Zondvloed in vlammen

Hier kun je verhalen vinden waar langer dan een half jaar niet aan geschreven is of op gereageerd. De verwachting is dat deze verhalen niet meer afgemaakt worden. Staat jouw verhaal hier en wil je verder schrijven? Neem dan even contact op met één van de moderators, dan wordt je verhaal teruggezet.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Oke, de titel wordt waarschijnlijk nog aangepast. Maar dat heb ik wat meer inspiratie nodig. Dus als jullie ideeen hebben :angel.

In ieder geval. Het begon me toch wel weer te kriebelen om een fantasie te schrijven, aangezien ik mijn andere heb moeten stoppen.
Dus daarom ben ik met deze begonnen.
Ik hoop dat jullie het net zo leuk vinden om te lezen als dat ik het vind om te schrijven. Oh en jullie moeten Saskia bedanken voor de elven inbreng, hehe.

Grammatica is trouwens mijn Big Fail! Daarom heb ik er maar mijn eigen taaltje in gestopt... :roll:

-Aangepast met feedback van Marly

----------------------------------------

Hun ogen vlammen in rood.
Huid versteend door zwavel.
Bloedende dolken
Schroeiende adem.

Zij branden de wereld.
Verzwelgen het in zwart.

Nieuw leven treedt over hun graven.
Hun waarheid gaat verloren,
Hun verhaal verborgen in mythe

Tot de dag dat assen weer branden.
En de wereld terug keert in zwart.

-Schrijver, W. J. Bardecks.-

---------------------------------------

Zoveel verhalen over ons oude volk. Geschriften en boeken vol. De elven zijn machtig, onze bibliotheek bewijst het. Geen wezen komt ook maar in de buurt van onze intelligentie. Ik keek naar het oude boek voor me. Het was de eerste keer dat ik het zag. De kaft beschreven in onbekende runen. Ik wil ze kennen. Het is verboden om in boek te verwijderen van onze bibliotheek, maar niemand zou dit ding kunnen lezen. Dus niemand zou het door hebben als ik het weghaalde.
~*~
“Stel jij ons, priesters, in twijfel?!”
Met nijdige ogen keek ik naar de man. In zijn witte, lange gewaden, vastgeregen door puur gouden draden en versierd met rode robijnen, dacht hij dat hij oppermachtig is. Maar zijn verhaal, de mythe waar deze dwazen zo sterk in geloven, klopt niet. Het is een sprookje waar ik als klein kind met ogen open in tuimelde. Ik ben geen klein kind meer. Ik luister niet meer naar mooie verhaaltjes, omdat ze nou eenmaal mooi zijn. Ik wil de waarheid.
“Meester Artisco.” Ondanks dat ik de man op dit moment niet kon uitstaan, boog ik zoals dat van mij wordt verwacht. “Er zitten achterhaalde fouten in de mythe. We kunnen ons zelf toch niet in deze leugens laten verdrinken. We zouden ons op het volk daarbuiten moeten richten. We hebben hier zoveel rijkdom.” Mijn hand wees naar de gouden versieringen die de wanden van de tempel bekleden. Naar de diamanten die bijna achteloos als ogen in standbeelden werden gebruikt. “En daarbuiten zijn ze arm. Wij hebben dit niet nodig om een leugen te vereren. Geef het aan hen!”
Mijn woorden waren de woorden die diep in mijn hart lagen. Meester Artisco vertelde mij altijd dat ik naar mijn hart moest luisteren. Jammer genoeg had hij mij niet verteld, dat als zijn hart anders sprak, het mijne haar mond moest houden.
~*~
Een diep zwart schaamtekleed verspreidde zich om mijn geknielde voor. In de zijde stof waren de kreukels nog te vinden, waar mijn handen het hadden samengeknepen. Nu lag ik met gespreide handen op de grond, wachtend op zijn toorn. Mijn ogen waren strak samengeknepen. Ik kon ze niet meer ontspannen. Het spijt me, vader. Het spijt me, moeder. De woorden kwamen niet over mijn lippen. Ik weigerde mijn eigen hart te verraden. Ik heb spijt over het feit dat ik me uitsprak tegen de hoofdpriester, maar ik heb geen spijt van de woorden die ik gesproken had. In gebogen vorm ontving ik mijn straf.
Ik kon niet de woorden spreken die zij van mij wilden horen.
“Je hebt ons geloof in je gebroken. Je hebt ons beledigd en beschaamd. Hierbij ontdoe ik je van je erfenis en van ons bloed.” De stem van mijn vader boorde zich recht door mijn ziel. Tranen prikten in mijn ogen. Ik wilde zo graag naar hem toe rennen. Ik wilde zo graag dat hij zijn armen om me heen zou slaan en dat hij me tegen zijn schouder liet uit huilen. Nu vielen de brandende tranen op de ijskoude marmeren vloer onder mijn lichaam en al die tijd maakte ik geen geluid.
“Je bent verbannen.”
~*~

Dat was de laatste keer in vijf jaar dat ik thuis ben geweest.
Ik ben Raven. Ik was een priesteres in opleiding. Nu ben ik een verbannen prinses.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
MVisser
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 11
Lid geworden op: 08 mar 2011 17:29

Het leest echt heerlijk weg. Door deze intro alleen al ben ik benieuwt naar het volgende stuk :app:
Computer games doesn't effect kids, I mean if Pac-Man affected us as kids, we'd all be running around in darkened rooms, munching magic pills and listening to repetitive electronic music.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Jaaa, het staat er eindelijk :D En iedereen, graag gedaan voor het dwingen van Jodie om er elfen in te stoppen^^
Ik wil meer lezen, ik weet niet maar je verhaal maakt mij ontzettend nieuwsgierig wat er verder gaat gebeuren :D Dit wordt volgens mij echt zo'n fantasie-fantasie verhaal en daar houd ik ontzettend van!
Maar zoals altijd, een prachtige proloog! Ik snap precies waar het over gaat :D Post maar heel snel meer ;)
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Jeeh :D dat zijn snelle reacties :D, dan doe ik jullie ook een plezier en post ik snel terug!
Zo meteen gaat het wel ingewikkeld worden, dus ik hoop dat ik het interessant weet over te brengen hehe xD Mvisser en Saskia Bedankt voor jullie reacties!

Aangepast na Feedback van Carpe Diem en Saskia :D
~*~

Hoofdstuk 1
De verkoolde jongen.


~*~
Prinses Raven ae Ellimore.
~*~
“Prinses Raven.” Mijn naam werd geroepen door mijn trouwe lakei. Ik keek toe hoe hij hijgend over de zandtoppen struikelde. De natuurlijke elegantie in zijn lopen, leek letterlijk in stof op te gaan. Ik grinnikte iets. Het heeft me altijd al vermaakt om een elf te zien falen in zijn perfectie. Het maakt ze echter, minder verheven. Ik was al vanaf mijn geboorte een foutje van de natuur in dat opzicht. Ik ben natuurlijk ook elf, maar waar andere zonder enige moeite sierlijk bewogen, heb ik daar hard voor moeten werken. Het had me een hoop kapotte knieën en blauwe plekken opgeleverd, maar uiteindelijk wist ik ook een zekere gratie van perfectie te behalen. Nu vond ik het leuk om al die elfen die nooit hadden hoeven werken voor hun elegantie te zien struikelen.
De lakei had eindelijk de voet van de heuvel bereikt. Hijgend hield hij zijn handen op zijn knieën gesteund. Zijn naam is Arras. Hij is een Vertou, een gecastreerde man. Als priesteres was het verboden om met mannen in aanraking te komen. En ondanks dat ik nu al vijf jaar verbannen ben, is de enige echte man die ik ooit ontmoet heb mijn vader.
“Je conditie lijkt niet meer te zijn met wat het vroeger was,” merkte ik op toen Arras eindelijk zijn adem leek te hebben gevonden. Zijn kleren waren ook niet geschikt om door de woestijn van Magda te reizen. De zware dure gewaden kleefden nu aan zijn huid. Ik had hem al zo vaak verteld dat hij zijn dikke groene stof moest inruilen voor witte linnen. Maar eigenwijs als hij was, weigerde hij de Koninklijke kledij uit te doen.
“Prinses Raven, komt u alstublieft met me mee.”
De serieuze ondertoon in zijn stem liet mijn glimlach verdwijnen. Hij was al omgedraaid voor ik enig antwoord kan geven. Zijn zwarte lange haren golfden mee toen hij opnieuw de heuvel beklom. Daarachter ligt de oase waar we ons kampement hebben opgeslagen. Ik trok mijn linnen rok iets van de grond af en volgde de diepe voetsporen die Arras achter liet. Ik waagde de poging niet eens om elegant de zandheuvel op te rennen. Wijdbeens beende ik erdoorheen. Al glijdend liet ik me van de top afkomen naar het kamp. Mijn blik viel op de paarden. Iets maakte ze onrustig. Hun hoeven stampten tegen de harde bodem en hun neusgaten spreidden zich briesend.
“Arras, wat is er met de dieren?”
De man bleef gelijk in zijn voetsporen stilstaan.
“Ruik je het niet dan?” Ruiken? Ik sloot mijn ogen en liet de wind door mijn neus naar binnen stromen. Een scherpe geur prikkelde mijn zintuigen. Ik trok mijn neus op bij de vreemde sensatie. Zwavel. De stank van rotte eieren, een geur waar het zwavel om bekend staat zodra het verbindingen maakt.
“Waar komt die geur vandaan? Er zijn hier geen vulkanen.”
Arras pakte mijn hand vast. Rustig nam hij me mee.
“Ik ben gaan kijken zodra ik de geur rook. Het kwam aanwaaien toen de wind van richting veranderde.” Zijn vinger wees naar voren, naar het noorden.
“In het noorden is alleen kale vlakte. Er zijn daar geeneens bergen om vulkanen te vullen.” Ik bleef maar theorieën tegenwerpen. Het maakte niet uit dat ik het zelf rook.
Arras hield even halt. Met een serieuze blik keek hij me aan. “Het komt ook niet uit een vulkaan, maar uit de aarde.”
De grond? Hoe kon zwavel uit de grond komen? Ik stelde geen vragen meer aan Arras, daarentegen volgde ik hem met haastige passen. We renden langs de bedding, tegen de stroming in. Het vochtige zand kleefde zich vast aan mijn blote voeten. De geur werd sterker met iedere pas. De dorre struiken en palmen werden ingeruild voor wilderig groen. Mijn passen werden langzamer. De omgeving was zo plotseling verwisseld. Het leek wel of de woestijn was afgelopen. Mijn tenen wroetten zich in de duistere ondergrond. Vruchtbare aarde, niet het hete droge zand van de woestijn.
“Hoe kan dit?” Ik raapte wat aarde op en liet het over mijn vingers glijden. Het was echt, zacht en bevocht door de rivier.
“Het zwavel.” Was het enige antwoord wat ik kreeg. We bewogen ons stiller over deze gronden, alsof het hier verboden was om geluid te maken. Zo plots als dat het groene struikgewas uit de grond was geschoten, verdween het ook weer. Het werd ingeruild voor kale geharde zwarte steen. De koude bodem voelde onvertrouwd, bedreigend alsof ik hier niet moest zijn. Dit was gebied van iets. Iets wat ons niet zou welkom heten. Ik kon het voelen. Mijn instincten vertelden me om te keren.
“Arras, laten we terug gaan. Er is hier iets...dreigends.” Hij was een elf, hij zou dezelfde aanwezigheid moeten voelen.
Arras draaide zich niet om. Hij bukte zich daarentegen om iets op te rapen. “Ik weet het, mijn prinses. Maar maak je maar geen zorgen, niet alles wat dreigt bijt ook.”
Dat was meer dan een vreemde woordkeuze. Wist Arras al wat hier was?
Met een gele steen kwam hij naar me terug lopen.
“Kijk, pure zwavel,” mompelde hij, terwijl hij de steen bestudeerde.
Ik kon alleen met grote ogen kijken. Dat kon niet. Puur zwavel kwam alleen bij vulkanen voor. Niet hier in het midden van een kale woestijn.
Een grauwend geluid trilde de lucht om ons heen. De gele steen viel met een zachte tik op de grond.
“Wat is dat.”
Arras pakte mijn hand vast op het horen van de rillingen in mijn stem. “Vertrouwt u mij. We zijn er bijna.” Niet overtuigd volgde ik mijn trouwe onderdaan. Mijn ogen waren gericht op een kloof voor ons. Een scheur dwars door de zwart grond. Nieuwe geluiden stegen er uit op. Ik hield mijn adem vast en mijn hand werd losgelaten. Verstijfd luisterend bleef ik stilstaan. Arras was moediger, dat was hij altijd al geweest. Hij liep rustig op de kloof af en knielde erbij neer gehurkt. Het ding daar beneden dreigde luider. Het gaf me de rillingen over mijn rug. We moesten hier weg. Het wilde ons hier niet.
“Arras, ga daar alsjeblieft weg.”
Maar Arras wuifde alleen naar mij. “Het is in orde, prinses.”
Ik haalde diep adem. Ik probeerde mijn lichaam uit zijn verstijfde positie te halen. Opgeslokt in zenuwen deed ik een stap dichterbij. De geur van zwavel brandde in mijn longen, maar ik durfde het niet op te hoesten. Ik hield nog liever mijn adem in dan hier geluid te maken. Sluipend vond ik mijn weg naar Arras. Met angstige ogen keek ik de duisternis in.
Twee bloedrode irissen groetten mij terug.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

*_*

Gefeliciteerd Beste Jodie!

