Drakenleven

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
Plaats reactie
annelotte
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 15 mar 2011 15:13

Ik had zin om een nieuw verhaal te schrijven, en toen dacht ik: fantasy :D
Dus, dit is de proloog.
Drakenleven

Proloog
De wereld ligt voor me open, maar wat heb ik daaraan? Het is met me gedaan, hier in deze drakenring. De wereld heeft me hierin gestopt, met de woorden: Help ons! Hoe moet ik ze helpen? Waarom moet precies ik ze helpen? En hoe kom ik hieruit? Ik knijp het heft van mijn zwaard nog steviger vasten haal nog een uit naar de draak die voor mijn neus staat. Ik kan nauwelijks meer staan, net al de draak. Ze zeiden dat dit de laatste test was voor mijn taak, welke taak? Waarom is iedereen zo onduidelijk? Ik haal nog eens uit naar de draak voor mijn neus. Ik raak hem dit maal wel, gelukkig. Ik kan bijna niet meer. Ik merk dat de draak langzamerhand opgeeft, sterker nog, ik voel het. Ik voel de gevoelens van de draak. Dat voel ik al sinds ik hier in deze ring sta. De draak valt voor mijn neus om, hij leeft nog wel. Hij is stervende. Ik kan dit maar beter meteen afmaken, alleen kan ik geen stap meer verzetten. Ik probeer het toch. Terwijl ik langzaam naar de draak toe kruip, kijk ik in zijn ogen en zie zijn verdriet. Toch steek ik het zwaard dat ik stevig vast had in de draak, waarna deze zijn ogen sluit. Ik zie nog net de glimp van pijn in zijn ogen, en ik voel het ook.
Laatst gewijzigd door annelotte op 09 mei 2011 20:27, 1 keer totaal gewijzigd.
Spreken is zilver, schrijven is goud
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Heeej, jeeh een verhaal over draken :D me loves draken hahah :P

ben heel nieuwsgierig naar de rest van je verhaal.
Ik werd meteen goed met de emoties meegetrokken van je hoofdpersoon, maar daardoor viel je gevecht wel weg.
Ik heb bij het gevecht nu het beeld voor me dat de draak als een sukkeltje stil staat en dat de HP af en toe een keer zwaait met het zwaard. Van mij had het gevecht wat iutgebreider gemogen, wat meer emoties over het gevecht erin en wat meer spanning :)

Verder ben ik heeeel nieuwsgierig wat je er nog mee gaat doen :P
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
annelotte
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 15 mar 2011 15:13

Oke, bedank voor de tip, misschien ga ik het later nog wel uitwerken.
Ik ben zelf ook benieuwd naar wat ik er verder mee ga doen, want ik heb eigenlijk alleen nog maar een vage lijn in mijn hoofd :P
Spreken is zilver, schrijven is goud
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Komt vanzelf vaak wel goed ;) ik heb vaak als ik even aan het schrijven ben en dan bespreek ik mijn verhaallijn is met iemand en dan is het ineens poef, en weet ik de hele verhaal lijn xD heheh :P
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ghehe, ik hou van mensen die, als ze een nieuw verhaal willen schrijven, denken: fantasy :D ik probeer mensen over te halen naar dit genre en ik ben altijd blij als mensen het gaan proberen. Dus dat is al super^^
Ook ik houd van draken, en ben ontzettend benieuwd wat je ermee gaat dien. Zo te lezen jij ook, maar zoals Jodie al zei, na een tijdje komt het vanzelf. Misschien moet je een middagje brainstormen, dat wil ook nog wel eens helpen, maar meestal ontvouwt een verhaal zich uit zichzelf. Nadeel is wel dat dingen dan niet kunnen gaan kloppen.
Zoals Jodie al zei, je gevecht komt heel statisch over. Het is maar een proloog, maar je kunt het verdiepen door er meer beschrijvingen in te stoppen. Hoe ziet de draak eruit, heeft hij lange, puntige tanden of worden die verborgen, welke kleur heeft hij, heeft hij stekels op zijn rug, etc.
Gevechten zijn heel moeilijk om te schrijven, omdat je er spanning in wilt houden, maar er toch voldoende informatie in wilt stoppen, maar ook niet teveel want dan raak je het overzicht kwijt. Maar zoals alles, als je erin oefent, wordt je beter =)
Oja, nog een vraag wat jouw tekst in me oproept: zijn er mensen bij die het gevecht zien? Die mogen dan ook beschreven worden, in ieder geval een geluid ;)
De gedachten van je hoofdpersoon zijn heel goed beschreven, er zijn genoeg mensen die dat een beetje vergeten. Dat is dus super :D
Veel succes met verder schrijven!
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
annelotte
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 15 mar 2011 15:13

Dankjewel voor jullie reacties.
Ik heb de draak nu beschreven en het gevecht achteraf nog een beetje geprobeerd uit te werken in dit nieuwe stuk.
Hoofdstuk 1:
Een andere wereld
Nog één keer kijk ik naar de gele draak die voor mij ligt. Vaag hoor ik nog het geluid van voetstappen die dichterbij komen en vervolgens wordt alles zwart. Alleen is dit niet een normale bewusteloosheid. Ik zie het hele gevecht terug uit de ogen van de draak. Ik zie hoe ik mezelf sla als het ware, ik voel de emoties van de draak, maar niet de pijn. Ik zie hoe ik, nadat ik ongeveer twintig keer op de draak heb ingehakt, op mijn knieën val. Ik zie voel hoe de draak in het begin van het gevecht nog vlak boven de grond vlieg, maar toch wordt ik geraakt door het zwaard van mezelf, waardoor hij niet meer kan vliegen. Ik voel hoe de draak langzaam zijn hoop laat varen. En als het gevecht afgelopen is, wordt alles echt helemaal zwart.

