Tevergeefs [Voorlopige titel]

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
Plaats reactie
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

Ik heb het geprobeerd, maar ik kan toch echt niet wachten met het posten van dit verhaal. Ik ben nog steeds bezig met het eerste hoofdstuk, dus ga er niet van uit dat ik heel snel post, want ik schrijf ook niet heel snel :P
De titel is voorlopig ''Tevergeefs'' omdat ik geen goede titel kan bedenken en omdat dit toch wel een beetje wat met het einde van het verhaal heeft te maken.

Bronnen:Wikipedia xD

Een reis door de tijd loopt volledig mis als Abigail in het jaar 1824 terechtkomt. Ze ontmoet daar Lord Byron, die volgens de boeken begin dat jaar aan de moeraskoorts had moeten overlijden in het Griekse Mesolongi. Echter niets is minder waar. Lord Byron ziet er zo fit uit als maar kan zijn, zij het wat bleek. Buiten dat, gebeuren er nog meer vreemde dingen in Londen. Mannen en vrouwen van alle leeftijden raken vermist, of worden in donkere steegjes gevonden in een staat waarin je je grootste vijand nog niet zou willen zien.
Tevergeefs
Hoofdstuk 1
Het werd langzaam wit voor Abigails ogen toen ze hoorde hoe de tijdmachine aansloeg. Ze drukte haar armen nog wat dichter tegen haar zij terwijl er een zachte rilling door haar lichaam sloeg. Ze hapte een keer zenuwachtig naar adem en voelde hoe het zweet haar uitbrak. Ze was bang, maar ook ontzettend blij. Ze had maanden op deze dag gewacht en eindelijk was het zover. De machine ratelde en ze hoorde wat gebonk, gecombineerd met stemmen die zacht met elkaar praatten. Er kriebelde iets in haar buik en een voorzichtige glimlach verscheen op haar gezicht. Daar ging ze. De kamer waarin ze zich bevond werd steeds lichter, tot ze niks anders meer kon onderscheiden dan een fel, wit licht. Het nam bezit van haar. De rilling werd sterker. Abigail voelde hoe haar lichaam steeds harder begon te trillen en ze dacht dat haar hart een zacht sprongetje maakte toen het ineens donker werd en het trillen stopte. Alles was nu zwart. Ze had haar armen nog steeds strak tegen haar lichaam geklemd en wachtte. Ze wachtte tot het weer lichter werd en ze kon zien waar ze was. Ze hoorde het bonken van haar hart en merkte dat ze moeite had met ademhalen door het grote brok in haar keel. Het duurde even voordat ze doorhad dat ze haar ogen stijf dicht had geknepen op het moment dat het trillen was begonnen. Zodra ze daar achter kwam, deed ze ze langzaam open. Er gleed een koel briesje langs haar gezicht. Een plukje haar waaide voor haar ogen en voorzichtig deed ze die met haar hand terug achter haar oor. Ze stond achter een huis, maar het zag er heel anders uit dan de huizen die zij kende. Er hing een grauwe gloed over het gebouw, de schuiframen met roede-indeling waren voorzien van donkergroene luiken en de stenen van het huis hadden niet de bruinrode kleur van bakstenen die zij als normaal beschouwde.
Abigail beet zacht op haar lip en probeerde zich een beetje te ontspannen. De tijdreis zat er op. Ze wist dat tussen nu en enkele minuten ze zich enigszins misselijk en draaierig zou voelen, en tot dat moment had ze de tijd om een plek op te zoeken waar ze rustig kon zitten. Ze besloot dat dit wel zo'n plek was en keek nog eens goed om zich heen. In de tuin, achter het huis wat op het tweede gezicht nog groter leek dan op het eerste, stonden verschillende rozenstruiken en kleine bomen in gras wat ooit groen had moeten zijn, maar er nu dor en geel uit zag. Het leek in ieder geval alsof er al in geen jaren meer iets aan de tuin was gedaan en dat was precies wat Abigail nodig had. Rust. Zonder dat er iemand aan haar kwam vragen wat ze hier toch deed en waar ze zo ineens vandaan kwam. Abigail zocht de dichtstbijzijnde boom op en moest zich er aan vastgrijpen om haar evenwicht niet te verliezen. Er vormden zich zwarte vlekken voor haar ogen en ze had het gevoel dat ze ronddraaide als een tol. De duizeligheid kwam sneller opzetten dan ze had verwacht. Ze voelde hoe haar maag zich omdraaide terwijl ze langzaam probeerde te gaan zitten en besloot daarom maar even te blijven staan. Ze kokhalsde en een nieuwe vlaag angst overweldigde haar. Met beide handen leunde ze tegen het boompje, terwijl ze vocht tegen de misselijkheid.