Uw verhaal is zojuist aan mijn verzameling: 'verslaving-op-z'n-Chocoladeachtigs-verhalen' toegevoegd! Nu zul je vast denken, waarom 'chocoladeachtigs'? (het is namelijk niet eens een woord) Nou, het zit dus zo: ik hou van chocolade en als ik een verhaal heel leuk vind, dan wordt het toegevoegd aan mijn zeldzame verzamling.
En jij bent een gelukkige! =D
Is dat niet leuk (als u het niet erg vind glimlach dan een beetje breed en klap wat in de handen, dat is goed voor mijn zelfvertrouwen)
Wat dus ook betekend dat u veeeel Nuttige Reacties van mij zult krijgen -wat een vooruitzicht!

Haha, okay. Nu even normaal x]
Ik houd van Raven en die LAATSTE ZIN van dit stukje is echt moordend! Ik móét weten wat er gaat gebeuren x]
*springt op en neer*

Echt super!
Nog één typfoutje (ik wil even slim overkomen, ook al werkt het niet)
“Waar komt die geur vandaan? Er zijn hier geen volkanen.”
Arras pakte mijn hand vast. Rustig nam hij me mee.
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ik weet het, ik weet het :D Nou ja, niet precies, maar ik heb wel een idee :P Echt geweldig geschreven! Ik hou echt van de ik-vorm, dat laat het verhaal meestal een stuk makkelijker weglezen. En je beschrijvingen zijn top! Ik heb eigenlijk niks te zeggen, behalve :P

Mijn tenen wroette zich in de duistere ondergrond.

ghehe, een 'n'tje erbij :P
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Woouw knielt dankbaar voor Carpe Diem. "Het is een eer om bij u verzameling 'verslaving-op-z'n-Chocoladeachtigs-verhalen'. Ik voel me vereerd. Daarbij ook zeer toepasselijk aangezien dit verhaal nooit zo snel tot stand was gekomen zonder mijn vertrouwde doosje mercy die mij door dik en dun ( vooral dik ) steunt. Het hield ieder gevoel van depressie weg en gaf een extra stoot hyper-makend-veel-te-hoog-suiker-gehalte-kick.

Ooh en ik ben voor het eerst de feedback direct aan het toepassen ! hoe vind je die :P hihih
Dankjullie, en hopelijk kan ik jullie weer met een nieuw stukje plezieren.

- Saskia's feedback toegepast :P
~*~
De angst die mijn hart had omklemd sprong los. Ik had nog nooit zoiets gezien. Het fascineerde me tot ik er obsessief naar staarde. Zijn slangachtige lichaam kronkelde bij de passen die hij zetten. Vloeiende beweging die niet door botten werden belemmerd. De zwarte huid glansde tegen de zon. Iedere schub glinsterend als kristal. En als het licht er net in de goede hoek opviel kon je vreemde rode tekeningen over de huid zien lopen. De elegantie in de bewegingen die hij maakte overtrof alle elfen te samen. Hij was prachtig. Ik wist niet wat het was. Een uitvergrote hagedis kon je het noemen, maar dan sierlijker. Ik denk dat hij een meter of twee lang moest zijn, staart inbegrepen.
“Prinses, kijk eens waar het om heen loopt.” Ik was zo in de ban van het mystieke wezen geweest dat ik nooit verder had gekeken. Nu pas zag ik het. Een jongen. Zijn lichaam lag doodsstil. Ik kon maar een conclusie trekken. Mijn handen schoten voor mijn mond. Hij was dood.
Ik zocht de vreemde bevuilde kleren van de jongen af naar bloedvlekken. Ik probeerde uit te sluiten of dat beest hem had gedood. Ik kon niets vinden. De enige vlekken die in zijn kleding trokken waren afkomstig van zwart roet. Was dat beest dan hier om het lijk weg te ruimen? Ik voelde me al misselijk bij de gedachte.
“Volgens mij is de jongen niet dood, prinses.” Arras reageerde alsof hij mijn gedachten kon lezen. “Dat beest lijkt de jongen te beschermen.”
Ik keek nauwlettend naar het dier. Om de paar seconde schoten de bloedrode slangenogen weer naar ons. Ze rolden onrustig in hun kassen. Onze aanwezigheid maakte het zenuwachtig. Met klauwen die over de grond schraapten bleef hij maar om de jongen heen parraderen. Nooit maakte hij een beweging die aanvallend kon zijn. Ik bewoog me verder naar voren. De rode ogen schoten weer naar mij en de slanke bek spreidde open. Een rij glinsterende gele dolken dreigde naar me. Arras had gelijk. Hij beschermde de jongen.
“We kunnen de jongen daar toch niet zo laten liggen?”
Arras schudde langzaam zijn hoofd. “Daar ben ik het mee eens, maar we zullen voorzichtig moeten zijn. Het beest mag misschien wel niet zo groot zijn, maar zijn tanden zijn scherp genoeg.”
Ik had de dunne lange messen in de bek van het beest gezien. Die zouden zonder enig probleem door mijn huid heen scheuren.
“Kunnen we het verjagen?”
Bedachtzaan liet Arras zijn vingers over het heft glijden. Een paar tellen later klemde zijn hand zich eraan vast. Een besluit was genomen.
“Het dier lijkt me niet erg snel, dus ja.”
Ik knikte en en trok mijn zwaard uit zijn eigen schede. In het paleis had ik nooit een zwaard leren hanteren. Als priesteres legde je een eed af tegen geweld, maar nu ik verbannen was, was het noodzakelijk om er een te hebben.
“Laten we gaan.”
Arras leidde. Hij rende langs de richel om ruimte te maken tussen ons en het beest. Behendig sprong hij de kloof in. Die twintig meter was geen bijzondere afstand voor een elf om te springen. Ik dook er zonder enige twijfel achteraan. Flexibel door mijn knieen buigend landde ik op de bodem.
Arras had zich al opgestrekt en liep nu met rustige passen naar het beest. De langwerpige zwarte kop keerde zich naar ons twee. We waren indringers op zijn gebied. Giftige geluiden spuwden uit zijn strot en een kraag, die eerder nog onzichtbaar was, sprong nu als een waaier rond zijn kop op. Arras hief zijn zwaard al even dreigend in de middagzon. Het licht scheen over de prachtig versierde heft, waar onze zilversmeden in gedisciplineerd waren. Schuw trok het beest zijn kraag in. Ik hief mijn lange dunne zwaard ook hoog. Ingekropen grauwde het ernaar, zijn eigen dolken tonend. Zenuwachtig schoten de ogen naar de jongen en weer terug naar ons. Het wilde de jongen niet achter laten.
Met een oerkreet haalde Arras uit. Het was een schijnaanval. Angstig schoot het dier naar achter. Jankende geluiden rezen op uit zijn keel. Ik kon mijn medelijden voor het dier niet onderdrukken en liet langzaam mijn zwaard iets zakken. Arras daarentegen was vastberaden en bleef schijnaanvallen maken. Metertje bij metertje deinsde het beest verder achteruit. Zijn wanhopige blik bleef naar de jongen richten. Hij was nu op genoeg afstand van de jongen. Ik rende er snel op af. In het stof knielde ik neer. Ik kon zijn energie nog voelen. Hij was in orde, ook al was zijn huid bleker dan natuurlijk. Hij leek op een mijnwerker, een slaaf. Zwarte roetvlekken waren overal over zijn lichaam te vinden. Zijn donkere haren waren ongezond dof door het stof. Mijn oog viel weer op de vreemde kleren. Zijn hemd was van een vreemde dikke stof gemaakt en onbekende letters stonden er in zwart overheen geschreven. De broek die hij droeg was nog vreemder. Ik kan het nieteens goed beschrijven. Het was van een dikke blauwe stof gemaakt.
“Prinses, neem hem mee. Ik hou dit ding op afstand.”
Met een korte knik tilde ik de jongen van de grond. Hij was nog jong, net in de groei gokte ik. Zijn gewicht was nog te weinig om mij in mijn passen te belemmeren. Snel begon ik terug door de kloof te rennen opzoek naar een plek waar we omhoog konden klimmen. Mijn oog viel op een hoop naar beneden gestortte rotsen. Perfect. Ze vormden zich in een soort oneven trap.
Achter me klonken voetstappen op. Vliegensvlug was ik omgedraaid.
Arras was achter me verschenen en stak net zijn zwaard terug in de schede.
“Dat beest rende de andere kant op. Kom, geef me de jongen dan klimmen we hieruit.
Ik draagde voorzichtig de jongen aan hem over. Alsof hij niks woog, gooide Arras hem over zijn schouder.
“Wegwezen hier.” Ik kon het aan Arras’ stem horen. De kloof gaf hem de kriebels. Ik had hetzelfde gevoel, alsof hier iets was. Iets onheilspellends.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Je maakt me wel heeel erg benieuwd naar die jongen :P Oja, chrystal is kristal^^
Dat was weer het nuttige van mijn post. Fijn dat je er expres voor mij spellingsfoutjes instopt, kan ik weer iets nuttigs zeggen :P Maar schrijf (of post) heel snel verder!!!
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Tadem, ik gehoorzaam braaf:P dit verhaal schrijft tot nu toe als een trein haha xD En nog een extra lang stukje ook haha xD vind ik (A)

