ze ook nog tegen me te praten.
‘Zo,’ zei ze met ogen die hevig twinkelden en me beangstigend veel aan die van Nancy deden denken. ‘Vertel eens, wat was dat nou allemaal, afgelopen weekend?’ Ik staarde naar haar grote twinkelogen en moest eerst bekomen van de schok dat ze tegen me praatte voor het tot me doordrong wat ze zei. Afgelopen weekend? Waar had ze het over? En sinds wanneer was zij geïnteresseerd in iets anders dan zichzelf en haar fantastische nieuwe vrienden?
Ik schudde mijn hoofd en probeerde niet te verbaasd te kijken.
‘Wat?’ zei ik, en het klonk een beetje zwakjes en dat ergerde me. Dora keek of ze moeite moest doen niet op en neer te gaan springen van de opwinding. ‘O, kom op Star, mij kun je het wel vertellen. Ik heb jullie wel gezien, hoor. Wat hebben jullie uitgespookt?’ Ik voelde dat mijn ogen net zo groot als de hare werden. Uit alle macht vroeg ik me af waar ze het over kon hebben. Uitgespookt? Ik? Met wie? Maar toen begon er iets te dagen en een zwaar gevoel zette langzaam op in mijn buik. Afgelopen weekend? Ik slikte. Dora kwam ook vaak in de club. Zou ze er zaterdag geweest zijn? Wist zij dingen die ik niet wist?
Er trok een koude rilling langs mijn ruggengraat. Ik besloot dat ik geen zin had aardig tegen haar te doen, vooral niet gezien met het verdoemde oefenexamen dat in het verschiet lag.
‘Dora, waar heb je het in godsnaam over?’ snauwde ik gedempt, want Wisknuddeman begon aan de andere kant van het lokaal opgavenblaadjes uit te delen. Ze giechelde (echt waar) en gaf me een speelse tik tegen mijn arm.
‘O gekkie, doe nou maar niet alsof je van niets weet. Ik was ook in de club zaterdagavond, hoor. Denk je dat ik je niet hand in hand met Cees die wc in heb zien gaan?’ Wisknuddeman vroeg om stilte. Dora draaide zich met zichtbare teleurstelling om, Mel gaf me mijn rekenmachine terug. En ik, ik kon me niet meer bewegen. Het duurde even voor Dora’s woorden tot me doordrongen. Pas toen de laatste stemmen wegstierven en Wiskundeman weer naar zijn bureau liep, kon ik bevatten wat ze zei.
Ik weet niet wat er gebeurde. De wereld stond stil, zo leek het tenminste. Als verdoofd staarde ik naar Dora, die zich had omgedraaid en een pen uit haar etui pakte. Ergens verderop zag ik Wiskundemans lippen bewegen, maar ik hoorde niet wat hij zei. Toen Dora voor me de dop van haar pen haalde en zich over haar blaadje boog, sloeg de bom echt in.
Ik wist het weer.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
pebblooz
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 27 dec 2009 16:01

Aaaahh!!! Ze weet het weer! Wat weet ze weer??? Alsjeblieft, ik ben serieus verslaafd aan dit verhaal. Grappig dat die vriendin trouwens Dora heet, doet me denken aan de echte Dora met die blauwe aap.
Hey Playboy, it's about time, and your time's up.
I had to do this one for my girls you know.
Sometimes you gotta act like you don't care,
that's the only way you boys learn.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Thanks voor je motiverende reactie! Heb er hier nog een stukje bij voor morgen alvast :) als het te snel gaat zeg je/jullie het maar.

