Hoofdstuk 1
De witte poeder-laag dekte het gehele landschap. De toppen van de meest dunne takjes aan de bomen waren bedekt met sneeuw. Hoe koud het was, was te zien aan de stroompjes water en sloten die bevroren waren met een dikke laag ijs. De kou beet zich overal dwars doorheen. Zo ook bij Josh, door zijn schoenen. Hij strompelde verder, koud, verward en vermoeid. Het einde was in zicht. Vaak had hij zich weten te redden uit de meest benarde situaties. Maar vandaag leek er niet veel hoop meer. Hij werd weer met een stomp in de rug vooruit geduwd. Wie of wat het waren kon hij niet zien. Hij was geblinddoekt. 'toch nog iets tegen de kou.'dacht hij met een grijns. 'hoe durf jij nog te lachen verrader!' hoorde hij iemand in de verte schreeuwen.
'bekenden dus.'dacht Josh. Dat verwachtte hij al. Hij keek niet op of om en liep zo goed en kwaad het nog ging. Maar omdat zijn schoenen helemaal doorweekt waren en zowat bevroren. Voelde hij zijn voeten bijna niet meer. De koude sneeuw sneed dwars door hem heen. Ze hadden niet eens het fatsoen gehad hem een jas aan te bieden. Daar ploeterde hij dan door de sneeuw. Met enkel een hemd aan en zijn zwarte broek, laarzen en zijn leren handschoenen.
'duurt het nog lang?'schreeuwde Josh. Hij kreeg geen antwoord, maar voelde hoe iemand hem bij zijn blonde lokken vastpakte. 'nou heb je nog een grote bek, maar straks niet meer jochie!'schreeuwde iemand in zijn oor. Hij hoefde geen enkel moment na te denken en wist meteen bij wie die afschuwelijke stem hoorde. 'sergeant Willson, voor u een mooi aangezicht zeker om mij zo te zien.' Gelijk daarna voelde Josh een verwachte klap in zijn gezicht. 'inderdaad ja, het is wat je verdient soldaat. Of moet ik zeggen: ex-soldaat!'riep Willson.
Josh hoorde hoe iedereen om de zeer oninteressante grap moest lachen. Hij kreeg weer een stomp in zijn rug. 'Mike, houd eens op, dat jij hen helpt vind ik nog wel het ergste.'riep hij. Even was het stil achter hem. Josh zag het verbaasde gezicht voor zich dat Mike nu waarschijnlijk trok. 'Dat ding heeft nu ook geen nut meer!'schreeuwde Willson uit. En met een korte beweging rukte hij de blinddoek van Josh zijn gezicht. Hij keek recht in de diepe blauwe ogen van Josh en Josh kon zien dat hij ervan schrok. 'jij bent voor de duivel niet bang!'mompelde hij en liep verder. Weer voelde Josh een stomp in zijn rug. Maar toch voorzichtiger dan die daar voor. Hij had waarschijnlijk wel indruk gemaakt. Ze liepen nog een stukje en toen pakten ze Josh bij zijn twee armen vast en sleepten hem verder. Toen hielden ze hem stevig overeind, zodat hij niet kon vluchten. Willson pakte het geweer van Mike aan. Hij liep een paar stappen bij Josh vandaan en laadde het geweer. Waarna hij een oefen schot loste op de grond.
Josh hief zijn hoofd en slikte. 'Ik zal niet buigend ten onder gaan.'dacht hij. Ondanks die gedachte voelde hij zijn hart in zijn keel kloppen. Hij werd ongelofelijk duizelig en zijn hoofd tolde. Meestal flitst het leven aan je voorbij, maar daar had hij geen last van. 'zou er dan toch nog hoop zijn?'dacht hij met opgetrokken wenkbrauw.
Willson schraapte zijn keel en zei: 'zo eindigt het nou met deserteurs als jij. Je had zo`n goede baan en zo`n mooi leven. Je had nog een heel leven voor je. Hoe oud ben je, 23 toch?' Willson schudde zijn hoofd. 'dat net jij me dit moet flikken.'zei hij.
Josh keek hem aan maar zweeg. Hij had geen zin om te praten, maar ook de kracht niet. Hij zou kunnen gaan smeken om zijn leven. Maar uiteindelijk zou hem dat maar meer vernederen en niets opleveren. Dan stierf hij liever een waardige dood.
Willson keek hem kwaad aan en gooide zijn peuk op de grond. Hij stampte hem uit, terwijl je niet kon zien of hij wist waar de peuk lag in de dikke laag sneeuw. 'wat ben je stil, anders ben je zo spraakzaam.' Hij wandelde wat heen en weer en stak zijn vinger in de lucht om te bepalen uit welke richting de wind waaide. 'je bluft.'mompelde Josh. Willson keek hem verontwaardigd aan. Maar uiteindelijk begon hij te lachen. 'zeg dat straks nog maar eens, wanneer ik je heb vol gepompt met lood!'riep hij uit. Hij ging klaarstaan om te schieten en richtte op Josh. Josh zijn ene pluk haar dat altijd dwars zat, hing nu voor zijn linkeroog. 'aan de kant mannen.'mompelde Willson geconcentreerd. De twee stevige soldaten lieten Josh los en stapten opzij. 'nu is mijn einde.'dacht Josh. Hij wilde graag kijken, maar kon het niet, zijn ogen gingen dicht en het werd zwart voor zijn ogen. In de verte hoorde hij een schot en hij zakte in elkaar en belandde in de ijskoude witte deken.
Marcos zat bovenop een stapel houten kratten. Hij liet een doek over het oppervlak van zijn vlijmscherpe zwaard glijden. Toen bekeek hij zichzelf in het zwaard en knipoogde. 'zo die glimt weer.'mompelde hij. Daarna bond hij de doek om zijn nek. Opeens zwaaide de deur open en scheen er een straal licht naar binnen. Marcos schrok en sprong op. Hij sprong van de kratten af en landde op de grond. Hij haalde uit met zijn zwaard, maar kon net op tijd stoppen en hield het ding net voor de neus van Joey.
'kijk uit met dat ding.'zei Joey bevend. 'relax, ik ben het maar. Wat ben jij heetgebakerd de laatste tijd!' Marcos zuchtte. 'ik schrok me rot, waarom weet ik ook niet.'zei hij. Joey keek om zich heen. 'waar is de rest?'vroeg hij. Marcos haalde zijn doek weer om zijn nek vandaan en begon zijn zwaard weer te poetsen. 'ze hadden nog iets af te handelen of zo.'antwoordde hij. Joey zuchtte en liep naar een krat toe, hij opende het en haalde er een fles whisky uit. Daarna sloot hij het krat en ging er op zitten. 'ook wat, je moet wel warm blijven met deze kou.'zei hij. Marcos schudde zijn hoofd. 'maar niet midden op de dag.'zei hij en ging op het krat naast hem zitten.
Joey opende de fles en nam een slok. 'ze zijn weer met dingen bezig, ik snap ze niet. Gaan ze zomaar weg en vertellen ze niets. Misschien wilde ik ook wel mee!'riep hij uit. 'ik bedoel echt iedereen is weg, kijk dan!'riep hij uit. Marcos keek omhoog en deed net alsof hij het niet hoorde.