- aangepast op feedback van Saskia en Brahmmm
~*~

Het kool bevuilde mijn witte kleding, terwijl ik naar boven klom. Het was de stank die de vlekken met zich meebracht, waar ik me echt aan ergerde. De vlekken zouden er nooit uit komen en nu moesten we naar een marktplaats trekken voor nieuwe kleding. Arras zou nog erger balen. De Koninklijke kleding was niet te vervangen. Ik kon hem nu al voor me zien, uren schrobbend om de zwarte troep eruit te krijgen. Hoofdschuddend reikte ik naar de volgende steen. Vanuit mijn ooghoek zag ik het: Een grot. Ik keerde mijn volle zicht naar de opening die verderop in de wand was gekloofd. Het leek bijna een tunnel. Ging deze kloof onder de grond verder? Rillingen gleden langs mijn ruggengraat. De ingang was te rond om een natuurlijk verschijnsel te zijn. Het leek uitgegraven.
“Prinses?” Ik trok mijn ogen van de tunnel af en keek op naar Arras die al bijna bovenaan was.
“Er is daar een grot.”
Arras knikte zonder vragen. Wist hij het al? Waarom had hij me dat niet verteld?
Met zijn ogen naar de ingang gericht van die grot sprak hij. “ Aan de andere kant van de kloof is net zo’n uitholling. Dat beest vluchtte erin weg.”
Ik moest er niet aan denken dat dat beest onder ons leefde. Wat het ook was geweest en hoe fascinerend het wel niet was geweest, het had iets griezeligs gehad.
“Denk je dat het gangenstelsel van dat dier is?”
Arras sloeg zijn ogen neer en zonder een woord te zeggen klom hij door.
“Arras?” Mijn stem drong aan.
Gehoorzamend bleef Arras stilhangen zonder mijn richting in te kijken. “Eerlijk gezegd, denk ik dat dat beest te klein was om zo’n stelsel te maken.”
Ik slikte.
“Ik denk, dat het beest wat we zagen een jong was.” Hij klom gelijk weer verder.
Mijn handen klauwden zich in de verkoolde stenen. Een jong? Ik stelde me het dier voor als het groter zou zijn, volwassen. De gedachte alleen al deed me huiveren. Ik begon sneller te klauteren. Ik wilde weg van deze plek, voor er iets zou terug komen voor ons.
We renden in volle vaart door terug naar het kampement. Door het zwarte woud langs de rivier bedding. In een stille overeenkomst dat we zo snel mogelijk bij deze plek weg wilden.
Het kamp stond er rustig bij. De wind was gedraaid en de zware geur van zwavel brandde niet meer in de neuzen van de paarden. Ze stonden nu kalm met half dicht geknepen ogen op rust. De jongen was het enige nog wat ons aan de geur herinnerde. Mijn witte Lusitano merrie spitste haar oren naar onze aankomst. Haar neusvleugels spreidden zich briesend.
Ik streelde zachtjes haar hals. “Rustig maar, niets aan de hand.”
Arras legde de jongen dicht bij de plek neer waar we vuur maakten. Ik verliet de merrie en knielde nieuwsgierig naast de knul neer. Aan zijn gezicht te zien schatte ik hem een jaar of vijftien, nog lang niet volwassen.
Arras verdween geluidloos. Ik streek mijn vingers door de wilde bos haar van de jongen heen. Onder de zwarte roet vlekken kon ik bruine tinten zien. Wat deed zo’n jong persoon hier in zijn eentje in niemandsland. Onbewust bleef mijn hand door zijn haren strijken. Het was lang niet zo zacht als van de meeste elfen, het had iets ruws. Ik raakte zijn oor aan, gelijk trok mijn hand verschrikt weg.
“Is er iets, Prinses?” Arras was zojuist terug gelopen en had mij verschrikt bij de jongen zien wegtrekken. Ik gaf niet direct antwoord op zijn vraag. Eerst moest ik zien wat ik had gevoeld. Voorzichtig begon ik de haren over zijn oor weg te strijken. Het was inderdaad rond geweest.
“Bekijk de schelp van zijn oor eens, Arras.” Meteen stond de lakei achter me. Hij boog voorover om over mijn schouder mee te kijken.
“Oh mij.” Hij liet bedenkelijk zijn hand langs de schelp glijden, alsof hij wilde voelen of het oor wel echt rond was en dat er niet nog een onzichtbare punt aan zat, zoals het hoorde. “Ik heb nog nooit zoiets in mijn leven gezien.” Zijn vingers krabden bedachtzaam zijn kin en lieten meteen zwarte vegen op zijn perfecte huid achter. “Misschien is de jongen met de afwijking geboren.”
Ik knikte, maar kon mijn ogen niet goed van de vreemde afwijking afhouden. Een elf zonder puntige oren. Hoe was het mogelijk?
Ik begon de rest van zijn lichaam te bekijken misschien dat ik andere afwijkingen kon vinden. Arras had een stuk stof bevochtigd met water en probeerde het gezicht van de jongen schoon te boenen. Zijn werk had niet het gewenste effect. De zwarte roet bleef zich over de bleke huid van de jongen verspreidde. Met een grom kwam de man overeind en begon de doek in de rivier om te spoelen. Het zwarte roet gleed als vergif door de stroming. Al snel kwam hij weer terug gelopen. Opnieuw zette hij zijn werk verder. Eindelijk kwam het vuil eraf.
De huid van de jongen was te bleek. Het zag er ziekelijk uit.
“Probeer hem eens wat water te geven.” Arras duwde de veldfles in mijn handen. Voorzichtig opende ik de jongen zijn mond iets en hield zijn hoofd omhoog, zodat hij niet zou stikken. Het zuivere water gleed tussen zijn lippen door. Meer gleed erlangs heen dan erin. Er kwam geen slikreactie. Rustig legde ik hem terug.
“Wat nu?” Mijn opleiding om te genezen was te kort geweest om echt veel te kunnen doen. Arras had hier meer verstand van.
“We proberen hem bij bewust zijn te krijgen.”
Zachtjes begon Arras tegen de wang van de jongen te tikken. In de hoop een reactie te kunnen oproepen.
“He, wakker worden.” Tik, tik.
Onder de hand van de lakei zag ik de wang van de jongen langzaam rood opkleuren. Zijn gezicht trok ongemakkelijk samen. Een glimlach speelde om mijn lippen, eindelijk kwam hij bij. Een kreun ontsnapte over de nog natte lippen. Hij probeerde zich iets te bewegen. De ogen knepen strak dicht voor ze heel zwakjes opende.
“Wakker worden.” Een tweede kreun. De ogen waren weer dicht geknepen en de jongen rolde zichzelf op zijn zij. Het was alsof hij wakker werd vanuit een diepe slaap. Zijn ogen gingen opnieuw open, staarden recht naar mij. Ze waren anders dan de ogen die ik kende. Er zat geen pure kleur in zoals ik dat bij elfen gewend was. Om de pupil leek een bruine lijn te lopen, maar het midden van de iris was groen en de buitenring zelfs grijs blauw-achtig. Wazig knipperde hij voor zijn ogen verschrikt opensperden. In een veel te snelle beweging schoot zijn lichaam overeind. Zijn borstkast zette hevig uit, terwijl hij hijgend naar adem snakte. Angstige ogen vlogen over de omgeving heen.
Arras had zijn hand ter ondersteuning tegen de rug van de jongen gedrukt. “Rustig maar, we doen je niets.” Hij sprak de jongen toe alsof het een bang beest was. De jongen zijn lichaam schokte en voor ik het door had boog hij zich verkrampt voorover. Een vreselijke zure stank sneed door de lucht. Hoestend bleef de jongen zijn maag inhoud legen. Er kwam alleen zuur en water uit. De kokhalzende geluiden stopten uiteindelijk. Zijn lichaam bleef onbeheerst rillen. Moederlijk wreef ik over zijn rug en kroop wat dichterbij.
“Gaat het weer?”
Hij had zijn gezicht in handen verborgen. Zijn lichaam bleef rillen en uiteindelijk gingen zijn schouders meeschokken. Het duurde even voor ik door had wat eraan de hand was.
Hij huilde.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ahhh, arme jongen :( Haha, die reactie van Arras was geweldig^^ Nou, ik moet je zeggen, het leest ook heel snel weg ;) en weer speciaal voor mij wat spellingsfoutjes :P (anders krijg ik een ban van de boze moddereter :P)
Het was de stank die de vlekken met zich meebrachten, waar ik me echt aan ergerde.

Meebrachten slaat op de stank, dus moet meebracht zijn^^

En deze zin snap ik niet: Mijn oog zag het vanuit zijn hoek.

Maar verder was het weer helemaal geweldig!!! Me want more :P
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
brahmmm
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 11
Lid geworden op: 14 mar 2011 00:02

geweldig :D, je hebt nog een verslaafde lezer erbij :P

@ saskia
Is het niet: Ik zag het vanuit mijn ooghoek?

We want more :P
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

julliehebben gelijk en te gek om nog een verslaafde erbij te hebben ;) haha
Ik ga zodra ik op een pc zit die goed werkt aanpassen :)
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Hoofdstuk 2
Levende mythes


~*~
Daniel Julian Bardecks
~*~
Geluiden. Tikken op mijn wang. Ga weg, ik wilde nog niet ontwaken. Waarom lieten ze me niet verder slapen. De tikken irriteerden mijn huid. Het brandde. Ik kneep mijn ogen strak dicht. In stilte schreeuwend dat ze me met rust moesten laten. Het enige geluid wat daadwerkelijk mijn mond verliet, was een zwakke kreun. Heel voorzichtig opende ik kort mijn ogen. Het felle licht van buiten was verblindend. Ik verkoos de duisternis achter mijn oogleden.
“Eiy, were waka.” Het waren onbekende woorden voor mijn brein. Ik keerde me al kreunend van de stemgeluiden weg. Ik had iets proberen te mompelen in de trant van: ‘Mam, ga weg.’ Het duurde een tijdje voor ik me de vreselijke waarheid besef. Mijn moeder is dood.
Geschrokken vlogen mijn ogen open. Wie was degene die tegen mij sprak? Twee scherpe puur blauwe ogen keken me aan. Langzaam liepen ze over naar een gezicht. Een perfectie wat de beste schilders nog niet zouden kunnen vastleggen. Er zat een vrouw voor me. Lange goudblonde haren omsierde haar hartvormige gezicht en haar zacht roze lippen die een natuurlijke glans leken te hebben vormden een glimlach. Zo zou ik me een engel hebben voorgesteld, denk ik. Ik knipperde mijn ogen, denkend dat ze zou verdwijnen als ik nog een keer keek. Ze bleef. Het klopte niet. Ze kon alleen een droom zijn, toch? Het zand onder me brandde tegen mijn huid van hitte. De pijn was echt. In dromen had je geen pijn. Mijn ogen sperden wijd open en mijn lichaam schoot meteen volledig alert omhoog. Het duizelende gevoel werd overheerst door schok. Alleen maar zand. Alle huizen, alle mensen. Het was weg. Er was alleen nog zand. Er was geeneens een ruïne meer te vinden. Londen was van de wereld afgeschraapt. De misselijkheid schoot met een schok omhoog. Verkrampt boog ik naar voren en het maagzuur klotste mijn mond uit. Ik kon handen zorgzaam over mijn rug voelen strijken. Het maakte me zieker. Ik had geweten dat dit moment zou komen. Het was me wel honderd keer verteld, maar voor zoiets kun je je niet voorbereiden. Hoe stom was ik geweest dat ik had gedacht dat het geweldig was om als enige te overleven. Ik was alles kwijt. Alles was in vlammen opgegaan. Langzaam begon verdriet de misselijkheid over te nemen. Ik was alles kwijt. Het voelde als of een mes dwars door mijn hart werd gestoken en de aanvaller het nog een paar keer omdraaide om de pijn erger te maken. Ik wilde niet meer verder. De pijn moest ophouden. Ik wilde op dat moment niets liever dan dood zijn met de rest. Mijn schouders begonnen te schokken en tranen liepen onbeheerst over mijn wangen. Ik verborg mijn gezicht. Wie er ook bij me was, ik wilde niet dat ze me zagen. Opgekropt tot een bal, bleef ik huilend zitten tot de tranen niet meer kwamen.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
MVisser
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 11
Lid geworden op: 08 mar 2011 17:29

Nu ik het weer helemaal bijgelezen heb dan toch nog maar even een berichtje! Je verhaal nog even vlot weg als het begin. Ik hoop snel weer verrast te worden met een stuk:D Zal het zeker lezen!
Computer games doesn't effect kids, I mean if Pac-Man affected us as kids, we'd all be running around in darkened rooms, munching magic pills and listening to repetitive electronic music.
Gebruikersavatar
marly
Typmachine
Typmachine
Berichten: 764
Lid geworden op: 20 dec 2006 11:32

Hoi Jodiejj,

Voor nu geef ik alleen even een reactie op je eerste post. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik je verhaal niet verder zou lezen:) Meestal geef ik reacties op één post tegelijk zodat het overzichtelijk blijft.

Je inleidende gedichtje vind ik op zich mooi maar de woordkeus zou niet bij mij passen. Nu ga ik er vanuit dat je het niet zelf geschreven hebt en hier dus niets aan kan veranderen. Ik vraag me een beetje af hoe het in het verhaal terug komt.

Je eerste echte regel waarbij de priester spreekt zou ik eindigen met een vraagteken en een uitroepteken. Dit lijkt misschien een beetje raar maar nu komt het over alsof de priester enkel schreeuwt. Als je verder leest krijg ik het gevoel alsof hij een vraag schreeuwde. Het is even aan jou hoe je dit wilt aanpakken.
In zijn witte lange gewaden, bestikt met puur gouden draden en versierd in rode robijnen, denkt hij dat hij oppermachtig is.
Tussen witte en lange moet nog een komma geplaatst worden. Dit is een opsomming en dus komen er komma's bij kijken. :)
Verderop in de zin gebruik je de woorden 'versierd in rode robijnen.' Dit moet zijn: versierd met. Robijnen zijn edelstenen en je kunt daar dingen mee versieren niet in versieren. Maar je had al aangegeven dat spelling niet jou sterkste kant is. Toch benoem ik het wel even want zo blijf je natuurlijk leren. :)

Als je wilt wil ik later nog wel feedback geven op je andere posts.

Succes met je verhaal.
Afbeelding
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Super feedback is altijd goed :) en ik zal het gelijk toepassen.
Het eerste verhalend gedichtje is wel zelf geschreven, later in het verhaal zal nog duidelijk worden wat het precies inhoud :) Zou je misschien kunnen aangeven welke woorden je minder vond in gebruik..? Dan ga ik er naar kijken of ik er wat mee kan doen :)

Heel erg bedankt in ieder geval :) Vooral grammatica is nog heel moeilijk voor mij dus daar ben ik hard mee aan het werk.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
brahmmm
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 11
Lid geworden op: 14 mar 2011 00:02

eej

even terugkomend over het zinnetje
Vanuit mijn ooghoek zag ik het: Een grot.
hier lijkt het alsof iemand anders het haar laat opmerken terwijl ze het zelf ziet.

is het niet beter als je:
Ik zag iets vanuit mijn ooghoek: een grot
of
vanuit mijn ooghoek zag ik een grot
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

Awh, jij en Saskia maken me het wel moeilijk. Ik krijg de neiging om al jullie personages een dikke hug te geven, wat is dat toch? x]
En je maakt me toch wel nieuwsgierig naar de jongen zijn geschiedenis en afkomst!
*heeft niet veel tijd*
Schnell verder! =D
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Wegens een technische storing.... --' Update een dag later dan gepland hehe, mijn pc sloeg op hol, weg nachtrust maar gelukkig heb ik mijn stukkie gehouden

Oh en Carpe Diem, whahaha wij vinden het gewoon leuk om karakters te moeten huggen :P
Brahmm, ik heb nu de punt geplaatst er neer gezet vanwege de uitspraak. maar ik ga er nog even over denken ;)


Nou zonder verdere omhaal, wel iets groter dan de vorige keer :)