____________________________________________________________________

Hoofdstuk 4

Het was warm in de club die zaterdagavond. Er hing een zware, droge lucht van tabak en warmte die langzaam opsteeg naar de gekleurde lampen aan het plafond. Uit de boxen langs de kant en aan de muur kwam dreunende muziek. Het was druk, zoals altijd in het weekend.
Ik voelde me goed toen ik langs de dansvloer naar ons vaste loungehoekje liep. Roos had me gebracht, dus ik had niet op de fiets door de kou gehoeven. Ik had zin eens lekker van een vrije avond te genieten, even helemaal bij te komen. Bobby was er niet vandaag, hij was een paar dagen weg met zijn familie. Het was slecht, maar ik vond het niet eens erg dat hij er niet bij was. Ik wist niet precies waar dat gevoel vandaan kwam. Het was niet dat ik het niet leuk vond om met hem samen te zijn, maar ik kreeg steeds met het idee dat hij gewoon een vriend was. Een soort mannelijke Mel. We konden samen praten, lachen, drinken, roken, ik kon alles met hem delen, maar het was niet zoals met Gio. Ik had tot voor kort niet eens geweten dat het zo kon zijn.
Ik liep langs de bar en achterin de hoek zag ik Joey op een loungestoel zitten. Hij zwaaide enthousiast naar me toen hij me aan zag komen en ik glimlachte. Joey was de jongste van ons groepje, met zijn zestien jaar. Hij had ADHD en geestelijk was hij minimaal nog vier jaar jonger, maar ik kon het altijd goed met hem vinden. Bert en Floris had ik nog niet kunnen ontdekken en Jack was er wel, maar die stond ergens verderop met een meisje te praten dat druk bezig was hem te versieren. Die kon ik maar beter even met rust laten, dus. Maar weer eens een avondje met Joey lachen en kletsen was ook wel weer eens leuk.
Ik zwaaide terug naar Joey en liep om de groepjes mensen heen naar de loungebanken. Halverwege zag ik echter dat hij Joe Cees en zijn vrienden was gaan zitten. Shit. Ik hield mijn pas in en twijfelde. Eigenlijk had ik vanavond geen zin in Cees. Waarom moest Joe precies bij hem gaan zitten? Als ik langer dan een kwartier met Cees moest praten had ik daarna meestal het idee dat ik net een coopertest had afgelegd. Het was moeilijk uit te leggen, maar het was vermoeiend om met hem te praten. Ik moest altijd goed opletten wat ik zei omdat hij alles oppikte en het ook altijd allemaal veel beter wist. En als je niet met hem praatte was hij ook vermoeiend, want dan zat hij je altijd met zo’n strakke blik te bekijken. Alsof hij allemaal dingen over je aan het uitvogelen was waarvan je helemaal niet wilde dat hij ze wist. Gisteren ook, gisteren had ik seks gehad met Bobby op het invalidentoilet en toen had hij ook zo naar me gekeken toen we terugkwamen, op zo’n manier, alsof hij precies wist wat we allemaal gedaan hadden.
Ik twijfelde nog even, maar Joey zwaaide nog een keer enthousiast en wenkte me, dus ik liep toch maar verder. Cees zat met twee van zijn vrienden, dus hopelijk had hij het druk genoeg met hen.
‘Hé Star!’ zei Joey vrolijk toen ik bij hem aankwam. ‘Wat ben jij laat, ben je komen lopen?’ Hij trok een loungestoel naar zich toe en gebaarde er uitnodigend naar. Cees’ vrienden zeiden gedag en Cees keek even mijn kant uit toen ik ging zitten. Hij knikte naar me en ik knikte terug.
‘Nee,’ zei ik tegen Joey. ‘Mijn zus heeft me gebracht, en haar auto gaat niet zo hard.’ Joe schoof een half leeg glas Blue Curaçao naar me toe en ik pakte het aan.
‘Je zus? Is Bobby er dan niet?’ vroeg hij. Ik nam een paar slokken en wilde het glas teruggeven, maar Joey gebaarde dat ik het mocht houden.
‘Nee, die is een weekend weg met zijn familie,’ antwoordde ik en ik dronk het glas leeg.
‘O ja, dat vertelde hij. Met zijn kleffe tantes.’
‘Ja, Tante Mo en Tante Trees. Klef is nog zacht uitgedrukt.’ Joey lachte.
‘Mocht je niet mee?’ Ik trok een gezicht.
‘Jawel, maar één keer van je leven in aanraking komen met Tante Trees is wel meer dan genoeg. Ik denk niet dat ik een heel weekend met haar samen in een bungalow overleef.’ Joey lachte en aan de andere kant van de tafel kwam Cees in beweging. Hij boog naar voren en stak een joint naar me uit.
‘Waar is hij naartoe?’ vroeg hij en hij gaf me de joint aan. Ik nam een trek en zocht met mijn andere hand in mijn tas naar mijn aansteker.
‘Bobby? Nederland gewoon, ergens in het zuiden, geloof ik.’ Cees knikte en keek naar wat mensen bij de bar, alsof zijn aandacht alweer naar belangrijkere dingen was afgedwaald. Volgens mij was hij er niet zo goed in zich voor andere mensen te interesseren. Ik klopte op de tafel om zijn aandacht te trekken en wilde de joint teruggeven, maar hij hief zijn hand op.
‘Laat maar zitten,’ zei hij. ‘Ik draai straks wel een nieuwe.’ Ik keek hem even aan, maar knikte toen. Ik snapte Cees nooit zo goed, en in al die tijd dat ik hem kende wist ik nog steeds niet of ik hem mocht of niet. Dat geobserveer van hem werkte me altijd een beetje op mijn zenuwen, maakte dat ik me bekeken voelde. Het sloeg nergens op, want ik wist dat het gewoon was hoe hij in elkaar zat. Hij deed het vaker, ook bij anderen, en waarschijnlijk was het gewoon zijn manier van met mensen omgaan. Toch kon ik nooit hoogte van hem krijgen, terwijl hij vroeger ook wel eens met Bob en mij en de rest in het park had rondgehangen.
Cees keek naar mensen bij de bar, maar na een tijdje kreeg hij door dat ik hem bekeek. Hij draaide zijn hoofd mijn kant op en zijn blik eindigde midden in die van mij. Een tijdje gebeurde er niets, alleen de haartjes op mijn onderarmen gingen recht overeind staan. Ik glimlachte, om het niet over te laten komen of ik hem begluurde, en zo kalm mogelijk nam ik nog een trek en wendde mijn blik af. Ik moest moeite doen om niet te kijken of hij hetzelfde had gedaan.
‘Hé Star, ga je zo even mee dansen?’ vroeg Joey toen gelukkig naast me en ik was blij dat hij de stilte doorbrak. Ik stak de joint naar hem uit, maar hij schudde zijn hoofd en ik keek hem vragend aan.
‘Nu al? Ik ben er net. Wil je niet?’ Joey keek naar de joint en trok een sip gezicht.
‘Ik moet over een uurtje al naar huis. We moeten vroeg op morgen en mijn moeder wil dat ik elf uur in bed lig. Als ik straks thuiskom en ze ziet dat ik iets gebruikt heb, dan zwaait er wat.’ O fijn, dat betekende dat mijn enige leuke gesprekspartner me straks zou verlaten. Zat ik alleen met egotripper en deeltijdengerd Cees en zijn gelegenheidsvrienden opgescheept. Fantastisch.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Gelukkig bleef Joey nog een aardig tijdje hangen. We gingen dansen, weer terug naar de loungehoek, weer dansen en weer zitten. Het was gezellig, we dronken mixdrankjes en praatten over mijn ouders die twee weken de hort op waren, over muziek en een nieuw bandje uit de buurt. De drummer daarvan had blauw haar en Joey had besloten dat hij dat ook wilde. Zijn moeder was er echter nogal op tegen en die weigerde eraan mee te werken. Gezien Joe verder alleen vrienden had en hij zichzelf niet vertrouwde met haarverf, vroeg hij of ik binnenkort langs wilde komen om zijn haar te kleuren. Af en toe kregen we drankjes toegeschoven van Cees of haalden we zelf wat, dus we werden een beetje dronken en lachten ons rot om al onze scenario’s waarin er dingen fout gingen met Joey’s haar. Ondanks dat stemde ik in, en toen Joe wegging, spraken we af er komende week even over te bellen.
Toen zat ik dus alleen met Cees en zijn vrienden. De twee vrienden praatten samen ergens over, ik geloof dat het een voetbalwedstrijd was. Cees zat te roken en met zijn typische blik mensen op de dansvloer te bekijken, tot hij na een tijdje door kreeg dat ik alleen achtergebleven was. Hij keek naar me en hij blies sigarettenrook uit, die onheilspellend omhoog kroop in het licht van de vele lampen. Iedereen rookte hier, nog afgezien van al het andere wat er gebruikt werd. Er werd nooit gecontroleerd, ze waagden zich hier niet eens.
Cees wenkte me met een hoofdbeweging, naar de lege loungestoel naast die van hem. Het ergerde me een beetje, omdat hij deed of ik zijn hondje was, maar gezien ik toch niets beters te doen had, pakte ik mijn glas bier en liep ik naar hem toe.
‘Zo,’ zei hij toen ik op de loungestoel naast hem die van hem ging zitten. ‘Hoe gaat het jou?’
