Armale

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
Plaats reactie
VeBu
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 26
Lid geworden op: 31 okt 2011 21:13

Regen, sneeuw en onweer zijn blijkbaar goede inspiratiefactoren. Muziek helpt daar denk ik ook wel bij. Maar, over naar dit.
Mijn eerste fantasy-verhaal :D Ik hoop dat het aanslaat en dat ik nog veel van zulke stormen te zien krijg. Desnoods op de fiets.
Armale
Proloog

Een paarse flits lichtte de lucht op. Gedonder klonk meteen erna. De elektrische ontladingen schoten van wolk naar wolk of zelfs naar de aarde. Heel Armale werd ondergedompeld in het licht en de regen. De burcht van de stad genaamd Geho stak met haar witte stenen sterk af tegen de donkere lucht. Voor één van de talloze ramen stond Skul. Met zijn handen achter zijn rug observeerde hij in stilte het weer en haar grilligheden. Zonder enig vertoon van emotie bekeek hij de flitsen. Jaren had hij hierop gewacht. Zou dit eindelijk de storm zijn? Rustig draaide hij zich om en liep langzaam naar de tafel in het midden van de ruimte waarin hij zich bevond. Op die tafel lag een boek dat zo te zien al eeuwenoud moest zijn. Voorzichtig sloeg Skul het boek open en begon te bladeren, elke bladzijde snel maar aandachtig bekijkend tot hij had gevonden waar hij naar zocht.
De tekening beeldde een hevige storm af, met lichtflitsen en regen. Op de voorgrond stond een mens met een hamer, op de achtergrond hingen donkere gedaantes in de lucht. De tekening was gemaakt met weinig kleur. De kleuren die er wel waren, waren somber en donker. Het zag er bijna precies zo uit als op dat moment. Het enige wat ontbrak waren de duistere figuren. Skul had zelf de hamer vast. Het was een familie-erfstuk dat van vader op zoon was gegaan. Lang geleden had zijn voorouder met dezelfde hamer deze duistere wezens verslagen. Er was vlak na het gevecht voorspeld dat dit tijdelijk zou zijn. De wezens zouden terugkeren en hun geboorterecht terugnemen. Zij zouden alle middelen daartoe gebruiken.
Een diep gerommel haalde Skul uit zijn gedachten. Het was geen gewone donder. Hij greep naar de hamer en klemde deze stevig in beide handen. Een vreemd soort energie stroomde door de hamer in hem. Het was alsof de hamer wist dat het nu zou gebeuren en zich erop voorbereidde. Voorzichtig liep Skul weer naar het raam met de hamer in de aanslag. Het gerommel hield aan, versterkte zelfs. Skuls ogen vernauwden zich om te concentreren op de horizon. Plotseling hield het geluid op. Daar, aan de horizon, zo donker dat het zelfs zichtbaar was in de stormachtige lucht kwamen vliegende wezens tevoorschijn. Het was begonnen.
Na een paar minuten leek het alsof de wezens stil bleven hangen in de lucht. Nu klonk er weer een onderaards geluid, maar het was niet hetzelfde als voorheen. Nu trilde de gehele burcht. Uit voorzorg verwijderde Skul zich van het raam. Net op tijd. Door een luide knal versplinterde het glas en woei de koude wind naar binnen. Een rilling trok door hem heen. Van buiten hoorde hij kreten van de inwoners van Geho. Het waren geen oorlogskreten. Machteloos keek hij toe hoe van boven hem een pilaar van vuur richting de huizen schoot. Na deze gebeurtenis hoorde hij hoe de bron van dit vuur rond de burcht begon te klimmen. Met elke klap voelde hij de moed dieper in zijn schoenen zakken. Dit hoorde hij tot het geluid plotseling ophield en er een enorme kop voor hem verscheen. Twee grote, gelige ogen met smalle pupillen keken hem aan. De bek ging open en Skul kon nog net zien dat er in de bek, achter de rij tanden, twee smalle buisjes zich openden voor het vuur hem overviel.
Laatst gewijzigd door VeBu op 18 dec 2011 21:07, 2 keer totaal gewijzigd.
Oh, the days long ago when the crowds came around to hear the piano ring out with sound!
But the crowds have all gone and the symphony's through, and the piano cries out:
let me once play for you!
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Wow, leuk begin! Mooi geschreven, heel netjes zonder spellingsfouten en het leest lekker door^^ één paar kleine puntjes...
De burcht van de stad genaamd Geho stak sterk af tegen de donkere lucht met haar witte stenen.
Ik las het eerst alsof de donkere lucht witte stenen had, miss is het handiger om de zin om te gooien?
p de voorgrond stond een mens met een hamer, op de achtergrond hingen donkere gedaantes in de lucht.
En hier bij de hamer stel ik me zo'n hamer die gebruikt wordt om spijkers in hout te slaan, is niet echt een indrukwekkend wapens tegen zulke wezens :P Als je het beschrijft als een grote strijdhamer die Skul maar met moeite kan tillen, is het meer zo'n wapen. Maar goed, je kan natuurlijk ook een gewone hamer bedoelen :P