De vrouw had geen enkel moment mijn zijde verlaten. Haar hand bleef geruststellend over mijn rug wrijven, terwijl ik in mijn tranen verdronk. Mijn gedachten, herinneringen, alles wat ik nu nooit meer zou zien, bleven als een kapotte recorder vastlopen in mijn hoofd. Ze stapelden zich op en bleven zich herhalen. Vaag weet je wel dat je moet opstaan en jezelf bezig moet houden om je gedachten niet zo ver te laten komen, maar ik wilde niet meer opstaan. Uiteindelijk stopte ik met huilen. Als een slappe pop zat ik alleen nog naar het zand voor me te staren. Er bleef nog maar een gedachten achter in de puinhoop die de wervelwind in mijn hoofd had achtergelaten. Waarom had ik hier in Godsnaam mee ingestemd? Waarom moest ik een zogenaamde held spelen. Van wat? Alles was weg. Mijn vragen werden pas naar seconden stilte beantwoord door dat kleine stemmetje in je hoofd, die altijd alle antwoorden had, maar naar wie je nooit luisterde. Omdat je de enige was die dit kon doen. En ook nu weer had hij gelijk. Ik was de enige geweest, maar zelfs al waren er meer dan had ik nog steeds vooraan gestaan om dit te doen. Alleen omdat ik dom en naïef genoeg was om te denken dat hier een of andere vreemde eer in valt te behalen. Ik bande al mijn herinneringen tot in het uiterste hoekje van mijn brein. Ik moest voor me kijken. Er was geen verleden meer. Ik had een taak te volbrengen en ik had me lang genoeg als een zielig, zwak kind gedragen. Ik veegde mijn mauwen langs mijn zoute ogen en brandende wangen, voor ik met vastberaden blik opkeek naar de vrouw naast me.
Ik had me net niet verbeeld dat ze het plaatje van een engel was. Ze was de definitie van perfectie wat geen schilder zou kunnen evenaren. Een zachte glimlach speelde om haar lippen en haar puur blauwe ogen hielden een blik vol zorg op mij gericht.
“Wea e’i neamir?”
Mijn wenkbrauwen knepen in verwarring samen. Ik was gezegend met een verbazingwekkende grote talenknobbel, maar dit was letterlijke wartaal. Ook al had ik het moeten verwachten dat ze een andere taal spraken. Hoeveel jaar zou er verstreken zijn? Misschien wel duizenden jaren. De taal had zich in die tijd ontwikkeld.
Tijd om de ouderwetse manier, van veel te grote gebaren maken, te voorschijn te halen om te communiceren.
Overdreven naar mijzelf wijzend begon ik te spreken. “Ik-“ Ik tikte met mijn wijsvinger tegen mijn borst aan. “Dan.” Mijn roepnaam leek me een makkelijker alternatief om te geven dan mijn volledige naam. Korte woorden waren altijd beter dan lange.
De glimlach die ze steeds had gedragen viel van haar lippen en met een schuin hoofd keek ze me verward aan. De elegantie die als een glanslaagje om haar heen had gezeten, verdween direct. Ik moest er om grinniken, ik weet geeneens echt wat het grappig maakte. Oké, focus opnieuw.
Weer tikte ik tegen mijn borstkast. “Ik Dan.” Ik had het idee dat ik in een vertraagde film aan het spreken was.
Een glinstering speelde in haar ogen en een grote glimlach ontstond over haar gezicht. Met haar slanke vinger duwde ze zachtjes tegen mijn borst. “Ikdan!” Piepte ze er opgewekt uit.
Ik had geen tijd om te reageren. Meteen wees ze even overdreven –ook al zag het er bij haar charmanter uit- naar zichzelf. “Raven.”
Haar accent maakte het dat ze de R overdreven uitsprak. Een vrij andere klank dan mijn bekakte toon, zoals de Amerikanen het noemden en de rest van de wereld zo’n beetje.
Voorzichtig herhaalde ik haar naam, en probeerde het in haar klanken uit te spreken. “Raven.” De naam klonk vreemd als ik hem tegen de vrouw uitsprak. Ze had meer weg van een Lilly in mijn ogen, met haar vriendelijke gezicht en lange blonde haren. Een Raven leek me meer een Gothic-type met zwart haar en een bleek gezicht. Met een knik kwam ze overeind. Ze stak haar hand naar voren om mij te helpen. “Ikdan?” sprak ze me aan in haar melodieuze geluid. Hoofdschuddend pakte ik haar hand vast.
“Dan,” probeerde ik haar te verbeteren.
Weer vloog er verwarring over haar gezicht. Ik krabde mijn achterhoofd. Hoe ging ik dit uitleggen. Een lichtje sprong aan in mijn brein en eindelijk was ik mijn zusje dankbaar dat ze me altijd had gedwongen Disney films met haar te kijken.
Ik pakte haar hand weer vast en bracht hem naar mij. “Dan.” Daarna legde ik hem tegen haar aan. “Raven.” En weer opnieuw. “Dan.” Ik voelde me alsof ik zelf in de scene van ‘Tarzan en Jane’ speelde.
“Ah, Dan.” Ze leek het te begrijpen. “I neamir e Dan, mere neamir e Raven.”
Mijn mond viel iets open in herkenning. De taal was helemaal niet zo’n grote wartaal geweest. Nu ze het zo snel en vloeiend uitsprak, had het iets weg van de Germaanse talen. Veel weg van de Germaanse talen zelfs. Mijn gezicht lichtte op. Dit kon ik wel leren!
“I neamir e,” sprak ik zachtjes voor mezelf uit, om de woorden over mijn eigen tong te voelen glijden. “Jouw naam is,” vertaalde ik met een glimlach. Het was simpel!
Raven knikte breed lachend naar me, zodra ze me hun taal hoorde uitspreken. Ze keerde zich om en rende razendsnel naar een man die verder opstond. Hij moest de tweede persoon zijn geweest die bij me had gestaan. Mijn maag kromp iets ineen toen ik hem bekeek. Hij leek dezelfde perfectie te waarborgen als die vrouw had. Met lang zwart haar wat naar achteren werd gedragen en een scherp, gladgestreken gezicht. Ik voelde me bijna een holbewoner als ik zo naar de twee keek. Misschien was ik dat ook wel voor hen. Een oermens.
Ze wisselden in een rap tempo woorden met elkaar over. Het ging te snel voor mijn oren om ook maar een woord op te vangen. Pas toen mijn naam er tussen schoot keek ik echt op. Ik zwaaide met een grijns naar de man die me een onderzoekende blik gaf.
Met rustige bijna zwevende passen liep hij mijn richting uit. Zijn gezicht ging van onderzoekend, naar serieus, naar een hartelijke glimlach. Verbaasd keek ik toe hoe hij voor me halt hield en een diepe buiging maakte. In gebogen houding sprak hij zijn naam uit.
“Arras.”
Moest ik nu terugbuigen? Dat ging moeilijk vanuit mijn zittende positie.
“Hai, uhm Dan.” Ik stak wat onzeker mijn hand naar hem uit. Hopelijk begreep de man dat dit mijn manier van groeten was. Met vreemde ogen werd mijn hand opgenomen. Ik duwde me snel van de grond af en pakte de man zijn hand vast. Hij keek me verschrikt aan. Ik gaf hem de grootste glimlach die ik op mijn gezicht wist te toveren zonder dat mijn wangen verkrampten, en schudde de hand rustig
“Hai, Mere neamir e Dan.”
Ik kreeg een veel subtielere glimlach terug.
“Plesure ta enhor. Frere weas daim dernen?”
De man leek vergeten te zijn dat ik zijn taal niet sprak. Met een bonkend hoofd probeerde ik zijn woorden te ontcijferen. Plesure, plezier? Het meest logische waar ik op wist te komen was: Het is een plezier om je te ontmoeten. Dat zou een logische reactie zijn op mijn woorden, toch? Aan zijn tweede zin durfde ik geeneens een begin te maken om die te vertalen. Het waren een hoop vreemde klanken geweest. Laten we het daar bij houden.
De man bleef me vol geduld aankijken, wachtend totdat ik wonderbaarlijk met het goede antwoord zou komen. Wat dachten ze dat ik een of andere vertaal computer in mijn hoofd had? Ik kon hem alleen een wanhopige blik terug schenken.
Raven verscheen uit het niets naast ons. Ik deed een geschrokken sprongetje opzij, maar haar blik was alleen op Arras gericht. Met haar handen op haar heupen en een scherpe tong leek ze hem erop te wijzen dat ik een andere taal sprak. Arras ogen werden langzaam groot voor hij een schuldige blik aan mij gaf. Er viel een stilte toen Raven eindelijk klaar was met haar ‘speech’. Niemand leek goed te weten hoe we een gesprek moesten aanknopen. Met mijn gebrek aan vocabulaire ging het moeilijk worden. De man leek er diep over in gedachten. Ik moest hem duidelijk maken dat als hij rustig sprak en met wat gebaren erbij ik het wel kon vertalen.
Ik trok mijn mond open om een poging te wagen. Nog voor er een woord uitrolde, hadden beide hun blik van mij afgetrokken. Ze staarden intensief naar een rotsvormige formatie verderop. Ravens gezicht vertrok in een sneer en de man bracht zijn hand naar zijn riem. Ik keek met open ogen toe hoe hij voorzichtig een zwaard te voorschijn haalde. Waar was ik beland?
Slikkend draaide ik me naar de rotsformatie. Wat was daar zo boeiend aan? Ik wilde er een stap naar toe zetten. Arras greep mijn arm strak vast en trok me ruig terug. Ik kon de man alleen verbaasd aankijken. Dat was het moment dat ik het geluid duidelijk kon horen opklinken. Lage, dreigende, grommende klanken. Mijn ogen sperden wijd open en een grijns trok zich over mijn gezicht. Met een ruk verloste ik me uit Arras greep en sprong naar voren toe.
“Arrack!” Achter de rotsformatie bloeide meteen leven op. De slangachtige vorm van Arrack schoot er tussen uit, recht naar mij toe. Achter me kon ik Raven en Arras naar adem horen happen toen Arrack zijn lichaam beschermend om mij heen kronkelde.
“As dernen!” riep Arras verschrikt uit. Ik besteedde geen aandacht aan de man. Arrack had nu mijn volledige attentie. Het was goed om iets bekends te zien. Ik streelde met mijn hand over zijn nog zachte neus. Even kneep hij tevreden zijn bloedrode ogen dicht, voor zijn kop abrupt afwendde en er lage sissende geluiden uit zijn bek schoten. Ik volgde zijn kijkrichting. Raven was naar ons toegestapt. Haar scherpe blauwe ogen waren nu groot en rond. Een blik vol vragen.
Uhg, hoe ging ik dit oplossen?
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Om even je zorgen weg te nemen, je eigen taal kan :D het leest helemaal niet vervelend en het is voor een deel zelfs herkenbaar, goed zo! Je hebt er zelfs een soort van grammatica ingestopt^^
Komt Dan vanuit het nu daarnaartoe? Haha, leuk dat alles zo vreemd voor hem is :P hij zal wel denken: in wat voor wereld ben ik nu weer terecht gekomen? Met zwaarden en alles?
Ik vond trouwens het 'tarzan en jane' stukje echt heel grappig^^ kon het me ook helemaal voorstellen.
Schrijf maar heel snel door en nu niet je computer kapot laten gaan he :P

@ Rima, het is gewoon een complot tegen jou. We laten je meeslepen in de emoties van onze karakters zodat je langzaam beetje bij beetje helemaal gek wordt. Dan is ons doel bereikt en kunnen we je als blauw venusvrouwtje weer roze spuiten. Anders kun je niet terug naar huis :P
LEve de roze venusvrouwtjes!
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Gebruikersavatar
marly
Typmachine
Typmachine
Berichten: 764
Lid geworden op: 20 dec 2006 11:32

Huid versteend door zwavel.
Bloeiende dolken
Hoe dat precies zit met zwavel durf ik niet te zeggen maar het komt op mij heel onecht over.
Net zoals de bloeiende dolken. Hier kan ik mij helemaal niets bij voorstellen. Voor zover ik weet groeien dolken niet maar worden deze gemaakt. Je verhaal moet zich wel helemaal in een fantasiewereld afspelen wil dit een beetje logisch zijn. :)
Afbeelding
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

@ Marly, het is geen tekst die je letterlijk moet nemen :) Meer een soort gedicht vorm.. Zwavel is een steensoort die in zijn pure vorm bij vulkanen voorkomt, dat heeft er mee te maken.
Bloeiende moet ik inderdaad aanpassen xD heb aan spreektaal zitten denken, zie ik nu in. En dan noemen we hiero nog weleens als je bloed dat je aan het bloeien ebtn xD oepss...

@Saskia, HIJ DOET HET WEER!!! En je hebt het nog niet helemaal goed :P (Anders zou ik jouw idee jatten xD kan toch niet ) maar het blijft nog even een verrassing hoe het precies zit.. -Heb zelf nog niet bedacht wanneer dat uitkomt --' oepss.. -
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

Zal ik is even neerschrijven wat ik allemaa dacht?
Ja, dat zal ik even doen. :D
Goed.

Eerst dacht ik: OH, hij (Dan) komt uit het verleden -maar dat kan niet, want daar hebben ze ook zwaarden en tja, het klopte niet.
Toen dacht ik: Ahaa, dan komt hij dus uit de toekomst, maar dat was ook niet echt logisch. Nee, dat was het ook niet.
Daarna dacht ik: Hm, hij dus van de aarde en is in een andere wereld terecht gekomen. En daar was ik heilig van overtuigd, máár:
1. Als hij van de aarde komt, danis hij verassend snel vrienden met een raar monster waarvan ik nog nooit gehoord heb en volgens mij ook niet bestaat op aarde x]
2. Hij vind het kennelijk heel normaal dat hij in een vreemde wereld is terecht gekomen.
Conclusie: hij was met hele rare mensen in contact gekomen (hm.. zei iemand iets over roze venusvrouwtjes?) en die hebben hem in een soort machine gestopt, met een nieuw soort huisdier voor de gezelligheid en toen was hij zomaar *poef* naar een andere wereld gepoeft.
Haha, al heb ik het idee dathet iets ingewikkelder ligt.