‘Ja, wel aardig,’ zei ik terwijl ik ook een sigaret op stak. ‘Z’n gangetje.’ Cees nam een trek van zijn sigaret en knikte.
‘Ben je nog naar leuke feesten geweest de afgelopen tijd?’ Ik haalde mijn schouders op.
‘Een paar. Bob en ik zijn naar Statix geweest en we gaan misschien nog naar MetMeet, maar dat is nog niet zeker.’
‘MetMeet is duur, hè.’
‘Ja, maar er staan wel leuke bands dit jaar.’ ‘Is waar, is waar. En de sfeer is ook altijd wel chill.’
‘Daarom. Maar even wat extra werken in de vakantie, dan komt het wel goed.’ Cees glimlachte licht.
‘Zo eenvoudig is dat. Waar werk je ook alweer? Dat café toch?’
‘Ja, dat restaurant op de Buitenweg.’
‘Ik weet welk je bedoelt.’ Hij nam een slok, direct gevolgd door een trek van zijn sigaret. ‘Maar je was op Statix geweest? Was het druk wat dit jaar?’ Ik constateerde dat hij praten over mijn werk schijnbaar niet interessant genoeg vond omdat hij daar zelf geen belang bij had en knikte.
‘Ja, drukker dan vorig jaar.’
‘De organisatie was ook klote vorig jaar. Was het wat nu?’
‘Ja, ging wel. Er stond een band uit Groningen, die vond ik erg goed. Een beetje London After Midnight-achtig.’
‘C.y.B.?’
‘Die, ja.’ Hij knikte.
‘Is wel een aardig bandje. Maar na een tijdje wordt je het wel zat. Die synths en standaardgitaarrifjes gaan je op een gegeven moment de keel uithangen.’ Daar was hij ook altijd goed in, Cees. Hij kon alles brengen alsof wat hij vond de enige juiste opvatting was, een soort van algemeen geldende waarheid. Volgens mij vond hij meestal gewoon dat hij gelijk had. Ik werd er een beetje moe van, maar probeerde het niet te laten merken.
‘Kan wel. Ga jij nog ergens heen?’ vroeg ik. Hij drukte zijn sigaret uit in een asbak.
‘Ja, MetMeet waarschijnlijk ook. Ze hebben ook nog ergens een metal-festival in het zuiden, misschien dat ik daar ook even ga kijken.’ Goddank begonnen op dat moment de vrienden van Cees zich er ook mee te bemoeien. Als ik nog een halfuur alleen met Cees had moeten praten, was ik waarschijnlijk nog liever naar huis gegaan. Hij was op dreef, vandaag. Meestal zei hij niet zo veel, zat hij je voornamelijk al rokend te bekijken. Nu zei hij ook niet bijster veel, vooral niet toen zijn vrienden mee begonnen te praten, maar alles wat hij zei, kwam er op zo’n manier uit dat je er niet tegenin wilde gaan omdat het klonk of het waar was. Het was wel leuk om met die vrienden te praten. We hadden het over werken, over festivals, over normale dingen en we blowden zo nu en dan een beetje. Cees luisterde soms, keek om dan weer om zich heen en kocht drankjes voor ons. Ze waren ook aardig dronken, die vrienden, voor zover ik dat nog objectief kon beoordelen omdat ik zelf ook al aardig dronken was. Die ene vriend praatte met zoveel enthousiaste armbewegingen dat hij iedereen die passeerde bijna zijn drankje uit zijn handen sloeg. Vaag viel het me op hoe nuchter Cees nog leek, terwijl hij ook heel wat gedronken en gerookt had. Af en toe voelde ik dat hij naar me keek, maar ik besteedde er weinig aandacht aan. Hij was stiller en minder uitgelaten dan de rest en leek zijn lichaam en geest nog een stuk beter onder controle te hebben dan wij. Op een gegeven moment ging hij echter richting de wc en toen hij terugkwam, was dat wel anders. Zijn ogen zagen er ineens bizar uit en hij gedroeg zich nogal prikkelbaar. Ik weet niet wat hij gebruikt had, maar schijnbaar was het iets heftigs.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Na een tijdje vertrokken de vrienden van Cees naar de dansvloer. Ik had geen zin om te dansen, voelde me ook een beetje te dronken, dus ik bleef zitten. Cees, die nog nooit van zijn leven een voet op de dansvloer had gezet en dat nu ook niet van plan leek, bleef ook achter. Waarschijnlijk vond hij dat beneden zijn niveau, dansen. Eigenlijk was ik liever niet in mijn eentje aan hem en zijn grote ego overgeleverd, maar dat was altijd nog beter dan dat hele eind naar de dansvloer af te moeten leggen.
Cees en ik keken samen hoe zijn vrienden naar de massa dansende mensen probeerden te lopen. Het zag er komisch uit, ze liepen arm in arm en de linker zwaaide met een glas bier en de ander lalde laveloos liedjes van Queen. Ik keek opzij naar Cees, die ze zonder iets te zeggen nakeek. Hij zat onderuitgezakt en met een wie-doet-me-wat-houding op zijn loungestoel en had een joint in zijn hand, de zoveelste. Toen hij mijn blik voelde, keek hij opzij en blies de rook uit. Hij glimlachte, ging verzitten en klopte op zijn knie.
‘Zo, kom jij even bij Ome Cees op schoot?’ vroeg hij. Ik boog naar voren en drukte een sigaret uit in een inmiddels overvolle asbak.
‘Dacht het niet,’ zei ik. Ik begon in mijn tas naar kauwgom te zoeken, wat moeilijker was dan verwacht omdat de omtrekken van de spullen erin een beetje vaag begonnen te worden. Cees zag het. Hij grijnsde en bood me zijn joint aan. Ik knikte bij wijze van dank, vergat de kauwgom en nam een trek terwijl Cees naar zijn vrienden op de dansvloer keek.
‘En, wanneer dump je die Bobby nou eens?’ vroeg hij toen ik hem de joint teruggaf. Eigenlijk had ik helemaal geen zin om met Cees over Bobby te praten. Hij was slim, en in welke toestand hij ook verkeerde, hij lette altijd op, had altijd zijn ogen open. Ik had dan ook het idee dat hij veel beter dan goedgelovige Bobby wist dat ik bij lange na niet zo trouw was als Bobby dacht.
‘Niet zolang ik het kan voorkomen,’ antwoordde ik. Cees blies een nieuwe wolk rook uit en hij glimlachte.
‘Snap ik. Zo naïef vindt je ze niet vaak, hè?’ Ik haalde mijn schouders op.
‘Wat jij wilt,’ zei ik. ‘Hé, zijn ze toevallig ook nog van plan goede muziek te gaan draaien vanavond of blijft het zo?’ Cees keek mijn kant op, ik voelde het, maar keek niet terug en wachtte af. Het bleef even stil, maar gelukkig vatte hij de hint en hield op over Bobby.
‘Ik ben bang van niet,‘ zei hij. ‘Maar er zijn genoeg andere dingen die een avond leuk kunnen maken.’ Door de manier waarop hij het zei, kon ik mezelf er niet van weerhouden zijn kant op te kijken.
‘Is dat zo?’ vroeg ik. Cees knikte, nam nog een laatste trek en stopte zijn aansteker weg.
‘Misschien heb ik nog wel iets leuks voor je,’ zei hij en hij keek naar me. ‘Cadeautje. Interesse?’ Ik knikte.
‘Natuurlijk. Altijd.’ Cees stak zijn duim op. Met enige moeite kwam hij overeind uit zijn loungestoel. De ketting die van zijn riem naar de portemonnee in zijn broekzak liep rinkelde.
‘Goed antwoord,’ zei hij. ‘Ik zal even iets leuks voor je maken.’ En weg was hij. Ik kon hem een tijdje zien, hij liep richting de bar, maar niet veel later verloor ik hem uit het oog. Ik wachtte even, en keek toen maar weer om me heen om te zien of Jack nog ergens rondhing. Ik zag hem niet, maar veel tijd om goed te kijken kreeg ik ook niet, want Cees kwam sneller terug dan ik verwacht had. Hij had een biertje en iets anders bij zich, iets doorzichtigs in een lang glas. Hoewel dat me interessanter leek, gaf hij het glas bier aan mij, wat ik stiekem een beetje teleurstellend vond. Waarschijnlijk was dat van mijn gezicht af te lezen, want Cees proostte en zei: ‘Het is leuker dan het eruit ziet. Enjoy.’ Hij ging zitten en nam een slok van zijn eigen goedje. Ik keek nog even naar hem, maar liet mijn blik toen naar mijn biertje glijden. Ik zag er niets aan en vroeg me af wat hij erin gedaan kon hebben.
‘Wat is het?’ vroeg ik. Hij keek mijn kant op. Zijn ogen stonden nog steeds zo gigantisch raar.
‘Lekker,’ zei hij alleen maar. Ik keek nog even naar mijn biertje, slikte een zeurend gevoel in mijn keel weg. Wat zat ik moeilijk te doen? Hij wist heus wel waar hij mee bezig was. Volgens mij had hij alles wel eens gebruikt wat er te gebruiken viel, in meerdere of mindere mate. Ik had nog nooit gehoord dat hij iets stoms gedaan had, en bovendien, hij had er moeite voor gedaan, ik had ja gezegd. Het zou ondankbaar zijn als ik hem zijn brouwsel nu teruggaf.
Ik negeerde de kleine waarschuwingsbelletjes in mijn hoofd, streek mijn haar uit mijn gezicht en zette het glas aan mijn lippen. In één keer dronk ik het leeg. Het smaakte niet zoals bier hoorde te smaken, om de een of andere reden moest ik aan zeewater denken. Cees glimlachte bemoedigend toen ik het lege glas weer op tafel zette.
‘Grote meid,’ zei hij.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Blijf het gewoon proberen...

