My Name is Death

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
Plaats reactie
KokosNootje
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 09 mei 2011 19:22

Hier komt de proloog van mijn verhaal, jeeej xD
Oke dat moest even (A)
Ik hoop dat mensen genieten van het lezen ^^

Proloog
Zijn ogen keken het kleine meisje aan zonder medelijden, zonder een sprankeltje gevoel. Zijn gezicht stond strak, en het was duidelijk aan hem te zien dat hij nergens om gaf. Het kleine meisje was slechts een obstakel op zijn pad, een onbeduidend iets dat uit de weg geruimd moest worden. En hij deed het graag.
Een zwart gehandschoende hand kwam te voorschijn, en het lange mes glinsterde in het maanlicht. Het meisje kon hem alleen maar vol afschuw aankijken, haar lichaam bibberde van angst. Er verscheen een glimlach om zijn gezicht. Dit was zijn ding, dit was waar hij goed in was. Obstakels opruimen. Mensen bang maken, en zo langzamerhand dichter bij zijn einddoel komen.
Met een snelle beweging kliefde het mes door de keel van het meisje, en het bloed spatte rond. Op het moment dat het zijn blote huid raakte verdampte het sissend, en een harde lach vulde de stilte van het bos.
Dit meisje zou hem niet langer tot last te zijn, maar er waren genoeg andere obstakels, en te weinig tijd. Hij moest haast maken. Met een vloeiende beweging stopte hij het mes weer in de schede, en stapte weg van de steeds groter wordende plas bloed.
De ouders van het meisje zouden de volgende ochtend niet begrijpen waar hun dochter was, en zich de rest van hun leven afvragen wat er precies was gebeurd. Maar dat was zijn probleem niet, hij had andere zaken die hij moest afhandelen.
En daarbij zouden veel ouders kinderloos worden, en veel kinderen veranderen in arme wezen. Totdat hij eindelijk zijn doel had volbracht en hij ze allen uit hun lijden zou verlossen.
Hij draaide zich om en zijn lange, zwartleren mantel wapperde in de wind. Een fractie van een seconde later was hij verdwenen in de nacht.

“Mamama! Kijkis! Kijkis!” Een klein meisje, van hooguit anderhalf jaar, liep vrolijk op haar moeder af met een rode bloem in haar vuistje geklemd. Ze waggelde een beetje heen en weer, omdat ze pas net kon lopen. Haar woorden waren een onsamenhangende brij, maar al erg knap voor een anderhalf-jarige. De moeder van het meisje keek vol trots naar haar dochter, pakte haar op en zwaaide met haar rond. Het meisje slaakte kreetjes van plezier, en de bloem waaide uit haar handen.
“Mamama!!! Boelm! Boelm!” De moeder keek lachend naar het kindje, zette haar neer en liep achter de bloem aan om hem op te pakken. Ze bukte zich en haar hand taste in het gras, maar haar aandacht werd getrokken door een stofwolk in de verte. Ze ging weer rechtop staan, en een beklemmend gevoel van angst steeg op in haar borst. Ze kwamen voor haar dochter.
“Mamama, tissda?” Het kleine meisje klemde zich vast aan haar moeders been, met haar vinger wijzend naar de groep mannen die nu duidelijk zichtbaar recht op hen af kwam. De moeder van het kind aarzelde geen seconde meer, tilde haar dochter op en rende naar het huisje in de verte, achter het grote bloemenveld. Een angstig gevoel maakte zich van haar meester. Ze zou het huisje nooit op tijd bereiken, de mannen op paarden gingen veel te snel. In het midden van het veld bleef ze staan, verstopte haar dochtertje tussen de bloemen en fluisterde haar zachtjes woorden toe.
“Rustig maar meisje, rustig maar. We doen verstoppertje oké? Die mannen willen verstoppertje spelen. Alleen tevoorschijn komen als ik roep, doe je dat?” Het meisje knikte, en de vrouw stond weer op. Met een laatste blik op haar dochter die verder het bloemenveld in kroop, vervolgde ze haar weg naar het huisje.
Laatst gewijzigd door KokosNootje op 18 sep 2011 13:22, 1 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Drie keer raden wie meteen begonnen is met lezen^^ Je begin is echt super!!! ik moet je wel waarschuwen, als ik je verhaal leuk vind, kom je niet meer van me af. Ik ben net kauwgum, of een parasiet, of een kleefdiamantje. Kies maar welke je het leukste vindt :P
Maar je hebt een goed gevoel voor detail en je beschrijvingen zijn goed. Ook komen er lekker veel soort gedachten in voor en maak je me heeel nieuwsgierig^^ dus super :D je grammatica is trouwens ook heel erg netjes, dat leest toch een stuk fijner weg.
Ik heb een paar kleine puntjes waardoor je je verhaal nóg beter zou kunnen maken^^
Als je je verhaal in alinea's opdeelt, wordt het minder een grote brok tekst en leest het meer uit tot lezen. Nu valt het nog niet zo op omdat je stukjes klein zijn, maar als je grotere stukken gaat plaatsen, wordt het vervelend. Op een scherm lezen is toch al minder fijn en je raakt het punt kwijt waar je bent gebleven. Een paar tips voor het verdelen van een tekst in alinea's:
Lees je tekst zelf een keer door en waar je voor je gevoel adem moet halen, of waar er een nieuwe gebeurtenis komt die niets te maken heeft met het geschrevene in de voorgaande zinnen: ENTER!
En eh, tja, dat waren ze al weer. Dit is toch moeilijk, het is vooral op je gevoel afgaan. Maar als je het eenmaal een paar keer hebt gedaan, lukt het steeds beter.

Een andere tip, elke keer als iemand anders iets zegt, hoort dat op een nieuwe regel. En ook als er een hele lap beschrijvende tekst bij zit, zoals nu het geval is bij het meisje.

En nog een laatste dingetje, gebruik altijd maar 1 uitroepteken achter je zinnen, behalve in smsjes of msn etc. dat is daar normaal. Maar als je er meer dan 1 gebruikt in een gewone tekst, doe je net alsof de lezer dom is en het niet opmerkt dat er uitroeptekens staan. Niet mijn woorden, die van een leraar NL die ik ooit gehad heb. Maar eentje is genoeg ;)

Oja, cijfers onder de tien moeten voluit geschreven worden. Cijfers erboven hoeft niet, staat wel een stuk mooier.

Het zijn allemaal kleine, technische dingetjes die ik aanstip, die niet iedereen weet als ze beginnen met schrijven. Daarom ben ik hier :D ahum, ja laat ook maar --' maar dat is dus helemaal niet erg als je dat niet wist, de basis van je schrijven is heel goed en daar gaat het om!

Veel succes met schrijven!
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Gebruikersavatar
Patrick
Beheerder
Beheerder
Berichten: 1902
Lid geworden op: 05 feb 2008 18:39
Locatie: Zuid-Limburg
Contacteer:

Ik kon het ook niet laten om je verhaal eens lezen! Helaas zag ik dat Saskjezwaard de kaas van mijn boterham had gegeten!

Maar toch erg mooi geschreven. Vooral het eerste stukje vind ik zeer goed beschreven. Zoals in de reactie boven mij vind ik dat je erg veel gevoel voor detail heb. De grammatica is inderdaad netjes.

Toch nog twee puntjes betreffende spelling en grammatica:
De ouders van het meisje zouden de volgende ochtend niet begrijpen waar hun dochter was, en zich de rest van hun leven afvragen wat er precies was gebeurt
Gebeurd moet hier met een "d", omdat het een voltooid deelwoord is.

Een tweede puntje: ik zou niet altijd een komma gebruiken voor "en". Enkel als je een rustpauze wilt inlassen of als het een soort tussenzin is.

Ik moet Saskjezwaard nog gelijk geven met haar enters :p Een nieuwe alinea begint zeker altijd als er iets nieuws begint. Ook na elke gesproken zin, zou ik een enter zetten.

Wat ik wel jammer vind, is dat je in je proloog twee verschillende situaties hebt. Ik zou een van de twee kiezen als proloog.

Je hebt me in elk geval nieuwsgierig gemaakt! Mocht je nog vragen hebben over wat ik hier boven geschreven heb, roep je maar!
Why are you so frightened? Have you no faith?
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Wouw super begin. Ik kon niet stoppen met lezen!

Je hebt geweldige beschrijvingen en iets wat ik maar weinig zie, alle zinnen liepen vloeiend over op elkaar.
Alleen in je eerste alinea een dingetje
en veel kinderen veranderen in arme wezen.
moet wezens zijn.
Negeer :P heheh ik zit al veel te veel mee te denken in het verhaal xD

Saksia heeft je zo te zien al over alinea's verteld. of enters eigenlijk, en dialogen.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Jodie, je stelt me teleur :P Wezen zijn die kinderen die geen ouders hebben, weet je wel, Jonathan is een wees, Shanara een halfje, alle leiders in DV ook? Wezens zijn vreemde creaturen die op zwarte poten rondsluipen in het duister van de nacht, haha^^ Eén wees, twee wezen. Nu maar hopen dat KokosNootje je hiervoor vergeeft :
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Gebruikersavatar
Cubiculum Nephilia
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1270
Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
Locatie: Hell

JodieJJ schreef:moet wezens zijn
Ben ik het niet met je eens. Één wees, en twee wezen. Wezens is een ander woord voor creaturen of diertjes, maar niet het meervoud van kinderen zonder ouders.
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

whahahah ik zit helemaal al in fantasie wereld te denken xD hahah ik denk die gaat ie veranderen in een of andere rare wezens xD whahahahah h
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
marly
Typmachine
Typmachine
Berichten: 764
Lid geworden op: 20 dec 2006 11:32

Hoi KokosNootje,

Via deze weg heet ik je natuurlijk ook van harte welkom op het forum. Volgens mij ga je het hier wel naar je zin krijgen.

Hierbij dan ook mijn reactie op je verhaal. Je hebt er al meerdere gekregen maar ééntje meer of minder kan vast geen kwaad. Al moet ik wel zeggen dat de meeste punten al aangestipt zijn door mijn voorgangers. Toch zal ik proberen nog wat andere dingetjes aan te stippen. :)
Op het moment dat het zijn blote huid raakte verdampte het sissend, en een harde lach vulde de stilte van het bos.
Deze zin vind ik aan de ene kant heel mooi. Het zet, voor mij, goed neer hoe kwaadaardig deze man is. Echter vraag ik me af of hij een gewoon mens is of niet aangezien bloed niet direct verdampt. Het kan natuurlijk ook zijn dat ik het verkeerd begrepen heb hoor. Wellicht bedoel je dit als een soort uitdrukking en dan is hij inderdaad goed gevonden.

Op je details hoef ik niet in te gaan. Deze zijn prima. Dit maakt het verhaal gemakkelijk om te lezen en gaf mij een goed beeld.

Even over de opdeling van je proloog. Het is niet verkeerd om dit op te delen in twee verschillende stukken maar zoals Patrick al aangaf zou ik er ook voor één kiezen. Je tweede deel komt op mij over alsof dit het begin is van je werkelijke verhaal. Wellicht veranderd dit wanneer je verhaal echt begint. Helemaal aan jou dus wat je er mee doet.

De tip om getallen helemaal uit te schrijven heb je al gehad. Persoonlijk zal ik alle getallen onder de vijfentwintig compleet uitschrijven. Zoals Saskjezwaard al aan gaf leest dit prettiger.