En nu ga ik weer wegrennen voor jullie me aanvallen en roze spuiten (ROZE?! als blauw venusvrouwtje kan ik dat echt niet aan!)
*rent weg met vlaggetjes waar 'VERDER' op staan*
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Als jij nou eens al je ideen combineertdan kom je aardig in de buurt xD oke houd mond weer dicht en gaat verder schrijven.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Nog een stukje omdat ik vandaag zo opdreef ben haha ^^
En het laatste stukje alweer vanuit Dan.
~*~
Drie uur, veel chaotische handgebaren en een schorre stem verder was ik er nog steeds niet in geslaagd om uit te leggen wat Arrack was. Hoe beschreef je uitvergrote hagedis in hun taal? Ik probeerde ergens tussen de stenen een kleine hagedis te vinden. Raven en Arras hadden al mijn bewegingen gevolgd met een rare blik in hun ogen. Ik wist zeker dat ze dachten dat ik een zonnesteek had opgelopen aangezien ze me iedere keer zodra ik dicht bij hen stond water aangeboden kreeg. Dat Arrack overal achter me aan paradeerde maakte het er niet beter op. Als ik al een beest had weten te vinden was die allang weer verdwenen door de dreigende geluiden die Arrack maakte.
Ik had mijn sweat-shirt ondertussen ergens op de grond gegooid, het ding was veel te warm en liep op blote borst rond. Ik wist wel dat ik in de woestijn beter iets van kleren aan kon hebben, maar het was gewoon te heet. Raven wuifde steeds dat ik bij ze in de schaduw moest komen zitten. Dat was wel het laatste wat ik wilde doen. Stil zitten betekende dat mijn hoofd alle tijd kreeg om te denken, en denken betekende dat ik hun gezichten weer voor me zag. Ik had al eens gehuild nu moest ik me vermannen en doorgaan. Ik moest gewoon niet denken.
“Dan!”
Ik keek niet eens meer op wanneer Raven me riep.
Een hand werd op mijn schouder gelegd. Verschrikt draaide ik me om en keek recht in de felblauwe ogen van Raven. Hoe was zij hier zo snel gekomen? Nog geen tel geleden had ze bij Arras onder de boom gezeten.
“Cien.” Cien betekende ‘kom’ had ik onderhand ontdekt. Ik schudde mijn hoofd en wilde aanstalten maken om weg te lopen. Snel greep Raven mijn hand vast en zonder dat ik ook maar iets ertegen kon doen, sleurde ze me mee. Ze trok me tot onder de schaduwen van de enkele bomen die er waren.
“Siet.” Ik voelde me een hond die gecommandeerd werd zoals ze zit met een wijzend vingertje opdroeg.
Met overkruisde armen plofte ik in kleermakers zit neer. Arras naast me grinnikte alleen voor hij vrolijk tegen Raven door brabbelde. Ik negeerde de twee, niet dat ik echt doorhad wat ze zeiden. Mijn ogen vielen op Arrack die rustig naar ons toeliep. Hij had zijn agressieve gedrag naar Raven en Arras al snel laten varen en leek nu geheel op zijn gemak in hun aanwezigheid. Het was een voordeel geweest dat het beest tussen mensen was opgegroeid in plaats van soortgenoten. Je kon hem nu zien als een enorme koudbloedige hond, zoals hij zich gedroeg. Op dit moment krulde hij zich slaperig op onder de bloedhete zon. Hij leek blij te zijn dat ik mijn zoektocht naar hagedissen had gestaakt. Nu hoefde hij niet meer zo nutteloos achter me aan te paraderen.
Af en toe verscheen zijn rode iris iets onder zijn oogleden vandaan en keek hij me aan. Met een zucht sloot hij ze dan weer tevreden. Blij dat ik nog op mijn plek zat. Ik ergerde me aan het feit dat hij me geen moment met rust leek te willen laten. Ik kon nog geen stap verzetten of hij stond alweer naast me. Alsof hij mijn gedachten las, hief hij zijn kop en staarde me recht aan.
“Stomme draak,” zuchtte ik hem toe. Het dier zijn ogen vlogen opgewekt wijder open. Fijn nu had ik hem nog meer plezier gebracht door tegen hem te praten. Het viel me op dat het ineens om me heen verbazingwekkend stil was geworden. Arras en Raven waren gestopt met praten.
Verbaasd keerde ik me naar hen toe. Ze keken allebei met een bijna dezelfde blik terug. Alleen lag er een angstvallige glans over hun felle ogen.
Raven keek van Arrack weer terug naar mij. Voorzichtig kwam ze een stap dichterbij.
“Waes tais I?” In alle ernst sprak ze de woorden rustig uit, in de hoop dat ik ze wist te vertalen zoals ik de hele middag al had zitten te doen.
“Waes tais I?” Ze maakte beweging met haar hand alsof ze iets uit haar mond wierp. ‘Wat zei je?’ Natuurlijk. Ik schoof iets naar achteren toen ze wel erg dichtbij kwam.
“Uhm, stomme draak?” antwoordde ik wat zenuwachtig. Haar ogen schoten bijna uit hun kassen. Angstvallig wees ze naar Arrack. “Draak?” Ongelovig schoten haar woorden eruit.
Wist ze wat een draak was?
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

Dat ik hier nog niet op heb gereageerd!
Echt goed bedacht van die hagedis! En nu heb ik we een aardig idee hoe Dan daar gekomen is (door jouw goede tip om mijn ideeën te combineren :P ) denk ik dan.

Ben benieuwd wat voor high-tech dingetjes Dan nog meer mee heeft. Of mag dat niet van de slimme mensen in zijn eigen wereld? (ja, ik neem aan dat slimme mensen hem daar naartoe hebben gepoeft, als mijn theorie klopt)

Ga schnell verder! Ik ben echt benieuwd hoe de wereld waarin hij terecht is gekomen er tot in de puntjes uitziet en de hoe de gang van zaken daar is. En ook naar zijn eigen wereld natuurlijk! =D
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Ik moet je teleurstellen carpe diem :) je hebt niet helemaal gelijk haha , maar ik ga voor de rest niets verklappen haha :p
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
annelotte
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 15 mar 2011 15:13

Dit is echt een té leuk verhaal:p
Ik wil verder lezen...
Spreken is zilver, schrijven is goud
janeke
Balpen
Balpen
Berichten: 153
Lid geworden op: 02 feb 2011 15:27

Ik heb dit verhaal in 1 keer uitgelezen :)
Blijf verder gaan!
X
dream as if you'll live forever, live today as if you'll die tomorrow <3
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Woouw weer twee lezers erbij :D jeeeeh *Doet vreugde dansje op bureaustoel!*

Oke, over dit stukje ben ik eigenlijk niet echt tevreden. Hebben jullei dat ook welleens dat je niet tevreden bent over je stukje maar dat het ook niet lukt op het goed te schrijven :O

Ik zou zeer blij zijn als jullie zouden willen aangeven welke zinnen jullie liever anders zouden zien ofzo... dan ga ik hier nog even over brainstormen! Bedankjes uitgedeeld voor mijn helpers :D heheheh
~*~
Prinses Raven ae Ellimore.
~*~
Arras bleef maar assumpties tegen mij uitspreken over wie de jongen zou kunnen zijn. We hadden al een aardige lijst afgewerkt over wie zijn familie kon zijn, waar hij vandaan zou komen, waarom hij hier in de woestijn zou zijn. Geen van onze vragen kreeg een antwoord. Het zou zoveel makkelijker zijn als we het de jongen gewoon konden vragen.
Af en toe wierp ik hem een blik toe. Misschien dat als we hem lang genoeg bestudeerden, antwoorden vanzelf zouden komen. De jongen was duidelijk gefrustreerd, omdat ik hem had gedwongen neer te zitten. Zijn over elkaar geslagen armen onderstreepten het. Ik was al blij genoeg dat ik hem eindelijk uit die bloedhete zon had gekregen. Ik weet niet wat hij daar de hele tijd aan het doen was, maar het kon lichamelijk nooit gezond voor je zijn.
Mijn ogen gleden even over zijn getinte huid die lang niet zo perfect was als de onze. De enige keer dat ik een elf had gezien met zo’n huid was toen een zeevrouwe bij mijn vader kwam. Aangezien het een vrouw was geweest had ik toestemming gehad om de audiencie bij te wonen. Haar huid was niet de bekende porseleinen huid geweest zoals ik hem kende. Het was ruwer geweest. Nog steeds bijna egaal, maar toch had het iets hards.
“Misschien komt hij van overzee?”
Arras zijn slanke vinger versierd met een zilveren ring streek over zijn kin.
“Misschien, maar wat deed hij dan hier in de woestijn?” Zijn scherpe ogen namen de jongen weer in zich op. “ We weten bijna niets van hem. Alleen dat hij onze taal niet spreekt en een paar vreemde lichamelijke afwijkingen heeft.”
Ik knikte instemmend. Mijn gezicht lichtte eindelijk op van het serieuse gesprek. “Het is wel wonderbaarlijk hoe snel hij onze taal begrijpt, nietwaar?”
Arras knikte vaag op mijn lovende woorden. Ik observeerde zijn houding naar de knul die nog geen drie meter verder zat. Er was een spanning.
“Wat is er, Arras?” Arras vertelde het me altijd als hij ergens een slecht gevoel over had. Dat hij nu instilte piekerde was niets voor hem.
“Wat denk je dat dat beest is?” En dat hij nu mijn vraag ontweek was geen goed teken.
Ik was niet de persoon die het hart had om een zaak door te drukken. Arras zou het me wel vertellen wanneer hij dat wilde. Nu bracht ik mijn aandacht naar het enorme reptiel dat heerlijk in het zonlicht lag te baden. Zelfs nadat ik het ding als een trouwe jachthond achter Dan had zien aanlopen, gaf het me nog steeds de kriebels.
“Ik ben allang blij dat het tam is.” Althans ik dacht dat het tam was.
Arras trok zijn mond open om te reageren. De mond werd gelijk gesloten toen we Dan hoorden mompelen. Een specifiek woord zorgde dat we beiden volledig stil werden: Draak. Het was het enige woord wat ik herkende. Wat wij ook gebruikten in onze taal, maar Dan kon nooit hetzelfde hebben bedoeld. Dat kon niet.
De jongen leek in eerste instantie niet eens door te hebben dat hij door ons werd aangegaapt. Zijn ogen keken alleen samengeknepen naar het beest voor hem, wat met een twinkeling in zijn bloedrode ogen terugkeek. Pas naar enkele seconde verbrak hij het contact met zijn dier en richtte zich met opgetrokken wenkbrauwen naar ons. Mijn blik gleed tussen hem en het monster. Dat kon geen draak zijn. Het dier zelf leek niets van de oproer door te hebben. Loom legde het zijn kop weer neer en ging verder met zonnebaden.
Dat was niet het monster van de mythe. Draken waren gigantisch en moordlustig. Daarbij hadden ze twee grote kenmerken: Ze konden vuurspugen en hadden enorme vleugels. Dit kon geen draak zijn. Hij voldeed aan geen van die kenmerken.
“Ik denk, dat het beest wat we zagen een jong was.”
Maar als dit nog een jong was, dan kon het nog uitgroeien tot een van die monsters die in de geschriften beschreven werden. Mijn oog gleed nog eens over de zwart geschubde rug, die blonk in het zonlicht. Mijn blik bleef haken op twee bulten op zijn rug, iets achter de punt van de schoft. Ik slikte. Het begin van een vleugel.
Snel keek ik terug naar Dan. Ik weigerde te geloven wat mijn ogen zagen. Dat was geen draak. Het kon niet. Ik had me niet laten verbannen om nu te ontdekken dat de profeten altijd al gelijk hadden. Ik weigerde dat te doen!
Ik kwam overeind. Mijn blik ernstig op de jongen voor me gericht. Hij moest me vertellen dat ik het fout had gehoord. Dat Arras het fout had gehoord. Dat het woord draak nooit gevallen was.
“Wat zei je?” Ik stapte dichterbij. Mijn woorden herhaalde zich, nu ondertitelt met gebaren. Hij moest en zou me begrijpen. “Wat zei je?”
Dan kroop nerveus van me weg. Zijn stem was onvast. Ik kon de eerste woorden niet verstaan, alleen dat laatste woord. Hij sprak het nog steeds hetzelfde uit. Draak.
Zware ketenen trokken zich strak om mijn hart en knelden alle bloedstromingen af.
Het moest wat anders betekenen. Ik dwong mezelf te liegen. Smoesjes te verzinnen.
Hij sprak in een andere taal, het kon wat anders betekenen. Ik stelde me wel honderden antwoorden in die onzin voor.
Ik smeekte in stilte aan de goden dat het geen waarheid was. Laat het alsjeblieft geen waarheid zijn.
Mijn hand trilde toen ik naar het slapende beest wees. “Draak?”
Een blik vol van verrassing overkwam zijn gezicht. Een blik die snel werd vervangen door een enorme glimlach. Hij sprong in al zijn enthousiasme overeind. Met zijn hand wees hij overdreven naar Arrack. “Arrack is draak!”
Ondanks zijn vreemde accent en zijn slordige grammatica wist ik precies wat hij bedoelde. Het was de waarheid.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
DOminator
Balpen
Balpen
Berichten: 276
Lid geworden op: 02 apr 2011 15:06
Locatie: Rotterdam

Zal er vanavond toch ook maar is aan beginnen ;). Hoor zoveel positieve commentaren.
Schrijf niet wat je wil schrijven, schrijf wat je hand schrijft en vergeet nooit je hart te volgen.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Aahhh, arme Raven. Hugtijd :D maar dat is kut, erachter komen dat iets waar je zo ontzettend erg in geloofde, dat dat toch niet waar blijkt te zijn. Mooi geschreven! Vooral de ontkenning en de paniek van Raven :super:
Ja, dat over een stukje in je hoofd hebben wat er uiteindelijk toch niet goed uitkomt, dat heb ik ook. Maar omdat wij alleen maar zien wat jij uiteindelijk hebt geschreven en wij niet kunnen zien wat je in gedachten hebt, weet ik niks waarvan ik denk: dat moet echt anders.