Midden in het verhaal ga je over naar korte zinnen. Het is mooier als je er af en toe een paar langere zinnen tussengooit als afwisseling, nu betrapte ik me erop dat ik de zinnen niet als woorden las, maar als ritme, staccato om precies te zijn. Tja, raar trekje van mij xD kijk maar wat je ermee doet ;)
Na een paar minuten leek het alsof de wezens stil bleven hangen in de lucht. Nu klonk er weer een onderaards geluid, maar het was niet hetzelfde als voorheen. Nu trilde de gehele burcht. Uit voorzorg verwijderde Skul zich van het raam. Net op tijd. Door een luide knal versplinterde het glas en woei de koude wind naar binnen. Van buiten hoorde hij kreten van de inwoners van Geho. Het waren geen oorlogskreten. Machteloos keek hij toe hoe van boven hem een pilaar van vuur richting de huizen schoot. Na deze gebeurtenis hoorde hij hoe de bron van dit vuur rond de burcht begon te klimmen. Dit hoorde hij tot het geluid plotseling ophield en er een enorme kop voor hem verscheen.
En bij dit stukje krijg ik een beetje een afstandelijk gevoel, de spanning is niet voelbaar. Je vertelt het hier een beetje zakelijk, toen gebeurde dit, toen gebeurde dat en je laat de gevoelens van Skul erbuiten. Wat voelde hij precies als hij dat ziet? Machteloos, maar vast ook wel meer.

Het einde is wel weer goed, lekker spannend^^ ik hoop ergens dat Skul dood is, ik heb een lichtelijke hekel gekregen aan profeties die helemaal uitkomen omdat dat zo vaak gebruikt word in fantasy. Maar goed, als dat niet gebeurd zal het wss niets afdoen aan je verhaal, ik zal hoogstens een beetje teleurgesteld zijn :P
Ik vind het een heel mooi geschreven stukje, hopelijk heb je iets aan de tips ;)
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Spannende proloog! Voor je eerste fanatsieverhaal begin je erg goed!

Ik ben benieuwd of Skull tegen het monster op kan en de stad kan verdedigen!
Ga zo door :D

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
VeBu
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 26
Lid geworden op: 31 okt 2011 21:13

@Saskjezaard hmm, die donkere lucht zal geen witte stenen hebben, lijkt me :P Tenzij ze natuurlijk in een grot zitten. ...Laat maar, dat is te vreemd, zelfs voor mij :P
De hamer, tsja, de hamer. Nu ik er zo naar kijk klinkt het niet zo heldhaftig, nee. Ik heb toch besloten het zo te houden, aangezien het een soort van betekenis kan hebben. Beetje vergezocht misschien, maar ach.
En ik heb ook wat meer gevoel erin geprobeerd te verwerken, maar dat zal waarschijnlijk moeilijk blijven :D
Wat Skul betreft... :twisted:

@Maaike dank je :D Ik zal mijn best doen het zo goed mogelijk te maken, ik wil ervoor zorgen dat mijn eerste echte fantasieverhaal gedenkwaardig wordt :P