Gesproken zinnen beginnen inderdaad vaak op een nieuwe zin. Echter staat het in jou stuk nu gewoon goed. Een gesproken zin begint alleen op een nieuwe regel als deze een vorige gesproken zin opvolgt. Dus een echt dialoog. Wanneer het om één enkele zin gaat kan deze rustig in de tekst geplaatst worden. Dit is ook hoe het in de meeste boeken staan.

Wat mij wel opviel is dat je schrijft dat het meisje van twee nog maar net kon lopen. Dit is wel heel laat voor een kindje. De meeste kinderen lopen al wel voordat ze achttien maanden zijn. Een klein detail waar je niets mee hoeft te doen hoor, het viel me gewoon op.

Zo, dat was het al. Mijn voorgangers hebben verder alles al gezegd. :)

Trouwens, je hebt ook mij nieuwsgierig gemaakt naar het vervolg van je verhaal. Ik hoop dat ook snel wat meer te kunnen lezen.

Veel succes met het schrijven en lezen!

Groetjes, Marly
Afbeelding
KokosNootje
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 09 mei 2011 19:22

Heel erg bedankt voor de reacties en de tips allemaal, ik zal er goed op letten xD

En wat betreft de twee stukjes in de proloog, dat heeft een reden ^^ De rest van het verhaal speelt zich namelijk af vele jaren na deze gebeurtenis, en eigenlijk... Ik post zo het vervolg wel, hopelijk snappen jullie het dan xD

En over het bloed dat verdampt, het is juist de bedoeling dat je je gaat afvragen of hij wel een normaal mens is, want stiekem is hij dat niet (A)

En van de dialogen zal ik zeker onthouden, normaal gesproken schrijf ik alles achter elkaar door xD
En over het meisje van twee, tja, ik pakte maar gewoon een jaar waarvan ik zeker wist dat een kind al kon lopen (A)

Maar nogmaals bedankt voor alle reacties en tips, ben er heel blij mee xD
En dan nu het vervolg.... *tromgeroffel*
(eerst even een note; ik heb alles zo aan een stuk doorgeschreven, wel nog doorgelezen om te zorgen dat er geen grote fouten in zitten, maar het kan dus zijn dat er kleine typfoutjes inzitten, zoals ik ipv in, heb ik vaker last van (A))
Dus hier komt het eerste stuk van hoofdstuk 1 xD


Hoofdstuk 1
Haar oren spitsten zich en ze hoorde het geluid van een zwaard dat uit de schede werd getrokken. De hoeven van de paarden zorgden er voor dat de grond trilde, en ze kroop verder de bloemenweide in. Een gil van een vrouw, een schreeuw om hulp, vulde de lucht, en het kleine meisje kromp ineen. “Mamama?” Mompelde ze zachtjes, angstig achteruit deinzend. De harde lach van een man liet haar nog verder naar achteren kruipen, en de geur van brand vulde haar longen. “Mamama!” Ze schreeuwde het woord, maar kwam niet boven het geluid van vlammen uit. Haar hele lichaam trilde, en ze was te bang om op te staan. Te klein om te beseffen wat er gebeurde. Ze had niet in de gaten dat de brandlucht van het hutje kwam waar ze de anderhalf jaar van het leven had gewoond, besefte niet dat de gil van haar moeder haar laatste was geweest. Daar was ze simpelweg te jong voor.

Met een schok werd ze wakker en ging rechtop in het bed zitten. De nachtmerrie was terug. Ze had er jaren geen last van gehad, maar nu werd ze weer geteisterd door beelden uit haar verleden. Ze wist niet wat ze betekenden, wat er precies was gebeurd, maar de angst was duidelijk. Ze was bang geweest. Ze veegde met haar hand het zweet van haar voorhoofd, en keek naar buiten. Het was al licht, en ze zag hoe de mensen beneden haar in het straatje liepen. Het weeshuis waar ze woonde stond midden in de stad, vlak bij het centrum. Normaal gesproken zou ze nu al lang zijn wakker gemaakt, zij ging altijd elke week naar de markt. Fronsend stond ze op uit haar bed, en keek de slaapzaal rond. Iedereen was weg. Het beklemende gevoel in haar borst groeide, ze schoot snel in haar simpele grijze jurk en liep naar beneden.
“Vrouwe Lyaa?” Haar stem weerkaatste tegen de muren van het halletje, en voor het eerst in jaren merkte ze hoe het was om helemaal alleen te zijn. Normaal gesproken was er altijd iemand in het weeshuis, een van de andere meiden of een dienstmeisje. Nog nooit was het er zo stil geweest. Haar hart begon sneller te kloppen en ze liep paniekerig naar de keuken, maar ook daar was niemand te zien.
“Hallo? Iemand?” Haar stem klonk steeds zwakker, hoewel ze probeerde om zich dapperder voor te doen dan ze was. Er klopte iets niet. Ze rende naar de voordeur en gooide hem open, de geluiden van de straat verwelkomden haar als een warme mantel. Maar ook hier was niet alles zo als het hoorde te zijn. Er waren veel te veel mensen op straat, en allemaal liepen ze de zelfde kant op.
“Aïcha! Hier heen!” Ze draaide zich om bij het horen van haar naam, en zag haar beste vriendin Chloë in de menigte lopen. Ze was al bevriend met Chloë zo lang ze zich kon herinneren, en had veel met haar meegemaakt.
“Ik kom eraan!” Riep ze terug, en wurmde zich door de mensenmassa heen. Bij haar vriendin aan gekomen begon ze meteen te praten.
“Weet jij wat er aan de hand is? Iedereen lijkt de zelfde kant op te gaan, en in het weeshuis was helemaal niemand, dat is nog nooit gebeurt!” Chloë keek haar somber aan, en het beklemmende gevoel kwam terug.
“Wat is er?” Vroeg ze nieuwsgierig, maar eigenlijk wist ze niet zeker of ze het wel wou weten.
“Is er iets aan de hand?” Haar vriendin ging dichter naast haar lopen, en fluisterde zachtjes in haar oor.
“Ze hebben iemand gepakt.” Haar woorden werden even onderbroken door het luiden van de klok op het grote plein van de stad.
“Ze zeggen dat hij een zware misdadiger is, en zijn van plan hem op te hangen.” En kroop een rilling over haar lichaam, en ze slaakte een kort kreetje. De enige misdadigers die zich normaal in deze stad lieten zien waren de kleine kruimeldieven, dakloze kinderen die af en toe een brood stalen om te kunnen blijven leven. Geen enkele echte misdadiger durfde zich in het stadje te vertonen, ze waren veel te bang om opgepakt te worden door de wachters van de koning. De wachters stopten iedereen die ze te pakken kregen in de kerkers en martelden ze net zo lang tot ze allerlei gruwelijke misdaden bekenden, en als ze dan nog niet dood waren werden ze opgehangen midden op het grote plein. Soms lieten ze de misdadigers wekenlang hangen als voorbeeld voor anderen, waardoor de bewoners van de stad het plein meestal meden. Vandaag bleek het echter anders te zijn.
“Hoe komt het dan dat iedereen gaat kijken? Er wordt zo vaak iemand opgehangen.” Ze fluisterde de woorden terug naar haar vriendin, hoewel dat niet nodig was. Iedereen leek zo druk door elkaar te praten tijdens het lopen, dat niemand echt op hen lette. Chloë keek even snel om zich heen en vervolgde haar verhaal.
“Ja, maar deze keer is het een vreemdeling.” Haar stem leek zo mogelijk nog zachter te klinken toen ze verder praatte.
“En volgens de wasvrouwen is hij rijk en knap.” Aïcha keek haar vriendin verbaasd aan. De enige rijke bezoekers die de stad kreeg waren bezoek voor de koning, en die konden onmogelijk aan de galg eindigen. Ze was eerst van plan geweest om niet te gaan kijken, maar de woorden van haar vriendin hadden haar nieuwsgierigheid geprikkeld en ze besloot dat het toch de moeite van het kijken waard was. Ze kon altijd nog weg lopen als hij daadwerkelijk werd opgehangen. Maar ze betwijfelde of deze rijke vreemdeling wel echt opgehangen zou worden.


(Ik heb geprobeert alinea's te maken bij de dialogen enzo, ik hoop dat het zo iets beter is, maar het kan natuurlijk ook zijn dat ik ze helemaal verkeerd heb geplaatst. Zie ik nog wel gebeuren xD)
Laatst gewijzigd door KokosNootje op 18 sep 2011 13:23, 1 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
Gebruikersavatar
marly
Typmachine
Typmachine
Berichten: 764
Lid geworden op: 20 dec 2006 11:32

Hoi KokosNootje,

Leuk dat je alweer een vervolg geplaatst heb. Nu begrijp ik je bedoeling met het tweedelige proloog ook. Dit kwam trouwens pas op het moment dat de tijdsprong plaats gevonden had. In eerste instantie dacht ik dat je eerste stukje bij het proloog moest maar zo kan het inderdaad ook. Het komt niet veel voor en ik vind het wel apart eigenlijk.

Had ik dus toch gelijk wat die man betreft. :) Ik ben benieuwd wat hij dan wel is.

Ik heb een paar kleine opmerkingen op dit stukje. De indeling van alinea's is wat mij betreft prima. Ik lees er gemakkelijk door heen en dat vind ik meestal het belangrijkste. De leestekens zijn bijna allemaal goed geplaatst. Of eigenlijk staan ze wel goed maar kunnen ze soms vervangen worden.
Het beklemende gevoel in haar borst groeide, en ze schoot snel in haar simpele grijze jurk en liep naar
Ik zou hier de eerste 'en' weg laten. Je kunt van de komma ook een punt maken zodat je twee aparte zinnen hebt. Dat is denk ik nog mooier. Maar dat is mijn mening natuurlijk. :)

Je schrijft met dubbele aanhalingstekens. Dit is in principe goed maar enkele mag ook. Zelf vind ik dit een stukje rustiger aan de ogen.
“Hoe komt het dan dat iedereen gaat kijken? Er wordt zo vaak iemand opgehangen.”
Hierbij vroeg ik me af of je de kruimeldieven en wezen bedoelde. Is het regime zo streng dat er voor het stelen van een brood gemarteld wordt? Zo niet dan pas de zin niet bij je verhaal aangezien je eerder vertelde dat er weinig echte misdadigers zich in de stad waagden vanwege de koning.

Mijn laatste puntje op dit stukje.
Iedereen leek druk door elkaar te praten tijdens het lopen, dat niemand echt op hen lette.
Ik mis hier het woordje 'zo'. 'Iedereen leek zo druk door elkaar te praten tijdens het lopen, dat niemand echt om hen lette.'