Gelukkig duurde het niet lang voordat de zwarte vlekken voor haar ogen oplosten in het niets en de zure smaak van gal uit haar mond verdween. Ze haalde nog een paar keer diep adem en toen ze er zeker van was dat de effecten van het tijdreizen waren verdwenen, besloot Abigail eens rond te gaan kijken. Ze haalde haar handen van de boom, klopte ze af aan haar donkergrijze, licht gestreepte kokerrok en vond haar weg door het droge gras naar een betegeld terrasje, vlak onder een van de ramen van het grote huis. Ze kon het niet laten om een blik naar binnen te werpen en schrok van wat ze zag. Haar hart sloeg even over. Dit kon niet waar zijn! Abigails hersenen werkten overuren in een poging te beseffen wat er aan de hand was. In de grote kamer waar ze naar binnen keek, stond een tafel, met acht stoelen er omheen. Dat op zich was niet zo schokkend. Maar het feit dat deze tafel niet in een 21e-eeuwse eetkamer was te vinden wel. De kamer straalde ouderdom uit door de wandkleedjes, de porseleinen vazen op dressoirs langs de muren en de verschillende kroonluchters die de kamer versierden en en met hun kaarsen verlichtten. Of dit was een museum, of er was iets heel erg misgegaan en ze bevond zich nu honderden jaren verder terug in de tijd dan gepland.
Abigail voelde hoe het zweet haar uitbrak. Was er iets misgegaan met de tijdmachine? Zou ze nog weer terug kunnen? Het werd haar in ieder geval duidelijk dat ze eerst zekerheid moest vinden, voordat ze zich op straat zou vertonen. Als ze zich inderdaad zo ver in de geschiedenis bevond, was het niet veilig om zich onder de mensen te begeven, gekleed in een kokerrok en een nogal laag uitgesneden hemdje, weliswaar half verborgen onder een chique jasje, maar nog steeds erg aanstootgevend en verwarrend. Abigail, die de brok in haar keel net weer kwijt was, slikte en haalde een hand door haar haren. Ze liep naar een van de andere ramen en keek opnieuw naar binnen. Ze zag een grote kookketel op een vuur in de hoek van de kamer. Er hingen dode vogels en konijnen aan haken aan de muren en er stonden verschillende kratten met brood, groenten en aardappels. Ook dit was geen 21e-eeuwse kamer. Bij de aanblik van de dode vogels voelde Abigail opnieuw een lichte misselijkheid opkomen en het was haar duidelijk dat het deze keer geen gevolg was van de tijdreis. Vegetarisch was ze niet, maar dit was een heel ander gezicht dan de kipfilets die je in de supermarkt kon kopen, ingepakt in plastic. Het feit dat er een kookketel op het vuur stond en de vlammen er omheen likten, vertelde haar dat dit ook geen museum was. De kookketel werd gebruikt. Er zouden straks mensen de keuken binnenkomen en de kans was zeer aanwezig dat ze Abigail voor het raam zouden zien staan. Abigail voelde haar hart in haar keel kloppen en haar handen klam worden. Ze probeerde zich te verbergen onder de ramen terwijl ze op zoek ging naar een deur. Als dit inderdaad de geschiedenis was, zou ze kleding moeten vinden waarin ze niet op zou vallen, tot de ingenieurs van de tijdmachine in de toekomst doorhadden dat er iets mis was gegaan en haar zo snel mogelijk terug zouden halen. Tenminste, ze hoopte dat dat zou gebeuren.


