Hier is het dan. Het eerst hoofdstuk van mijn verhaal. Hopelijk vinden jullie het leuk en feedback is altijd welkom

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 1
Duistere Illusie
Zonlicht scheen tussen de gordijnen van haar slaapkamerraam door. Het was niet veel, maar genoeg om haar te dwingen haar ogen te openen. Ze wreef in haar ogen. 'Kom op Faith,' mompelde ze tegen zichzelf. 'Het is tijd om op te staan.'
Toen ze uit bed stapte zag ze dat ze haar kleren nog aan had. Blijkbaar was het laat geworden en had ze de moeite niet genomen om zich om te kleden. Ze liep naar haar bureau en keek naar een papier waar een foto van een dorp opstond. 'Dus hier moet ik heen vandaag,' zei ze terwijl ze de foto van het dorp bekeek. Het was een mooie foto. De huizen waren gemaakt van steen met dak dat overdekt was met bladeren. De bladeren waren waarschijnlijk aangebracht om het dorp te verbergen voor draken. Ze stopte de foto in een tas. 'Dit lijkt een van de weinige dorpen te zijn die geen last heeft van het feit dat de Feniks weg is.'
Ze zocht tussen de rommel op het bureau tot ze had gevonden wat ze zocht. Ze vouwde de kaart open, stippelde een route naar het dorp uit en stopte de kaart bij de foto in de tas. 'Ik vraag me af waarom dat dorp er nog zo mooi uit ziet,' zei Faith zacht. 'Sinds dat de Feniks verdwenen is hebben we geen magische bescherming meer tegen monsters.'
Maar daar moest ze nu niet over nadenken. Haar opdracht was om de mensen weer een beetje op te vrolijken. Ze keek naar haar gitaar die op een standaard in de hoek van de kamer stond. Sinds haar ouders waren gestorven was muziek haar enige vriend geweest. Ze was een artiest die was ingehuurd door de koning. Hij hoopte waarschijnlijk dat haar gitaarmuziek de mensen niet alleen op zou vrolijken, maar ook een beetje hoop zou geven. Ze tilde de gitaar op, hing hem aan een band over haar schouder en liep de kamer uit. 'Op naar dat dorp,' er klonk twijfel in haar stem.
Ze liep door de gang richting de trap. Toen ze onderaan de trap stond keek ze naar het wapen van de koninklijke familie dat aan de muur hing. Het schild met de feniks. Ze zuchtte en bekeek de scheur die door het midden van het schild liep. De koning had het persoonlijk aangebracht omdat zijn vrouw weg was. Als de koninklijke familie gebroken is, dan het wapen ook. De scheur splitste de feniks in tweeën. 'De gebroken Feniks.'
Faith draaide zich om en liep de keuken in. De keuken bevond zich in een grote ruimte. Normaal gesproken zouden hier nu minstens drie mensen aan het werk zijn, maar er was niemand. Ze besloot er niet over na te denken waarom de keuken leeg was en liep door een andere deur naar buiten. Het viel haar op dat er niet zoveel wolken waren. Ze voelde de warme zonnestralen op haar huid. Er liep een stenen pad naar de stallen.
Faith volgde het pad en liep de stallen in. Er stonden voornamelijk paarden in de stallen, maar daar was ze niet in geïnteresseerd. Ze zocht de stal van Shiro. De koning had Shiro een van de stallen als slaapplaats gegeven omdat Faith hier logeerde. Nadat ze een paar stallen met paarden langs was gegaan vond ze Shiro.
De witte wolf lag op de grond te slapen. Faith maakte de piepende staldeur open en ging naar binnen. De wolf leek het niet uit te maken wie er binnen kwam tot hij zag wie het was. De wolf sprong op en gromde vrolijk.
Faith aaide het beest over zijn kop. 'We moeten naar een dorp in het bos.'
Ze maakte een zadel vast op Shiro's rug en liep met hem de stallen uit. Eenmaal buiten ging Faith op het zadel zitten. Shiro was gewent aan het extra gewicht van het zadel en Faith. De wolf liep om het kasteel heen naar de brug. Een paar meter voor Faith reed de koninklijke koets over de brug heen. 'Waar zou de koning heen gaan?' dacht ze hard op. Toen ze eenmaal over de brug en langs de wachtpost waren vond Shiro het wel tijd worden om iets harder te gaan lopen. Hij rende het bos in. Faith haalde de kaart uit haar tas en keek of ze nog goed gingen. Nadat Faith een paar keer had aangegeven welke kant ze op moesten kwamen ze aan bij het dorp. Het was net zo mooi als de foto. Ze stapte van de wolf af. 'Hier is het Shiro,' zei ze tegen de wolf. 'Blijf jij maar hier, ik fluit wel als ik je nodig heb.'
De wolf ging tegen een boom slapen. Het was nog vroeg en normaal werd hij tegen de middag pas wakker, maar voor Faith maakte hij graag een uitzondering. Ze had voor hem gezorgd vanaf dat hij een pup was. Faith zag hoe de wolf in slaap was gevallen en draaide zich om naar het dorp. Het viel op dat het wel erg stil was. Ze stond zo dicht bij een dorp en er waren geen stemmen. Dat ze niemand hoorde was niet het enige, er liep ook niemand over straat. Ze zetten een paar stappen richtig het dorp. Nog steeds geen geluiden. Er liep een koude rilling over haar rug. 'Misschien verstoppen de mensen zich,' mompelde ze. 'Misschien zijn ze in gevaar.'
Ze liep het dorp in terwijl ze nadacht over wat er aan de hand zou kunnen zijn. Nu ze in het dorp stond begonnen de kleuren te vervagen. Ze zag hoe het kleurrijke dorpje veranderde in een duistere spookstad.
Haar maag keerde zich om toen de illusie totaal verdwenen was. Bij sommige huizen brokkelde er grijze stukken steen van de muren. De daken waren bedekt met rottend hout en er zaten gaten in. Bij bijna alle huizen zaten er bloedvlekken tegen de muren. De grond was bezaait met lijken. Bij de meeste lijken was aan het rottende vlees te zien dat ze er al een tijd lagen, maar sommige lijken waren nog vers. Die hadden alleen een bleke huid waaraan je kon zien dat ze daar hooguit een paar dagen lagen. 'Het was nep,' zei Faith zacht. De angst in haar stem was overduidelijk. 'Het prachtige dorp was een illusie.'
Ze zetten een paar stappen achteruit totdat ze ergens tegenaan liep. Het voelde hard en koud aan. Faith draaide zich om. Niets, alleen het bos. Ze keek of ze Shiro zag, maar die was weg. 'Shiro zou nooit weggaan,' bedacht ze. 'Er moet iets gebeurt zijn.'
Ze wilde het bos inrennen om Shiro te gaan zoeken maar ze knalde tegen iets aan. Een beetje duizelig van de klap keek ze voor zich uit. Niets, er stond gewoon helemaal niet. Faith strekte haar armen totdat ze iets raakte. Het was een muur. Een onzichtbare muur. 'Wat is er aan de hand hier?'
Ze had geen kans om de muur kapot te krijgen. De magie was veel te sterk. Er kwam een dunne mist opzetten, maar Faith merkte het niet ze had alleen oog voor de magische muur die haar gevangen hield.
De mist werd dikker en aan het eind van de straat stond het silhouet van een persoon.
"You should know by now that there is nothing more devastating in the world than true beauty."