Zo, dat was hem. Ik ben benieuwd naar het vervolg van je verhaal. Het ziet er zeker goed en spannend uit.
Afbeelding
KokosNootje
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 09 mei 2011 19:22

Ten eerste heel erg bedankt voor je reactie xD
Over de misdadigers, de wachters van de koning hebben door de jaren heen een reputatie opgebouwd, er worden dus nog steeds mensen opgehangen waarvan gezegd wordt dat ze erge dingen hebben gedaan en bekend, maar meestal zijn dit dus gewoon kruimeldieven die betrapt zijn en net zo lang gemarteld zijn tot ze iets vele malen ergers bekennen ^^ Dat is ook de reden dat normaal gesproken bijna niemand komt kijken, iedereen weet toch dat wat verteld wordt niet waar is en dat de zogenaamde misdaden niet echt bestaan ^^

En dan nu het vervolg van hoofdstuk 1 xD

Inmiddels werden ze door de menigte meegevoerd naar het grote plein, waar de galg was leeggehaald zodat er plaats zou zijn voor de vreemdeling. Ze hadden zelfs de moeite genomen om het plein schoon te vegen, waardoor er geen uitwerpselen en modder aan haar schoenen zou blijven kleven. Om het schavot stonden verscheidene wachten die de nieuwsgierige mensen op afstand hielden, omdat iedereen een glimp wou opvangen van deze man.
“Ik ben benieuwd hoe hij er uit ziet.” Fluisterde Chloë naast haar, en ze knikte bevestigend.
“Ik ben benieuwd hoe hij van plan is te ontsnappen.” Fluisterde ze terug. Chloë keek haar verbaasd aan.
“Denk je dat hij gaat ontsnappen dan?” Haar stem klonk verrast, en Aïcha moest lachen.
“Iedereen probeert te ontsnappen!” Was haar reactie, en ze kon zien dat Chloë het met haar eens was. Altijd kwamen de gevangen met de meest onmogelijke ontsnappingsplannen, de een nog onuitvoerbaarder dan de ander. Het was slechts een keer iemand gelukt die onder de galg was uitgekomen, maar dat was een beroemde magiër geweest, meer dan honderd jaar geleden.
Een luid trompet geschal klonk over het plein, en de stemmen van de mensen verstomden. Iedereen was doodstil en stond op zijn tenen, om te horen wie de man was en waarvoor hij veroordeeld was. Nog nooit waren er zo veel mensen op het grote plein samengepakt om naar een vervolging te kijken, het scheen de wachten tevreden te stellen.
“Dames en heren, en kinderen niet te vergeten, het doet mij deugd om te zien dat u allen bent gekomen om te kijken hoe de wereld zal worden verlost van weer een gezant van de duivel!” De stem van de hoofdcipier galmde over het plein, en de mensen deden hun best om nog stiller te zijn.
Meestal werd er niet naar hem geluisterd, omdat hij overal praatjes rondzaaide over gezanten van de duivel die het gebroed van het kwaad waren. Nu waren ze echter te nieuwsgierig om niet te luisteren, en de hoofdcipier genoot van de aandacht.
“Deze man heeft vele misdaden begaan, waaronder het vermoorden van een hopeloos en onschuldig kind!” Hij gaf het publiek de tijd om naar adem te snakken, en hoewel iedereen geschrokken had gereageerd, bleef het stil.
“Hij heeft onschuldige mannen vermoordt, hun bezittingen gestolen en hun vrouwen mishandeld!” Weer snakte de menigte naam adem, en was in de greep van zijn woorden.
“Hij heeft zelfs getracht om de dochter van de koning te vermoorden!” Dit keer kon het onmogelijk stil blijven, en overal was een gemompel hoorbaar. Wie dacht deze vreemdeling wel niet dat hij was? De koning was alom geliefd, en zijn dochter alleen maar meer. Wie had het gewaagd om hen zo te beledigen? De hoofdcipier was tevreden met het resultaat, en liet zijn woorden tot de menigte doordringen.
“Ik geloof er niets van!” De stem van haar vriendin klonk verontwaardigd, en ze had een paar passen naar voren gedaan.
“Hij bedenkt vast weer een heel verhaal om te zorgen dat de mensen hem gaan respecteren! Maar dat zal nooit gebeuren!” De moeder van Chloë was toen ze nog klein was meegenomen door de wachters en beschuldigd van diefstal. Nadat ze dagenlang was gemarteld had ze bekend, en was vervolgens op de galg geëindigd. Sindsdien had Chloë de hoofdcipier gehaat en altijd geprobeerd om duidelijk te laten zien dat ze zijn daden afkeurde. Jammer genoeg waren er veel te veel mensen die het wel met hem eens waren, waardoor het protest niet gemerkt werd.
“Hij is een brutale vlegel!” De stem van de hoofdcipier was weer hoorbaar, en de mensen vielen stil.
“Hij weigerde zijn naam te geven en zei geen woord, hij lachte me zelfs uit!” Dit keer klonk er een gegrinnik door de menigte, maar hij negeerde het.
“En nu zal hij boeten! Breng hem naar boven!” Twee bewakers liepen het schavot op, en tussen hen in stond een man. Dit keer snakte de menigte echt naar adem, en klonken gilletjes van vrouwen en naast haar viel zelfs iemand flauw.
Maar ze lette er niet op, haar ogen werden getrokken naar de verbazende gestalte van de man. De bewakers die hem vasthielden waren groot, maar hij stak er bovenuit en liet ze klein lijken. Zijn borstkast was breed en hij was gespierd, en toen ze naar zijn gezicht keek kon ze begrijpen waarom de wasvrouwen hem knap hadden genoemd. Zij haar was inktzwart, zwarter dan de hemel in een maanloze nacht. Zijn ogen waren nog zwarter, en zonder het oogwit leek het alsof er niets achter was, niets behalve leegte. Zijn gezicht had knappe trekken, maar ze voelde zich aangetrokken door zijn glimlach. Het was een sinistere lach, en onwillekeurig kroop er een rilling over haar rug. De man was gekleed in het zwart, van zijn laarzen tot en met zijn mouwloze tuniek. Zijn huid was gebruind door de zon, en zijn gespierde armen waren zichtbaar onder de lange, zwartleren mantel.
Enkele seconden lang was iedereen te geschokt om zich te verroeren, totdat de man begon te lachen. Het was alsof er een emmer ijskoud water over haar heen werd gegoten, en ze had de neiging om zich achter haar vriendin te verstoppen. De lach klonk koud en kil, en zonder ook maar een greintje gevoel. Zijn ogen leken te twinkelen van woede, en ze zag hoe de bewakers die hem vasthielden voorzichtig een stapje opzij deden.
“Stelletje dwazen!” Zijn stem vulde het plein, en klonk zo mogelijk nog kouder en killer dan zijn lach. “Dachten jullie nou echt, dat jullie mij, Marwolaeth, konden opsluiten zonder daar de gevolgen van in te zien? Zonder er voor te boeten?” De menigte leek zich weer te kunnen verroeren, en langzaam gingen de mensen achteruit. De bewakers zouden hen niet tegen deze nieuwe dreiging kunnen beschermen.
“Kom, laten we gaan.” Ze pakte Chloë bij haar arm en probeerde haar mee te trekken, maar ze leek aan de grond genageld te staan.
“Chloë!” Haar stem klonk wanhopig, en ze besefte dat ze bang was voor deze man. Ze had nooit moeten gaan kijken, het was veel te gevaarlijk.
“Ren maar weg, lafaards! Jullie zullen niet ontkomen aan jullie lot, het is al lang voor jullie vastgesteld!” Hij stak zijn handen in de lucht, en zijn mantel wapperde naar achteren op een onzichtbare windvlaag. “Ik kom terug!” Zijn laatste woorden galmden over het plein, en in een flits was hij weg. Op de plek waar hij net nog had gestaan, was alleen een sliertje zwarte rook te zien, en ze zuchtte van opluchting. De hoofdcipier leek echter niet zo blij te zijn.
“Idioten! Jullie hebben hem laten ontsnappen!” Hij rende woedend met zijn armen zwaaiend het schavot op, schreeuwend tegen de bewakers.
“Hier zal de koning niet blij mee zijn!” Tevergeefs probeerde hij boven het geluid uit te komen, maar het was een onbegonnen zaak. De mensen waren te druk bezig om deze nieuwe gebeurtenis tegen iedereen te vertellen, het feit negerend dat ze het zelf allemaal hadden meegemaakt. De verhalen die er rondom haar ontstonden werden met de seconde spectaculairder en gevaarlijker, ze hoorde zelfs een vrouw die sprak over de hoofdcipier die door de lucht geslingerd was en geraakt met een straal zwart vuur.
Er verscheen een kleine glimlach op haar gezicht, maar haar handen trilden nog steeds na. Hoe stoer iedereen er nu ook over leek te doen, zij had het doodeng gevonden. Ze was allang blij dat er verder niets ernstigs was gebeurd. Stel je voor dat hij de halve menigte had uitgemoord.
“Chloë, kom je?” Haar vriendin draaide zich wankel om en keek haar aan.
“Wat was dat?” Mompelde ze bibberig, en ze liet zich door haar meevoeren.
“Ik weet het niet.” Antwoordde ze, proberend om zo snel mogelijk van het grote plein weg te komen. Ze had zo het gevoel dat ze die man, Marwolaeth had hij zichzelf genoemd, nog vaker tegen zou komen. En daarvoor vreesde ze.


(Misschien leuk om te weten; Marwolaeth betekend in een of andere taal (volgens google translate in het wels) dood. En de naam van de hoofdpersonage, Aïcha, betekend leven ^^)
Laatst gewijzigd door KokosNootje op 18 sep 2011 13:24, 1 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
Gebruikersavatar
marly
Typmachine
Typmachine
Berichten: 764
Lid geworden op: 20 dec 2006 11:32

Zo’n vermoeden had ik al. Bedankt dat je dit even verduidelijkt hebt. Bij deze ook een nieuwe reactie op je stukje.
“Ik ben benieuwd hoe hij er uit ziet!” Fluisterde Chloë naast haar, en ze knikte bevestigend.
De uitroepteken kan je hier vervangen door een punt. Dat staat netter aangezien het gefluisterd wordt. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de regel die eronder staat.
Iedereen was doodstil en stond op zijn tegen, om te horen wie de man was en waarvoor hij veroordeeld was.
Hier moet het tenen zijn ipv tegen lijkt mij.
Nog nooit waren er zo veel mensen op het grote plein samengepakt om naar een vervolging te kijken. En het scheen de wachten tevreden te stellen.
Deze zinnen kan je samenvoegen. Persoonlijk vind ik het niet zo mooi staan om een zin met ‘en’ te beginnen. Je zou de punt kunnen vervangen door een komma en dan het woordje ‘en’ weg laten. Er zijn natuurlijk nog meer mogelijkheden maar ik denk dat je die zelf wel kunt invullen.:)
Hij gaf het publiek de tijd om naar adem te snakken, en hoewel iedereen verontwaardigd had gereageerd, bleef het stil.
Dit lijkt elkaar tegen te spreken. De mensen reageren verontwaardigd maar ze bleven stil. Waaraan is dan te zien dat ze verontwaardigd reageren? Wellicht reageren ze geschokt?
De man was gekleed in het zwart, van zijn laarzen tot en met zijn mouwloze tuniek. Zijn huid was gebruind door de zon, en zijn gespierde armen waren zichtbaar onder de lange, zwartleren mantel.

Deze zinnen vielen mij op. Je schrijft hier dat de man een mouwloze tuniek aan heeft met een lange zwartleren mantel. Hoe is dan te zien wat voor tuniek hij draagt? Dit stukje zou je weg kunnen laten.

Marwolaeth. Hoe spreek je dit eigenlijk uit? Ik ben niet zo goed met dit soort namen.:) Waarschijnlijk lees ik te weinig fantasy verhalen.
De bewakers zouden hen niet tegen deze nieuwe dreiging te kunnen beschermen.
Hier staat een woordje teveel. Het woordje ‘te’ kan geloof ik weg. De zin loopt momenteel niet lekker.