En omdat ik het niet kan laten, ontmoet de hoofdpersoon. Zeg het als het te snel gaat :)

Hoofdstuk 1

Een luide donderslag wekte Taryon uit zijn slaap. Verschrikt keek hij om zich heen. Binnensmonds vloekte hij. “Echt weer iets voor mij,” zei hij zachtjes in zichzelf, “in slaap vallen tijdens een storm.” Het laatste wat hij zich kon herinneren was hoe moe hij was toen hij even ging liggen. Zelf had hij geen idee hoe het kwam dat hij zo moe werd ineens. Toen kreeg hij door dat de donderslag die hem had gewekt maar bleef gaan. Snel sprong hij op en kwam er zo ook achter dat hij door en doornat was van de regen. Hij pakte de boog naast hem op en hing deze om zijn schouder. Hij had niets kunnen vinden, laat staan vangen. Gelukkig had zijn familie een voorraad voor iets als dit zou gebeuren. Taryon maakte zich geen zorgen, hij zou het thuis wel uitleggen. Hij rekte zich nog eenmaal uit voor hij op weg ging, terug naar zijn thuisstad, Geho.
Toen het gerommel ophield begon hij te rennen. Zou er iets gebeurd zijn? Het gevoel van spanning in hem groeide. Toen hij voor de heuvel stond waarachter Geho lag, keek hij nog even achterom. Wat hij zag kon hij niet geloven. Daar, in de verte, net boven de horizon vloog iets. Nee, een heleboel. Plotseling trilde de grond waardoor Taryon bijna zijn evenwicht verloor. Zo snel als hij maar kon klom hij de heuvel op. Een maal boven zag hij de stad, brandend. Bovenop de burcht, zijn thuis, zat een weerzinwekkend monster. Hij herkende het meteen. De zwarte vleugels, hoorns en schubben betekenden maar één ding: een draak. Ook zag hij door een raam de adviseur staan met een grote hamer in zijn handen. Een pilaar van vuur versperde even het zicht. Zelfs vanaf een redelijk grote afstand voelde Taryon de hitte. Toen het vuur was verdwenen begon de draak naar beneden te klimmen. Met krachtige klauwen die diep in de muren werden geboord klom het wezen om het open raam heen. Eenmaal in de goede positie hield het monster zijn kop voor het raam. De vlammen schoten de ruimte weer uit door andere ramen. Skul is dood, gonsde het door zijn hoofd. Woedend haalde hij de boog van zijn schouder en tastte naar pijlenkoker op zijn rug. Wat hij voelde was leegte. Dan maar de stad in om pijlen te zoeken. De zijne lagen vast nog bij de boom waar hij had geslapen. Hij rende in volle vaart de heuvel af richting de openstaande poorten.
Hij hoefde niet ver te zoeken. Vlak naast de poort lag het lichaam van een wachter. Snel nam Taryon het zwaard en de pijlen van de man af. Wat hem wel vreemd leek was het mes wat uit de borst van de man stak. Overmand door woede dacht hij er niet verder over na. Hij gespte het zwaard vast aan zijn riem en bevestigde de pijlen op zijn rug. Eerst rende hij, maar zodra hij telkens meer lichamen tegenkwam die klaarblijkelijk niet door de draak waren gedood ging hij over naar een licht gehurkte houding om niet op te vallen. De draak was weer naar boven geklommen en overzag de stad. Taryon was inmiddels ook al ver gevorderd. Stukje bij beetje kwam hij dichterbij de burcht. Plots klonken er stemmen, stemmen die Taryon niet herkende. Voorzichtig haalde hij een pijl uit de koker en legde deze op zijn boog. Voorzichtig keek hij om de hoek om te zien wie het waren. Hij zag drie mannen en een vrouw, gekleed in lompen met wapens die zo te zien kwamen van de smid. Taryon had er niet op gelet, maar waarschijnlijk was de smederij ook al vernietigd.
De bandieten hadden hun voordeel genomen uit deze aanval. Op zich een slimme zet. Hoe dan ook, ze moesten dood, vond Taryon. Zonder zich te laten zien spande hij de boog en richtte. De eerste pijl raakte een man midden in zijn rug. Zo snel als hij kon klom Taryon het gebouw naast zich op. Eenmaal daar schoot hij nog een pijl, die de tweede man raakte. De twee overgeblevenen keken hem recht aan. Na de derde pijl was alleen de vrouw nog maar over. Taryon slingerde snel de boog over zijn schouder en sprong met getrokken zwaard van het dak af. Zonder moeite versloeg hij de vrouw ook en doodde haar. Toen kreeg hij door wat hij zojuist gedaan had. Hij stond even verbaasd tot hij wat stenen hoorde vallen van de burcht. Een golf van woede overspoelde hem weer en hij ging verder met zijn sluiptocht.
Eenmaal aangekomen bij de burcht zag hij dat daar ook de poorten wijd openstonden. Dienaren lagen overal, gedood door de bandieten waarschijnlijk. Vol moed stapte hij de grote zaal binnen. Op de troon zag hij een man zitten met donkerbruin haar en een schitterend harnas aan.
“Heer Geho?” vroeg Taryon. De man gaf geen antwoord. Voorzichtig kwam Taryon dichterbij, op zijn hoede voor eventuele valstrikken. Iedereen was dood, waarom heer Geho dan niet? Hoe dichterbij, hoe bleker heer Geho leek. Er gebeurde niets, zelfs niet toen Taryon vlak voor de troon stond. Aarzelend voelde hij de nek van de man. IJskoud. Heer Geho was dood.
Laatst gewijzigd door VeBu op 28 dec 2011 14:44, 1 keer totaal gewijzigd.
Oh, the days long ago when the crowds came around to hear the piano ring out with sound!
But the crowds have all gone and the symphony's through, and the piano cries out:
let me once play for you!
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