Oja, een ding, getinde huid is getinte huid. Anders is zijn huid van tin gemaakt en dat lijkt me niet zo gezond :P
en ik vind de draak echt heel cool worden :D als een soort enorme, dadelijk vuurspugende hond^^
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

@DOminator, en vreselijk, kon er meedoor of goed:P heheh?

@Saskia, Jeeeh:D enn nee hoor Dan is van metaal gemaakt :P hahaahh xD

~*~
De avond ging in stilte voorbij. Arras had zich afgesloten en hield nu verderop de wacht. Dit deed hij altijd als hij ergens over na moest denken. Het was zijn manier om met problemen om te gaan. Mijn eigen gedachten werden met iedere minuut stilte wanhopiger. Toen de gedachte om van een klif te springen in me opkwam, wist ik dat ik nu echt afleiding nodig had.
"Dan?" De jongen sprong meteen op uit zijn eigen mijmeringen. Hij was duidelijk blij met de afleiding toen hij zijn lippen in een grote lach omkrulde. Ik wilde het over zijn vreemde afwijkingen hebben. Hoe die er waren gekomen. Dat zou mijn gedachten wel even laten stoppen met piekeren.
Dan had al laten zien dat hij graag onze taal wilde leren. En het ooknog eens verrekte snel oppakte. Dus nu besloot ik ook weer in langzame woorden en met veel gebaren te spreken.
“Hoe kom je het dat je oren rond zijn?”
Dan trok een bedenkelijk schuin hoofd. Een aantal woorden in mijn zin kende hij al, maar de belangrijkste oren en rond waren nog onbekend. Ik reikte naar voren. Mijn vingers streken door zijn haar om de schelp van de oor vrij te maken. Hij verstijfde iets onder mijn aanraking. In mijn rug kon ik Arras ogen voelen brandden. Ik deed toch niets verkeerd?
“Oor.” Herhaalde ik nog een keer. Heel voorzichtig haalde Dan zijn hand naar zijn oor toe en herhaalde het woord. “Oor?”
Ik knikte en een grijns ontsprong om zijn lippen. Hij herhaalde het woord een paar keer. Nu liet ik mijn vingers zachtjes langs de contouren van de schelp glijden. Dan trok een vreemd gezicht bij mijn aanrakingen.
“Rond.”
Hij schudde zijn hoofd iets, terwijl zijn ogen mij die vreemde blik bleven geven. “Rond?” dit keer klonk het niet alsof hij het woord testte op zijn lippen. Hij leek het echt niet te begrijpen.
Ik haalde het haar voor mijn eigen oor weg. En liet het achter de puntige hoek vallen.
Zijn ogen werden groot van verbazing.
“Puntig.” Ik streek langs mijn eigen oorschelp. Daarna streek ik weer langs de zijne. “Rond.”
Dan leek niet echt over de verbazing te zijn van het zien van mijn oren. Zijn hand strekte zich er voorzichtig naar toe alsof hij wilde testen of wat hij zag ook echt was. Heel een flikkerde zijn ogen langs mij heen voor hij zijn hand snel terug trok. Ik draaide me verbaasd om. Arras zijn blik die naar ons gekeerd was verschoot snel van een strenge blik naar een vriendelijke glimlach. Ik vernauwde mijn ogen. Fijn, nu zat mijn lakei Dan op zijn huid. Zo zou ik de vreemde jongen nooit goed leren kennen. Wat was zijn probleem eigenlijk, Dan was nog een kind. Ik keerde me terug naar De jongen die nog steeds naar mijn oren keek.
“Elf.” Kon ik tussen zijn woorden door horen die hij sprak. Met een glimlach knikte ik. Eindelijk hadden we nog een woord gemeen. Zijn ogen werden iets wijder.
“Elf?” kwam er ineens wat geschokt uit.
Mijn glimlach viel van mijn gezicht toen ik weer knikte.
Even knipperde hij met zijn ogen, voor hij hard lachend dubbelvouwde. Geschokt ging ik iets naar achter zitten. Wat bezielde deze jongen? Wat was er zo grappig? Na een paar seconde strekte hij zich op met een nog steeds geamuseerde lach op zijn gezicht. Hoofdschuddend sprak hij het woordje nog een keer uit, met nog wat onbekende woorden erbij.
Wat was er zo lachwekkend aan het elf zijn. Hij was een elf, toch? Ik observeerde hem nog eens. Zijn lichaam was hetzelfde als dat van elven. Zijn ogen waren anders, net als zijn oren. Zijn huid had niet diezelfde perfectie. Zijn hele lichaam leek eigenlijk de perfectie van een elf te missen, maar hij kon toch niets anders zijn dan een elf? Hij had gewoon een paar afwijkingen. Dat kon gebeuren. Waarom vond hij het dan zo grappig dat ik een elf was, en waarom was hij zo geschokt om te zien dat wij puntige oren hadden.
De jongen begon me nu echt hoofdpijn te geven.
Ik hoorde een zucht naast me. Dan had zich verplaatst en lag nu tegen de boom aangeleund. Zijn ogen waren gesloten, heel even opende ereen naar mij voor hij hem weer sloot.
Eerst was ik gefrustreerd dat hij zonder iets te zeggen was gaan slapen. Na een beetje nadenken was het natuurlijk logisch. Hij had geen idee hoe hij tegen ons moest zeggen dat hij ging slapen, dan kon je het net zo goed gewoon doen. De zon was nu al bijna onder en het zou niet lang duren voor kou de hitte zou vervangen.
Arras kwam van zijn wachtpost af. Op weg naar mij.
"Prinses, het is tijd om de avond te beeindigen en u terug te trekken in de tent." Hij praatte hoflijker dan hij de afgelopen paar jaar had gedaan.
Dans tussenkomst leek Arras weer van zijn taken te herinneren.
Ik kwam met behulp van de lakei omhoog. Zodra ik rechtop stond, schudde ik de arm die me vast had af en liep op Dans al slapende voor af. Vlak voor mijn hand zijn schouder kon aanraken werd ik tegen gehouden door Arras.
“Wat bent u van plan, prinses?"
Ik trok mijn pols weg uit zijn greep. "Ik zeg hem dat we de tent in gaan. Hij kan niet buiten blijven. Het is te koud."
Arras zijn blik ging van verbaasd naar streng. “Prinses, dan kan ik niet toestaan. U moet aan u kuisheid denken en uw tent delen met een man is ontoelaatbaar.”
Kleine rimpels vervormde mijn normaal gladgestreken gezicht. “Een man? Hij is nog een kind, nauwelijks de helft van mijn leeftijd.”
Arras zijn uitdrukking veranderde niet. Hij leek vastbesloten over zijn standpunt te zijn.
“U heeft geen weet van mannen, en dus besluit ik wat het beste voor u is, prinses.”
Mijn vuisten balden zich en ik was net van plan om wat terug te zeggen toen naast ons beweging ontstond. Beide vielen we uit onze gespannen houdingen, terwijl we naar de jongen staarden die ons met een half geopende slaperige blik aankeek.
Hij mompelde iets voor hij uiteindelijk zijn ogen echt opende en ons vragend aankeek.
Ik legde mijn samengevouwde handen tegen mijn oor en hield mijn hoofd schuin. “Slapen?”
Arras gaf me een hoofdschuddende blik die ik vuil beantwoordde voor ik me weer op Dan richtte.
Dan deed mijn beweging een keer na en probeerde het woord over zijn lippen te laten glijden. Zijn sterke accent vervormde het woord aan alle kanten en ik wist zeker dat niemand het zou hebben begrepen als hij de beweging er niet had bijgemaakt.
“Slapen?” Ik wees naar de tent en stond op. Met een glimlach volgde Dan mijn voorbeeld. Nog voor hij een stap naar de tent had kunnen zetten hield Arras hem tegen.
“Jij maakt je eigen slaapplek.” Ik was geschokt om Arras felle woorden. Ik wist dat Dan ze nooit zou kunnen verstaan, maar de houding van de Vertou gaf duidelijk genoeg aan dat de knul niet welkom was. Dan deed wat zenuwachtig een stap naar achter. Zijn handen staken verdedigend in de lucht.
Met een knik en een nors gezicht draaide Arras zich om, om vervolgens mijn hand te grijpen en me mee naar de tent te sleuren.
Ik verzette me niet. Ik was opgeleid om te gehoorzamen en ik wist dat Arras zich ook alleen aan zijn protocollen hield.
“Arras, je kunt hem niet buiten laten slapen, hij zal bevriezen.” Dat was mijn laatste poging om de man over te halen.. Arras wierp een blik naar achteren. Dan lag tegen de ‘draak’. Vanuit zijn ooghoeken keek hij nog naar ons. Ik denk dat hij mijn zorgelijke blik herkende, want hij wierp me een glimlach toe voor hij op de flank van het beest klopte. Arrack hief zijn kop iets op bij het contact en wat leuk op een stoomwolkje spoot uit zijn neusgaten.
“Als dat daadwerkelijk een draak is uit de legenden, dan kan dat beest hem wel warmhouden.”
Ik sprak niet meer tegen. De zon was onderhand onder en ik moest mijn linnen kleden al strak tegen mijn huid trekken om het warm te hebben, maar zoals Dan erbij lag leek hij geen last van de kou te hebben. Arras zou wel gelijk hebben gehad.
Met een zucht liep ik door het omgeslagen doek heen en verdween in mijn eigen gedeelte.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Dan de tinnen man :P Het rijmt ook nog, heb je dat expres zo uitgezocht? ^^
Een ding wat ik nogal abrupt vond was dit:
Toen de gedachte om van een klif te springen in me opkwam, wist ik dat ik nu echt afleiding nodig had.
Het mag iets uitgebreider, nu kwam het voor mij heel erg plotseling. Kan ook wel liggen aan het feit dat er zoveel tijd tussen de twee stukken zit. Niet dat ik moet gaan zeuren :P
Haha, Arras is jaloers!!! xD geweldig hoe bezorgd hij is om Ravens kuisheid^^ en met hand- en voeten gebaren lukt het wel hoor. Zou wel echt geniaal zijn als Dan opeens een robotdans gaat doen :P *ziet het al helemaal voor zich*
Oké, ik hou maar op voordat ik je op allemaal vreemde ideeën breng. Laten we het maar houden op het late tijdstip :P
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Het duurde iets langer dan ik hoopte, * writers block *, maar we zijn weer helemaal op de been :D

Oh en Saskia de reden dat ik het niet uitgebreid had gedaan, was omdat het meer zon plotselingen gedachten is die je niet serieus overweegt, van wanneer iets heel even helemaal niet lukt. Maar als het niet goed bij de lezer overkomt ga ik het wel even aanpassen :) nu nog bedenken hoe xD
~*~

