
Ik hoor het graag als jullie opmerkingen hebben, feedback is altijd welkom.
Nou.. verder heb ik alleen nog te zeggen: geniet ervan

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 1
Ontmoeting met de schaduwen
Er gleed een schaduw over het bos die ervoor zorgde dat het kleine beetje licht dat nog tussen de takken doorscheen vervaagde, meegetrokken in de duisternis.Door duisternis van de schaduw viel het op dat het kleine beetje licht in vergelijking toch een vrij groot verschil maakte.
Er stak een ijzig briesje op die de bladeren deed ritselen.
Tussen het huilen van de wind en de ritselende bladeren door klonk een stem 'Rustig Aisu' een meisje met lang zwart haar probeerde de witte tijger te kalmeren 'We zijn bijna thuis'
Er klonk een zacht gegrom.
De schaduw liet een klein beetje licht door dat reflecteerde op de dolk aan het meisje haar riem.
De dolk was handgemaakt met een schitterend patroon erop dat een draak leek die het handvat wurgde met zijn staart.
Ze trok de dolk van haar riem, het briesje was gestopt maar ze hoorde nog steeds geritsel van bladeren.
Aisu richtte zijn blik op de ritselende bosjes.
De witte tijger zou zich zonder genade op het ding in de bosjes storten als hij daar het teken voor zou krijgen.
Het meisje luisterde aandachtig 'Vier poten, misschien geen mens maar laten we het zekere voor het onzekere nemen' fluisterde ze terwijl ze naar Aisu keek.
Aisu keek haar recht aan met zijn diepblauwe ogen en gromde.
Ze keek Aisu nog een paar seconden aan en zei zacht 'Val aan'
De woorden waren nog nauwelijks uitgesproken of de tijger was al in de bosjes verdwenen.
Het meisje hoorde Aisu grommen, bladeren hevig ritselen en takken breken totdat het opeens stil werd.
Aisu kwam teruglopen met een konijn tussen zijn kaken.
Het konijnenbloed rond zijn bek maakte duidelijk dat hij niet rustig aan had gedaan.
Aisu legde het konijn voor het meisje haar voeten die meteen zag dat het geen normaal konijn was.
'Zeker een ontsnapt experiment of zo' zei ze terwijl ze het konijn bestudeerde.
Het beest was zeker twee keer zo groot als een normaal konijn, het had geen ogen of oren alleen een lege kop met een bek die op een gapende wond leek die over de hele breedte van de kop liep met daarin drie rijen vlijmscherpe tanden.
Ze zuchtte en binden de achterpoten van het beest aan elkaar vast en gingen verder aan hun weg naar huis.
Na een uur lopen laste Aisu abrupt een pauze in.
Hij was tegen een boom gaan liggen die misschien wel een van de oudste van het bos zou kunnen zijn.
Ze keek Aisu even streng aan, maar toen ze zeg dat dat geen effect had ging ze ook maar even zitten.
Liggend tegen Aisu zachte vacht deed ze een poging om tussen de bomen door de lucht te zien wat achteraf verspilde moeite was.
Ze keek een tijdje rond of er gevaar dreigde maar na verloop van tijd werd haar zicht waziger tot ze wegzakte in een lichte slaap.
Het was al avond toen ze wakker werd gemaakt door een zachte stem 'Word wakker, het is niet veilig om 's avonds hier te zijn'
Ze ging overeind zitten met een bezweet gezicht en probeerde haar gedachte te ordenen.
'Wat doe je hier?' vroeg de oude vrouw.
'Niks, niks' antwoordde ze een beetje van slag 'Ik was alleen ingedut dat is alles'
'Kom toch mee naar mijn huis' Ze had haar zin nog niet uitgesproken of een pijl doorboorde haar arm en pinde haar vast aan een boom.
Ze stond aan de grond vastgenageld 'Wat.. hoe..'
Direct volgde er nog een paar pijlen die de oude vrouw haar benen en schouder vol troffen.
'Ga daar weg' de stem kwam uit het niets.
Ze zette van schrik een paar passen achteruit terwijl ze keek hoe grijsgroen vocht over de oude vrouw haar gezicht liep.
'Ze is geen mens' zei de stem 'Niet meer in ieder geval'
De jongen van wie de stem was kwam naast haar staan en pakte een lamp.
Hij scheen het felle licht van de lamp op haar gezicht, er klonk gegil dat overging in een raspend geluid naarmate haar huid begon te smelten en haar echte gezicht tevoorschijn kwam.
Steeds meer kokende huid viel van haar af.
De kokende huid verteerde alles op het beest na wat in de huid verscholen zat.
Het was een samenraapsel van mensen en dieren.
Lappen vlees waren versmolten tot iets wat op een lichaam moest lijken.
De kop was leeg op een paar kuiltjes na waar de ogen zouden moeten zitten en over haar borst liep een scheur waarin een verzameling tanden zaten die nog het meest op vishaken leken.
Het had geen handen alleen vlezige dikke huid aan het uiteinde van haar armen waar klauwen uit groeiden.
Het was een beest dat direct uit iemand ergste nachtmerrie kwam.
Ze staarden samen een paar seconden naar het beest dat met pijlen vast zat aan de boom.
'We hebben niets te vrezen' zei de jongen kalm 'De zon komt zo op'
'Wat is je naam' vroeg de jongen terwijl hij op het beest bleef letten alsof het elk moment kon ontsnappen.
'Mijn naam is Katie' kon ze met veel moeite uitbrengen 'En jij?'
'Ik heet Jake' zei hij kortaf 'Kijk, de zon komt op'
Zonlicht scheen door de bladeren van de bomen en raakte het beest die een raspend geluid maakte waarna hij verstijfde en uit elkaar viel.
De losse stukken vlees siste en smolten weg totdat het enige overblijfsel van het beest een plas grijsgroen slijm was waar een doffe steen in dreef.
De steen barsten open en er kwam een grijze worm uit met een donkerpaarse kop die zodra hij het zonlicht voelde zich een weg boorde in de grond en verdween.
Katie staarde naar de plas slijm tot ze zich iets bedacht 'Aisu' zei ze geschrokken 'Waar ben je?'
Er klonk een vriendelijk gegrom achter haar vandaan.
Ze draaide zich om en knuffelde de tijger.
'Ze komen steeds vaker' mompelde Jake 'Het word tijd dat we een oplossing vinden'
'Kan ik helpen?' vroeg Katie aan hem.
'Alle hulp is welkom' zei hij met een glimlach 'Maar het zal gevaarlijk worden, dus het is je eigen keuze'
'Ik ga mee' antwoorden ze vastberaden en keek naar Aisu 'Jij toch ook?'
Aisu gromde trouw.
'Dan is het geregeld' zei Jake 'Kom, dan breng ik jullie naar mijn dorp'