‘Wordt wakker!’ hoor ik ergens in de verte roepen.
‘Wordt wakker, kom op!’ hoor ik nog een keer, deze keer is het een andere stem. Voorzichtig probeer ik mijn ogen open te doen.
‘Kijk, ze leeft nog. Hé Ago, kijk dan.’ hoor ik al van dichtbij.
‘Rustig Nikai. Ik kijk al hoor.’ hoor ik de andere stem zeggen. Ik probeer nogmaals mijn ogen open te doen. Dit maal kan ik heel vaag iets zien, ik lig nog steeds op de grond in de drakenring.
‘Gaat het?’ vraagt de stem van Ago. Ik wil ja zeggen, maar het lukt niet. Mijn ogen heb ik nu helemaal open. Ik zie de grauwe lucht. Ik wil gaan zitten, maar het lukt nog niet helemaal.
‘Rustig maar. Blijf nog maar even liggen.’ hoor ik de stem van Ago weer zeggen. Toch wil ik gaan zitten, dit keer heb ik meer succes. Ik blijf zelfs vijf seconden zitten voordat ik weer op de grond val. Ik probeer nog eens te gaan zitten, dit maal wordt ik door een arm ondersteunt.
‘Als jij wilt gaan zitten, moet je dat doen.’ hoor ik Ago weer zeggen. Dit keer zie ik dat er een man met lang blond haar en groene ogen naast me zit en mijn rug ondersteunt. Als ik om me heen kijk zie ik de grote gele draak voor mijn neus liggen. Er ligt allemaal bloed om hem heen. Hij is best wel mooi. Hij heeft grote grijze stekels op zijn rug. Het zijn er zes, als ik het goed zie. De diepe paarse ogen die hij nu gesloten heeft, staan nog in mijn geheugen gegrift. Ik kijk naar zijn grote klauwen, waar plassen bloed omheen liggen. Zijn bloed, en een beetje van mij. Ik heb een diepe snee in mijn linkerbeen en mijn armen zitten onder de schrammen. Ik kijk naar het zwaard dat rechtop in de draak staat. Er staat nog iemand in de drakenring. Dat is vast Nikai. Hij heeft kort bruin haar en diepe donkerblauwe ogen. Hij loopt naar de draak toe en bestudeerd het zwaard dat ik erin gestoken heb. Beide mannen hebben zeggen niks, dus besluit ik al mijn vragen op ze af te vuren. Met welke zal ik beginnen? Ik heb er zoveel. Dan begin ik maar met de belangrijkste.
‘Wat is de belangrijke taak die ik moet vervullen?’ vraag ik. Mijn stem klinkt nog een beetje rauw.
‘Niet nu en niet hier.’ zegt Ago, die naast me zit. Ik kijk naar de lege drakenring, hij was het hele gevecht leeg en nu nog steeds. Het enigste geluid op dit moment is van Nikai die het zwaard uit de draak trekt. Hij loopt naar ons toe.
‘Hier, hou vast.’ zegt hij op een strenge toon tegen me. Ik pak het zwaard aan. Op het moment dat ik het zwaard vastpak, gloeit hij paars op. Ik kijk er met grote verbazing naar.
‘Vanaf nu is dit jou zwaard.’ zegt Nikai, nu op een wat vriendelijkere toon.
‘Kun je al staan?’ vraagt Ago aan me. Hij ondersteunt me ondertussen al niet meer. Hij zit alleen nog maar naast me, maar nu staat hij op. Hij strekt zijn hand uit om me omhoog te trekken. Ik pak zijn hand en hijs mezelf eraan op. Nu ik sta, voel ik een vreselijke steek in mijn been. Eigenlijk voel ik nu pas de pijn.
‘Kom mee. Je moet hier weg.’ zegt Nikai tegen me. Ik volg hem zwijgend, maar ik steun op Ago. Ik kan niet goed lopen met die snee in mijn been. Langzaam hinkel ik de drakenring uit. Nog een keer kijk ik om naar de dode draak die we achter ons laten liggen.
‘Wat gaat er met die draak gebeuren?’ vraag ik aan Ago, die me ondersteunt.
‘Niet hier.’ antwoord hij rustig. We lopen de drakenring uit door een hoge poort. We komen uit op een groot grasveld. Om het grasveld heen staan bomen. Er is een groot bos om de drakenring heen. In de verte, aan de andere kant van het grote grasveld, zie ik vaag een houten hutje staan.
‘Daar moeten we heen. Red je dat?’ vraagt Nikai haastig aan me.
‘Ik denk het wel.’ antwoord ik moeizaam.
‘Als het niet lukt, dan draag ik je wel.’ zegt Ago met glimlach. En ik strompel het grasveld op. Het is nog best wel een eindje, maar ik weet dat ik het grasveld over kan steken.
‘Hoeveel tijd denk je dat we maximaal hebben om het grasveld over te steken?’ vraagt Nikai aan Ago.
‘Een half uur. En zeker niet meer. Anders zien ze ons.’ antwoord Ago ernstig.
‘Wie zien ons?’ vraagt ik.
‘Niet hier, zo meteen.’ antwoord Ago weer op een rustige toon. ‘We moeten opschieten. Vind je het erg als ik je draag, dan gaat het sneller.’ vraagt hij erachteraan.
‘Ik kan lopen hoor, maar als we maar een half uur hebben…’ antwoord ik.
‘Oké, dan draag ik je. Dat gaat veel sneller dan dit.’ zegt Ago op nog steeds dezelfde rustige toon. ‘Denk je dat je op mijn rug kan springen?’ vraagt hij.
‘Ja hoor.’ antwoord ik. En Ago laat me los en gaat voor me staan. ik spring op zijn rug en hij begint meteen te rennen, net al Nikai. Ze rennen echt snel, ondanks dat Ago mij op zijn rug heeft. Eigenlijk vind ik dit beter dan lopen, of beter gezegd strompelen. En dit doet ook minder pijn aan mijn been. Opeens stopt Ago met rennen. Ik hoor Nikai zijn zwaard uit zijn schede trekken.
‘Wacht!’ zegt Ago en hij zet me op de grond. ‘Ga zitten.’ beveelt hij me. Ik ga zitten en zie dat ook hij zijn zwaard uit zijn schede trekt. Ik hoor de slagen van beide zwaarden, maar waar tegenaan? Beide mannen zeggen niks. Vaag zie ik de groep schimmen waar ze tegen vechten, zei schreeuwen wel. Langzaam wordt de groep kleiner en als hij uiteindelijk verdwenen is, komt Ago meteen naar me toe. ‘Spring achterop mijn rug. Snel! We moeten hier nu meteen weg.’ zegt hij gehaast terwijl hij, net als Nikai, zijn zwaard weer in zijn schede stopt. Ik sta zo snel ik kan op en spring op zijn rug. Zodra ik op Ago’s rug zit, beginnen beide mannen nog harder te rennen. We zijn al over de helft van het grasveld. Ik zie het gras onder me voorbij razen. Hoe kun je zo hard rennen? En waar ben ik eigenlijk? Allemaal vragen voor straks, als ik eindelijk dingen mag vragen. Ondertussen zijn we bij het houten hutje aangekomen. Het ziet er krakkemikkig uit. Ik wordt door Ago op de grond gezet. Nikai heeft de deur al open gedaan.
‘Kom mee naar binnen. Snel!’ zegt Ago tegen me.
Laatst gewijzigd door annelotte op 09 mei 2011 20:26, 2 keer totaal gewijzigd.
Spreken is zilver, schrijven is goud
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ahh, goed zo, ik heb nu al een veel beter beeld van de draak :D