EDIT 30-12-11: Meer enters toegevoegd.
Laatst gewijzigd door Silena op 30 dec 2011 11:46, 1 keer totaal gewijzigd.
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
Tijgerlelie
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 362
Lid geworden op: 20 dec 2011 13:25

Hey Silena,
Wat leuk, zo vers van de pers! Hier en daar is wel te merken dat dit een van de eerste, zo niet de eerste, versie is. Maar de kleine stroefheden in de tekst haal je er denk ik zelf wel uit als je het eens zorgvuldig doorleest. Wat me direct opviel toen ik deze draad opende is dat het nogal een muur van tekst is. Er zit welgeteld één hele enter in, dat mag wel een keer of twintig vaker. Verder is het een klassiek begin van een tijdreisverhaal zoals bijvoorbeeld ook in 'kruistocht in spijkerbroek'. Ik ben heel benieuwd waar jouw verhaal afwijkt van de klassiekers! Je korte flaptekst/samenvatting in het begin wekt de indruk dat dit meer een thriller/spanningsverhaal wordt dan een tijdreisverhaal dus ik ben benieuwd!
Groetjes, Tijgerlelie
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Zo, net je hele stukje doorgelezen^^ zoals Tijgerlelie al zei, je mag wat vaker op enter drukken, dan wordt het een stuk leesbaarder ;)
Voor de rest heb ik weinig te zeuren, je grammatica is heel netjes, er zitten mooie beschrijvingen in en het is mooi gedetailleerd. Dat maakt het meelezen een stuk makkelijker *leunt lui achterover* :P

Oeh, ik vind karakters/mensen als Lord Byron echt heel erg interessant^^ een 'zondig' leven leiden, maar toch niet helemaal slecht zijn. En natuurlijk duister en gevaarlijk, dat klinkt al bijzonder veelbelovend. Ik ben benieuwd hoe je hem neer gaat zetten en, natuurlijk, wat er verder gaat gebeuren :P
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

@ Tijgerlelie: Ik heb er een paar extra enters in gegooid, maar nog lang geen 20. Persoonlijk vind ik het wel fijn om in een stuk door te lezen, dus ik heb de enters op plekken gezet waarvan ik zelf denk dat er mogelijk een zou kunnen staan. Zelf denk ik dat het al een stuk overzichtelijker is.
@ Saskjezwaard: Ik probeer Lord Byron zo veel mogelijk neer te zetten zoals hij was (voor zover dat lukt met de informatie die ik kan vinden over hem natuurlijk).

Dit verhaal is inderdaad een mengeling van fantasy, thriller, een beetje horror en zelfs een beetje drama. Ik wist niet goed waar ik het neer moest zetten en CN adviseerde mij het bij Avontuur te zetten, maar het zou inderdaad overal wel passen :P

Voor nu weer een nieuw stukje, omdat ik dat nu klaar heb, haha xD Wel een iets korter stukje dit keer, omdat het gewoon een mooi punt is om op te eindigen zeg maar :]