_______________________________________________________________________

Het duurde niet lang voordat Cees’ goedje begon te werken. Een kwartiertje ongeveer, denk ik. Het was eerlijk gezegd niet helemaal zoals ik gehoopt had. Ik geloof dat ik er niet zo goed tegen kon. In het begin ging het nog wel, ik voelde me rustig, relaxed, of ik stoned was. Ik kon nog met Cees praten, naar de mensen om me heen kijken, maar dat werd allemaal steeds moeilijker. Langzaamaan begon ik me licht in mijn hoofd te voelen en ik kon lange tijd nog niet beslissen of dat een prettige lichtheid was of niet. Ik merkte pas echt dat het niet fijn was toen ik op een gegeven moment mijn hand op wilde tillen om een glas te pakken. Het was of mijn lichaam niet reageerde op het signaal vanuit mijn hersenen. Ik moest echt moeite doen mijn arm overeind te krijgen. Ik wist niet wat ik er van moest denken, kon mijn gedachten ook niet meer op een rijtje krijgen. Alles om me heen ging steeds trager, de omtrekken waren vaag, geluiden klonken gedempt. Ik werd ontzettend duizelig, en die duizeligheid vervormde alles en maakte me misselijk. Ik deed mijn ogen dicht, maar zelfs in de duisternis bleef alles draaien.
Op een gegeven moment merkte ik vaag dat iemand me aantikte. Het was raar, ik voelde de aanraking veel sterker maar ook later dan normaal. Ik deed mijn ogen open en keek opzij.
‘What’s up, Star?’ vroeg Cees. Ik kon het niet meer opbrengen om antwoord te geven. Mijn hoofd was zo zwaar, leek niet meer te weten hoe ik zinnen moest maken. Cees raakte opnieuw mijn arm aan.
‘Star? Wil je anders even mee naar de wc?’ Ik kreeg er een zwak ‘Hè?’ uit en hij drukte een peuk uit op de tafel naast hem.
‘Wil je even naar de wc?’ herhaalde hij en het kostte me moeite om te begrijpen wat hij zei. Wc? Ja, dat wilde ik wel. Daar was het koeler en rustiger en kon ik ongestoord over mijn nek gaan. Alles was beter dan dit, dan hier zitten en het gevoel hebben dat mijn lichaam het niet meer deed, dat ik niets meer kon.
Ik probeerde te knikken, wat me half lukte, maar bleef zitten. Ik wist niet eens meer hoe ik overeind zou moeten komen. Ik kon me werkelijk niet voorstellen dat ik een halfuur geleden nog ronduit met mensen had kunnen praten en verder daarvoor nog had kunnen dansen. Hoe had ik daar de energie nog voor gehad? Alleen mijn ogen openhouden kostte me nu al teveel moeite.
Maar gelukkig kwam Cees me helpen. Zijn gedaante rees op uit zijn stoel en kwam dichterbij. Ik voelde zijn hand om mijn pols, veel later dan dat ik die aanraking zag, en hij trok me aan mijn arm overeind. Het kostte hem moeite, want mijn benen deden het echt niet meer. Mijn spieren voelden slap, alsof er geen kracht meer in zat, en de ruimte draaide alle kanten op. Ik wankelde en Cees pakte mijn hand, wat er vast niet uitzag omdat hij twee keer zo groot was als ik.
‘Wat…?’ probeerde ik toen we begonnen te lopen. Cees keek om en zei: ‘Naar de wc. Dat wil je toch?’ O ja, dat was waar, dat wilde ik wel.
Ik dwaalde achter Cees aan en volgde hem naar de andere kant van de club. Daar kwamen we langs die twee vrienden van hem. Jack bleek er ook nog te zijn, hij stond bij hen en ze praatten en met elkaar, met biertjes in hun hand. Hun gezichten waren allemaal een beetje wazig en het kostte me moeite ze van elkaar te onderscheiden.
‘Cees, waar ga je heen?’ riep één van Cees’ vrienden toen we voorbij liepen. We bleven staan en ik botste bijna tegen Cees aan. De huidskleurige vlek die Jacks hoofd hoorde te zijn, draaide mijn kant op.
‘Even naar de plee,’ zei Cees tegen zijn vriend. Vanuit mijn ooghoek zag ik dat Jack dichter bij ons kwam staan.
‘Wat, met haar?’ hoorde ik hem vragen. Ik zag aan wazige sporen in de lucht dat Cees knikte. ‘Jep,’ zei hij. ‘Hoezo, wil je ook even?’ Hij lachte, één van zijn vrienden ook, maar Jack niet. En ik ook niet, want ik snapte het niet. Wie wilde wat ook even? En waar ging hij naartoe met mij? O ja, we gingen naar de wc, dat was het. Dat vond ik wel best, maar Jack en die vriend die niet gelachen had, vonden het volgens mij niet zo’n strak plan.
‘Nee man, dat kun je niet maken,’ zei de tweede vriend. ‘Ze is zo stoned als een mallemoer. En jij ook, trouwens.’ Ik wankelde en Cees trok me zijn kant op. Hij wuifde het protest weg en zei: ‘Nee joh, komt goed.’ Maar Jack schudde zijn hoofd.
‘Jezus man, laat haar nou,’ zei hij. ‘Ze is helemaal van de wereld.’ Cees haalde zijn schouders op.
‘Laat zitten. Ben zo terug, ik zie jullie straks nog wel even’. Hij zei ‘even’ als ‘effe’ en vreemd genoeg viel dat me op. Verder zei niemand meer iets, tenzij ik het gewoon niet meer hoorde, en Cees trok me mee. Nu we even een tijdje hadden stilgestaan, leken mijn benen het helemaal niet meer te doen. Ik had er niet op gerekend dat we zouden gaan lopen en de vloer draaide vervaarlijk. Moeizaam zwalkte ik achter Cees aan, had moeite mijn hoofd rechtop en mijn ogen open te houden. O, ik was zo duizelig dat ik er misselijk van werd.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
pebblooz
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 27 dec 2009 16:01

Waaaaat een asshole is die Cees!!! Of nou ja, hij lijkt me een asshole :roll:
Verder is je verhaal echt geweldig. Dat stoned gedoe is echt goed beschreven. Ervaringen toevallig? :P
Hey Playboy, it's about time, and your time's up.
I had to do this one for my girls you know.
Sometimes you gotta act like you don't care,
that's the only way you boys learn.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Heel erg bedankt voor je reactie, pebblooz! Leuk om weer feedback te krijgen :) en nee niet echt ervaringen, gewoon veel ervaringen opzoeken ;) doe nog een klein stukje erbij voor vandaag, LET OP, ff niet echt een leuk stukje.