Ik heb wel een paar puntjes die je zou verbeteren, waardoor je verhaal nog beter wordt!

Wat ik een beetje mis is het verband tussen Ago, Nikai en de hoofdpersoon. Hoe kent hij/zij die twee mannen, of zijn ze helemaal onbekend? Als dat laatste zo is, moet je dat ook nog even terug laten komen, zodat de lezer dat weet. Uit ervaring weet ik dat je als schrijver zulke kleine dingetjes gewoon vergeet omdat ze zo duidelijk zijn. Het kan ook zijn dat je gepland had om het later terug te laten komen, in dat geval heb ik niks gezegd :angel

Deze fout maak je vaker:
Dit keer zie ik dat er een man met lang blond haar en groene ogen naast me zit en mijn rug ondersteund.
Ondersteund moet ondersteunt zijn. Hij ondersteunt, dat is stam+t. Voor de rest doe je de grammatica heel goed, alleen dat foutje komt telkens terug.

Ik heb nu helemaal geen beeld van de drakenring. Aangezien dat niet iets is wat je heel vaak tegenkomt, zou het fijner zijn als je het zou beschrijven. Bijv. dat de donkere aarde is aangestampt door de vele mensen die hier al hebben gevochten, dat er houten palen in het zand staan die samen een cirkel vormen, dat er tribunes zijn voor de mensen die het gevecht willen zien. Ik noem maar een paar dingen ;)

Het gevecht tegen de schimmen is nu heel erg vaag beschreven. Het komt net zo snel voorbij als dat Ago vanuit de drakenring het grasveld oploopt, terwijl het toch wel een stuk belangrijker is. Probeer de bewegingen van de mannen te beschrijven, beschrijf de schimmen, want nu heb ik daar ook geen duidelijk beeld van. Stel jezelf voor dat jij degene bent die kijkt naar een gevecht tussen twee mannen en een stel schimmen, wat zou je dan zien? Het is wel veel moeilijker om een gevecht van buitenaf te beschrijven dan dat je er zelf meedoet, maar als je het probeert, zal het je verhaal enorm verbeteren!
Een paar voorbeelden die je erin kunt zetten: wat hebben de schimmen vast voor wapens, hoe ontwijken en blokkeren de mannen de aanvallen van de schimmen, hoe worden de schimmen gedood.
Het is al goed genoeg om een paar acties uitgebreid te beschrijven, daardoor krijg je al een goed beeld.

Je beschrijft wel heel goed hoe de hoofdpersoon denkt en wat hij/zij doet qua acties. DAt is heel goed :D

Veel succes met verder schrijven!
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
annelotte
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 15 mar 2011 15:13

Bedank voor je reactie, ik heb het gevecht tussen de schimmen en Ago en Nikai nu herschreven. Is dit beter?

Opeens stopt Ago met rennen. Ik hoor Nikai zijn zwaard uit zijn schede trekken.
‘Wacht!’ zegt Ago en hij zet me op de grond. ‘Ga zitten.’ beveelt hij me. Ik ga zitten en zie dat ook hij zijn zwaard uit zijn schede trekt. Ik hoor de slagen van beide zwaarden, maar waar tegenaan? Beide mannen zeggen niks. Vaag zie ik de groep schimmen waar ze tegen vechten, zei schreeuwen wel. Ik hoor ook het geluid van zwaarden. Van sommige schimmen kan ik het hoofd onderscheiden, ze hebben lange puntige hoofden. Ook hebben ze korte jurkachtige kleding aan. Voor zover ik het kan zien, zitten er allemaal gaten in de kleding. Langzaam wordt de groep schimmen kleiner. Het geluid van zwaarden blijft hetzelfde. Ik zie Ago en Nikai naar voor het eerst naar elkaar schreeuwen.
‘Pak jij de leider?’ hoor ik Nikai naar Ago schreeuwen.
‘Ja.’ hoor ik Ago terugschreeuwen. ‘Als jij me rugdekking geeft.’ En Ago rent naar een schim toe. Ik zie dat de groep schimmen waar Nikai tegen vecht steeds kleiner wordt. De schim waar Ago tegen vecht, vecht terug met iets anders dan een zwaard. Ik zie allemaal lichtflitsen. Een paar keer zie ik Ago vallen en weer opstaan, maar uiteindelijk wordt de schim verslagen. De groep waar Nikai tegen vecht is nu bijna weg. En als hij uiteindelijk verdwenen is, komt Ago meteen naar me toe. ‘Spring achterop mijn rug. Snel! We moeten hier nu meteen weg.’ zegt hij gehaast terwijl hij, net als Nikai, zijn zwaard weer in zijn schede stopt.