Gelukkig duurde het niet lang voordat Abigail een deur vond, die tot haar verbazing zonder piepen of kraken open ging. Ze keek schichtig om zich heen terwijl ze de drempel over stapte. Ze zag dat ze zich in een hal bevond, met recht tegenover de deur die ze nu zachtjes dicht deed, de voordeur. De vloer was van donker hout en de wanden waren heel licht bruin, versierd met vele wandkleedjes, schilderijen en kandelaren met brandende kaarsen. Hoog boven haar hoofd hing een enorme kroonluchter die de hele hal verlichtte met de vele vlammetjes. Ze vroeg zich af hoeveel tijd en moeite het kostte om die kaarsen aan te steken en te vervangen als ze op waren. De kroonluchter hing echt heel erg hoog. Abigail sloop op haar tenen naar de grote trap langs de wand aan haar rechterkant en liep die zo snel mogelijk op. Ze hoorde voetstappen in het huis. Ze kon alleen niet bepalen waar ze vandaan kwamen. Met haar hart in haar keel en zenuwen die door haar lijf gierden, dook ze in elkaar en keek voorzichtig om ieder hoekje voordat ze zich verder door de gangen begaf. Ze opende af en toe een deur, blij dat zich daarachter steeds niemand bevond, teleurgesteld dat ze nog steeds niet had gevonden waar ze naar op zoek was.
Aan het eind van de gang liep ze tegen twee deuren aan. Ze waren versierd met uitsnijdingen in het hout en op beide deuren prijkte een grote, goudkleurige deurknop. Abigail verwachtte dat ze hier wel eens goed zou kunnen zitten en drukte haar oor tegen de deur om te luisteren of ze kon horen of er wel of niet iemand in de kamer was. Ondertussen kreeg ze steeds meer het gevoel dat er iets niet in de haak was. Er was duidelijk iets misgegaan met de tijdmachine, terwijl de ingenieurs dagen lang hadden doorgewerkt, honderden tests hadden gedaan. Ze bleef een poosje staan, maar ze was er al gauw zeker van dat ze de kamer veilig binnen kon gaan. Ze legde haar hand op een van de deurknoppen en draaide deze voorzichtig om. Er klonk een zachte klik en langzaam duwde Abigail de deur open, om hem direct weer achter zich dicht te doen toen ze de drempel over was gestapt. Ze haalde een keer diep adem terwijl ze zich omdraaide en de kamer in zich op nam.
Er stond een enorm hemelbed tegen de muur aan de linkerkant, wat een groot deel van de kamer in beslag nam. Er lagen vele kussens op en een donkerrode deken met een geborduurd bloemmotief. Datzelfde motief kwam terug in de bekleding van een sierlijk krukje, voor een net zo sierlijk tafeltje, gevuld met allerlei potjes, kammetjes en een grote vaas met bloemen. Tegen de muur boven de tafel hing een spiegel met een uit hout gesneden lijst. Het was duidelijk dat ze zich in een kamer bevond die hoogstwaarschijnlijk een vrouw toebehoorde. Abigail liep naar een grote kast die schuin in de rechterhoek van de kamer stond en draaide de sleutel die in het slot stak om. Voorzichtigheid was nu niet meer de eerste prioriteit. Ze moest nu snel en effectief te werk gaan, zodat ze zo gauw mogelijk weer buiten kon staan. Ze zwaaide de kastdeur open en zag verschillende bruine, witte, zwarte, rode en groene stukken stof, keurig opgestapeld en netjes op de planken weggelegd. Abigail pakte iets met een bruine kleur van een van de stapels en vouwde het uit. Het was een lange rok. Zo vouwde ze nog een aantal dingen uit en weer op, tot ze een combinatie had gevonden die haar wel aanstond, gepaard met lang ondergoed en een zachtroze korset. De kleding was iets aan de grote kant, maar dat maakte eerst niet uit. Ze hees zichzelf in de vele lagen en kreeg met moeite en behulp van de spiegel het korset dicht. Ze vond een paar leren laarsjes met hele dunne veters en een klein hakje en trok deze aan. Haar eigen kleren stopte ze in een handtasje wat ze vond op een dressoir naast de dubbele deuren. In dat tasje zaten ook een aantal zilverkleurige munten en hoewel het tegen haar principes in ging om dingen ongevraagd mee te nemen, zag Abigail zich genoodzaakt de kleding, de schoenen en het tasje met de muntjes te houden.
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Leuk dat je een verhaal begint met tijdreizen! Ik ben benieuwd in wat voor avonturen je Abigail gaat laten storten :) En je maakt me nieuwsgierig of ze nog terug kan en hoe ze zich in deze nieuwe tijd gepast weet te gedragen.