Je beschrijvingen zitten goed in elkaar. De details komen goed naar voren waardoor ik het verhaal ook echt voor me kan zien. Wel heb ik soms moeite om te volgen wie wat zegt omdat je voornamelijk schrijft met woorden als ‘ze, haar, vriendin’. Dit is op zich geen probleem maar in sommige gevallen kan je de naam best noemen. Zeker wanneer er een dialoog plaats vind kan het handig zijn. Het is niet zo dat het nu niet duidelijk wordt wie wat zegt en doet maar het duurt, in elk geval bij mij, iets langer.

Heb je de namen zelf zo uitgekozen of is dat toeval? In elk geval vind ik het wel toepasselijk. Hoewel ik nog niet echt een idee heb hoe je verhaal gaat verlopen en wat de hoofdpersonen allemaal te wachten staat blijf ik het wel lezen. Tot nu toe vind ik het een leuk verhaal.
Afbeelding
janeke
Balpen
Balpen
Berichten: 153
Lid geworden op: 02 feb 2011 15:27

Waauw!
Heel mooi :D
Hopelijk vlug weer?
Je hebt er een lezer bij...
:)
dream as if you'll live forever, live today as if you'll die tomorrow <3
KokosNootje
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 09 mei 2011 19:22

Heey, weer heel erg bedankt voor je reactie, ik heb er echt wat aan xD

Over de mantel, hij heeft hem eigenlijk over zijn schouders geslagen, maar dat had ik er beter bij kunnen zetten ^^ Want ik snap wel dat dat nu niet duidelijk is xD Bedankt voor de tip xD

En hoe je het uitspreekt?
Eigenlijk gewoon zoals het er staat bijna, Mar-wo-la-eth en dan de th zacht, zoals in het engels eigenlijk ^^

En ik zal proberen vaker namen te noemen, bij de dialogen ^^

Meestal kies ik de namen random, gewoon wat leuk is, maar dat heb ik deze keer dus niet gedaan xD
Ik had de titel al en was al aan het schrijven, toen ik een naam nodig had xD Toen ben ik bij google translate alle talen af gegaan om te zien welke taal een leuke vertaling had voor dood, en bij Aïcha heb ik een namensite opgezocht die de betekenis van de naam gaf, en op betekenis gezocht xD

En dan nu het vervolg, jeej xD
Ik heb nog een stuk in word staan, maar ben ook al weer druk aan het schrijven (A)


Ze stonden bij de deur van het weeshuis, en keken naar de menigte die wegliep van het grote plein. Samen met Chloë wachtte ze op Vrouwe Lyaa en de andere meisjes van het weeshuis.
“Hoe gaat het eigenlijk met je vader?” Vroeg ze aan Chloë.
“Hangt hij nog steeds dagenlang in de kroeg rond?” Chloë trok een grimas en schudde haar hoofd.
“Nee, hij hangt niet meer in de kroeg rond. Maar hij drinkt wel tien keer zo veel.” Ze keek om zich heen of niemand hen hoorde, en vervolgde haar verhaal op fluisterende toon.
“Een paar weken geleden heeft hij een aantal mannen ontmoet die echt niet deugen, en nu gaat hij ’s avonds laat steeds vader weg. Als hij terug komt heeft hij geld bij zich en is hij stomdronken. Gisteren herkende hij Mindi niet eens meer!” Mindi was Chloë’s kleine zusje van negen jaar oud. Ze leek altijd om Chloë heen te hangen en haar nooit met rust te laten. Aïcha glimlachte even. Mindi was een schattige kleine heks.
“O nee, dat is waar ook!” Riep Chloë plotseling.
“Ik zou nog met Mindi naar de markt gaan, dat had ik haar beloof.” Ze rende richting het einde van de straat, en draaide zich half om om te zwaaien.
“Doei! Ik zie je morgen wel weer!” Aïcha zwaaide terug, en haar vriendin verdween in de mensenmassa. Ze keek de straat weer in, maar Vrouwe Lyaa was nog steeds nergens te bekennen. Verveeld leunde ze tegen de deur, en schrok toen deze piepend openging. Verbaasd duwde ze hem verder open en keek naar binnen. Ze wist zeker dat ze hem goed dicht had gedaan. Maar dat zou betekenen dat er iemand binnen was.
“Hallo?” Riep ze voorzichtig, maar er kwam geen reactie. Het was nog steeds te stil in het weeshuis. Ze liep naar binnen toe omdat het toch geen zin had om buiten te wachten, en ging aan de lange houten eettafel zitten. Hoe lang zou het nog duren voordat ze kwamen? Ze keek achter zich naar de deur, die nog steeds op een kiertje stond. Ze wou net opstaan om wat te eten te pakken, toen ze een stem achter zich hoorde.
“Hallo Aïcha.” Geschrokken draaide ze zich om, en keek recht in de ogen van een man. Even staarden ze elkaar doodstil aan, tot Aïcha in de lach schoot. Ook de man moest glimlachen, en na een tijdje was ze genoeg uit gelachen om wat te zeggen.
“Jij bent wel de laatste die ik had verwacht hier te zien!” Zei ze tegen hem met de tranen van het lachen nog in haar ogen.
“Wat doe je eigenlijk hier?” De man haalde zijn schouders op, en zijn gezicht kreeg een serieuze uitdrukking.
“Wat is er?” Vroeg ze bezorgd. Ze bekeek hem beter, en zag dat hij er niet goed uit zat. Hij was vies, zijn kleren waren versleten en zijn haar hing in lange, vettige slierten langs zijn hoofd.
“Wat heb je gedaan?” Weer haalde hij zijn schouders op, maar begon nu wel te spreken.
“Ik ben opgepakt, verraden. Weet je nog dat ik je een paar maanden geleden nog heb gezien? Toen ging alles goed. Ik had mijn nieuwe bedrijfje samen met mijn beste vriend, Dirren, opgezet en het geld stroomde binnen.
Een tijdje liep alles volgens plan, maar daarna ging alles mis. Omdat we steeds meer klanten kregen hadden we nieuwe mensen nodig, en we dachten de juiste man gevonden te hebben. Rhydal heette hij. Hij leek geschikt voor zijn werk, maar we merkten al snel dat er vreemde dingen gebeurden. Vrachten die we verzonden kwamen niet aan, klanten verdwenen spoorloos zonder dat we ooit nog wat van ze hoorden.
En het merkwaardigste van alles was dat iedereen scheen te weten dat het gebeurde, en waar het door kwam, maar dat ze allemaal bang leken te zijn het ons te vertellen. We verloren steeds meer klanten, maar onze inkomsten bleven hetzelfde. Ook de types die langskwamen, zagen er steeds onfrisser uit en waren niet meer de eerlijke zakenmannen waar de eerst te maken mee hadden.
En daarna gebeurde het. De stadswachters kwamen langs toen ik naar de markt was, ze hebben alles kort er klein geslagen en Dirren meegenomen. De volgende dag is hij veroordeeld tot het smokkelen van waren, het verhandelen van zwart geld en misdaden tegen de kroon, en hingen ze hem op.
Zijn vrouw en kinderen waren overstuur, wilden niet luisteren naar wat ik zei. Ze gaven mij de schuld, en ik probeerde ze tevergeefs uit te leggen dat ik niet wist wat er aan de hand was geweest.
Rhydal was er natuurlijk al lang vandoor, zijn werk was gedaan. De volgende avond kreeg ik, toen ik in de kroeg zat, bericht van iemand dat de stadswachters voor mijn huis stonden. Dirrens vrouw had me verraden, om haar man te wreken.
Ik ben gevlucht, en heb op het nippertje de stad uit kunnen vluchten voor ze in de gaten hadden dat ik gewaarschuwd was. De weken daarna heb ik door de bossen gezworven, levend van bessen en dieren die toevallig mijn pad kruisten.
Ik ben sinds een week hier, en ik hoop dat het ver genoeg is, dat ze niet naar mij op zoek zijn. Ook al betwijfel ik het. Want ik heb zo’n vermoeden dat er meer achter zat dan alleen het smokkelen, en ik probeer nog steeds te ontdekken welke misdaden tegen de kroon we hebben gepleegd.
Ik zal hier ook niet lang blijven, ik wou je alleen even gedag zeggen. Hoe gaat het eigenlijk met mijn lievelingsnichtje?” Ze glimlachte, maar was met haar gedachten ergens anders. De gebeurtenissen van die ochtend samen met het verhaal dat haar net was verteld zorgden er voor dat de rillingen over haar rug liepen. Er was iets ongewoons aan de hand.
Laatst gewijzigd door KokosNootje op 18 sep 2011 13:26, 1 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
Gebruikersavatar
marly
Typmachine
Typmachine
Berichten: 764
Lid geworden op: 20 dec 2006 11:32

Je blijft er maar druk mee zeg. Volgens mij komt nu langzaam maar zeker aan het licht wat er aan de hand is en begint het verhaal echt.

In dit stukje kwam ik er pas achter dat Cloe niet in het weeshuis woont. Dat is op zich niet zo erg maar wellicht kunt je dit in een eerder stukje benoemen. Ik heb al die tijd gedacht dat ze in een weeshuis woonde. Verder heb ik heel weinig puntjes eigenlijk.
Ze keek om zich heen of niemand hen hoorde, en vervolgde hij verhaal op fluisterende toon.
Dit moet zijn ‘haar hoorde’. Cloë lijkt me nog altijd een vrouw:)
De volgende avond kreeg ik toen ik in de kroeg zag bericht van iemand dat de stadswachters voor mijn huis stonden.
Komma na de eerste ik. Je neemt immers een soort van korte pauze voordat je verder leest.
Zag = zat

Dat was het eigenlijk. Succes met je verhaal verder.
Afbeelding
janeke
Balpen
Balpen
Berichten: 153
Lid geworden op: 02 feb 2011 15:27

Mooi :D

Dus die man dat in haar weeshuis was is haar oom?
Nice :D

X
dream as if you'll live forever, live today as if you'll die tomorrow <3
KokosNootje
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 09 mei 2011 19:22

Weer heel erg bedankt voor je reactie, ik heb er echt wat aan xD

Over het gebruik van het woorden 'hen' , ik gebruikte het omdat ze beide aan het praten waren, ze kijkt dus om zich heen om te zien of niemand hen beiden hoort praten ^^

En ik heb nog een stuk in word staan, daarom gaat het posten nu iets sneller ^^
Hoewel ik vandaag er ook al weer 2000 woorden bij heb geschreven, jeej xD

Maar in ieder geval, hier het laatste stuk van hoofdstuk 1:



“Aïcha?” Ze schrok op uit haar gedachten en keek haar oom aan. Hij was niet echt haar oom, maar de jongere broer van Vrouwe Lyaa. Ze kende niemand van haar echte familie, het enige wat ze had was een vage herinnering van haar moeder en de plek waar ze vroeger woonde. En omdat ze bijna haar hele leven al in het weeshuis woonde, was ze de mensen hier als haar familie gaan zien.
“Het gaat goed hoor.” Zei ze opgewekt.
“Ik was aan het nadenken over wat er vanochtend op het plein is gebeurd, heb je het al gehoord?” Zijn gezicht betrok, en hij boog zich naar haar toe, fluisterend.
“Ja, ik heb het gezien. En geloof me, het is het beste als je het gewoon weer vergeet en je dagelijkse ritme aanhoudt. En gebeuren tegenwoordig dingen waar je maar beter niets mee te maken kan hebben.” Hij ging weer rechtop zitten, en zijn gezicht klaarde weer op.
“Trouwens, waar hangt die zus van mij eigenlijk uit?” Aïcha haalde haar schouders op.
“Ik heb geen idee, toen ik vanochtend wakker werd was ze al weg en was het doodstil hier, ik kreeg er gewoon de kriebels van.” Op dat moment hoorde ze lawaai buiten, en draaiden ze zich verrast om.
“Wat is dat?” Vroeg ze verbaasd, en ze stond op om te kijken. Met haar mouw veegde ze wat vuil van het raam, en keek naar buiten. Op de straat was een tumult ontstaan, mensen renden heen en weer, en tussen de mensen door liepen soldaten die een duidelijk doel voor ogen hadden.
Even dacht ze dat ze naar een plek aan het eind van de straat liepen, maar toen zag ze ook de soldaten die van de andere kant kwamen, recht op het weeshuis af. Ze draaide zich om en keek haar oom met een stalen gezicht aan.
“Wat heb je gedaan?” Vroeg ze sissend. Hij haalde zijn schouders op.
“Hier niets, hoezo?” Ze wees naar buiten, en hij tuurde door het raampje, waarna hij wit wegtrok.
“Zouden ze me gevonden hebben?” Mompelde hij.
“Nee, dat kan niet, ik heb mijn sporen goed verborgen. Maar waarom?” Hij begon te ijsberen, en keek haar aan.
“Heb je spullen die je waardevol zijn?” Ze schudde haar hoofd. Het enige wat ze had was een stapel versleten kleren en een oud kinderboek, dat ze al jaren niet meer in had gekeken. Persoonlijke eigendommen had ze niet.
“Je moet je verstoppen.” Hij keek haar strak aan, maar ze draaide haar hoofd weg.
“Ik vlucht niet. Ik heb niets misdaan!” Op dat moment hoorde ze een resoluut geklop op de deuren, en ze draaiden zich beiden om, om naar de deur te kijken.
“Doe open!” Schreeuwde een van de soldaten, en snel rende ze naar de deur. Haar hand aarzelde even, maar toen deed ze de deur open en zette haar onschuldigste gezicht op.
“Waar kan ik u mee helpen?” Vroeg ze beleefd, en de soldaat grijnsde.
“Ik kom om je te arresteren, in naam van de koning. De rest van jullie gezelschap is vanochtend al op gehaald, maar deze honden,” hij wierp een boze blik over zijn schouder, “hadden iemand over het hoofd gezien. Dus als u zo vriendelijk zou willen zijn om met ons mee te komen, jongedame.” Hij pakte haar arm ruw vast, en trok haar mee.
“De hoofdcipier is aardig geprikkeld na het incident van vanochtend, dus ik zou me rustig houden, meisje.” Ze deed haar mond open om wat te zeggen, maar besefte dat het toch niets uit zou maken en liet zich door de soldaat meevoeren. Ze probeerde niet om te kijken, niet te laten merken dat er nog iemand behalve zij in het weeshuis was.
“Waar brengt u me eigenlijk heen?” Vroeg ze na een tijdje. De soldaat bleef staan, en draaide zich naar haar om.
“Wat denk je, jongedame?” Met een vuile glimlach keek hij haar aan.
“We gaan naar de kerkers onder het kasteel, waar je samen met andere straatratten en bastaards wordt opgesloten voordat ze je aan de galg laten bungelen. Daar gaan we heen. Dus ik zou me maar koest houden, voor ik besluit dat ik in een niet zo goed humeur ben en ik je beter meteen aan de galg kan hangen, want vroeg of laat beken je wel. Iedereen bekent. En nu doorlopen!” Hij gaf haar een harde duw in haar rug, en ze liep half struikelend verder.
Ze stak klein af tussen de grote mannen, en omdat de soldaten die haar vasthielden sneller waren gaan lopen moest ze rennen om hen bij te kunnen houden. Ze dacht aan haar oom, die waarschijnlijk al lang het weeshuis was ontvlucht. Misschien was hij niet eens meer in de stad. Ze dacht aan Vrouwe Lyaa en de andere meisjes, zouden zij al lang in de kerkers zitten?
Maar het meest nog dacht ze aan de man die ze vandaag op het schavot had zien staan. Zijn zwarte ogen, zijn zwarte haar, en nog het meest van alles zijn glimlach. Die glimlach had haar geraakt, het beeld bleef voor haar ogen hangen, ze kon hem nog zo horen lachen. Ze was bang. Bang voor wat er zou gaan gebeuren, wat ze met haar zouden doen.
Wat had ze gedaan dat ze dit lot verdiende? Tot op vandaag had ze een normaal leven geleid, ze had nooit met misdaden te maken gehad. En nu werd ze opgepakt en als de eerste de beste dief meegesleurd naar een plek waar ze niet wilde zijn. Waar beschuldigden ze haar eigenlijk van? Ze had niets misdaan, niets gestolen, niemand iets aangedaan.
Ze rilde bij de gedachte aan de kerkers. Ze had er verhalen over gehoord, en iedereen noemde het een verschrikkelijke plek. Het was koud, kil en nat. En er waren ratten. Ze had een hekel aan ratten. Ze moest niet denken aan wat voor soort mensen zich allemaal in de kerkers bevonden. Misdadigers. Moordenaars.
Hopelijk zouden ze haar niet bij een crimineel in een cel zetten. Ze lette even niet op waar ze liep en struikelde over een steen, waarna de soldaten haar hardhandig oppakten en ruw weer neerzetten, boze blikken haar kant op werpend. Het was de vreemdste dag uit haar leven.
Laatst gewijzigd door KokosNootje op 18 sep 2011 13:26, 1 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
Gebruikersavatar
marly
Typmachine
Typmachine
Berichten: 764
Lid geworden op: 20 dec 2006 11:32

Mijn fout hoor:) In mijn snelheid maakte ik er 'hem' van. Zal vanavond feedback geven op je stukje.

Edit: Hierbij dan mijn reactie.
Op dat moment hoorde ze een resoluut geklop op de deuren, en ze draaiden zich beiden om om naar de deur te kijken.
Tussen de woordjes ‘om’ moet een komma. Zo vergroot je het leesgemak.
“Ik kom om je te arresteren, in naam van de koning. De rest van jullie gezelschap is vanochtend al op gehaald, maar deze honden,” hij wierp een boze blik over zijn schouder,
“hadden iemand over het hoofd gezien.”
Hier kan je het laatste stukje van de zin wel gewoon achter de komma verder laten lopen aangezien de zin verder gaat. Voor mij leest het minder prettig wanneer deze zin op een andere regel verder loopt.

En dat was alles. Je dialogen lopen lekker, het is duidelijk wie wat zegt en je houdt de spanning er goed in. Al met al een goed eerste hoofdstuk.
Afbeelding
KokosNootje
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 09 mei 2011 19:22

Weer heel erg bedankt voor je reactie xD
Dan komt hier het eerste stuk van hoofdstuk 2, jeeej xD

Hoofdstuk 2
“Vrouwe Lyaa!” Aïcha viel Vrouwe Lyaa bijna in de armen toen ze de cel in werd geduwd. De soldaat glimlachte nog een keer zijn gele, afbrokkelde tanden bloot, en sloot toen de piepende deur achter zich.
“Oh, gelukkig is er niets met je gebeurd.” Zei Vrouwe Lyaa tegen haar, en ze knikte wezenloos. Ze had met wijd open ogen gekeken naar de mannen die in de andere cellen zaten, en ze was nog geschokter door de aanblik van Vrouwe Lyaa en de andere meisjes.
“Wat is er met jullie gebeurd?” Vroeg ze ontzet. Ze waren vies en vuil, hun kleren gescheurd en hun haren vettig en in de war.
“Het lijkt wel alsof jullie hier al dagen zitten.” Er verscheen een afwezige blik op het gezicht van Vrouwe Lyaa. Ze haalde haar schouders op, en keerde Aïcha de rug toe.
“Wat ze met ons hebben gedaan is verschrikkelijk.” Mompelde ze zachtjes. Aïcha wachtte op verdere uitleg, maar die kwam niet. Ze keek naar de meisjes die ze haar hele leven al had gekend, met wie ze was opgegroeid, die ze als haar familie zag. Stuk voor stuk zaten hun gezichten onder schrammen en bloedsporen, hun armen onder blauwe plekken. En allemaal maakten ze een verslagen indruk.
“Nee.” Fluisterde ze.
“Alsjeblieft, nee.” Een voor een wenden de meisjes hun gezicht af, keken ze weg.
“Zeg dat het niet waar is!” Riep ze, maar het bleef stil. Tranen rolden over haar wangen, en ze viel op haar knieën op de vuile vloer.
“Waarom?” Siste ze, terwijl de tranen hun weg naar beneden vonden.
“Jullie hebben niets gedaan, ik heb niets gedaan! We zijn onschuldig!” Ze drukte haar voorhoofd tegen de koude stenen, en slierten haar vielen langs haar gezicht. Ze zag hoe haar tranen donkere kringen vormden in het stof, en besefte dat de soldaat gelijk had gehad. Vroeg of laat zou iedereen bekennen. En dan kon je beter snel dood gaan dan uren lang gemarteld worden. Ze stond op, en veegde de tranen van haar gezicht. Resoluut liep ze daar de deur, en bonkte er met beide vuisten op.
“Laat me er uit, ik moet wat zeggen!” Schreeuwde ze, maar er kwam geen reactie. Vrouwe Lyaa was naast de meisjes op de grond gaan zitten, en bestudeerde de kale muren.
“Ik zal bekennen! Ik heb het gedaan, het is mijn schuld! Straf mij maar! Maar laat ze gaan, doe ze niets, ze hebben niets misdaan!” Haar stem werd steeds zwakker, haar handen bonkten minder hard, en ze zakte langzaam tegen de deur.
“Doe het niet, alsjeblieft….” Ze viel neer in het stof, leunend tegen de deur. Haar afgekloofde nagels drukten diep in haar handpalmen, maar ze negeerde de pijn. Hoe kon dit gebeuren? Wat was er zo verschrikkelijk mis gegaan? Met die gedachte spokend door haar hoofd, gleden haar oogleden langzaam dicht, en viel ze van uitputting in slaap.