Het gaat te snel! Haha, ik ben er natuurlijk voor om snel te posten, maar probeer het bij eens in de twee dagen te houden, of desnoods 1 keer per dag. 2 keer per dag gaat mij te snel :P

Over je proloog. Saskjezwaard heeft al een aantal dingen uitgewezen natuurlijk en daar wil ik nog wat aan toevoegen :]
De burcht van de stad genaamd Geho stak met haar witte stenen sterk af tegen de donkere lucht.
Stuk beter!
Op de voorgrond stond een mens met een hamer, op de achtergrond hingen donkere gedaantes in de lucht.
Ik vind 'mens' zo'n vervelend woord. Is misschien persoonlijk, maar ik denk dat het mooier klinkt als je 'man', 'vrouw' of 'silhouet' of zo gebruikt. Je woordkeuze draagt namelijk ontzettend veel bij aan de sfeer van het verhaal en als je 'mens' gebruikt, breekt dat voor mij persoonlijk heel erg de sfeer. Maar; dat is jouw eigen keuze. Wat jij fijner vind :] Over de hamer; ik ben het eens met Saskjezwaard. Het klinkt een beetje vreemd als je de hamer niet beschrijft. Je beschrijft de geschiedenis er wel van, maar niet hoe die hamer er uit ziet en zo. Ik denk dat het heel veel bijdraagt aan het verhaal als je dat wel doet.
Door een luide knal versplinterde het glas en woei de koude wind naar binnen.
Ik zou 'waaide' gebruiken in plaats van 'woei'. Ik vind het een beetje een raar woord :P


En nu over je eerste hoofdstuk :P
Een maal boven zag hij de stad, brandend.
Eenmaal mag aan elkaar :]
Woedend haalde hij de boog van zijn schouder en tastte naar pijlen op zijn rug. Wat hij voelde was leegte.
Dit klinkt meer als een beschrijving van een gevoel. En ik zou 'naar pijlen op zijn rug' veranderen in iets met 'pijlenkoker' Ik zou het bijvoorbeeld zo doen:
Woedend haalde hij de boog van zijn schouder en tastte naar de pijlenkoker op zijn rug. Wat hij voelde was niets meer dan lucht.