@Saskjezwaard: Het verband tussen de hoofdpersoon, Nikai en Ago komt later terug.
Sorry als ik fouten in de werkwoord spelling blijf maken, want dat is echt mijn big fail op het gebied van Nederlands :angel
En hier een nieuw stukje:

‘Kom mee naar binnen. Snel!’ zegt Ago tegen me en ik wordt mee naar binnen getrokken. Binnen in het huisje, liggen een paar omgevallen houten stoelen. Ook staat er een door midden gebroken tafel. Nikai schuift een kleed, dat op de grond ligt, aan de kant. Er komt een luik tevoorschijn. Hij doet het luik open.
‘Hierin.’ zegt hij. Terwijl hij naar het gat in de grond wijst. Hij springt er zelf meteen in.
‘Als je in het gat springt, dan kan Nikai je opvangen.’ zegt Ago haastig tegen me. Ik strompel naar het gat toe en spring erin. Het is best wel een eindje naar beneden, voor ik door Nikai opgevangen wordt.
‘Ga zitten.’ zegt hij tegen me, terwijl hij naar een houten stoel wijst. Ik strompel naar de stoel en hoor hoe Ago van een andere kant dan waar het gat in de grond zat, aan komt lopen.
‘Dat is snel. Heb je het luik dichtgedaan en het kleed er weer overheen gelegd?’ vraag Nikai aan hem.
‘Ja, alles is zoals het was.’ antwoord hij. Ondertussen heb ik mezelf op de stoel gehesen. Er komt nog steeds bloed uit de diepe snee op mijn been, dus pak ik nog een stoel om hem op te leggen. Als ik om me heen kijk, zie ik de gang waar Ago vandaan kwam. Naast de stoel waar ik op zit, staan nog vijf van dezelfde houten stoelen. Ook staat er een tafel, deze is wel heel. Er hangen wat landkaarten aan de muur en er staat een kaars op tafel. Nikai en Ago komen naar me toe gelopen. Ago steekt de kaars aan, terwijl Nikai uit een buidel, die om zijn middel hangt, een soort fles haalt. Nadat hij er wat uit gedronken heeft, geeft hij de fles aan mij.
‘Drink maar wat. Er zit water in.’ zegt hij tegen me. Ik drink wat water uit fles. En geef hem terug aan Nikai die naast me is gaan zitten.
‘Is het goed als ik eerst je been even verbind?’ vraagt hij aan me.
‘Ja natuurlijk, alles beter dan dit.’ antwoord ik. Ago staat ondertussen de landkaarten aan de muur te bestuderen. Nikai laat wat water uit de fles over de snee stromen, zodat de wond schoon is en pakt vervolgens een witte lap uit een andere buidel, waarmee hij de wond verbind. Als ik mijn mond open wil doen om mijn vragen op hen af te vuren, begint Ago al te praten.
‘Er is weinig tijd voor vragen, dus wij vertellen je alleen het meest belangrijke.’ begint hij. ‘Het enigste wat we weten is waarom je hier bent en waarom je die draak moest doden.’
Laatst gewijzigd door annelotte op 05 mei 2011 17:59, 1 keer totaal gewijzigd.
Spreken is zilver, schrijven is goud
annelotte
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 15 mar 2011 15:13

‘Oké, vertel. Ik wil zoveel mogelijk weten.’ antwoord ik.
En Ago begint zijn verhaal: ‘Altijd al woonden er mensen in Arlona, de grond was vruchtbaar, er was voedsel en water in overvloed, de mensen hadden niks te klagen. Tot de draken kwamen, zij vernietigden alles, ook de mensen. Er was één vrouw die wist te vluchten, haar naam was Lorena. Eerst wilde ze zelf alle draken vernietigen, uit wraak voor wat hun volk was aangedaan, maar ze kwam erachter dat de draken te sterk waren om in je eentje te verslaan. Ook kon ze niet tegen het verdriet dat de draken voelden voor hun dood. Ze kon namelijk de gevoelens van de draken voelen. Daarom ging ze naar de omringende landen om krijgers te verzamelen en te trainen. Ze leerde de krijgers om de gevoelens van de draken te voelen, zodat ze wisten in wat voor stadium de draak was tijdens het gevecht. Alleen was dit extra wapen slechts voor weinig krijgers aangelegd. Hierdoor werd de groep krijgers steeds kleiner en door de gevechten met de draken werd de groep nog kleiner. Uiteindelijk, na tien jaar, bleef Lorena in haar eentje over. Ze had toen meer dan de helft van alle draken vernietigd. Ze kwam kort daarna om in een gevecht tegen een draak. Na enkele tientallen jaren, kwam er een nomadenvolk die dit verhaal gehoord had. Zij leerden samen te leven met de draken. Alleen de draken waar ze niet mee samen konden leven vingen ze en sloten ze op in de bergen. Ze bouwden een drakenring waarin ze mensen konden laten vechten met deze draken. Er was alleen één draak die ze nooit konden vangen; de draak die Lorena gedood heeft. Ze geloofden dat de ziel van Lorena hen zou beschermen tegen de draken en er ook voor zorgde dat deze draak niet dood kon. Ook geloofden ze dat er ooit een uitverkorene zal komen die deze draak zal doden. Nu, duizenden jaren later, wonen er geen nomaden meer in Arlona. De nomaden zijn ook weggejaagd door de draken. Er kwamen namelijk teveel draken. Wij, ik en Nikai afstammelingen van de nomaden, zijn de enigste inwoners van Arlona, om uit te kijken naar de uitverkorene. Deze zal ooit op een dag komen om Arlona te bevrijden van de draken zodat de mensen hier weer in alle rust en stilte kunnen leven. De ziel van Lorena zal hem of haar hierbij helpen. Zodra de uitverkorene arriveert zal hij of zij gelijk in de drakenring staan en de draak die Lorena gedood heeft verslaan. Als dit gebeurd, moeten wij de uitverkorene zijn taak vertellen en hem of haar steunen in het vervullen van zijn taak.’ eindigt Ago zijn verhaal.
‘Dus ik ben de uitverkorene?’ vraag ik onzeker.
‘Ja. En jij moet Arlona bevrijden van de draken. Jij hebt de ziel van Lorena bij je. En jij hebt net de draak gedood die Lorena gedood heeft.’ zegt Nikai op een vaste toon.
‘Dus de ziel van Lorena heeft ervoor gezorgd dat ik de gevoelens van die draak kon voelen en hier gekomen ben. Ik ben nog nooit hier geweest!’ roep ik uit.
‘Dat klopt. De uitverkorene zou uit een andere wereld hiernaartoe komen en daar zou de ziel van Lorena voor zorgen.’ zegt Nikai.
‘Ik was op vakantie in Frankrijk met mijn moeder. Hoe kan ik dan opeens hier zijn gekomen?’ vraag ik.
‘Dat kan alleen als je op de juiste plaats bent en aan de juiste dingen denkt. Waar was je en waar dacht je aan voordat je opeens hier was?’ vraag Ago.
‘Ik was in slaap gevallen bij een kasteel in Frankrijk. Mijn moeder wilde gaan lunchen op een grasveld en toen ben ik in slaap gevallen. Vlak daarvoor was ik aan het fantaseren over draken.’ antwoord ik.
‘Oké, dat verklaard de gedachte, maar niet de plaats.’ zegt Ago bedenkelijk.
‘Jawel, er was een gerucht, ook al in de tijd dat Lorena dood was, dat zij een kasteel bezat in de andere wereld.’ valt Nikai hem in de rede.
‘Dan heb ik nog één vraag aan je.’ zegt Ago bedenkelijk.
‘Vraag maar.’ antwoord ik.
‘Wat is je naam?’ vraagt hij.
En terwijl ik antwoord zie ik zijn ogen groot van verbazing worden. ‘Mijn naam is Lorena.’
Spreken is zilver, schrijven is goud
annelotte
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 15 mar 2011 15:13