Hoofdstuk 3
De nomaden


~*~
Daniel Julian Bardecks
~*~

Ik kromp ineen van de zonnestralen die de kleur achter mijn oogleden pijnlijk rood maakten. Mijn kleren plakten naar aan mijn lichaam door de warmte die plots de kou had verdrongen. Na drie keer omrollen en mijn shirt blind te hebben uitgetrokken gaf ik op. De zon stond nog maar net boven de duinen, het was nog vroeg en toch al te warm om nog te kunnen slapen. Arrack lag verder op. Hij leek geen probleem met slapen door de warmte te hebben. De eerste stralen liet hij languit genietend op zijn geschubde huid neerdalen.
Mijn ogen gingen meer verlangend naar de tent, die zelfs in de volle zon er koel uitzag. Vermoeid door de hitte duwde ik me tegen de boom aan. Mijn ogen gingen naar de horizon, een stofwolk steeg boven de vlaktes uit. Het eerste wat in me opkwam was zandstorm, maar bijna gelijk besefte ik me dat er wel wat meer zand moest opstuiven wilde je het een zandstorm noemen. Zonder er verder bij stil te staan, sloot ik mijn ogen en liet me tegen de boom aanleunen om mijn door de zon week gemaakte spieren steun te geven. Het opengaan van de tentdoeken trok mijn aandacht. Arras stapte er als eerste uit. Hij sleurde Raven aan haar arm met zich mee. Buiten liet hij haar meteen los. Hun gezichtsuitdrukkingen spraken boekdelen. Angst straalde uit hun ogen die gericht stonden naar de horizon. Naar die stofwolk. Ineens was het ding niet meer zo onschuldig. Mijn kracht bij elkaar zoekend kroop ik overeind. Ook ik staarde naar het stof wat door de lucht cirkelde. Voor mij was het nog steeds niets meer dan stof, maar mijn zintuigen waren, waarschijnlijk ook lager ontwikkeld dan die van hen. Elfen. Ik had me er gister ziek om gelachen toen Raven het zei, dat ze elfen waren. Maar eigenlijk was het alleen maar logica dat mensen zich elfen gingen noemen. Onze wereld was langzaam in een fantasy boek veranderd. Met draken die uit de aarde oprezen. Mensen die onnatuurlijk scherpe zintuigen kregen en soms zelfs genetische afwijkingen kregen die we sterk met magie konden vergelijken. Was dat niet de reden geweest dat ik zolang had kunnen overleven?
“Dan!”
Ik richtte me op Ravens roep. Ze stond bij de paarden, met de leidsel in haar handen en haar voeten nog op de grond.
“Cien.” Haar vrije hand wuifde wanhopig naar mij, eisend dat ik daarheen kwam.
Ik keek nog eenmaal naar de naderende stofwolk. Voor het eerst kon ik er geluid van afkomen. Hoge scherpe kreten, die vaag iets menselijks hadden.
Mijn ogen gingen snel weer naar Raven die nog steeds in paniek naar mij seinde dat ik meost komen. Een ding werd me gelijk duidelijk, er waren problemen opkomt. Snel greep ik naar mijn sweatshirt en rende struikelend door het mulle zand. Arrack sprong gelijk op uit zijn slapende positie. Hij volgde me op de voet, terwijl we naar beneden renden. Raven was op het paard gesprongen, soepel zoals je dat in films zag. Het dier begon zenuwachtig te blazen en te stampen toen ik mijn afstand tussen ons verkleinde. Het was niet ik waar het dier de paniek reactie van kreeg. Arrack was het probleem. Het paard luisterde naar zijn ingeboren instincten: Roofdier, vlucht.
Op een grote afstand tussen mij en Raven bleef ik stilstaan. Bang dat als ik nog dichterbij kwam, het dier zijn ruiter eraf zou gooien. Raven trok de teugels strak in een laatste poging het dier stil op zijn plaats te laten staan. Het resulteerde alleen in dat het paard op zijn achterbenen kwam te staan en angstig gilde. Dit was zinloos en het kostte te veel tijd. De stofwolk leek met iedere seconde dichterbij ons te zijn.
Vluchtig wees ik naar het vreemde woud wat hier in de woestijn oprees. “Ga, ga!” ik wist dat ze mijn woorden niet zouden verstaan. Ik kon alleen maar hopen dat mijn bewegingen het duidelijk maakte.
Ravens gaf me een bezorgde blik voor ze instemmend knikte. Ze gaf haar dier de vrije teugels. Het paard vluchtte meteen in noodgang naar zijn soortgenoot die door Arras werd gereden.
Ik zette het op een rennen. Eenmaal draaide ik me om. kijkend naar hetgeen wat ons aanviel. Daar stonden ze. Trots aan de horizon, op paarden die vurig door het zand maaiden. Het waren de edel versierde kromzwaarden die mijn aandacht kregen. Vol ontzag van hun pracht en angstig voor hun kunnen keek ik erna. De voorste man, die zijn zwaard hoog hief, liet een luide strijdkreet horen. De rest van de mannen, in hun witte kleding en hoofden bedekt met een tulband, herhaalde de kreet. Ze stormden en als woeste horde naar beneden. Zand steeg in ontzag naar de hemel, waar de hoeven van de hete paarden het heen stuurde.
Mijn laatste gedachten: Dit is het einde.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Cliffhanger!!!!
Zo zie je maar weer, mijn werken is dus toch nog ergens goed voor. Door jouw zeeën van vrije tijd en mijn afwezigheid ben je gedwongen om hieraan verder te gaan :P vind ik helemaal niet erg^^
Als plotselinge gedachte vind ik het eigenlijk iets te snel na haar stukje van wanhoop. Ik legde iig de nietbestaande link tussen haar wanhoop en die gedachte om zichzelf de klif af te gooien. Misschien dat je er iets anders van kunt maken, bv. dat de gedachte opkwam om rondjes te gaan rennen om bezig te zijn, of om een verhaal te houden tegen Arras ofzo. Niet echt goede voorbeelden, maar je snapt wat ik bedoel ;)
Weet je dat ik er trouwens nu pas achter kom dan Dan Daniel Julian Bardeck is? Ugh, zo logisch, maar ik had het gewoon niet gezien --'
En nu ben ik wel benieuwd wie J.W. Bardecks is van het begin gedicht. Een voorouder van Dan?
En trouwens, dat idee van dat de wereld in een fantasy boek verander vind ik echt een hele goede! Een mooie verklaring voor alles ;) als je er nu nog een sprookje van kan maken dat ouderen aan kinderen vertellen, is het helemaal super :P
Ghehe, je stopt je paardenkennis in je verhaal^^ paniekreactie op de geur en blik van een draak. Mooi man.
Dat was mijn o zo nuttige reactie weer. Nu heb ik je nog maar een ding te vertellen: MEER! :P
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

@ Saskia, ik ga het aanpassen :P zodra ik heb bedacht hoe xD hahah
En hahah daar ben je best wel laat mee hahah :P
En jaa, W.J. Bardeck blijft nog heel even geheim :P Hahah ik heb een mythe ervan verzonnen :P is dat ook goed genoeg voor u? :p
Ik heb ps. al scene geschreven die pas ergens aan het eind komt xD mijn geduld is weer nul komma nul nu ik het hele verhaal in mijn hoofd heb zitten :P

aangepast: * VOor Saskia me nog in elkaar slaat :P *
~*~
Al struikelend stoof ik naar voren. Waarom had ik ook moeten blijven zien om het aangezicht van hen te bewonderen? Welke idioot ging eerst zijn potentiele moordenaars tien minuten aankijken voor hij vluchtte?
Het mulle zand trok aan mijn krachten. De zon ontnam me mijn adem. Ik kon ze nooit voorblijven zo.
Een energie impuls schoot door mijn voeten toen ze plots niet meer werden vastgezogen in de ondergrond. Het zand was verruild door een geharde bodem. Een waar ik in volle snelheid overheen kon gaan. Het woud voor me kwam steeds dichterbij. Ik kon het halen. Ik moest het halen.
Vernieuwde hoop ontvlamde in mijn borst. Ik bande de geluiden van de schreeuwende mannen achter me uit, van de stampende hoeven die zelfs door het mulle zand niet gedempt werden. Ik was er bijna, ze zouden me nooit in het dichte struikgewas kunnen volgen.
Verlangend dook ik de struiken in. Mijn lichaam snakte naar de verkoeling die de bomen gaven.
Achter me braken de takken met knakkende geluiden. Angstig draaide ik een halve slag, om begroet te worden door Arracks rode ogen die mij bestuderend in zich opnamen. Er was geen tijd om stil te blijven staan. De schreeuwen die ik zo graag wilde uitbannen, klonken harder. We moesten doorrennen hoe vermoeid ik ook was.
De uitstekende takken van struiken en bomen sneden door mijn huid heen, terwijl ik me een weg wilde banen door het woud. Adrenaline was op dit moment mijn grootste medestander. Het stopte de pijn en liet me zonder na te denken doorrennen.
Het geluid van mijn achtervolgers leek naar de achtergrond te vervagen. De bomen konden het dempen, maar ik kon het niet helpen dan de stiekeme hoop te voelen dat we ze hadden afgeschud.
De rust die, die gedachten gaf liet alle adrenaline uit mijn lichaam wegvloeien. Ik moest mijn tanden op een klemmen om nog te blijven staan. Iedere ademteug ging gepaard met een steek van pijn en schraapte mijn keel als pijnlijk schuurpapier. Water, ik zou een moord doen voor een klein druppeltje water.
Zo stil mogelijk vervolgde ik mijn weg tussen de planten heen. Het sluipen was zinloos met een beest als Arrack achter je aan, die met zoveel mogelijk lawaai de jonge bomen en takken vernietigde.
Ik kneep mijn ogen dicht toen een fel licht tussen de schaduwen van het woud doorbrak. Met mijn hand boven mijn ogen bekeek ik mijn nieuwe omgeving.
De bomen waren weggevaagd en alleen kleine struiken leken zich op de diepzwarte bodem staande te houden. De harde ondergrond knisperde onder mijn voeten. Met iedere stap werd de bodem kaler.
“Dan!”
“Dan!” Geschrokken keek ik naar de vrouwenstem die mijn naam had uitgeroepen. Raven en Arras reden verderop. Hoe waren zij zo snel te paard door het woud gekomen?
Met een vermoeid drafpasje rende ik dichter naar hen toe. Hun zouden wel wat te drinken hebben om mijn uitgedroogde lichaam te voeden. Arrack bleef onvermoeid volgen. Soms wenste ik dat ik een dier was. Het zou heerlijk zijn om zo’n onuitputtelijke conditie te hebben. Mijn pas vertraagde toen ik zag waar ze naast stonden. Er leek een diepe kloof in de bodem te zitten. Mijn nieuwsgierigheid won het van mijn lichamelijke eisen. Op de achtergrond kon ik Arras en Raven met elkaar horen praten, maar mijn aandacht was allang niet meer bij de twee elfen. Vol interesse keek ik de diepte in. Mijn ogen hadden gelijk gevonden waar ik naar zocht. De tunnels.
“Dan?”
Geen tijd om uitleg te gaan geven met moeilijke gebaren waarbij het een uur duurde voor iemand het begreep. Ik zocht de kloof af naar een minder stijl stuk en liet me naar beneden glijden.
“Dan!” Ik hoorde haar nog naar mij roepen. Vakkundig negeerde ik de roep.
Zodra mijn voeten de grond raakten, liep ik wat struikelend naar voren. Het duurde niet lang of ik hoorde Arrack ook naast me neerkomen. De draak zou geen moment van mijn zijde afdwalen.
Ik rende de kloof door. Speurend bekeek ik de muren die aan me voorbij gingen. Steen, steen. Met glinsterende ogen keek ik naar een ingestort gedeelte. Dat was niet hetgene wat het zo bijzonder maakte, wel het metaal dat zwakjes afstak tegen het zwarte gesteente. Als een gek rende ik erop af. Een metale wand was in de stenen gebouwd. Heel even liet ik mijn hand over het koude oppervlakte glijden. Dit was waar het lab was geweest. Ik wist het zeker. De rotsen waren er boven opgestort, maar als we het konden uitgraven dan kon ik misschien bij de kist komen. Een diepe geestdrift gaf me de energie om verder te gaan. Moeizaam begon ik stenen weg te duwen. Het deed al snel meer slecht dan goed toen het puin verder inzakte. Arrack leek mijn bezigheden interessant te vinden. Hij volgde mijn bewegingen en imiteerde ze al snel.
“Goedzo,” moedigde ik de draak aan. Zijn klauwen leken zonder problemen door de stenen heen te boren, terwijl mijn vingers er pijnlijk langs schraapten.
Een naar krassend geluid deed me ineen krimpen en Arrack liet een kort jank geluid opklinken. Ik liep gelijk naar de plek waar het dier ingekropen lag. Het was niet moeilijk om te zien waar het beest overheen was gegaan met zijn klauwen. Een ijzeren kist stak voor een deel uit. Opgewonden probeerde ik de rest van het vuil weg te halen.
“Kom op, laat het de goede zijn.”
De kist was bijna volledig zichtbaar toen ik de handgreep vastpakte en met al mijn kracht begon te trekken. Met een krassend geluid kwam het in beweging. Ik hijgde wat na toen het eindelijk volledig zichtbaar was. De metalen kist was afgesloten. Op de voorkant kon je een cijfercombinatie invoeren, daar ging hij open. Iedere kist in de kamer had dezelfde combinatie gehad, voor het gemak als ik wakker zou worden. De laboranten hadden geen idee in welke status dat zou zijn, dus verkozen ze een simpele code op alle kisten met gevaarlijke en belangrijke spullen. De kisten met de basis overlevings spullen erin waren alleen afgesloten met een klip, zonder code. Dat hier wel een code opzat, verheugde mijn hart. Ik zakte neer om het systeem te bekijken. Het was alsof het gisteren was dat ik het had leren gebruiken. Vliegensvlug liet ik mijn vingers over de knoppen glijden. Een paar klikkende geluiden klonken van binnenuit de koffer, voor het als een schatkist openging. Het werkte precies zoals ze hadden voorspeld. Mijn glimlach viel weg toen ik de inhoud zag. Wapens.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Grrr, slecht Jodie :gr: hun is nooit, maar dan ook NOOIT onderwerp. Deze keer vergeef ik het je omdat Dan een zonnesteek heeft (heeft er helemaal niks mee te maken, maar ja :P), maar de volgende keer... Oeh, dan hebben we dikke fight :gr: :P
Haha, ik dacht al dat er wapens in zouden zitten. Ik dacht, het zou toch niet, maar ja, Dan komt met wapens in een soort middeleeuwsachtige fantasywereld^^ althans, ik neem aan dat de wereld er zo uitziet.
Je hebt trouwens de paniek van Dan en de paniekerige vlucht echt goed beschreven, vooral het stukje met de kist uitgraven had iets haasterigs. Dus super overgebracht :D
Ik vind Arrack nog steeds een enorm grote, trouwe hond die alles doet wat je zegt. Is hij eigenlijk ook^^
En het is wee helemaal goed nu je er een mythe van gemaakt hebt. Maar nu wil ik hem snel weten! Dat is irritant he, scenes al in je hoofd hebben zitten terwijl je daar nog lang niet bij bent. Heb ik ook last van :P
Dat was mijn nuttige reactie weer^^
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

*schopt topic omhoog met ULTRAKICK*

Ik ben nu moe, wat reacties van mij in één dag zeg, ik voel me net een digitale marathonloper :P

Maar dit veraal kan natuurlijk niet achterblijven (veralen op z'n chocoladeachtigs zijn te... chocolade om niet op te reageren, naturlich.. Zelfs Dennis -mijn konijn- weet dat)

Oh, ik hoor net dat ik in mijn bedje moet duiken (ouders proberen weer hun Preek van Gezag uit, maar ze mislukkenheel vaak, het is dat ik zo'n geweldige dochter ben maar anders...)