Je hebt een fijne schrijfstijl en weet de omgeving mooi te beschrijven!

Ga zo door.

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Tijgerlelie
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 362
Lid geworden op: 20 dec 2011 13:25

Silena schreef:@ Tijgerlelie: Ik heb er een paar extra enters in gegooid, maar nog lang geen 20. Persoonlijk vind ik het wel fijn om in een stuk door te lezen, dus ik heb de enters op plekken gezet waarvan ik zelf denk dat er mogelijk een zou kunnen staan. Zelf denk ik dat het al een stuk overzichtelijker is.
Dan ben je een van de weinige denk ik... Kijk maar eens in een leesboek (en vergeet niet dat de pagina's half zo breed zijn) en tel hoeveel regels de gemiddelde alinea duurt. Als het goed is is dit meestal rond de 10/12 regels, vrijwel altijd minimaal drie per pagina. Dit zijn een stuk of 8 regels op A4 formaat. Je eerste alinea heeft er nu 19 (op A4), dat is een alinea van bijna een hele boekpagina!
Je kunt enters ook gebruiken om bepaalde zinnen extra nadruk te geven. Dat is bijvoorbeeld in jouw eerste stuk 'Daar ging ze'. Ik denk dat ik het zo zou doen:
Het werd langzaam wit voor Abigails ogen toen ze hoorde hoe de tijdmachine aansloeg. Ze drukte haar armen nog wat dichter tegen haar zij terwijl er een zachte rilling door haar lichaam sloeg. Ze hapte een keer zenuwachtig naar adem en voelde hoe het zweet haar uitbrak. Ze was bang, maar ook ontzettend blij. Ze had maanden op deze dag gewacht en eindelijk was het zover.
De machine ratelde en ze hoorde wat gebonk, gecombineerd met stemmen die zacht met elkaar praatten. Er kriebelde iets in haar buik en een voorzichtige glimlach verscheen op haar gezicht.
Daar ging ze.
De kamer waarin ze zich bevond werd steeds lichter, tot ze niks anders meer kon onderscheiden dan een fel, wit licht. Het nam bezit van haar. De rilling werd sterker. Abigail voelde hoe haar lichaam steeds harder begon te trillen en ze dacht dat haar hart een zacht sprongetje maakte toen het ineens donker werd en het trillen stopte.
Alles was nu zwart. Ze had haar armen nog steeds strak tegen haar lichaam geklemd en wachtte. Ze wachtte tot het weer lichter werd en ze kon zien waar ze was. Ze hoorde het bonken van haar hart en merkte dat ze moeite had met ademhalen door het grote brok in haar keel. Het duurde even voordat ze doorhad dat ze haar ogen stijf dicht had geknepen op het moment dat het trillen was begonnen. Zodra ze daar achter kwam, deed ze ze langzaam open.
Er gleed een koel briesje langs haar gezicht. Een plukje haar waaide voor haar ogen en voorzichtig deed ze die met haar hand terug achter haar oor. Ze stond achter een huis, maar het zag er heel anders uit dan de huizen die zij kende. Er hing een grauwe gloed over het gebouw, de schuiframen met roede-indeling waren voorzien van donkergroene luiken en de stenen van het huis hadden niet de bruinrode kleur van bakstenen die zij als normaal beschouwde.
Het is maar mijn mening, maar ik denk ik laat even zien hoe het ook zou kunnen. Je moet verder natuurlijk doen wat je zelf het beste vind, het is jouw verhaal. Ik ga me binnenkort op het vervolg storten!
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Je hebt ook genoeg boeken met lange alinea's, ik zat er laatst eentje te lezen en ik verbaasde me erover dat de schrijver niet vaker op enter had gedrukt :P maar bij boeken is het een ander verhaal dan op internet, want eigenlijk moet je hier alles doen om je lezer niet weg te jagen (hmm, dat klinkt vreemd xD). Vanaf een scherm lezen is al niet het fijnste wat er bestaat en als de tekst dan ook nog één grote blok tekst is, zullen veel mensen al snel de neiging hebben om weg te klikken. Een paar enters is een kleine moeite, en zoals Tijgerlelie al zei, het kan je verhaal versterken. Maar goed, je moet zelf weten wat je doet, maar ik zal je sterk aanraden om een paar meer alinea's in je verhaal te maken. ALs je het niet doet, zal ik heus niet ophouden met lezen, daarvoor vind ik het te leuk^^