_______________________________________________________________

Tegen de tijd dat ik echt het gevoel had dat mijn benen het zouden begeven, deed Cees ergens een deur open. Hij liet me los en ik struikelde over de drempel het invalidentoilet binnen. Er klonk een flinke klap toen ik op de grond terecht kwam, maar het voelde raar, alsof het iemand anders was die op de grond viel. Achter me ging de deur op slot en er kwamen voetstappen mijn kant op. Cees pakte me bij mijn arm en hees me weer overeind. Zodra ik weer rechtop stond, begon alles weer te draaien en een gevoel van misselijkheid golfde door mijn borst. Zitten, ik moest zitten, of liggen. Waarom was ik hier ook alweer, waarom was ik net niet gewoon blijven zitten? Ondanks het feit dat Cees me vasthield, wankelde ik achteruit. Ik kwam tot stilstand tegen het tegen het marmeren blad dat om de wastafel was uitgebouwd. Cees pakte me bij mijn middel er zette me er bovenop. Het marmer was koud en de scherpe rand ervan drukte tegen mijn billen, maar ik kon ik ieder geval zitten. Goddank, ik wist niet hoe lang ik nog op mijn benen had kunnen blijven staan.
Ik liet mijn bovenlichaam achteruit zakken tot mijn hoofd en schouders steun vonden tegen de muur achter me. De tegels achter me waren koud, de kou kwam door mijn haren en kleding heen. Even deed ik mijn ogen dicht. Ik voelde me echt niet goed, had me nog nooit zo misselijk en energieloos gevoeld als nu. Zelfs als ik mijn ogen dichthield, had ik het gevoel dat het blad waar ik op zat schommelde en draaide, alsof ik op een boot zat op een onrustige zee.
Ik zat nog steeds zo toen Cees ineens zijn handen onder mijn rok stak. Hij pakte het bandje van mijn slip en het lukte me mijn ogen half open te krijgen. Even moest het tot me doordringen wat hij deed, maar toen zette er een raar, weeïg gevoel op in mijn buik. Het was of er eindelijk emoties door de dikke, mistige massa in mijn hoofd heendrongen. In één klap kreeg ik het warm. Met grote moeite lukte het me mijn lichaam in beweging te krijgen en ik schoof moeizaam wat naar achteren, uit Cees’ buurt.
‘Nee,’ bracht ik zwak uit, maar Cees negeerde me en hij trok me weer aan mijn heupen naar zich toe. Met één hand hield hij me op mijn plek en met de andere trok hij mijn slip omlaag. Daarna begon hij zijn eigen riem los te maken. Mijn hart begon sneller te slaan, ik kon het merkwaardig hard in mijn eigen hoofd horen. Langzaam drong het tot me door waarom hij me echt mee had genomen naar de wc, wat hij van plan was. Waarom had ik ja gezegd? Ik wilde dit helemaal niet.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Ik kwam half overeind en probeerde langs Cees heen van het blad af te komen, maar hij duwde me weer terug tegen de muur. Een sterke hand bleef zwaar op mijn hals liggen en vlug maakte hij de knopen van zijn broek los, de ketting aan zijn portemonnee rinkelde. Hij ritste zijn gulp omlaag, pakte mijn bovenbenen vast en trok mijn onderlichaam dichter naar zich toe. Er trok een heet, stekend gevoel van paniek door mijn ledematen, dat mijn armen en benen leek te verlammen.
‘Nee,’ kreeg ik weer met moeite over mijn lippen. ‘Wil niet.’ Ik probeerde weg te schuiven, maar Cees hield me stevig op mijn plek. Hij hees mijn rok omhoog en duwde mijn benen uit elkaar. O, waarom luisterde mijn lichaam niet meer, waarom was alles zo zwaar? Ik probeerde mijn bovenbenen tegen elkaar te drukken, maar ik voelde me zo slap en Cees was zo sterk. Hij hield ze gespreid en ging er tussenin staan. Mijn hart stond bijna stil toen ik daar beneden plotseling iets tegen me aan voelde. Nee, dit kon niet, dit gebeurde niet. Weg, ik moest hier weg, snel. Maar voor ik iets kon doen, voor ik me ook maar ergens op had kunnen voorbereiden, ging hij verder. Of tenminste, hij probeerde het. Het deed pijn, gigantisch, en mijn adem stokte in mijn keel. Er kwam een piepend geluidje over mijn lippen en Cees suste iets. Het lukte hem niet, ik was veel te gespannen en doodsbang. Maar in plaats van op te houden, kwam hij dichter bij me staan en likte aan zijn vingers. Ik worstelde tegen, maar hij trok mijn rok uit de weg en nog een keer probeerde hij het. Hoewel ik nu nog meer gespannen was dan daarnet, hield hij me stevig vast en duwde nu gewoon door, zodat hij het dit keer wel voor elkaar kreeg. De pijn was ondraaglijk, echt, ik wist niet dat het zo kon voelen. Ik snakte naar adem en er kermde, maar Cees suste me en legde zijn hand over mijn mond. Ik bleef doodstil zitten, al mijn spieren stonden gespannen. Het deed nu al verdomde pijn, ik moest er niet aan denken wat er zou gebeuren als ik bewoog.
Ik was echter de enige die zich daar druk om maakte. Cees interesseerde het geen snars. Hij begon gewoon te bewegen, en hij deed het eens niet voorzichtig, niet opbouwend, maar met harde stoten. Ik dacht dat ik dood ging, dat er niets anders was dat zo‘n pijn kon doen als dit. Ik kneep mijn ogen dicht en balde mijn handen tot vuisten, zo hard als ik nog kon. Mijn hoofd gilde tegen mijn lichaam dat ik me moest verzetten, maar ik was zo slap en mijn lichaam reageerde langzaam en ongecoördineerd. Ik draaide en kronkelde een beetje, probeerde hem af en toe weg te duwen, maar dat bezorgde hem zo weinig last dat hij er nauwelijks op reageerde. Hij ging maar door en zijn bewegingen werden steeds ruwer. Toch hield ik mijn verzet nog een tijd vol, tot hij me op een gegeven moment zo’n pijn deed dat het bijna niet meer te verdragen was. Dat was meer dan ik kon hebben. Ik kreunde, gedempt achter Cees’ hand, misselijk van de pijn. Toen gaf ik me over.
Ik kon niet meer, echt niet meer. Alles hield er gewoon mee op. De weinige energie die ik nog over had vloeide weg en liet me hulpeloos achter. Zoute tranen bleven steken tussen mijn lippen en de hand die Cees over mijn mond hield, maar ik probeerde geen geluid te maken. Dat gunde ik hem niet, hoeveel pijn hij me ook deed. Maar het maakte niets uit. Ik kon zijn gezicht zien door mijn tranen heen en af en toe deed hij zijn ogen dicht. Het maakte me misselijk en ik begreep niet hoe hij hier van kon genieten, of hij besefte wat hij deed. Het enige waar ik aan kon denken was dat ik weg wilde, naar Roos, naar Bobby, nog het liefste naar Gio. Ik wilde dat hij klaar was en me liet gaan, maar het duurde maar en het duurde maar en iedere keer wenst ik iets anders, dat ik dood was, dat ik nooit geboren was, dat hij nooit geboren was, dat ik nu dood zou gaan. Dat ik zo in slaap zou vallen en nooit meer wakker werd. Maar er gebeurde niets. Ik ging niet dood, hoe graag ik het ook wilde, en een tijdlang duurde het voort. Pas na iets wat een eeuwigheid leek, was hij klaar. Ik kneep mijn ogen dicht en huilde geluidloos. Nog even bleef hij bij me staan, terwijl zijn ademhaling werd langzaam weer gecontroleerder werd. Toen gleed zijn hand van mijn gezicht en verdwenen de druk en warmte van zijn lichaam.
Trillend en met mijn ogen dicht bleef ik zitten. Het brandde tussen mijn benen en mijn handen lagen roerloos naast me op het blad, tot vuisten gebald, maar zonder kracht. Ik kon me niet meer bewegen, had totaal geen energie meer. Mijn ademhaling was zo onregelmatig en moeizaam dat het pijn deed aan mijn borst. Het was alsof heel mijn lichaam niet meer wilde, of alles er liever mee ophield. Cees rommelde met zijn broek, ik hoorde het gerinkel dat ik ervoor ook had gehoord en voelde door mijn roes heen de angst dat ik nog een keer moest. Ik wilde overeind komen, naar de deur kruipen. Niet nog een keer, niet nog meer pijn. Ik dacht eraan, maar ik bleef verslagen zitten.
Na een tijdje pakte Cees me bij mijn arm en trok hij me van het blad af. Ik zakte praktisch al door mijn benen voor mijn voeten de grond raakten. Mijn lichaam deed niet eens meer de moeite om te blijven staan. Cees trok me weer overeind en zette me rechtop, met mijn rug tegen de muur. Ik bleef staan, misselijk van het gevoel tussen mijn benen. Er plakten haren aan mijn natte wangen, maar ik had niet de puf ze uit mijn gezicht te vegen. Cees trok mijn kleren goed en ik staarde met halfdichte ogen langs hem heen, haalde moeizaam adem. Ik voelde me vreselijk, diep aangetast in mijn privacy. Smerig en gedesillusioneerd, machteloos. Ik voelde het in mijn hart, dat hij iets gebroken had waarvan ik wist dat ik het nooit meer kon maken, waarnaar ik nooit meer terug kon. Dat deed pijn, nog meer dan ik net had gehad.
Ik deed mijn ogen dicht toen Cees mijn rok in model trok. Ik wilde niet dat hij aan me zat, wilde dat hij me met rust liet en door een gat in de vloer zakte en nooit meer terug kwam. Ik wilde hem slaan, schoppen, maar ik had niet eens de kracht zijn handen weg te duwen toen hij mijn kin pakte en mijn gezicht naar zich toe draaide. Met zijn duim wreef hij over mijn wangen, onder mijn ogen, waarschijnlijk om tranen en make-up weg te vegen, maar ik draaide trillend mijn hoofd weg. Cees duwde het weer zijn kant op. Ik hoorde dat hij iets scheurde en de kraan liet lopen, en hij depte mijn wangen met ijskoud water op wc-papier. Toen hij klaar was streek hij wat haren uit mijn gezicht en wierp zelf een blik in de spiegel. Net voor mijn benen weer bijna doorbogen onder mijn gewicht pakte hij me bij mijn pols en trok me mee, de deur door, de wc uit. Zo graag was ik eerder uit die deur gelopen. Toen ik er naar binnen ging, was er niets aan de hand geweest. Nu ging ik naar buiten en wilde ik alleen nog maar dood.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
pebblooz
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 27 dec 2009 16:01

Ik zei toch ; Cees is een asshole. Maar wie was Jack nou precies??
Hey Playboy, it's about time, and your time's up.
I had to do this one for my girls you know.
Sometimes you gotta act like you don't care,
that's the only way you boys learn.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Jack is een vriend van haar, uit het groepje van haar en Bobby en wat anderen... nouja, dat dacht ze tenminste ;)