Bovendien zie ik dat je heel vaak het woord 'toen' gebruikt. Probeer dit tot een minimum te beperken, anders heb je het risico dat je een 'toen dit', 'toen dat' verhaal krijgt en dat leest erg vervelend.

Verder heb je een goed begin geschreven. Er gebeurd genoeg om geïnteresseerd te worden en je gebruikt duidelijke fantasie-wezens, die iedereen kent. Dat vind ik wel fijn, omdat je dan niet vanaf het begin geïntroduceerd hoeft te worden. Wat ik tot nu toe heb gelezen straalt een boodschap uit: 'Het gaat over draken, het speelt zich in een duidelijke tijd af, de tijd van zwaarden, speren en pijl en boog. Er is een geschiedenis aan vooraf gegaan. En dit is mijn verhaal.'

Ik ben benieuwd naar de rest :]
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Spannend vervolg!
Het was me in het begin niet helemaal duidelijk dat Taryon in een boom net buiten de stad heeft liggen slapen. Maar wat verder in het verhaal, maakte je gelukkig duidelijk waar de jongen zo ploteseling vandaan kwam :)

Ben benieuwd of Skul nog heeft weten te overleven. En of Taryon kan helpen de draak te verslaan/temmen. Ga vooral zo door!

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Elfenring
Balpen
Balpen
Berichten: 139
Lid geworden op: 22 mar 2011 13:35
Locatie: Hilversum

Een prachtig en vooral meeslepend verhaal. Ik ben benieuwd naar het vervolg, maar pas wel op dat je niet een soort verslag krijgt. Je zou meer moeten beschrijven.

Groetjes, Michael
I am the stories that I write, it is my soul and my destiny and whithout it I wouldn't know who I am.
VeBu
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 26
Lid geworden op: 31 okt 2011 21:13

Dank voor alle feedback. :D
@Silena Voor nu laat ik de 'mens' maar zo staan. Later in het verhaal zal duidelijk worden waarom, maar ik weerhoud mezelf ervan teveel te zeggen gezien de mate waarin ik te snel belangrijke dingen verklap. :? Verder heb ik de puntjes verwerkt en verbeterd. Het woord toen zal ik tot een minimum proberen te houden.

@Elfenring Dank je :D Ik zal mijn best doen er meer gevoel in te verwerken.

Nu dan, het moment is aangebroken.