Hoofdstuk 2:
Lorena
‘Dat kan niet!’ roept Ago uit. Ik zie dat Nikai ook grote ogen van verbazing opzet.
‘Waarom kan dat niet?’ vraag ik geschrokken.
‘Dat is haar naam. Dat kan niet.’ zegt Nikai nu met een fluisterstem.
‘Waarom kan ik geen Lorena heten?’ vraag ik nog steeds geschrokken. ‘Zo heet ik al mijn hele leven. Ik ben nu zestien, dus al zestien jaar.’
‘Ik dacht dat het een fabeltje was.’ zegt Ago nu weer. Waarom doen ze zo geheimzinnig.
‘Wat is er nou zo raar aan mijn naam. Ja, hij is hetzelfde als die Lorena die al die krijgers ging verzamelen, maar daarom is mijn naam toch niet zo heel raar?’ vraag ik Ago en Nikai.
‘Je snapt het niet. De nomaden geloofden dat de ziel van Lorena de uitverkorene bij zijn of haar geboorte meteen zou uitkiezen en deze daarom ook haar naam zou krijgen. Wij dachten eigenlijk dat dat een fabeltje was, maar het is dus echt waar. Dit bewijst dat de ziel van Lorena nog steeds bestaat en dus echt bij jou is en je zal helpen met het voltooien van jou taak.’ legt Ago me nu rustig uit.
‘Oké, nu snap ik het. Dan heb ik nog één vraag aan jullie.’ zeg ik tegen hem.
‘Vraag maar, maar daarna moeten we hier meteen weg. Zolang je niet bij je schuilplaats bent, ben je niet veilig.’ zegt Ago nu wat gehaast.
‘Wat waren dat voor wezens, die we tegenkwamen halverwege de grasvlakte?’ vraag ik hem.
‘Dat waren aardmannen. Zij zijn onze, maar ook jou vijanden. Aardmannen zijn een soort grote trollen, zeer onverzorgd, lopen in vodden, grote flaporen, grote ronde glazige ogen, ze zijn gewoon lelijk en heel erg dom. Ze steunen de draken en geven alle informatie aan ze door in ruil voor voedsel. Daarom moesten alle aardmannen dood, omdat de draken anders weten dat de uitverkorene gearriveerd is.’ legt Ago aan me uit. ‘Bovendien vielen de aardmannen ons aan en als we ons niet verweerden waren we ten dode opgeschreven. Aardmannen zijn nogal ruige wezens.’
‘Oké, maar waar moet ik dan nu naartoe?’ vraag ik aan de twee mannen. Ze zitten me allebei al het hele gesprek gefascineerd aan te kijken. Dat vind ik nu toch wel een beetje irritant worden.
‘Dit is een heel gangenstelsel. Je ziet de gang waar Ago net door naar binnen kwam, daar gaan we zo doorheen en dan moeten we een geheime gang naar links nemen. Dan komen we uit in een andere kamer waar drie gangen op aansluiten, waarvan we de meest rechtse gang nemen. Dan komen we in een andere kamer, met vijf gangen. Hierbij nemen we de meest rechtse en dan komen we uit in een hele dikke uitgeholde boom. Daar is een kamer voor jou. Hier zit al honderden jaren een kamer voor de uitverkorene, met alles wat je nodig hebt. Van wapens tot kleding. En natuurlijk staat er een bed. Bovendien hangt er een kaart van het gangenstelsel, zodat je de weg kunt vinden.’ zegt Nikai gespannen. ‘Zullen we nu dan maar gaan?’ voegt hij eraan toe.
‘Ja, natuurlijk.’ antwoord ik en zet mijn verbonden been op de grond en probeer op te staan. Met wat hulp van Nikai lukt dat ook.
‘Kom maar, dan ondersteun ik je wel even. Dat been moet nu nog even zo min mogelijk belast worden. Over een paar dagen zal het wel beter gaan.’ zegt hij rustig tegen me. Terwijl ik een arm om zijn schouder leg, lopen we achter Ago aan, nadat deze de kaars uitgeblazen heeft. De gangen waar we doorheen lopen zijn lang, donker en muf. In de twee kamers waar we doorheen lopen, kan ik vaag een paar stoelen en een tafel zien staan. En ook hangen er in beide kamers landkaarten. Aan het einde van de laatste gang waar we doorheen lopen is een rijk versierde houten deur. Als we voor de deur staan, laat Nikai me los en haalt een zilveren sleutel uit zijn zak.
‘Alsjeblieft, maak de deur maar open.’ zegt hij vriendelijk tegen me terwijl ik de mooie zilveren sleutel in het slot van de deur en de deur open maak. Als de deur open gaat, sta ik in een ruime ronde kamer. Er staat een groot bed aan de linkerkant van de kamer. Op de vier palen die het bed omhoog houden staan op alle vier een mooie draak. Aan de rechterkant van de kamer staat een slijpsteen, een spiegel, er hangt een bijl en wat zwaarden en in het midden staat een houder voor een zwaard met daarnaast een rijk versierd schil met een draak erop. Die houder zal wel voor het zwaard zijn dat aan mijn broek hangt. Links naast de deur staat een grote ronde kast, ook versierd met draken. Volgens mij is dat een kledingkast. Rechts naast de deur staat een tafel met een kam en een spiegel. En in het midden van de ronde kamer staat een tafel met vijf stoelen, met op de tafel fruit, water en landkaarten. Aan de muren hangen ook landkaarten, waaronder een kaart van het gangenstelsel, ook zijn er een aantal draken uit de muur gegraveerd. Ook hangt er een portret van een vrouw aan de muur. Dit is waarschijn Lorena. Ze heeft lang bruin haar en groene ogen. Als ik omhoog kijk zie ik een versierd plafond. Ook hierin zijn draken gegraveerd.
‘Wauw!’ is mijn eerste reactie als ik de kamer in kijk.
‘Het is inderdaad een mooie kamer en ook functioneel, maar ga eerst maar slapen. Je hebt je rust nodig.’ zegt Nikai die achter me staat.
‘Oké, dan zie ik jullie morgen weer.’ zeg ik tegen Nikai en Ago. Nadat zij mij ook gedag gezegd hebben, doe ik de deur achter hen dicht en leg de zilveren sleutel op de tafel rechts naast de deur. Vervolgens plof ik op het bed neer. Terwijl ik na lig te denken over wat Ago en Nikai me net verteld hebben, voel ik hoe moe ik eigenlijk ben en val eigenlijk gelijk in slaap.