Waah, ik moet weg, volgende keer een reactie meer op je verhaal :P
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

Ik hou gewoon niet zo van enters, haha :] Ik probeer er wel wat meer op te letten nu, want jullie hebben natuurlijk wel gelijk en ik heb het idee dat het al wel wat beter gaat. Ik denk alleen niet dat jullie het voor elkaar zullen krijgen om de 8 regels een enter te zien.
In ieder geval; ik heb weer een nieuw stukje :] Tot nu toe heb ik om de dag een nieuw stukje gepost maar dat is denk ik niet hoe het zal blijven gaan. Ga er vanuit dat er hierna ongeveer een of twee keer per week een nieuw stukje komt :]

Abigail wist zonder problemen het huis weer te verlaten via de voordeur en liep nu door de straten van Londen. Af en toe reed er een man of een vrouw op een bakfiets langs, luid bellend, om de mensen die de straat overstaken wat sneller te laten lopen. Uit donkere steegjes klonk een rammelend geluid, van hongerige weesjes die in prullenbakken op zoek waren naar iets te eten. Abigail hield zich voor daar niet te veel op te letten. Ze kon ze toch niet helpen, hoe graag ze dat ook wilde. Naarmate de tijd verstreek en Abigail zich steeds verder bevond van de plek waar de tijdmachine haar had geplaatst, begonnen de huizen steeds kleiner te worden. Hier en daar stonden er winkeltjes, waarvan de etalageramen in waren gegooid met stenen, leeg. Ze bevond zich duidelijk in een minder welvarende buurt. Het was hier ook een stuk drukker op straat. Moeders met grote manden onder hun arm trokken met hun vrije hand vele kinderen met zich mee. Mannen achter karren met etenswaren keken bezorgd naar de donkere luchten die zich vormden boven de stad. Ook Abigail viel het op dat het niet lang meer zou duren voordat de regen uit de lucht zou vallen.
Ze liep naar de overkant van de straat, waar ze een groezelig, oud cafeetje zag en besloot daar wat te drinken om de tijd wat te doden. Ook kon ze zich daar rustig bedenken wat haar volgende stap zou zijn, mocht ze nog niet weer terug gehaald worden door de ingenieurs in de toekomst. Abigail rilde bij die gedachte en besloot er niet meer aan te denken dat het mogelijk was dat ze hier zou moeten blijven. Dat ze hier zou leven tot ze hier zou sterven. De ingenieurs zouden vast een oplossing vinden en voordat de nacht zou vallen, zou Abigail met een kop thee op de bank van haar kleine appartementje zitten. Er verscheen een glimlach op haar gezicht bij de gedachte aan haar warme huisje en haar pluizige kat die het heerlijk vond om bij haar op schoot te kruipen.
Abigail opende de deur van het cafeetje, die met een luid gepiep en gekraak open ging. Er klonk een belletje, alsof de deur zelf niet genoeg geluid maakte om de eigenaar van het café te waarschuwen dat er iemand binnen kwam, en iedereen in het café draaide hun gezicht naar de deur. Abigail trok haar wenkbrauwen een beetje op en sloot de deur achter zich, terwijl haar ogen al op zoek waren naar een plek om te zitten. Ze vond een lege kruk aan de bar en liep er met een zelfverzekerde tred op af. Ze ging zitten en wachtte tot er iemand naar haar toe kwam om te vragen waar hij of zij haar mee kon helpen. Terwijl ze wachtte, nam ze het café in zich op. Het was donker. Het enige licht kwam van kaarsjes op de tafeltjes en kandelaren op de bar en aan de muren. Achter de bar stond een grote kast van donker notenhout, gevuld met allerlei verschillende soorten en maten flessen. Naar de inhoud van die flessen kon Abigail alleen maar raden. Naast de kast stond aan beide kanten een groot vat, met een klein kraantje aan de voorkant. Plots verscheen er een oude man in Abigails gezichtsveld. Hij had vele rimpels in zijn gezicht, grijze haren op zijn hoofd en vrolijke, sprankelende, blauwe ogen. Een enorme buik puilde over de rand van zijn broek en de blouse die hij droeg bedekte die buik nog maar net.
'Kan ik je ergens mee helpen?' Vroeg de man met een krakerige stem. Hij was oud in alle opzichten, maar aan zijn ogen te zien genoot hij van zijn leven. Hij leunde op de bar terwijl hij Abigail in zich op nam. Abigail kon zich niet snel genoeg bedenken wat er allemaal gedronken werd, jaren geleden. Safari zouden ze hier vast niet schenken. Abigail grinnikte in zichzelf bij die gedachte. Als ze nou eens wist in welk jaar ze zich bevond... Ze besloot dat ze het veiligst was door zich door de barman te laten adviseren.
'Wat heb je voor me? Enige specialiteiten?' Abigail glimlachte naar de man die knikte en onder de bar dook. Hij kwam weer omhoog met een bruin glas en haalde een groene fles uit de kast.
'Deze wijn komt uit ons eigen assortiment. Zacht gekruid en erg fruitig.' De man schonk een bodempje van de drank in het glas en liet Abigail proeven. Na een goedkeurend knikje, schonk hij het glas vol en noemde de prijs. Abigail dook een paar muntjes op uit het tasje, legde ze op de bar en knikte de man nog eens toe terwijl hij de muntjes pakte en in een buideltje aan zijn heup deed. Vervolgens verdween de man weer en Abigail bleef alleen achter.
Laatst gewijzigd door Silena op 12 jan 2012 13:33, 1 keer totaal gewijzigd.
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