_____________________________________________________________

Cees bracht me terug naar de loungehoek waar we eerder gezeten hadden. Ik strompelde een beetje achter hem aan, in elkaar gekrompen door de pijn tussen mijn benen en in mijn buik. Er waren veel mensen, iedere keer als er iemand tegen me aanbotste viel ik bijna om. Ze keken naar me, maar liepen allemaal voorbij. Verderop zag ik Jack staan, met één van de vrienden van Cees bij een groepje. Hij keek onze kant op, met een vreemde blik in zijn ogen. Hij zei helemaal niets.
Cees zette me neer op een loungestoel. Ik merkte dat hij voor me neerhurkte en met zijn onderarmen op mijn benen steunde. Zijn gewicht voelde raar, het was alsof hij veel zwaarder was maar me niet raakte.
‘Meis, het was leuk,’ zei hij. ‘Ik moet weer aan de bak morgen, dus ik ga er vandoor.’ Ik draaide mijn hoofd weg toen hij mijn haar uit mijn gezicht wilde strijken. Hij glimlachte, klopte op mijn been en kwam weer overeind. Door het gerinkel van de ketting aan zijn broek heen hoorde ik hem zeggen: ‘Slaap lekker. Zie je binnenkort wel weer.’ Ik keek hem niet aan, hield mijn hoofd opzij gedraaid. Toen draaide hij zich zonder nog iets te zeggen om en liep weg, naar de deur. Ik kon hem nog een tijdje zien, hij was groter dan de meeste mensen die hij passeerde. Hij ging naar huis, zomaar, alsof er niets gebeurd was. En als hij thuis was ging hij slapen en morgen weer verder leven of er niets aan de hand was. Dat kon niet. Toch? Het was toch verkeerd wat hij gedaan had? Maar toen ik opnieuw keek was hij echt verdwenen. Aan de ene kant was ik daar blij om, dat hij nu niet meer bij mij in de buurt was, maar aan de andere kant had ik ergens ver weg het onplezierige gevoel dat het niet goed zou gaan als ik niemand meer had die me wakker hield. Iedereen danste gewoon door, liep langs me heen of ik lucht was, zonder op me te letten. Er trok een pijnscheut door mijn onderbuik en ik kneep mijn ogen dicht. Iemand, alsjeblieft, help me. Ik heb pijn, ik wil naar huis.
Het duurde gelukkig niet lang voor ik een hand op mijn schouder voelde. Waarschijnlijk al een paar minuten nadat ik Cees uit het oog verloren had. Het was een zachte aanraking, voorzichtig haast, en er verscheen iemand in mijn gezichtsveld. Ik kende hem, toch? Ja, het was Jack. Jack was mijn vriend, hij was lief. Dan was het goed.
‘Starla?’ vroeg hij en hij kneep zacht in mijn schouder. ‘Je ziet er niet zo goed uit. Gaat het een beetje?’ Ik probeerde hem aan te kijken, maar ik kon mijn ogen bijna niet meer open houden. God, mijn lichaam, mijn hoofd. Jack schudde aan mijn schouder, mijn hoofd schudde mee.
‘Starla, hoor je me? Wat heeft hij gedaan? Wat heeft hij je gegeven?’ Ik hoorde bezorgdheid in zijn stem, maar mijn ogen waren zo zwaar. Het kostte teveel moeite ze open te houden en mijn hoofd zakte opzij. Jack legde zijn hand tegen mijn wang en duwde mijn hoofd recht.
‘Star?’ zei hij weer. ‘Blijf erbij, oké? Wat is er gebeurd? Wat heeft hij gedaan?’ Het lukte me mijn ogen open te doen. Ik keek hem aan, aan zijn gezicht zag ik dat hij zich niet prettig voelde onder mijn blik. Er was maar één ding waar ik aan kon denken.
‘Pijn,’ zei ik toen. Jack slikte. Mijn ogen gleden weer dicht en ik hoorde dat hij overeind kwam.
‘Kom maar, ik breng je naar huis,’ zei hij. ‘Kom, rustig aan.’ Hij pakte mijn arm en legde die om zijn nek. Voorzichtig kwam hij zo overeind en nam me mee. Ik voelde zoveel, zoveel emoties, maar het was of er een soort laag over mijn bewustzijn lag die alles onderdrukte. Misschien was dat maar goed ook. Maar wat maakte het uit, we gingen weg, naar huis. Dan was alles goed. Cees was weg, Jack was bij me. Dat was het enige wat ertoe deed.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Asshole, asociale klootzak, rotzak die Cees :gr: !!!!!!!
Tjeez en dan nog gewoon weglopen alsof er niks aan de hand was :gr: . Stomme vent!!!
Leuk he, als je verhalen emoties oproepen :P Ga vooral door met stukjes posten, ik wil weten hoe het verder gaat. Vorige keer was ik hier nml afgehaakt (kwam door mijn concentratievermogen hoor :P ) en weet nou dus niet hoe het verder gaat :( Ach arme ik :mrgreen:
Fijn trouwens dat je zo vaak en zulke lange stukjes post, leest lekker door.
Fijne Kerst alvast :d:
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Thanks! Leuk dat je ook nog meeleest en reageert :D:D gelukkig hou je het bij, ik vraag me altijd af of ik niet te veel en te snel post, maar dan hoor ik het vast wel :)

________________________________________________________________________________

Hoofdstuk 5

Ik wist het weer.
De klap die ik kreeg was enorm. Echt, het was onbeschrijflijk wat er met me gebeurde, wat ik voelde. Het leek nog het meeste op een lading bakstenen, die van grote hoogte over me werden uitgestort. Ik onderging het, kon er niets tegen doen. Verstijfd zat ik aan mijn tafel en staarde naar Dora’s rug. Het was stil geworden in het wiskundelokaal, en in die stilte hoorde ik Cees’ stem en mijn eigen gekerm diep en doordringend in mijn hoofd. Dat was alles wat er nog was, wat er nog bestond. De beelden vielen genadeloos over me heen. Ik zag alles weer, voelde alles, net zo traag als die zaterdagavond, maar nu was ik helder. Nu begreep ik waarom Jack en de vriend van Cees zo ongelovig hadden gedaan, waarom Jack me naar huis gebracht had, waarom de achterkant van mijn bovenbenen blauw was en waarom ik zo’n pijn had gehad toen ik eergisteren probeerde met Bobby te vrijen. Alles viel op zijn plek.
Het was te veel om allemaal in één keer over me heen te krijgen. Cees’ hand over mijn mond, het gevoel van zijn bewegingen, de genietende uitdrukking op zijn gezicht. Het was te dichtbij, te moeilijk. Een gevoel van misselijkheid golfde door mijn borst, mijn maag draaide zich om. Ik kon me niet meer bewegen, kon nergens anders meer aan denken. De buitenkant van mijn lichaam was verlamd, verstijfd, maar de binnenkant protesteerde en gilde het uit. Alles liep door elkaar. Cees hield me vast en duwde de tweede keer door en ik hoorde de tranen in mijn keel toen mijn adem stokte. Ik kon het niet meer van elkaar onderscheiden. In een reflex drukte ik mijn benen stijf tegen elkaar, mijn hand schoot naar beneden. Vaag merkte ik dat Mel naast me mijn kant op keek, mijn naam fluisterde, maar ik bleef trillend op mijn plek zitten. Ik kon niet meer helder denken. Ik moest weg, weg, van alles. Dat wat het enige wat er door mijn hoofd schoot.
Na een paar seconden liet ik mijn pen vallen. Als verdoofd schoof ik mijn stoel achteruit. De poten piepten en het geluid sneed scherp door het stille lokaal. Ik kwam overeind, Wiskundeman keek op vanachter zijn bureau. De halve klas liet zijn aandacht van de toets afdwalen en enkele hoofden draaiden mijn kant op. Mijn benen voelden week, of ik ze heel lang niet gebruikt had. Ik klemde mijn vingers zo hard om de rand van de tafel dat mijn knokkels wit werden. De stilte was verschrikkelijk.
‘Starla?’ zei Wiskundeman na een tijd toen niemand anders iets zei. ‘Is alles in orde?’ De weinige leerlingen die zich net nog op hun examen hadden geconcentreerd, keken nu ook mijn kant op. Ik kreeg het benauwd van hun blikken, kreeg het benauwd van alles. Het misselijke gevoel trok nog steeds door mijn borst en de haartjes op mijn onderarmen stonden recht overeind. Ik wilde iets zeggen, ik wilde het echt, maar ik voelde me zo gigantisch misselijk. Ik moest naar de wc, zo snel mogelijk.
‘Ik-’ probeerde ik, maar Cees legde zijn wijsvinger tegen zijn lippen en drukte zijn hand over mijn mond en ik kon niets meer uitbrengen. Iedereen keek naar me, mijn hart dreunde zwaar door mijn lichaam. Weg, ik moest weg hier. Nu. Rennen.
Er golfde nog een vlaag van misselijkheid door mijn lichaam en ik liet de tafel los. Zonder nog iets te zeggen draaide ik me om en rende het lokaal uit. Wiskundeman riep iets, maar mijn knieën voelden slap en ik rende door. Ik had geen idee waar ik heen ging, de muren en gangen leken allemaal hetzelfde. Het was alsof ik nog nooit van mijn leven op deze verdieping geweest was. Ik stootte tegen mensen aan, maar ik stopte niet. Cees’ gezicht met van genot gesloten ogen stond op mijn netvlies gebrand en ik kreeg het niet meer weg.
Ik weet niet meer hoe, maar wonder boven wonder kwam ik bij de toiletten uit. Ik struikelde naar binnen en botste vol tegen een groep vierdeklassers op. Eén van hen viel bijna omver, maar ik schoot een wc-hokje in en zakte op mijn knieën, met mijn hoofd boven de pot en tranen die langzaam over mijn wangen gleden. Cees trok mijn slip uit, ik kokhalsde en kneep mijn ogen dicht. Er kwam niets en ik snakte naar lucht. Toen besefte ik dat het gevoel in mijn keel niet kwam door de misselijkheid, maar door een grote prop die mijn adem afsneed. Die prop leek nog veel groter te worden toen ik de connectie legde tussen het hele gedoe met Cees en de wc waarin ik me nu bevond. Krampachtig probeerde ik adem te halen, maar ik kreeg geen lucht meer, alles zat dicht, werd geblokkeerd. Het maakte mijn gevoel van paniek alleen maar groter. De meiden uit de vierde klas die ik net omver gelopen had, riepen, schreeuwden en gilden. Door mijn betraande ogen zag ik hoe Wiskundeman binnen kwam rennen. De vierdeklassers begonnen nog harder te gillen, maar Wiskundeman negeerde ze compleet. Hij draafde naar me toe, zijn bril stond scheef op zijn neus en zijn haar zat in de war. Ongemakkelijk in het kleine hokje hurkte hij naast me neer en hij legde een hand op mijn arm. Tegelijk met zijn aanraking voelde ik die van Cees, mijn hart sloeg een slag over en ik trok mijn arm weg. Ik probeerde weg te kruipen in een hoekje, uit zijn buurt, uit Cees’ buurt. Wazig kon ik door mijn tranen heen zien hoe wanhopig Wiskundeman keek. Zo kon hij ook kijken in de klas, als hij iets probeerde uit te leggen en niemand het begreep.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
pebblooz
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 27 dec 2009 16:01