Even snel: Ik vind Dan cool en ik ben benieuwd wat voor wapens erin zitten en wat er verder gaat gebeuren en...
SNEl VERDER! =D
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Shit beoordeling omlaag xD hehe moet ik toch nog maar beter gaan schrijven :P

Oh ik wilde vragen of iedereen dit nog las of er mensen zijn afgehaakt :) ( enn als jullie zo lief zijn (A) de reden hier ook bij! :P hehe )

En hahah geweldig Ultrakick Carpe,
En hahah als je konijn dat weet ;) dan moet het gewoon wel zo zijn!

Sask: HELP! gaat heeel snel aanpassen.. als ik het foutje kan vinden xD And I love wapens in middeleeuws achtig tijdperk.. het is niet echt middeleeuws, of wel *-) beetjee.. Oosters :P heheh

Aangepast, nadat de het almachtige grammatica wonder Saskia me op die piep ww's had gewezen. En dan te bedenken dat ik hier op de middelbare altijd een van de hoogste cijfers van de klas voor haalde xD oepsss..
~*~
De zwarte geweren glommen gevaarlijk. Voorzichtig pakte ik ereen uit. Het voelde koud in mijn handen aan. Nog steeds even koud als toen ik ermee leerde schieten.
Zonder verder naar het geweer te kijken, gooide ik het om mijn schouder. Ik stopte de extra magazijnen in mijn broekzakken. Als laatste greep ik het zilverkleurige pistool eruit. De loop stak ik door mijn riem, zoals je dat in films zag.
Met een klap sloeg ik de koffer dicht. Dit was niet waar ik naar had gezocht. Ondanks dat mensen van mijn tijd wapens als deze als hun beste vrienden zagen, het enige wat ze echt konden vertrouwen, had ik me er nooit zo bijgevoeld. Misschien kwam het omdat ik rijk was opgevoed of omdat ik mijn tijd voor grotendeels in een lab doorbracht. Ik had niet als de meeste kinderen als een straatschoffie geleefd, daarom kon ik misschien de waarde niet van de duistere wapens weten. De enige reden dat ik ze had en ik er mee overweg kon was voor dit onmogelijke plan. Voor dit moment dat er geen beschermende stalen muren meer om mij heen stonden en er geen millitaire meer waren die me wel zouden beschermen. Nu had ik niemand meer behalve mezelf en de wapens.
Ik schudde de zware gedachten van me af. Mijn handen stak ik weer de zwarte stenen in en zonder gedachten ging ik verder met het wegtillen van de puin. Arrack was nu minder gehaast om me te helpen. Hij lag achter me plat op zijn buik en zijn kop volgde me bij iedere beweging. Met hangende schouders, die al in pijn de ledematen vasthielden, draaide ik me volledig naar het beest toe.
“Kom op, Arrack, jij hebt grotere klauwen dan ik.”
Het beest draaide abrupt zijn kop naar de richel. Fijn, nu negeerde hij me.
“Arrack?” Geen reactie, er leek wel een onzichtbare lijn tussen hem en die richel te liggen. Ik volgde de bloedrode ogen, maar er was daar niets. Alleen de kale richel.
“Arrack.”
Het beest spoot overeind. Lage grauwende geluiden verlieten zijn strot. Schreeuwen, hoefgetrappel. De geluiden kwamen van over de richel. Ik hoefde niet te zien om te weten wat er aan de hand was. Die mannen, de rovers waren terug.
Paniek schoot door mijn lichaam. Raven en Arras! Ze stonden daar nog boven!
Als een gek begon ik tegen de ingestortte rotsformatie op te klimmen. Mijn voeten slipten weg over het afgebrokkelde gesteente en mijn armen schraapten zich open. Hijgend reikte ik naar de top. Ik verlamde bij het zicht voor me. De ruiters, twaalf mannen in witte gewaden, cirkelden om Raven en Arras. Zij waren hun prooien, en met twinkelende ogen vol leedvermaak sloten ze hen in.
Hun zwaarden hieven zich hoog in het zonlicht. Ze schreeuwden en lachten. Een spottende lach wetend dat zij nu heer en meester waren.
In een met angst gevulde stem kon ik Raven horen spreken. De mannen reageerden er nauwelijks op.
Mijn vingers krulden onbewust om het pistool heen en in een langzame beweging gleed de loop uit mijn riem. Mijn klamme hand wikkelde zich er strakker om heen.
Alsof ze de dreiging voelden draaide een van de mannen zich om. Zijn lichtgroene ogen die al even puur waren als de ogen van Arras en Raven richtten zich in de mijne. Zijn smalle lippen, omringd door een net getrimde snor, krulden om in een grijns. Angst greep me om het hart en trok de touwen strak. Het bloed pompte haastig door mijn aderen om mijn lichaam te dopen in adrenaline, maar het was alleen de angst die ik echt voelde.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Bij jou ook al de beoordeling omlaag? Bij mij is dat ook zo, bij allebei de verhalen :? Ik vraag me af wie er zo'n haat aan onze verhalen heeft dat hij/zij een 'zeer slecht' geeft....
Oosters? Aaah, ik word gek :P mijn fantasygeest gaat dadelijk knappen, oh no xD en dan ook nog een snor meegeven aan de eerste de beste elf die ze tegenkomen. Nu word ik helemaal gek! Aaaaah, elfen hebben nooit gezichtsbeharing xD f*cking with the mind, f*cking with the mind :P zie je nu wat je met me doet, haha^^ (oja, dit hoort er helemaal niet bij, maar aangezien jouw pbtjes het niet meer doen :gr: als Finnin halfdood is, lijkt me het toch dat hij een baard begint aan te groeien? Als we het daar nu toch over hebben, haha xD)
Ikkeh lees nog! Haha, had je vast niet gedacht he... :P
Ik zie Dan nu echt als zo'n terminator daar staan, zwarte leren jas die wappert in de wind, zonnebril op, haren die naar achteren wapperen ( weer door de wind). 'I'll be back' (grafstem)....
En haha, ik dacht echt dat Arrack Dan aan het negeren was^^ zo'n eigenwijs koppig beest, zo van: ik hoor je niet, ik hoor je niet :P
Oké, dat was mijn totale onzinnige bericht weer xD vind je hopelijk niet erg. O wacht, ik stop er wel even iets nuttigs in:
De ruiters, twaalf mannen in witte gewaden, cirkelde om Raven en Arras.

*kuch* N *kuch* :P
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
yael
Vulpen
Vulpen
Berichten: 490
Lid geworden op: 19 jun 2006 20:46
Locatie: utrecht

JodieJJ, ik ben zo lang niet op OV geweest dat ik dit allemaal helemaal gemist heb wat erg!!!!!!
Ik heb de afgelopen dagen stiekem alles gelezen. En ik hou van jou schrijf style. Stiekem ben ik een beetje (heel erg) jaloers op jou, dat jij zo schrijft. Eigenlijk hou ik niet zo van fantasie verhalen, maar jij trekt toch mijn aandacht en natuurlijk begin ik dan (vanzelfsprekend) te lezen.
De angst aankijken maar je niet bang voelen.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Saskia: Shit ww fout, en het ging net zo goed :( snik snik :P
Hahah I blew up your mind! Mijn elven zijn lekker mijn elven, ghehe. Hahah Dan als terminator , hmmm ziet jochie van viertien in veel te grote jas die stoer probeert te zijn *-) SPY KIDS!!!

Yael, Mijn mond viel even open toen ik zag dat jij reageerde :P Yael, + fantasie huh? dat klopt niet :P hahah
Me krijgt rode wangetjes van je compliment, maar snapt er ook geen bal van :S du bist een van mijn favo schrijvers hier! en een van mijn grote inspiratie bronnen, ( Oke niet op Fantasie gebied, dat is Saskia al xD )

Oke, ik wilde eerst een groter stukje schrijven, maar toen viel mijn concentratie weg xD Jij dat kan bij mij, en zo van boem pats, kabem en weg concentratie.
~*~
De rover seinde naar de man naast hem. Een met een jongere uitstraling dankzij zijn onbehaarde gezicht, en met zulke lichtbruine ogen dat ze bijna een gouden aanblik gaven. Ze straalden in contrast met zijn bruin getinte huid.
Ondanks het lawaai van stampende hoeven en schreeuwen, kon ik alleen het snijdende geluid van het zwaard, dat in een snelle beweging zijn schede verliet, horen. De zilveren wapens staken gevaarlijk in mijn richting. De mannen verlieten hun paarden om als een kat sluipend en vals lachend mijn richting op te lopen. Ik deinsde achteruit. Lage sissende geluiden klonken achter mijn voeten. Arrack, maar hij zou me niet beschermen. Hij was niets meer dan een kleuter, weg deinzend achter zijn ouder en krijsend van angst. Ik moest hem beschermen, hoe onlogisch dat ook leek.
De draak zijn lange gestalte of kille geluiden, leken de mannen niets te doen. De grijnzen bleven hun lippen bespelen en hun ogen straalden van vermaak.
Mijn vinger trilde tegen de trekker. Nog steeds wees de loop naar de aarde. Kenden deze mensen wapens als geweren? Mijn ogen gleden over de kromzwaarden. Geweren bestonden hier niet. Ze kenden er de kracht niet van, het dodelijke schot. Ik kon ze niet wegdreigen.
Ijskoud bloed stroomde mijn vingertoppen in. Langzaam hief ik het pistool omhoog, ergens gericht op het lichaam van de voorste man. Al mijn trainingen leken nu vervlogen te zijn. Het was alsof ik voor het eerst weer een wapen vasthield.
“Laat ons met rust.” Het was zinloos om woorden te spreken die voor hen als wartaal klonken, als ik nieteens mijn tonatie dreigend kon maken. Mijn onzekere klanken, gaven hen alleen maar een extra zetje om dichterbij te stappen en de zwaarden hoger te heffen.
De man met de baard en de oplichtende groene ogen, ging voorop. Vreemde woorden verlieten melodieus zijn lippen. Het waren niet de geharde klanken die ik had verwacht. Dit klonk meer als een gladde Fransman, ik verstond er al even veel van.
De man zette nog een stap dichterbij, mijn hand trok zich strakker om het handvat.
“Ga weg.” Hoe goed ik het ook probeerde, mijn stem leek maar geen kracht te kunnen doorspelen.
Ik nodigde de rover alleen maar uit om dichterbij te komen, om de punt van zijn zwaard naar mijn hals te richten.
Mijn ogen knepen strak dicht. Mijn woorden hadden de kracht niet, maar misschien dit wel.
Ik hief het geweer naar de blauwe hemel boven ons. Met veel meer kracht dan nodig was, kneep mijn hand samen. Een schot sneed oorverdovend door de lucht en brak ieder geluid wat nog over de vlakte te horen was.
Als een schok gleed het geluid door mijn lijf. Langzaam opende ik mijn ogen, om viertien paar angstig naar mij te zien kijken. De twee mannen voor me waren volledig in hun passen verlamd en als ijsbeelden keken ze naar het pistool in mijn geheven hand. Mijn zekerheid kwam terug met de blik die ik in hun ogen zag. De stilte was verlopen, schreeuwen galmde over de vlakte, maar voor mij was het niets meer dan een achtergrond deuntje. Mijn geweer richtte zich naar de voorste man. Van onder mijn wenkbrauwen keek ik de man fel aan.
“Ga weg.” Zelfs de kracht was weer teruggekeerd in mijn stem.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Grmbl, ik ga niet meer reageren op jou :gr: zomaar mij expres gek maken :( en dan nog een onbehaarde elf ernaast zetten als hint van, kijk, zo kan het ook, maar dat doe ik lekker niet, hehe :P
Hm, dan ben ik wel weer vereerd dat ik een inspiratiebron voor fantasy voor je ben^^ misschien dat ik toch maar blijf reageren, ik denk er nog even over na. Haha, tegen de tijd dat jij weer eens het volgende stukje post, ben ik het allang weer vergeten, je bent SLOOOOM! haha xD
Arrack is nog steeds erg leuk :D verder zeg ik nikks over je verradersverhaal :gr:
grmmblgrbml, behaarde elven, dat kan toch niet, grmblgrmld
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Requiem
Balpen
Balpen
Berichten: 256
Lid geworden op: 10 mei 2011 19:50

Arme Saskia, behaarde elven. Dat moet wel héél erg voor je zijn. xD Kan je er nog meeleven?

Oké, in eerste instantie vond ik het niet leuk om te lezen maar nu wel, ik moest gewoon in begin er even doorheen vechten.

Dus; weiter. ;d
I got a jar of dirt, I got a jar of dirt, and guess what's inside it!
- Jack Sparrow
Gesloten

Terug naar “De Poort Naar De Andere Wereld”