Slaperig wreef ze met haar hand door haar ogen, toen ze plotseling een hand op haar schouder voelde. Van schrik begon ze te schreeuwen, maar een tweede bedekte haar mond en alleen een gedempt geluid was hoorbaar.
“Sssst!” Een onbekende stem sprak haar toe, en ze verstijfde.
“Ik kom je helpen. Blijf je stil?” Aïcha knikte, en de hand ging langzaam voor haar gezicht weg.
“Wie ben je?” Vroeg ze fluisterend, terwijl ze een blik wierp naar de andere kant van de ruimte waar Vrouwe Lyaa en de meisjes nog lagen te slapen. Ze zag hun lichamen rustig op en neer gaan, en vroeg zich af waar ze over droomden. Hopelijk niet over de afschuwelijke dingen die ze de afgelopen dag hadden meegemaakt. De vreemde pakte haar bij haar arm, en keek haar doordringend aan.
“Het maakt niet uit wie ik ben, dat is bijzaak. Het gaat er om dat ik jou zo snel mogelijk hier weg krijg, voor het te laat is. De wachters kunnen elk moment komen. Kom!” Hij liep richting de muur, en wenkte haar. Ze stond op, veegde haar handen af aan haar toch al vieze grijze jurk en liep achter hem aan.
Ze keek gefascineerd toe hoe hij met precisie een aantal stenen weghaalde, waardoor er een gat ontstond dat groot genoeg was om doorheen te kruipen. Op zijn knieën kroop hij door het gat, en riep haar fluisterend toe.
“Snel! Voor ze komen!” Aïcha maakte aanstalten om ook door het gat te kruipen, maar aarzelde toen haar blik weer werd getrokken door de gedaantes van Vrouwe Lyaa en de meisjes.
“Kunnen ze niet mee?” Fluisterde ze.
“Dan maak ik ze snel wakker, en zijn we allemaal vrij!” Ze keek hem hoopvol aan, ook al kon hij haar gezicht niet zien.
“Nee.” Antwoordde hij, en de spijt klonk in zijn stem.
“Ik had ze graag willen helpen, maar ze hebben bekend. Allemaal. Hen nu bevrijden zou er alleen maar voor zorgen dat ze overal als criminelen worden bestempeld en opgejaagd worden.
Ze zouden hun leven nooit meer normaal kunnen opbouwen, en als ze gepakt zouden worden is de straf vele malen erger. Hoe erg ik het ook vind, dit is het beste. Bovendien is het met een grote groep moeilijker om weg te komen.”
Ze keek nog een laatste keer naar de mensen met wie ze haar hele leven voor zover ze zich kon herinneren had doorgebracht, en een steek van verdriet zorgde er voor dat de tranen over haar wangen liepen. Haar redder kroop terug door het gat, en legde een troostende hand op haar schouder.
“Ik weet dat het moeilijk is om de mensen die je het meest nastaan te verliezen. Maar zouden zij niet willen dat je probeert jezelf te redden?
Ze hebben er niets aan als je jezelf voor hen opoffert, daarmee doe je ze alleen maar meer pijn. Ik weet zeker dat ze trots op je zullen zijn als ze merken dat je weg bent, geloof me.” Hij keek op naar de deur, en in de verte kon je het zachte getik van laarzen op een stenen vloer horen.
“De wachters komen er aan! Snel, we moeten gaan, voor ze ons ontdekken.” Ze knikte en samen kropen ze door het gat.
“Vaarwel.” Fluisterde ze als laatste woorden voor hij de stenen weer op zijn plaats legde, en even zag ze hoe gestalte van Vrouwe Lyaa bewoog na haar woorden. Zou ze haar gehoord hebben? Lang had ze niet om daar over na te denken, want ze werd aan haar arm meegetrokken door de donkere, smalle gang.
“Waar gaan we heen, de stad uit?” Vroeg ze, en ze zag in het beetje licht dat er was dat hij zijn hoofd schudde.
“Nee, te gevaarlijk. We gaan naar boven.”
“Naar boven?” Haar stem klonk verbaasd.
“Maar boven is het kasteel!” Hij bleef staan, en draaide zich naar haar om.
“Ja, we gaan naar het kasteel.” Zei hij op bittere toon.
“Naar het oord van mijn bastaard vader en zijn volgelingen. We verstoppen ons in het hol van de leeuw.”
Laatst gewijzigd door KokosNootje op 18 sep 2011 13:27, 1 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
Gebruikersavatar
marly
Typmachine
Typmachine
Berichten: 764
Lid geworden op: 20 dec 2006 11:32

Eindelijk een nieuw stukje. Of eindelijk, wanneer je er tijd voor hebt het te lezen is het altijd tijd voor een nieuw stukje. :)

Als eerste wil ik zeggen dat het weer net zo lekker weg leest als al je andere stukjes. Ik zat er direct weer helemaal in en kon ook alles voor me zien. Mooi dat je alles zo gedetailleerd beschrijft.

Hier en daar ben ik toch weer wat kleine dingetjes tegen gekomen.
Tranen rolden over haar wangen, en ze viel op haar knieën op de vuile vloer.
“Waarom?” Siste ze, en de tranen liepen over haar wangen.
Ik zou voor de tweede zin voor een aanpassing kiezen. Bijvoorbeeld: 'terwijl de tranen hun weg naar beneden vonden.'
Er is veel in mogelijk om deze zin anders te laten lopen. Twee keer achter elkaar precies hetzelfde zeggen kan storend zijn voor het lezen.
Ze drukte haar hoofd tegen de koude stenen, en slierten haar vielen langs haar gezicht. Ze zag hoe haar tranen donkere kringen vormden in het stof, en besefte dat de soldaat gelijk had gehad.
Je zegt hier dat ze haar hoofd tegen de stenen druk. Waar drukt ze haar gezicht tegen aan? Pas als ze als een 'bolletje' op de grond zit kunnen haar tranen kringen op het stof achter laten. Of bedoelde je dit ook zo? Tijdens het lezen had ik er even mijn vraagtekens bij.
Haar afgekloofde nagels drukten diep in haar handpalmen, maar ze negeerde de pijn.
Meestal wanneer je nagels afkluift is dit tot 'in het leven'. Je voelt ze dus niet meer wanneer je ze in je handpalmen drukt. Dit geldt voornamelijk voor echte nagelbijters. Het kan zijn dat zij één keer haar nagels eraf heeft gebeten en niet tot zover maar dat kan ik niet opmaken uit dit stukje.
Ze keek nog een laatste keer naar de mensen met wie ze haar hele leven voor zover ze zich kon herinneren had doorgebracht, en een steek van verdriet zorgde er voor dat de tranen over haar wangen liepen.
In deze zin mis ik een aantal komma's. Hij zou zo wel kunnen maar een rustmoment er tussen leest denk ik fijner. 'Ze keek nog een laatste keer naar de mensen met wie ze haar hele leven, voor zover ze zich kon herinneren, had doorgebracht. Een steek van verdriet zorgde er voor dat de tranen over haar wangen liepen.'
In de bovenstaande zin heb ik twee komma's geplaatst en hem opgedeeld in twee zinnen. Kijk maar even wat je zelf prettiger vind lezen.

Eigenlijk doe je het overal goed maar zo nu en dan kom ik een zin tegen waarbij je geen komma hebt gezet tussen twee bijvoeglijke naamwoorden.

Verder is het gewoon een heerlijk stuk om te lezen. Ga zo door.
Afbeelding
KokosNootje
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 09 mei 2011 19:22

Weer heel erg bedankt voor je reactie, ik vind het leuk dat je blijft lezen xD

Over het eerste, ik had niet eens in de gaten dat dat dubbel was :O
Normaal gesproken probeer ik dat soort dingen altijd te vermijden xD

Hmm, ik denk dat ik hier beter voorhoofd had kunnen gebruiken, dat ze haar voorhoofd tegen de stenen drukt, dan is haar gezicht daar automatisch ook xd

Dan kan ik hier waarschijnlijk beter half afgekloofde nagels gebruiken? Want ze bijt haar nagels wel af en toe xD

Nogmaals bedankt voor je tips, ik zal ze zeker gebruiken als ik over een paar dagen alles wat ik nu al heb opnieuw ga doorlezen/aanpassen xD

En dan komt hier een volgend stukje, iets kleiner, maar daar gaat het niet om :P
edit; Hmm, hij lijkt niet eens kleiner :O Alleen maar beter :angel
Het vervolg van hoofdstuk 2:


Aïcha stapte van verbazing verkeerd en haar voet gleed uit op een gladde steen, waarna ze een korte gil slaakte en languit op de grond terecht kwam.
“Auw...” Mompelde ze, voor ze weer naar hem op keek.
“Maar jij bent dus de zoon van de koning? Ik dacht dat hij alleen een dochter had. En hoe bedoel je bastaard?” Hij spoog achter zich op de grond, en knielde bij haar neer om te kijken of ze zich nergens verwond had.
“De koning is een bastaard, net als die dochter van hem. En net als ik ben. Alleen heeft mijn moeder me verborgen gehouden, waardoor de koning niet weet dat hij een zoon heeft. Mijn halfzusje echter, die is bij hem in de schoot geworpen als dochter van onze koningin, moge haar ziel rust hebben.” Hij voelde met zijn handen over haar onderbenen en armen, en concludeerde dat ze niet bloedde.
“Oké, je hebt geen wonden, dat is goed. Misschien een enkele blauwe plek, maar daar kom je wel overheen. Nu moeten we snel verder, anders moeten we de nacht hier doorbrengen.” Hij stond op en stak zijn hand uit, om haar te helpen opstaan. Dankbaar pakte ze de hand aan, en trok zichzelf overeind. “Maar het is toch al nacht?” Vroeg ze terwijl ze verder liepen. Hij moest lachen om haar vraag.
“Nee, het is nu net middag. Maar omdat deze gang deel uitmaakt van een heel stelsel dat door het kasteel loopt, is er geen directe weg naar waar wij heen moeten.
Vroeger werden deze gangen gebruikt voor duistere zaakjes, en mijn vader gebruikt ze om zijn vele vrouwen te bezoeken zonder dat zijn hofhouding het in de gaten geeft. Een schandaal staat niet goed boven het hoofd van een koning. Of boven het hoofd van een prinses.
Zodra het uit komt zal het niet makkelijk meer zijn om een man voor haar te vinden, en zal ze waarschijnlijk eindigen met een lage edelman. De koning zal zijn gezicht verliezen.” Hij slaakte een zucht.
“Maar dat zal nooit gebeuren. De vrouwen van de koning houden angstvallig hun mond, bang voor zijn toorn. En de koning zelf, die zorgt er voor dat iedereen die het te weten komt meteen wordt geëxecuteerd. Hoppa, aan de galg. Precies zoals zijn eigen moeder is gestorven nadat ze hem ter wereld zette. Ironisch, niet?” Hij begon sneller te lopen, en Aïcha moest bijna rennen om het nog bij te kunnen houden.
“Maar waarom zeg jij er dan niets van? Waarom ga je niet naar de koning en zeg je dat je zijn zoon bent?” Een gekwelde lach weerkaatste tegen de muren, en hij bleef abrupt staan.
“Denk je dat hij dat zou accepteren?” Hij ging vlak voor haar staan, zo dichtbij dat ze zijn ogen kon zien, ondanks de afwezigheid van licht. Hij had helder groene ogen, anders dan zijn vader. Zou hij de ogen van zijn moeder hebben?
“Natuurlijk zou hij het geloven. Waarom ook niet? Uit zoveel buitenechtelijke relaties moet wel een kind gekomen zijn. En hij zou ook niet hoeven na te denken over wat hij er mee zal doen, ik krijg waarschijnlijk de stempel misdadiger op mijn voorhoofd gedrukt en eindig aan de galg voor ik een volgend woord kan zeggen. Daar zit ik op te wachten.” Zijn toon was vol woede, en ze kreeg medelijden met hem. Ze wist hoe het was om op te groeien zonder ouders, en dit was alleen maar pijnlijker.
“Leeft je moeder nog? En wat voor een vrouw was ze eigenlijk?” Vroeg ze plotseling. Ze zag hoe zijn hij opklaarde bij de gedachte aan zijn moeder, en merkte ook de donkere schim die op zijn gezicht verscheen op.
“Mijn moeder was een lieve vrouw. Ze was een hofdame van de koningin. Ze was nog een jonge vrouw toen ze overleed, 4 jaar geleden. Ze had altijd het beste met me voor, zorgde dat ik altijd van de best mogelijke opleiding kon genieten.
Dankzij haar heb ik les gehad van de zwaardvechters hier, en kon ik elke dag op een paard rijden. Mijn moeder was de beschermelinge van de koningin en ik daardoor ook.
Ik vermoed dat ook zij wist wie ik was. Toen de koningin vorig jaar overleed, voelde het alsof ik een tante kwijt was, ze had sinds de dood van mijn moeder goed voor me gezorgd, ook al had ik dat eigenlijk niet nodig.
De laatste paar maanden, toen ze zo ziek was dat ze haar bed niet meer uit kon, vroeg ze mij of ik haar dochter wou beschermen als zij er niet meer was. Ik gedroeg me als een galante ridder tegenover de prinses, speelde haar beschermengel. ’s Ochtends liep ik met haar mee door de tuinen, ’s middags maakten we tochten te paard door het landschap om de stad heen, en ’s avonds gaf ik haar, op verzoek van de koningin, lessen in het vechten met een mes. Ze moest zich te allen tijde kunnen verdedigen.
Het bracht de koningin vreugde. Tot ze stierf, toen werd alles anders.” Hij zweeg, en vervolgde zijn weg, dit keer in een rustiger tempo. Ze liep achter hem aan, wachtend tot hij zijn verhaal zou vervolgen. Maar dat deed hij niet.
“En toen?” Vroeg ze voorzichtig, hopend hij meer zou vertellen.
“Wat er daarna gebeurde?” Hij lachte even bitter.
“Mijn leven werd een hel. De koning verbood me met zijn dochter om te gaan, omdat hij bang was dat ik haar zou onteren. Mijn lessen werden stopgezet, en het werd me verboden nog langer in de buurt van de Koninklijke vertrekken rond te hangen. Ik bleef contact houden met de prinses, ’s avonds gingen de lessen gewoon door. Maar ik moest voorzichtig zijn. Iedere fout kon mijn laatste zijn.”
Laatst gewijzigd door KokosNootje op 18 sep 2011 13:27, 1 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
Gebruikersavatar
marly
Typmachine
Typmachine
Berichten: 764
Lid geworden op: 20 dec 2006 11:32