Taryon zette een stap terug. Er stak geen zwaard of mes uit het lichaam, dus wat was de oorzaak? Hij schudde zijn hoofd en liep door. Zelf kon hij niets meer doen. Wat hij wel kon doen was wraak nemen op degene die dit gedaan had. Er was geen spoor van een magiër te bekennen, dus begon hij aan de klim naar de top van de toren.
Telkens weer de trappen op. Hij kende dit gebouw op zijn duimpje, maar het bleef vermoeiend. Toen hij arriveerde bij de deur van Skuls kamer was hij dan ook bijna uitgeput. Van de deur zelf was niet veel meer over. Van de gang overigens ook niet. De zwartgeblakerde muren stonden in sterk contrast met de bijna felwitte die hij zojuist had gepasseerd. Door het gat in de muur tegenover de deur kon hij zien hoe de draak rond de toren vloog, zo nu en dan een brul uitstotend. Voorzichtig stapte hij de kamer binnen. As dwarrelde rond. Een aantal beschreven blaadjes, eens leesbaar, werden meegevoerd op de wind. De geur van dood hing overal.
Zonder al te veel moeite vond hij de resten van Skul. De strijdhamer lag vernietigd naast hem. Een warme traan rolde over Taryons wang. Skul was zijn leraar geweest in de kunst van het gevecht. Hij had als zijn vader gefungeerd. En nu was hij er niet meer. Taryons handen begonnen te trillen. Of dat van woede of verdriet was, wist hij zelf niet maar het gaf hem genoeg kracht om op te staan en verder naar boven te gaan. De draak moest sterven.
Hijgend bereikte hij de top van de toren. Uit voorzorg legde hij een pijl op de boog, klaar om te schieten. Ook wist hij dat de draak hem zeker zou opmerken. Hij kreeg gelijk. De draak kwam dichterbij, waardoor de warmte toenam. Vlak naast de toren bleef het wezen echter zweven. Snel richtte Taryon op de kop en schoot de pijl af. Vlak nadat het projectiel de boog had verlaten brandde het compleet weg en bleef de draak ongedeerd. Een vreemde situatie ontstond. Taryon en de draak staarden elkaar in stilte aan, geen van beide maakte aanstalten om aan te vallen. Vanuit de bek van de draak ontsnapten kleine vlammetjes. Hoe zwaar de regenbui ook was, de schubben bleven droog. Taryon droop nog steeds van al dat water. Een flits vulde de lucht weer met paars licht. Minder dan een seconde later werd de flits opgevolgd door de donder.
Plots stak de wind op, cirkelend rond de toren. De draak sperde zijn gevaarlijk uitziende bek open en liet de vlammen los. Zich voorbereidend op zijn einde stond Taryon vastgenageld aan de grond. De vlammen omhelsden hem, verwarmden hem. Ook lieten zij hem in leven. Door de vlammen hoorde hij een diepe, onbekende stem.
“Mensenkind,” begon het. “Jij, die mijn vlammen kan weerstaan. Luister. Ga naar de heilige bron, vind hem die in onze taal Krrugfar heet. Waterdrinker. Jij zal onze vertegenwoordiger zijn. Vrees ons niet, wij doen wat ons is opgedragen. Vaarwel.”
Na deze woorden losten de vlammen op en vloog de draak weg, langzaam vervagend tegen de donkere lucht. In de verte verdwenen ook de andere wezens. Taryon viel op zijn knieën. De heilige bron, waterdrinker, vertegenwoordiger? Ergens in zijn achterhoofd zei een stemmetje dat hij alleen werd gebruikt door de draken zodat zij het land terug konden nemen. Hij bleef nog maar even zo zitten om alle informatie te verwerken. Waar zou de heilige bron zijn, dacht hij. Ook al had hij ervan gehoord, de locatie was tot nu toe een mysterie voor de mensen. En wie zou deze ‘waterdrinker’ zijn? Na lang te hebben nagedacht kwam hij tot de conclusie dat hij toch niets meer te verliezen had, dus kon hij net zo goed doen wat hem was opgedragen.
Oh, the days long ago when the crowds came around to hear the piano ring out with sound!
But the crowds have all gone and the symphony's through, and the piano cries out:
let me once play for you!
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Je hebt in dit stukje de omgeving heel goed omschreven. Daarnaast bouw je de spanning goed op naar het punt dat de draak tegen Taryon praat.
Zijn opdracht begin je heel sterk, "jij, die vlammen kan weerstaan". Maar daarna haal je veel mysterie van de opdracht weg. Ik zou zelf het stukje van Krrugfar die gevonden moet worden weglaten, wellicht dat het in vurige letters in de lucht kan staan (beetje cliché misschien).
Het stukje 'vrees ons niet' maakt van de draak opeens een vriendelijk wezen, terwijl hij eerst iedereen uitmoord. Al zijn ze niet gevaarlijk voor Taryon, je kunt daarmee spanning creeëren als je dat pas veel later bekend maakt ;)

Ik hoop dat je er iets aan hebt :) Schrijf snel verder!

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
VeBu
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 26
Lid geworden op: 31 okt 2011 21:13

Het is alweer veel te lang geleden dat ik iets heb gepost. Bij deze, ik ben er nog :D
Ik hoop dat het net zo goed is als het vorige stukje!
Misschien wel en beetje kort, maar het is iets, toch? Toch?