Er is een witte, dichte mist om me heen. Als ik heel goed kijk, kan ik vaag bomen zien. Ik ben waarschijnlijk in een bos. Als ik probeer me te concentreren op geluiden, hoor ik voetstappen die langzaam dichterbij komen. Langzaam komt uit de mist een vrouw tevoorschijn. Ze heeft lang bruin haar en groene ogen, net als op het portret dat aan de muur van mijn kamer hangt. De vrouw komt langzaam naar me toe gelopen en kijkt me diep in mijn ogen aan terwijl ze begint te praten.
‘Gegroet uitverkorene.’ zegt de vrouw.
‘Hallo. Wie bent u?’ vraag ik, terwijl ik het antwoord eigenlijk al weet.
‘Ik ben de ziel van Lorena. Ik kom je helpen met het vervullen van je taak.’ zegt de vrouw.
‘Hoe wilt u mij helpen? U bestaat niet eens.’ zeg ik tegen de vrouw.
‘Ik besta wel, alleen kun je mij niet zien. Ik kom je informatie geven en dit sieraad.’ zegt ze en ze steekt haar hand uit met daarin een zilveren ketting met een draak eraan. ‘Pak aan en doe om. Hiermee kan ik je ten alle tijden informatie influisteren. Bijvoorbeeld in een gevecht. Houd dit sieraad altijd bij je en doe het nooit meer af. Als het je de ketting wel af doet, dan wordt ons contact verbroken. Als je hem daarna weer omdoet, dan kunnen we wel weer contact met elkaar hebben, alleen kan dit een tijdje duren.’ Ik pak de ketting van haar aan en doe hem meteen om. Ik zal hem nooit meer af doen.
‘Alle informatie die je nodig hebt, is je al verteld. Het enigste dat je moet weten is dat er nog tien draken over zijn die jij moet doden. Om bij een draak te komen, moet je eerst zijn plaats bepalen en de weg naar hem toe is zwaar, met allerlei valkuilen en andere hindernissen. Meer kan ik niet vertellen, omdat je dat zelf uit moet zoeken.’ zegt de vrouw ernstig.
‘Oké, maar hoe kan ik dan de plaats van een draak bepalen?’ vraag ik aan de vrouw.
‘Dat zul je zelf moeten uitzoeken. Het enigste dat ik je hierover kan zeggen is dat je goed moet zoeken naar aanwijzingen.’ legt de vrouw uit. ‘Je moet nu verder uitrusten, maar kijk uit voor de vijanden. Ze zijn dichter bij je dan je zult denken en je hebt ze al ontmoet. Pas goed op voor ze, want je hebt ze nodig, ondanks dat ze je dood willen hebben.’ En de vrouw verdwijnt langzaam weer in de dichte mist.
‘Dichter bij dan ik denk, hoe dichtbij dan? En waarom heb ik ze nodig?’ roep ik haar nog na, maar ik krijg geen antwoord. Langzaam verdwijnt de mist en wordt alles weer donker.
Laatst gewijzigd door annelotte op 09 mei 2011 20:25, 1 keer totaal gewijzigd.
Spreken is zilver, schrijven is goud
annelotte
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 15 mar 2011 15:13