Ik zit echt op het puntje van mijn stoel!!! Je kan echt zo mooi schrijven, ik heb mijn vriendinnen vertelt over dit verhaal: ze vonden het geweldig! Fijne feestdagen, ik hoop dat je verder schrijft.
Hey Playboy, it's about time, and your time's up.
I had to do this one for my girls you know.
Sometimes you gotta act like you don't care,
that's the only way you boys learn.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Super bedankt! Dat is echt onwijs leuk om te horen! Jullie ook prettige feestdagen! Voor wie vandaag eventjes een paar minuten niets te doen heeft, een stukje erbij :)

________________________________________________________________

‘Starla, toe,’ zei hij en hij klonk net zo wanhopig als hij eruit zag. Hij schoof naar me toe en probeerde opnieuw zijn hand op de mijne te leggen. Ik kneep ogen dicht en slaagde er in een paniekerig piepend geluidje te produceren terwijl ik helemaal geen lucht meer in mijn longen had om geluid mee te maken. Trillend schoof ik nog verder bij Wiskundeman vandaan. Hij had volgens mij geen idee wat hij moest doen. Hij draaide zijn hoofd om naar de vierdeklassers, die allemaal met grote ogen samengepropt voor het hokje stonden te kijken, en riep: ‘Ga naar mevrouw Simmons en laat haar hierheen komen. Hup, actie!’ De meiden vertrokken snel. Wiskundeman bleef bij me, hij praatte tegen me. Waarschijnlijk probeerde hij me gerust te stellen, maar zijn aanwezigheid had alleen maar een averechts effect. Ik wilde dat hij weg ging, ik wilde het zo graag, maar mijn ademprobleem slokte al mijn aandacht op. Het begon pijn te doen, in mijn longen, in mijn hoofd, en ik probeerde mijn voeten schrap te zetten tegen de wand, maar ze gleden iedere keer weg. Ik worstelde tegen de hand die mijn keel omklemde, het grote gewicht wat mijn borst niet meer omhoog liet gaan, en kneep de stof van mijn rok samen tussen mijn vingers, en al die tijd bleef ik Cees zien, kon ik hem voelen en horen.
Na een tijdje kwamen de vierdeklassers terug met Simmons. Haar toestand stak sterk af tegen de lichte paniek van Wiskundeman. Ze was kalm, en bleef dat ook toen ze de toiletten binnen kwam en me zag zitten. Om de één of andere reden was ik zo blij dat ze zo rustig bleef. Ze kwam naar me toe en uit alle macht probeerde ik iets tegen haar te zeggen, wat dan ook. Het enige wat ik over mijn lippen kreeg was ‘geen lucht’, schor en nauwelijks verstaanbaar. Ze liep naar me toe en hurkte naast me neer, Wiskundeman schoof voor haar op. Haar ogen waren zo blauw dat ze bijna licht leken te geven. Ik wilde nog iets tegen haar zeggen, probeerde lucht in mijn afgeknepen keel te krijgen, mijn gezicht tintelde.
‘Ik kan niet-’ probeerde ik, maar ze legde een zachte, vrouwelijke hand op mijn schouder en knikte.
‘Stil maar,’ zei ze. ‘Niets zeggen. Rustig aan, haal maar rustig adem.’ Mijn ogen prikten en haar gezicht werd waziger. Ik schudde mijn hoofd.
‘Ik kan niet-’ piepte ik weer, maar ze suste me zachtjes.
‘Ik weet het, maar er is niets aan de hand. Je hyperventileert, het is zo voorbij. Adem maar rustig in en uit, rustig aan. In en uit.’ Ze keek naar de meiden uit de vierde die nog steeds achter haar stonden.
‘Karlijn en Lisa, lopen jullie even snel naar de conciërge, vertel wat er aan de hand is en laat hem hierheen komen, goed?‘ Twee van de meiden knikten en vertrokken snel, Simmons keek naar de andere twee. ‘Melissa, Robien, willen jullie even naar het roosterbord gaan en kijken waar klas 6VB les heeft? Loop maar gewoon het lokaal binnen en haal Bobby de Winter uit de les en neem hem mee hiernaartoe.’ Ze stommelden de wc uit. Simmons draaide zich weer naar me toe, haar gezicht was zo wazig, net zo wazig als de gezichten van Cees’ vrienden en Jack afgelopen zaterdag. Mijn nagels drukten in mijn handpalmen en Simmons streek over mijn haar, zachtjes, ze praatte tegen me, zei dat ik langzaam adem moest halen, niet te diep. Ik probeerde het, maar het ging zo moeilijk en daardoor bleef ik bang, bang dat het nooit meer over zou gaan.
Na een tijdje kwam de conciërge binnen gerend met de twee vierdeklassers op sleeptouw en een papieren zakje, waar ik in moest ademen. Het werkte. Simmons stelde me gerust en ik kreeg langzaam mijn normale ademhaling terug. Ze zei goedkeurende dingen tegen me die niet tot me doordrongen en toen het beter ging, liet ik het zakje van de conciërge zakken. Even deed ik mijn ogen dicht en liet mijn hoofd tegen de wand van het hokje steunen, trillend als een rietje. Ik voelde me of ik dagen niet gegeten had. Ik probeerde te slikken, en toen ik mijn ogen weer opendeed zag ik dat er inmiddels allemaal mensen probeerden de toiletten in te komen om te kijken wat er aan de hand was. Ze verdrongen zich voor de deur en riepen over en weer, roezemoesden met elkaar. Wiskundeman was bezig ze de wc uit te dirigeren, wat hem met moeite lukte. Na een tijdje kwam Bobby door de deuropening zetten met de twee meiden en Wiskundeman stuurde hem ook bijna weg, maar Simmons zag hem net op tijd en zei dat hij naar binnen mocht.
Ik weet niet wat Bobby dacht toen hij me daar met Simmons zag zitten. Aan zijn gezicht te zien, begreep hij totaal niet waarom hij uit de les werd gehaald door een paar vierdeklassers en vroeg hij zich af wat hij nu weer verkeerd gedaan had. Hij kwam binnen, keek verbaasd naar mij, naar Simmons en weer terug. Door mijn tranen heen zag ik een vreemde soort verwondering op zijn gezicht.
Simmons stak haar hand naar hem uit.
‘Kom maar,’ zei ze. Ondanks zijn onbegrip aarzelde Bobby niet. Hij liep naar ons toe en Simmons schoof voor hem op. Hij hurkte naast me neer en pakte mijn hand, degene die Simmons net losgelaten had. Ik bleef zitten, met mijn rug en hoofd tegen de muur geleund en mijn ogen dicht. Bobby kneep zachtjes in mijn hand.
‘Star…’ hoorde ik hem zeggen, en ik hoorde dat hij wilde vragen wat er aan de hand was, maar ik wilde niet dat hij dat deed. Ik reageerde niet en hield mijn ogen dicht. De beelden van die zaterdagavond bleven maar gaan, en ik verzette me ertegen, uit alle macht. Ik wilde het niet zien, ik wilde niet dat het nog een keer gebeurde, en nog een keer, en nog een keer. Simmons praatte tegen me, Bobby noemde mijn naam en streelde mijn hand, maar ik hield mijn ogen gesloten en had al mijn energie nodig om te vechten tegen wat zich in mijn hoofd afspeelde, keer op keer. Ik probeerde het af te kappen, maar het begon gewoon iedere keer opnieuw. Langzaam zonk ik weg in een diepe put, het bange vermoeden dat ik dit niet kon winnen, dat de gedachten sterker waren dan ik en dat ik ze nooit meer weg zou krijgen. Simmons praatte tegen Bobby, ik verstond niet over wat. Ik deed mijn ogen pas open toen Bobby na een tijd zijn arm onder mijn rug schoof en de andere onder mijn knieholten en me zo optilde. Trillend bleef ik in zijn armen hangen en ik staarde voor me uit. Iets in mijn bewustzijn krijste en gilde, terwijl het steeds meer verdrongen werd door de herinneringen aan zaterdag en er langzaam door verstikt werd.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Cubiculum Nephilia
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1270
Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
Locatie: Hell