Ik loop inmiddels tegen mijn verwachting in al een heel stuk voor, dus vandaar dat ik vandaag nog weer een nieuw stukje post. Ik hoop dat jullie het leuk vinden :] Dit is het laatste stuk van Hoofdstuk 1.


Ze wierp nog eens een blik door het café en besteedde haar aandacht nu aan de mensen in plaats van de inrichting. Aan het tafeltje het dichtst bij de deur zaten twee mannen met een dikke baard. Allebei droegen ze een zwarte broek. Een van de twee had een groene blouse aan, de ander een bruine. Ze zaten naar elkaar toegebogen en af en toe leunden ze achterover om hard te lachen en op hun dijen te slaan. Verderop aan de bar zat een jongen, iets ouder dan zij zelf. Ook hij had een baard, maar een stuk minder vol dan die van de mannen. Hij droeg een bruine broek met hoge zwarte laarzen en een zwart, gekreukeld overhemd met een bruin, leren gilet. Helemaal achterin het café stond ook nog een tafeltje, half verscholen achter een grote, houten steunpaal die voor zover Abigail kon zien, het hele café wel eens overeind zou kunnen houden. Aan dat tafeltje zat ook iemand. Er lag een bordeauxrode, lange jas over de rug van zijn stoel. Verder droeg hij een donkerbruine broek met zwarte kaplaarzen en een wit overhemd, met daaroverheen een lichtbruine spencer. Hij had donker, kort haar met krullen en een puntige neus die vrij aan de grote kant was.
Abigail kreeg de indruk dat deze man een stuk welvarender was dan de rest van de gasten in het café en vroeg zich af wat deze man hier dan deed. Ze zag dat de man opkeek en in haar richting staarde. Snel wendde ze haar blik af. Ze kreeg de kriebels van die man, ook al zag hij er goed verzorgd uit. Er was iets aan hem wat Abigail rillingen over haar rug bezorgde. Ze wierp nog eens een blik over haar schouder en zag dat hij nog steeds naar haar keek, met een glas wijn in zijn handen. Abigail draaide zich weer om en zag de barman staan. Ze schrok even maar wist zich snel genoeg te herstellen om hem wat te kunnen vragen.
'Wie is die man achter in de hoek?' Ze knikte bijna onzichtbaar naar de man die naar haar zat te kijken. De barman grijnsde breed en schudde zijn hoofd.
'Heeft hij in jou een nieuw slachtoffer gevonden? Dat is Lord Byron. Een van de meest genereuze minnaars van Londen.' Daar kon Abigail zich nou niks bij voorstellen. Ze keek nog eens naar de man met de donkere, krullende haren en voelde kippenvel komen opzetten. Ze rilde eens en nam een slok van haar wijn. Nee, deze man had in haar zeker geen nieuw slachtoffer gevonden, om de woorden van de oude man te gebruiken.