Jaaa, een nieuw stukje. Duurde wat langer als de rest, maar ik moest even een vervolg bedenken :P
Hoofdstuk 3:
Mijn familie
Als ik de volgende ochtend wakker wordt, lig ik vastgebonden in bed. Hoe kan dat? Ik had de deur op slot gedaan. Misschien heeft iemand anders ook een sleutel, maar de enigsten die weten dat ik hier ben zijn Nikai en Ago. Die zullen me toch niet vastgebonden hebben. Ik kan ook niets zien omdat ik geblinddoekt ben. Als ik mezelf probeer los te wurmen wordt ik op mijn gezicht geslagen door een ruwe, maar toch ook zachte hand.
‘Stil blijven liggen jij.’ zegt een vreemde stem. Hij klink heel helder en hoog. Volgens mij is hij van een vrouw. Als ik wat probeer te zeggen, voel ik een vreselijke pijnscheut in mijn keel waardoor er een soort gil naar buiten komt.
‘Ja, als ik jou was zou ik mijn mond maar houden.’ zegt de vrouwenstem op een minachtende toon. Ik besluit dat ik maar beter stil kan blijven liggen en mijn mond kan houden. Na een tijdje hoor ik een soort gerommel dat langzaam dichterbij komt.
‘Daar zal je hem eindelijk hebben.’ zegt de vrouwenstem verveeld. Ik hoor dat de persoon die naast mij stond ergens naar toe loopt.
‘Heb je lang moeten wachten?’ vraagt een andere, lagere stem. Deze stem zou van een man moeten zijn.
‘Ja. Ik ben hier al twee uur. Ze is net een half uurtje wakker en ze heeft ook ontdekt wat lactosine met je keel doet.’ hoor ik de vrouwenstem met een minachtend lachje zeggen.
‘Ze moet meteen weg, voordat die twee verraders het merken.’ zegt de mannenstem gehaast.
‘Ze hebben de afgelopen twee uur niets gemerkt, dus ik denk dat de terugweg ook zonder moeite verloopt.’ zegt de vrouwenstem nog steeds wat minachtend tegen de man.
‘Ja, maar stel dat ze nu al iets in de gaten hebben. We moeten zo snel mogelijk weg hier!’ zegt ze mannenstem streng tegen de vrouwenstem.
‘Is goed. Sluit jij zo meteen de tunnel weer?’ vraagt de vrouwenstem nu ook wat gehaast. Ik voel hoe ik ruw, maar behendig wordt opgetild en het gauw wat koeler wordt. We zullen nu dus wel in de tunnel zijn. Ik hoor hoe een luik wordt dichtgedaan en besef dat ik nu ontvoerd wordt. Ik probeer mezelf nog eens los te wurmen, maar het is tevergeefs.
‘Als je nou eens gewoon stil blijft liggen, dan gaat het makkelijker en sneller. Dit is voor je eigen bestwil.’ zegt de mannenstem op dezelfde gehaaste toon als daarnet. Ik luister naar de ademhaling van de man die nagenoeg hetzelfde blijft. Ik kan niet aan de ademhaling horen dat de man rent, alhoewel ik dat wel voel. Bij elke stap die de man zet voel ik een zachte bonk. En de bonken volgen snel achter elkaar. Achter me hoor ik de ademhaling van de vrouw. Bij deze hoor ik ook niet dat ze rent. Zijn dit eigenlijk wel mensen? Ik weet het niet. Ago en Nikai zeiden dat zij de enigste twee mensen waren in dit land. Hoe heette het ook alweer? Arlona. Dan zullen dit dus wel andere wezens zijn? Maar wat voor wezens? Misschien aardmannen, maar die hebben toch geen heldere stemmen en zachte handen? Bovendien willen die mij dood hebben, dus als dit aardmannen zijn, was ik allang al dood geweest. Het zijn dus andere wezens, maar wat voor wezens? En nemen ze mij nu mee om me te beschermen of om me juist te doden? Ik schrik op uit mijn overpeinzingen als we opeens stil staan. Ik hoor een deur open gaan en ik voel een warme lucht om me heen komen. De man begint weer te lopen en plotseling wordt ik op een stoel neer gezet. En de man begint zachtjes te praten: ‘Oké, ik doe zo meteen je blinddoek af. Niet schrikken. Je zult voor het eerst sinds jaren je familie weerzien.’
Spreken is zilver, schrijven is goud
annelotte
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 15 mar 2011 15:13

Een nieuw stukje :D
Reacties zijn welkom!