Oplettend liep Taryon de trappen af. Pas nu drong het door wat er met de burchtheer was gebeurd. Het moest magie geweest zijn. Geen van de bandieten leek sterk genoeg om magie te beoefenen dus moest iemand anders het hebben gedaan. Toen hij weer in de troonzaal kwam begon hij te denken dat er niemand meer was. De dader was allang gevlucht.
Halverwege klonk er iets, links van hem. Meteen greep hij naar zijn zwaard en hield dit voor zich. Hij was moe, maar ondanks dat kon hij nog aardig wat. Een kleine vuurbal werd naar zijn hoofd geslingerd, die hij moeiteloos ontweek. Zo ging het nog even door tot zijn voeten plotseling vastvroren aan de grond. In paniek probeerde hij los te komen, maar het had geen zin. Zou hij nu dan wel sterven? Vlak voordat de laatste vuurbal hem raakte loste deze op. De volgende vlam werd gecreëerd en naar Taryon geschoten. Deze keer vloog er een brok ijs tegenaan, waardoor de baan van de vlam veranderde en Taryon miste. Vlug draaide Taryon zijn hoofd om te zien wie zijn redder was. Alles wat hij kon zien was een persoon gehuld in een lange, zwarte mantel met de kap op. Vlak voor het gezicht van deze nieuwe persoon vormde zich een bol van pure energie die met een immense vaart op de vijandige magiër afvloog. Als sneeuw voor de zon loste de vijand op. Tenminste, degene die Taryon eerder aanviel. Of deze vreemdeling vriendelijk was viel nog te bezien.
Langzaam en met zichtbaar wantrouwen naderde deze vreemdeling Taryon, die nog steeds vastgevroren was aan de grond. Toen de onbekende persoon op een bepaalde afstand was kon Taryon zijn voeten weer optillen. Hij zat niet meer vast. Nu de in de mantel gehulde persoon zo dichtbij was kon Taryon zijn kin en mond al zien. Het had typische mannelijke trekken, dus Taryon nam maar aan dat het een man was.
“Wie bent u?” vroeg Taryon. Geen antwoord. “Ik waarschuw je, zeg mij wie u bent, dan spaar ik je.” Het klonk niet erg overtuigend, maar het zorgde er in ieder geval voor dat de persoon een glimlach op het gezicht kreeg.
“Mijn naam is niet belangrijk,” sprak de man. “En ik denk niet dat jij in staat bent mij ook maar met één vinger aan te raken.” Hij had gelijk, dat wist Taryon. Het klonk wel heldhaftig, vond hij. De man bracht zijn handen, die tot dat moment verborgen waren onder de mantel, naar de kap om deze af te doen.
“Noem mij maar Nahkrin,” ging hij verder. Ondertussen deed hij de kap af zodat zijn gehele hoofd zichtbaar was. Hij had ravenzwart haar, bruine ogen gemixt met wat tinten rood en een jong uiterlijk. Het zag er onnatuurlijk uit, dacht Taryon.
“Nahkrin is een naam gegeven door draken, ja,” vertelde hij, “maar ik kom uit een dorp dat dicht bij de bergen ligt. De hele plek is doordrongen van drakenverering.” Een idee schoot Taryon te binnen: als die plek zo doordrongen is daarvan, misschien wist men daar waar de heilige bron was, en wie er werd bedoeld met ‘waterdrinker’!
“Zeg, Nahkrin,” begon hij, “ken jij dan toevallig iets genaamd…”
“…De heilige bron? Ja, dat ken ik. Zoek je Krrugfar?”
“Hoe…”
…Ik dat weet? Simpel, iedereen wil daarheen. Je bent niet de eerste die me dat vraagt.” Taryon wilde zich al verontschuldigen. Tegelijkertijd vond hij het erg vervelend dat deze vreemdeling zijn zinnen telkens afmaakte.
“Maar goed,” ging de man verder, “omdat ik niet de slechtste ben, zal ik met je meegaan en je de weg wijzen. Misschien kunnen we elkaar nog eens wat leren, niet waar?”
Oh, the days long ago when the crowds came around to hear the piano ring out with sound!
But the crowds have all gone and the symphony's through, and the piano cries out:
let me once play for you!
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Goed vervolg :) Het geeft niet dat het wat kort is, je stopt op het juiste moment.

Ik mis alleen dat Taryon verder niet stilstaat bij zijn aanvaller of de reden dat Nahkrin er is. Misschien komt dat nog..
Verder heb ik geen op/aanmerkingen voor je :)
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”