Een interessant stukje. Het werd me pas halverwege het stukje duidelijk hoe het nu precies zat met de koninklijke familie. Volgens mij heb ik het nog niet helemaal door maar wel het deel van deze jongen en zijn moeder. Dat is denk ik toch het belangrijkste. :)

Fijn dat je achtergrondinformatie geeft over deze jongen. Dit is heel goed beschreven. Het stoorde me dan ook absoluut niet dat zijn naam nog niet genoemd is. Een beetje mysterie is wat dat betreft wel goed.

Wel zou je bepaalde zinnen wat in kunnen korten.
Toen de koningin vorig jaar overleed, voelde het alsof ik een tante kwijt was, ze had sinds de dood van mijn moeder goed voor me gezorgd, ook al had ik dat eigenlijk niet nodig.
Hier had je de tweede komma kunnen vervangen door een punt. Dit zijn twee prima zinnen op zich. Voor mij lijkt het alsof je je hier vergist hebt in leesteken.

Spoog = spuugde

Verder denk ik dat je met het nalezen van je verhaal de overige zinnen wel tegen zult komen. ;) Dit zijn er dan ook niet veel.

Zeker blijf ik je verhaal lezen. Tot nog toe is hij heel interessant en ben ik benieuw hoe het verder zal gaan.
Afbeelding
KokosNootje
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 09 mei 2011 19:22

Heey, weer erg bedankt xD
Ben eigenlijk ook wel benieuwd of er meer mensen zijn die lezen, maar ik ben al heel blij met 1 lezer xD
Ik ben de komende tijd wat drukker met school (zorgen dat ik overga) dus zullen er minder stukjes komen... Daarom hier nu een wat langere, nu ik nog tijd heb (A)
En ik ben nog niet echt tevreden over het laatste stukje, en ook hard aan het denken wat er nu gaat gebeuren xD


Zijn passen versnelden weer, toen hij dat merkte hield hij even stil om haar op adem te laten komen.
“Tot een paar dagen geleden ging alles goed. Het was middag, ik liep door de gangen op weg naar iets dat ik me nu niet eens meer kan herinneren.
Maar goed, ik kwam in de buurt van de tuinen toen ik een gil hoorde. Ik ben meteen naar buiten gerend, om te zien wat er aan de hand was. Midden in de tuinen stond prinses Lilith tegen een boom gedrukt, en ik zag nog net hoe een onbekende man, helemaal in het zwart gekleed, en zoen op haar mond drukte.
En ik was niet de enige die het zag. Van boven me hoorde ik de koning roepen; “Wachters, grijp hem!” En de wachters die aan waren komen rennen aarzelden dan ook geen seconde. Iedereen was zo druk bezig met de man, dat niemand in de gaten had wat er met de prinses gebeurde.
Toen de man van haar weg stapte was ze op de grond gezakt, en ze kreeg een vreemde zwarte gloed in haar ogen. De man werd gepakt, en ze probeerden hem mee te nemen, op te sluiten. Maar het enige wat hij deed was lachen, een kille, koude lach. Hij stond daar maar, en lachte. Het eerste wat me aan hem opviel, waren zijn ogen. Die waren diepzwart, zonder oogwit. Alles aan hem was zwart.
Ik weet nog dat toen ik daar half in de tuin stond, de hoofdcipier aan kwam rennen en tegen hem begon te schreeuwen, maar dat hij maar niet ophield met lachen. Op een gegeven moment kregen ze hem zo ver dat hij met hen meeliep, maar zijn lach bleef me achtervolgen.
Toen iedereen weg was stond ik daar nog in de tuin, in schok van wat ik had gezien en gehoord. Pas toen ik het gekreun van de prinses hoorde kwam ik weer bij zinnen, en rende naar haar toe.
“Gaat het?” Vroeg ik haar, maar ze antwoordde niet. Haar ogen waren gesloten, en haar voorhoofd was nat van het zweet. Het leek wel alsof ze hoge koorts had. Ik heb haar opgetild en naar haar kamer gebracht, waar ik haar dienstmeisjes riep om haar te verzorgen.
Op het moment dat ik me bedacht dat ik daar eigenlijk helemaal niet hoorde te zijn, kwam de koning binnen. Hij was woedend, maar besteedde gek genoeg geen aandacht aan mij.
“Ik krijg hem wel!” Tierde hij, ijsberend door de kamer van zijn dochter. Een van de dienstmeisjes probeerde hem subtiel te zeggen dat Lilith rust nodig had, maar hij trok zich er niets van aan.
Pas toen de prinses zachtjes “Vader…” zei, werd hij stil en liep naar haar toe. Ik zag hoeveel moeite het haar kostte om iets te zeggen, maar toch deed ze het. De woorden die ze zei sprak ze niet met haar eigen stem, ze klonken hees, donker. Ik kan ze me nog precies herinneren, woord voor woord. Die zinnen zijn de reden dat ik nu hier ben, jou help met ontsnappen.
Dit zei ze; “Hij zal ontsnappen vader, hij zal verdwijnen. Vervloeken. Maar hij zal zijn sporen achterlaten. Dezelfde dag zal er iemand opgesloten worden, maar zij hoort vrij te zijn. Alsjeblieft, help haar…” En het enige wat de koning deed was lachen.
“Je ijlt meisje. Het komt wel goed.” Was wat hij zei, voordat hij weer begon te ijsberen door haar kamer. En ik stond er maar als versteend bij. Ik kon niets doen, niets zeggen, en ben uiteindelijk maar weggegaan.
Een paar dagen lang vroeg ik me af wat ze bedoelde, tot de hoofdcipier met het stomme idee kwam de man die de prinses zoende op te hangen. Ik stond ergens achteraf, in een steegje, maar hoorde en zag alles wat er gebeurde. Ik besefte meteen dat dit was wat ze bedoelde, en toen ik later hoorde dat jij opgepakt was wist ik wat ik moest doen. En verder weet je wat er gebeurde.”
Hij bleef even staan om haar de rust te gunnen, en ze merkte dat ze aardig moe was geworden.
“We zijn bijna bij de vertrekken van de prinses. Daar kan je uitrusten. Je hebt hooguit een uurtje geslapen vandaag, dus het verbaast me niets dat je zo moe bent. Maar nog even doorzetten, dan zijn we er.” Ze knikte, en zwijgend vervolgden ze hun weg, door de slingerende gangen.
“Hier is het.” Hij bleef staan, en wees naar een deur die verborgen was in de schaduwen van de gang. Ze moest eerst goed kijken voordat ze hem zag, en vroeg zich af hoeveel van zulke deuren ze al gepasseerd waren.
“Ik ga wel eerst.” Zei hij met een glimlach om de nerveuze blik die ze hem toewierp.
“Wacht!” Zei ze toen hij zijn hand op de deurknop had gelegd.
“Eerst wou je niet zeggen wie je was, maar nu heb je me alles verteld. Mag ik ook weten hoe je heet?” Vroeg ze nieuwsgierig, en hij moest lachen om haar vraag.
“Wat onbeleefd van me!” Zei hij, en hij stak zijn hand uit. Voorzichtig legde ze haar hand in de zijne.
“Mijn naam is Raven, jonkheer van de koning. Aangenaam kennis met u te maken. Met welke schone dame heb ik het genoegen?” Hij maakte een buiging, en drukte een kus op haar hand. Ze voelde hoe ze rood werd, en trok snel haar hand terug. Hij moest lachen om haar reactie, en ze antwoordde vlug.
“Ik heet Aïcha. Vrouwe Lyaa zegt dat het leven betekend.” Ze keek de andere kant op, en hoopte dat het te donker en dat hij haar niet had zien blozen. Raven duwde de deur open, en hield haar tegen toen ze achter hem aan wou lopen. Ze deed haar mond open om wat te zeggen, maar hij was haar voor.
“Ssst! Ik kijk eerst of er niemand rondloopt. Mij kennen ze, maar het zal veel argwaan wekken als er opeens een vreemde door de gangen van het kasteel loopt. In een vieze grijze jurk. We moeten eigenlijk een nieuwe voor je regelen. Maar dat komt zo. Nu eerst even stil!” Hij glipte de deur door, en met een zachte klik viel de deur voor haar dicht.
Het was doodstil. Ze liep dichter naar de deur toe om te luisteren, maar ze hoorde niets. Verder durfde ze niet te gaan staan, voor het geval de deur opeens open zou vliegen, tegen haar aan. De minuten verstreken, en ze begon zenuwachtig te worden.
En was toch niets aan de hand? Hij zou toch geen wachters tegen zijn gekomen, die hadden ontdekt dat hij een gevangene had geholpen met ontsnappen? Net op het moment dat ze in paniek begon te raken, ging de deur weer open en tekende Ravens hoofd donker af tegen de gang achter hem.
Laatst gewijzigd door KokosNootje op 18 sep 2011 13:29, 1 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
janeke
Balpen
Balpen
Berichten: 153
Lid geworden op: 02 feb 2011 15:27

Wooow! Dat zag ik niet aankomen!
Ik lees al een tijdje ja verhaal maar heb nog niet veel tijd gehad om te reageren!
Hopelijk vlug weer? Please?
Grtjs janeke
dream as if you'll live forever, live today as if you'll die tomorrow <3
annelotte
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 15 mar 2011 15:13

Hmm, zorgen om over te gaan. Dat ken ik :P
KokosNootje schreef:Ben eigenlijk ook wel benieuwd of er meer mensen zijn die lezen,
Ja hoor, alleen niet iedereen geeft ook een reactie.