Als de blinddoek afgedaan wordt, moeten mijn ogen eerst even aan het licht wennen. Na eventjes gewacht te hebben, kan ik de kamer waar ik me in bevind bekijken. Het is een ronde ruimte, met een paar gekleurde houten kasten aan de zijkanten. In het midden bevind zich een ronde rode houten tafel, waar drie wezens omheen zitten. Alle drie de wezens zijn verschillend. Voordat ik alle wezens goed kan bestuderen begint de mannenstem weer te praten. Ik kan hem niet zien, omdat hij achter me staat. Net als de vrouw die met hem mee was.
‘Welkom thuis, Lorena.’ zegt de man. Hij zet een paar stappen naar voren, om de rest voor te stellen. Het is een vreemde man, hij heeft een lichte bruine huid, roze ogen, halflang bruin haar en puntige oren. Hij lijkt een beetje op een elf uit mijn sprookjesboeken. Hij doet zijn mond alweer open, maar ik onderbreek hem meteen.
‘Wat heeft dit te betekenen? Wie zijn jullie? Jullie zijn mijn familie helemaal niet, die leven in een andere wereld. En waarom zijn Nikai en Ago verraders?...’ Ik wil nog meer vragen maar ik wordt onderbroken door de man die ik voor elf aanzie.
‘Wij zijn jou familie wel, misschien niet in die andere wereld, maar wel in deze. Wij hebben je sinds je dood, de dood van Lorena, niet meer gezien. Je lijkt ook niet op haar, maar ze is in je. Dat kan ik zien aan die ketting.’ en hij wijst naar het kettinkje dat om mijn nek hangt. Ik snap er niks van, maar voordat ik verder kan vragen vervolgd de man zijn verhaal al.
‘Toen Lorena dood ging, zou ze pas terugkeren als ze de uitverkorene zou komen. Als de uitverkorene gekomen zou zijn, nu dus, zou deze in een droom kennismaken met Lorena en de ketting die jij om hebt van haar krijgen. Als de uitverkorene deze ketting om zijn nek doet, weten wij dat meteen.’ Hij laat zijn arm zien. Er zit een soort tatoo met dezelfde draak als het hangertje aan mijn ketting. ‘Als deze afdruk blauwe oplicht, voelen wij dit en betekend dat dat de uitverkorene zijn ketting om doet of af doet. ‘En toen dit vannacht gebeurde, wisten wij dat de uitverkorene gekomen was en dat Lorena terug is. We zagen ook dat jij je in het hol van de leeuw bevond. Bij die twee verraders. Ago en Nikai zijn hier inderdaad om jou informatie te geven, maar ook om informatie die jij hen geeft door te spelen naar de draken. Ze zijn een soort spionnen en daarom moest je daar zo snel mogelijk weg. Gelukkig klopt de informatie die ze je gegeven hebben, dat kan alleen ik zien. Ik kan mijn geest naar het verleden verplaatsen, maar dat zal ik straks uitleggen.’ Hij stopt even met zijn verhaal en draait zich naar me om. Hij kijkt me recht in mijn ogen aan en gaat verder.
‘Ik ben Regai, een boomelf. Ik kan mijn geest dus naar het verleden plaatsen en dan kan ik zien wat er op dat moment precies gebeurde. Dat kan ik niet alleen bij mezelf, maar bij iedereen. De rest zal zichzelf ook even voorstellen.’ zegt hij en hij wijst naar achteren.
Naar de vrouw die mee was mij weghalen, om het zo maar even te noemen. Ik kijk naar achteren, er staat een beeldschone lange vrouw met steil zwart haar. Ze heeft een lichte blanke huid en diepgroene ogen. Ze heeft normale oren. Maar een vreemde mond, hij is blauw.
‘Mijn naam is Arma. Ik ben een heks, maar niet een slechte, een goede. Ik kan met mijn magie slechte dingen doen, maar ook goede. En dat is nou net wat mij een goede heks maakt. Ik gebruik mijn magie om te helen of om de waarheid te achterhalen. Ik kan nog veel meer dingen met mijn magie, maar dat zul je vanzelf wel zien.’ zegt ze met haar heldere hoge stem.
Van de tafel staat een meisje op en komt naar me toe lopen. Ze heeft grote witte vleugels op haar rug, lang krullend blond haar en felle blauwe ogen. Ze lijkt een beetje op een elfje uit een sprookjesboek, alleen heeft ze niet dat schattige uiterlijk, een veel harder uiterlijk.
‘Ik ben Samantha, een luchtelf. Ik kan vliegen zoals je wel ziet.’ zegt ze met een glimlach en ze geeft me vrolijk een hand. ‘Dat doen ze toch in jullie wereld? Ik kan dus vliegen, maar niet alleen in deze wereld, ook in de wereld waar jij vandaan komt. Gelukkig heb ik daar een magisch schild, zodat de mensen mij niet kunnen zien.’
Een man met diep paarse ogen, een lichte huid, en lang blonde haar in een paardenstaart vervolgt haar verhaal.
‘Ik ben…’ plotseling wordt er keihard op de deur gebonkt. Iedereen kijkt naar de deur. Aan de angstige ogen van de anderen te zien, is dit een foute boel!
Spreken is zilver, schrijven is goud
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Hey!

Orgineel verhaal idee en je hebt het ook erg leuk geschreven. Je begint ook steeds meer details te beschrijven over de verschillende ruimtes en hoe de mensen er uit zien, heel erg goed! :D

Ik hoop dat je snel verder schrijft
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Elfenring
Balpen
Balpen
Berichten: 139
Lid geworden op: 22 mar 2011 13:35
Locatie: Hilversum

Ik had zin om een nieuw verhaal te schrijven, en toen dacht ik: fantasy :D
Dus, dit is de proloog.
Drakenleven

Proloog
Ik knijp het heft van mijn zwaard nog steviger vasten haal nog een uit naar de draak die voor mijn neus staat.
vasten=vast en

Een mooie en meelevende tekst vooral dat laatste gedeelte. Ik zal ook op de rest reageren mits ik fouten ontdek. Inhoudelijk reageer ik bijna nooit, omdat ik inhoud van een verhaal heel persoonlijk vind.

Groetjes, Michael
I am the stories that I write, it is my soul and my destiny and whithout it I wouldn't know who I am.
Elfenring
Balpen
Balpen
Berichten: 139
Lid geworden op: 22 mar 2011 13:35
Locatie: Hilversum

Hoofdstuk 1:
Een andere wereld
Ik zie voel hoe de draak in het begin van het gevecht nog vlak boven de grond vlieg, maar toch wordt ik geraakt door het zwaard van mezelf, waardoor hij niet meer kan vliegen.
Na 'ik zie' zou ik een komma doen of 'en' tussen zie voel. Door het zwaard van mezelf zou ik door mij eigen zwaard van maken dat leest fijner weg.

I
k wil ja zeggen, maar het lukt niet.
Ja moet tussen aanhalingstekens hier.
Ik probeer nog eens te gaan zitten, dit maal wordt ik door een arm ondersteunt.
dit maal=ditmaal
Beide mannen hebben zeggen niks, dus besluit ik al mijn vragen op ze af te vuren.
hebben zou ik uit de tekst verwijderen.

De spanning en de vragen zitten hier heel duidelijk in, ik ben benieuwd.
Succes met schrijven.

Groetjes, Michael
I am the stories that I write, it is my soul and my destiny and whithout it I wouldn't know who I am.
Elfenring
Balpen
Balpen
Berichten: 139
Lid geworden op: 22 mar 2011 13:35
Locatie: Hilversum

@Saskjezwaard: Het verband tussen de hoofdpersoon, Nikai en Ago komt later terug.
Sorry als ik fouten in de werkwoord spelling blijf maken, want dat is echt mijn big fail op het gebied van Nederlands :angel
En hier een nieuw stukje:
Nikai laat wat water uit de fles over de snee stromen, zodat de wond schoon is en pakt vervolgens een witte lap uit een andere buidel, waarmee hij de wond verbind.
Het woord verbind moet verbindt zijn omdat er hij staat. Hij verbindt de wond net als hij loopt. Vroeger was ik er ook heel slecht in hoor. Een handige truc vervang het woord door lopen, dan zie je meteen hoe je het moet vervoegen. Dus: waarmee hij de wond loopt.
Ik weet het klinkt raar, maar het helpt.

In de laatste zin staat het woord enigste dat is fout Nederlands het juiste woord is enige.

Groetjes, Michael
I am the stories that I write, it is my soul and my destiny and whithout it I wouldn't know who I am.
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”