Dit blijft een goed geschreven stuk. Zo sterk, zo levendig alsof je er zelf bij bent.
Ik heb maar één kleine opmerking en dat is "me". Dat gebruik jij heel vaak, terwijl "me" meer spreektaal is en mij is nette schrijftaal. Het staat dus eventueel netter.
Nu zou ik niet gelijk (mocht je dat al willen doen) alle me's in mij gaan veranderen. Dat zal denk ik ook weer storend overkomen.
Hopelijk is het volgende eveneens weer super om te lezen! :)
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Thanks meis! Ik weet niet wat ik heb met 'me', ik heb een soort natuurlijke afkeer tegen 'mij' in verhalende teksten, weet ook niet waar dat vandaag komt :) is maar net wat je gewend ben denk ik. Iig bedankt voor je reactie, leuk! Stukje erbij :)
___________________________________________________________

Bobby kwam in beweging en hij droeg me achter Simmons aan naar haar kamer. Ik kreeg bijna niets mee van mijn omgeving, het was of de beelden van die avond de hele tijd in de bovenhoek van mijn oog bleven spelen, half over de rest heen. Het lukte me niet om ze weg te krijgen, om hier en nu in deze gang te zijn en nergens anders. Tegen de tijd dat Bobby me op een stoel in Simmons kamer zette, had ik het al lang en breed opgegeven. Ik zat roerloos in die stoel, staarde nietszienend voor me uit en liet de beelden hulpeloos over me heen komen. Mijn lichaam voelde verdoofd, alsof het alle emoties probeerde af te sluiten omdat het te heftig was om ze door te laten.
Simmons liep heen en weer door haar kamer en ze vroeg dingen aan me. Ik gaf geen antwoord, hoorde haar amper. Gedeeltelijk omdat het niet door het andere heen kwam, gedeeltelijk omdat ik het niet wilde horen. Waarom liet ze me niet gewoon met rust? Ik wilde niet met haar praten, ik wilde met niemand praten. Nu niet, nooit niet. Ik wilde niet dat iemand het wist. Niet alleen omdat het schaamtelijk en gênant en vies was, maar omdat het dan echt zou lijken. Zolang ik er niets over zei, zolang niemand anders er van wist, bestond die avond alleen in mijn hoofd, in Cees’ herinnering en die van mij. Maar als ik het aan iemand zou vertellen, als ik het hardop zou uitspreken en meer mensen het zouden weten, dan was het net of het tastbaar werd. Dan was het iets dat uitgesproken was, bekend en waar was, dat bestaansrecht had omdat meerdere mensen ervan wisten. Nu was het net of het niet gebeurd was, voor andere mensen. Als ik het voor mezelf hield, was het meer als een nachtmerrie. Een nare droom die je sneller vergat en minder belangrijk leek als je het er met niemand over had.
Simmons gaf me een kop thee en wat later een glas water. Ik negeerde haar en alles wat ze voor me neerzette. Bobby zat naast me, hij streelde mijn hand die slap in zijn schoot lag. Ik kon alleen maar staren naar een plant naast Simmons bureau, zo ver weg in mijn hoofd dat ik die plant niet eens meer zag. Toen dat niet veranderde, merkte ik op een gegeven moment dat Simmons ophield met praten. Ze kwam mijn kant op en naast mijn stoel bleef ze staan.
‘Bobby, kun jij even bij haar blijven? Ik ga mevrouw Brederode even halen. Oké?’ Ze legde geruststellend haar hand op mijn schouder, maar het voelde of er met die aanraking een schok van ging alles onafgebroken door. Pas toen Simmons bemoedigend in mijn schouder geknepen had en doorliep naar de deur, was ik in staat iets te zeggen.
‘Nee,’ zei ik schor. Mijn stem klonk merkwaardig hol in mijn oren en Bobby, die de hele tijd mijn hand had gestreeld, hield even op met strelen.
Simmons liep weer naar me terug. Vanuit mijn ooghoeken zag ik dat ze naar me keek. Ze leek te overwegen of ze moest wachten tot ik zelf nog iets ging zeggen of dat ze me moest helpen. Schijnbaar koos ze voor het laatste.
‘Wat bedoel je?’ vroeg ze. ‘Wil je niet met mevrouw Brederode praten?’ Brederode was de schoolpsycholoog. Natuurlijk wilde ik niet met haar praten.
‘Nee,’ zei ik. Even was het stil. Simmons kwam voor mijn stoel staan en ze hurkte voor me neer. Ik staarde langs haar heen.
‘Wil je wel met mij praten?’ vroeg ze vriendelijk. Mijn keel was droog en ik slikte. Zonder haar aan te kijken schudde ik mijn hoofd. Ze verschoof iets.
‘Wat wil je dan?’ vroeg ze. ‘Starla, kijk me eens aan. Wil je niet dat ik je help?’ Er werd iets wakker in mijn brein, iets wat ver weg had gezeten, diep begraven onder allemaal andere onderdrukte gevoelens. Helpen? Dacht zij dat ze me kon helpen? Wie dacht ze wel niet dat ze was? God de Almachtige die alles zag en wist en overal een oplossing voor had?
Langzaam scheurde ik mijn blik los van de plant naast haar bureau en ik keek haar aan. Toen mijn ogen de hare ontmoetten veranderde iets in haar gezicht, alsof ze overeind wilde komen en bij me weg wilde stappen, maar ze bleef zitten.
‘Ik heb geen hulp nodig,’ zei ik met een stem die ik niet van mezelf kende. Net voor ik mijn blik weer afwendde zag ik dat ze niet wist wat ze moest zeggen. Voor het eerst in mijn schoolcarrière had ik het idee dat ze niet wist wat ze moest doen.
‘Ik wil naar huis,’ zei ik, met mijn blik weer op de plant gepind. Ze reageerde niet meteen, volgens mij vond zij dat bij lange na niet zo’n goed idee als ik. Waarschijnlijk was ze bang dat ik mezelf van kant zou maken als ze me nu aan mijn lot overliet. Nou, daar hoefde ze zich geen zorgen over te maken, het enige wat ik wilde was diep onder mijn dekens in bed liggen en ver weg zijn. Ik wilde slapen, nergens meer aan denken, ook niet aan pijnloze manieren om dood te gaan. Aan de andere kant leek ze ook nog wel door te hebben dat we zo niet ver kwamen en dat mijn gemoedstoestand ook zeker niet beter werd van dit zogenaamde gesprek, want ze zuchtte. Ze kwam overeind, maar gaf me nu niet zo’n geruststellend kneepje als daarnet. Waarschijnlijk omdat ze zelf ook niet gerustgesteld was.
‘Goed,’ gaf ze toe. ‘Je weet hoe ik erover denk, maar het is goed. Je mag naar huis, maar ik wil niet dat je alleen bent. Is er iemand thuis die bij je kan blijven?’ Tevergeefs probeerde ik niet meer naar de plant naast haar bureau te kijken.
‘Mijn zus is er.’ Simmons knikte.
‘Oké,’ antwoordde ze, en ik hoorde aan haar stem dat ze daar blij mee was. ‘Dan wil ik graag dat zij mij even belt als je thuis bent, goed?’ Ik scheurde mijn blik los van de plant en keek haar aan. Nee, ik wilde niet dat Roos Simmons moest bellen. Alsof ik een gevangene was, een soort controlepatiënt, een risicogeval. Als Roos Simmons zou moeten bellen, zou ze gelijk weten dat er iets niet goed was. Ze zou bezorgd worden en vragen wat er aan de hand was en ik wilde niet praten, ook met niet met haar. Waarom kon Simmons dat niet gewoon begrijpen?
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gesloten

Terug naar “Het Dramatheater”