Ik lees je verhaal al een tijdje, en ik vind hem best wel goed. Ik kan alles makkelijk weglezen. Ik vind dat je een mooie schrijfstijl hebt.
Bij het laatste stukje had ik alleen een opmerking:

Je hebt het over de kamer van prinses Lilith, daarbij stel ik mij één ruimte voor. Vervolgens gaan Raven en Aïcha naar het slaapvertrek, in de kamer. Dus dat betekend dat er meerdere ruimtes zijn, dus moeten het de kamers van prinses Lilith zijn.

Ik weet niet of ik hiermee gelijk heb of niet, maar volgens mij klopte het niet helemaal.

Succes met verder schrijven, ik wil graag verder lezen.
Spreken is zilver, schrijven is goud
Gebruikersavatar
marly
Typmachine
Typmachine
Berichten: 764
Lid geworden op: 20 dec 2006 11:32

Hierbij ook weer een reactie van mijn kant. Hoewel je verhaal heel prettig weg leest vond ik dit stukje best lang. Iets te lang eigenlijk. Wellicht had je hier en daar een witregel kunnen plaatsen om wat meer rust te creëren.

Wat me opvalt is dat je voor het woordje 'en' een komma plaatst. Deze is niet nodig omdat je al een rustmoment aangeeft door het woordje 'en'. In dit stukje zaten dus teveel komma's.
Ze keek de andere kant op, en hoopte dat het te donker en dat hij haar niet had zien blozen.
In deze zin mis ik een woord. Dat is het woord 'was'. Als ik zo de zin nogmaals bekijk klopt hij eigenlijk helemaal niet. Het zijn eigenlijk drie zinnen in één en dat kan korter. Of je moet gaan werken met twee zinnen.
'Ze keek de andere kant op en hoopte dat het donker genoeg was zodat hij haar niet zou zien blozen.'

Het is maar een optie. :)

Je eindigt spannend. Heel slim om die cliffhanger te posten. Wat ik jammer vind is dat je het moment dat de prinses haar arm vast pakt zo vluchtig schrijft. Volgens mij kan dit veel uitgebreider en daardoor wordt het ook spannender. Nu was ik er eigenlijk zo door heen dan dat vond ik jammer. Het is echter aan jou en wellicht spreek ik voor mijn beurt, maak je het later nog spannend.

Ik ben benieuwd.
Afbeelding
KokosNootje
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 09 mei 2011 19:22

Bedankt voor de leuke reacties allemaal xD
Dat van de kamers had ik nog niet eens gezien, zal er wat aan doen zo gauw ik alles weer door ga lezen xD

Ik had die zin nog niet gezien, maar hij klopt inderdaad niet, bedankt xD
En inderdaad is het stukje wat lang, ik had alles al in een word documentje staan tot hier, en dit was eigenlijk het laatste stukje wat ik al had (heb nu al iets verder, maar toch) denk dat ik het beter in tweeën had kunnen opdelen xD
Hmm, misschien doe ik dat alsnog :P

En tja, over het laatste stukje was ik zelf ook niet echt tevreden, denk dat ik het later eens ga herschrijven xD
Afbeelding
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ik heb het nu eindelijk helemaal gelezen, je stond hoog op het lijstje met nog-te-moeten-lezen-verhalen, maar ik had geen tijd :( maar nu wel, dus heb ik het gelezen :D jeej, wat een redenatievermogen heb ik vandaag xD
Nog steeds vind ik je verhaal heel goed, het leest, zoals vaker gezegd, heel vlot door, en je beschrijvingen zijn goed. Het enige wat ik mis, zijn de beschrijvingen van Raven en de prinses. Je hebt hun kleur ogen gedaan, maar de rest weet ik nog niet :(
Een klein puntje, ik zag ergens dat je '4 jaar geleden' (of zoiets) had staan. Cijfers onder de tien moeten altijd voluit geschreven worden, die daarboven het liefste ook, dat leest namelijk mooier weg.
En nog iets, over je dialogen, je schrijft een gesproken zin van bv Aïcha, terwijl je daarnaast zet hoe iemand anders reageert. Dit komt heel verwarrend over, zodat je niet weet wie wat precies zegt. Laten we er een voorbeeld bijgeven ;)
(dit zegt Aïcha) "Hé, wat leuk dat jij hier ook bent." Raven draaide zich om en glimlachte.
"Hé, Aïcha!"
Snap je wat ik bedoel. Als ik er niet bij had gezet dat Aïcha de eerste zin had gezegd, zou je denken dat Raven het zei. Je kunt het gewoon zo neerzetten:
"Hé, wat leuk dat je hier ook bent," zei Aïcha.
Raven draaide zich om en glimlachte. "Hé, Aïcha!"
Nu is het al veel duidelijker wie wat zegt ;)
Leuke cliffhanger trouwens, je verhaal is nog steeds erg gehuld met mysterieën. Want waarom vindt het volk de koning helemaal geweldig als hij zo'n asshole is? En wat is doodman precies? Ben benieuwd^^
Oja, één tip, als je wilt dat je meer reacties krijgt, is het handig om zelf bij andere verhalen te reageren. Iedereen hier vindt het leuk om reacties te krijgen op zijn/haar verhaal en ze zijn sneller geneigd om dat te doen op jouw verhaal als je dat bij hen hebt gedaan. Jij blij, zij blij, wij blij, OV actiever :D
Maar zie zelf maar wat je doet ;) Nog veel succes met schrijven, en overgaan natuurlijk, dat is het allerbelangrijkste ;)
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
KokosNootje
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 09 mei 2011 19:22

Woow, al een tijd niet hier gepost xD
Ik heb ondertussen het laatste stukje herschreven en een heel nieuw stuk er bij gemaakt, dus dat zal ik binnenkort eens posten :D
Afbeelding
KokosNootje
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 09 mei 2011 19:22

Ik heb het laatste stuk herschreven, maar omdat hij anders te lang is in twee stukken verdeeld, dus hier komt het tweede stuk, herschreven.
Verder is bij alles allemaal kleine dingetjes aangepast, anders etc. Heb alles dus vervangen :D



“Het is veilig, kom je?” Ze knipperde een paar keer met haar ogen tegen het felle licht, en liep achter hem aan. Met open mond keek ze naar de gang waar ze doorheen liepen, ze had de tijd niet om alles goed te bekijken.
De muren hingen vol met schilderijen in dure lijsten, van een portret tot een reusachtig landschap. Op de vloer lag een dieprood tapijt, ze probeerde er zo rustig mogelijk overheen te lopen om zo min mogelijk viezigheid achter te laten.
Opeens bleef Raven staan, en ze botste bijna tegen hem op omdat ze het te druk had met om zich heen kijken om nog op te letten waar ze liep.
“Hier is het, de kamers van Lilith.” Zei hij en hij opende een van de twee dubbele deuren waar ze voor stonden.
De voorste kamer van de prinses was nog indrukwekkender dan de gang, en ze bleef vol ontzag op de drempel staan, niet in staat een stap in de kamer vol weelde te zetten. Raven draaide zich om en glimlachte haar toe.
“Kom, ze wacht op je. Wees maar niet bang, het tapijt bijt niet.” Zei hij met een knipoog, voor hij haar losjes bij haar pols pakte en mee trok door het voorvertrek naar het slaapvertrek van de prinses.
Er waren geen ramen in de vertrek omdat het zich in het midden van het kasteel bevond. Lampen langs de wanden verlichtten de ruimte en gaven het een heldere, gele gloed. Ze keek vol ongeloof naar de grote spiegel die in de hoek van de kamer stond, ze had nog nooit een spiegel van dichtbij gezien, alleen verhalen er over gehoord.
Ze kon haar eigen weerspiegeling zien en schrok van hoe ze er uit zag. Haar jurk was smerig en er zaten scheuren in, haar haar was vettig en geklit en haar hele gezicht zat onder vieze vegen. Het leek alsof ze jaren in de cel had gezeten, in plaats van een dag.
Snel keek ze weg van de spiegel, om niet meer naar haar eigen reflectie te hoeven kijken. Ze liet haar blik weer door de ruimte gaan en zag dat alles in het vertrek in verschillende tinten blauw was uitgevoerd.
Het tapijt had een diepblauwe kleur, dezelfde kleur als het tapijt in het voorvertrek. De lakens op het hemelbed hadden de kleur van de helderblauwe hemel op een zomerse dag. In het midden van de slaapkamer stond een groot hemelbed waar haar eigen slaapmatras wel tien keer in paste en ze keek vol bewondering naar het ingewikkelde patroon op de lakens.
Zelfs in haar mooiste dromen had ze zich geen bed zoals deze voor kunnen stellen. Ze liep dichter naar het bed toe en zag de prinses onder de dekens in het midden van het bed liggen. Van dichtbij was ze nog mooier dan ze had geleken, ook al lag ze ziek op bed. Haar gestalte had iets magisch. Raven liep naar de andere kant van het bed, en schudde de prinses langzaam wakker.
“Lilith, ze is er. Ik heb haar voor je meegenomen.” Langzaam en met veel moeite deed de prinses haar ogen open, en keek haar aan. Maar in plaats van de blauwe ogen van de prinses, staarden twee gitzwarte ogen haar aan.
Aïcha deinsde geschrokken een stukje achteruit en keek angstig naar de prinses. Deze glimlachte op een griezelige, mysterieuze manier en alle schoonheid verdween uit haar gezicht.
“Eindelijk…” Sprak Lilith met een hese, onwerkelijke stem. De hand van de prinses schoot omhoog, en klemde zich vast rond haar pols.
“Laat me los!” Piepte Aïcha, en Raven sprong verschrikt overeind.
“Wat gebeurt er?” Vroeg hij verward en zijn ogen schoten van Lilith naar Aïcha.
“Lilith, wat doe je?!” De prinses lachte kil en rond haar hand begon zwarte rook te kringelen, die langzaam langs haar arm omhoog zweefde.
Aïcha probeerde te gillen, maar het geluid verliet haar lippen niet. Ze probeerde haar hand terug te trekken, maar Lilith had haar in een ijzeren greep, die te sterk was voor een zieke.
Hoe meer rook er verscheen en zich om haar arm wikkelde, hoe minder zwart Lilith’s ogen werden en hun blauwe kleur terug kregen. Langzaam kreeg de prinses haar normale gelaatstrekken terug. Alle geluiden om haar heen verstomden, ze zag Lilith’s mond bewegen maar hoorde de woorden niet.
Vanuit haar ooghoeken zag ze hoe Raven probeerde om het bed heen naar haar toe te komen, maar hij werd naar achteren geworpen door een onzichtbare kracht, alsof er iets was dat niet wilde dat hij in zou grijpen.
Aïcha begon te gorgelen en voelde een druk in haar borst die steeds groter werd naarmate de rook hoger kwam. Opeens leek de rook stil te zweven, de tijd stond even stil.
Verward probeerde ze met haar ogen te knipperen, maar ze kon zich niet bewegen. In dat korte moment zag ze hoe een gezicht flikkerde in de rook boven Lilith en toen kwam alles terug.
Fel licht en geluid overdonderde haar en de prinses slaakte een onmenselijke gil. Een stoot van rook gooide Aïcha achterover de kamer door, ze kwam in een pijnlijke houding tegen de muur terecht. Langzaam tilde ze haar hoofd op om rond te kijken.
Het laatste wat ze zag was hoe Lilith verdwaasd omhoog kwam, lijkbleek maar met dezelfde schoonheid als toen ze sliep. Daarna viel haar hoofd naar achteren en werd het zwart voor haar ogen.
Afbeelding
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”