Abigail begon net aan haar derde glas wijn toen ze zag dat Lord Byron was opgestaan van zijn stoel en langzaam naar haar toe kwam. Ze herinnerde zich dat hij was geboren met een afwijking aan zijn voet, maar hij leek niet mank te lopen. Integendeel; hij liep statig van zijn tafeltje naar haar plek aan de bar. Zijn bordeauxrode jas hing over zijn linkerarm en in zijn rechterhand hield hij een groot glas waar nog maar een klein laagje donker bier in zat. De man nam plaats op de barkruk naast die van Abigail en er liep een koude rilling over haar rug toen hij begon te praten.
'Goedenavond,' zei hij. Hij had een zware, diepe stem. Normaal was dat iets wat Abigail wel kon waarderen in een man, maar vanavond kreeg ze er alleen maar de kriebels van. In haar hoofd gingen er alarmbellen af, maar ze kon geen manier bedenken om onder de aandacht van deze man te ontsnappen. Lord Byron zette zijn glas neer en hing zijn jas op aan een haakje onder de bar. Abigail keek recht voor zich uit en probeerde de man te negeren. 'Geen zin in gezelschap?' Vroeg hij. Abigail haalde haar schouders op. Haar hart klopte in haar keel en adrenaline gierde door haar lijf. Ze wist nog steeds niet waarom, maar iets aan deze man klopte niet.
Ze wist nu wel ongeveer in welke tijd ze zich bevond. Ze herinnerde zich dat Lord Byron in 1788 was geboren en in 1824 was overleden. In 1816 echter, nadat hij zijn vrouw en kind had verlaten na een ongelukkig huwelijk, had hij het land verlaten, om later in het jaar 1824 in Mesolongi te overlijden aan de moeraskoorts, ook wel malaria genoemd. Het moest dus nog geen 1816 zijn, maar het kon ook niet veel eerder zijn, aangezien Lord Byron geen jongen meer was. Het was een heuse man die op de kruk naast haar zat. En aangezien hij tot 1811 had gereisd naar landen als Griekenland en Turkije, moest het dus ongeveer tussen 1812 en 1816 zijn. Zelfs dat leek Abigail eigenlijk nog te vroeg. Lord Byron zag er oud uit. Ouder dan hij er uit zou moeten zien voor iemand die de dertig nog niet was gepasseerd. Ze besloot zich er niet zo druk om te maken en dronk zo snel mogelijk haar glas wijn leeg, zodat ze een goed excuus had om te vertrekken. Lord Byron echter, had al een nieuw glas voor haar besteld en schoof dat rustig naar haar toe toen haar lege glas de bar raakte.
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Eerste twee stukjes gelezen :P ook al had ik de eerste al gelezen xD, ik vind het nu trouwens nog veel beter. Alles loop tlekker door en ik kon goed met het personage meeleven.
Waar je misschien nog wel aan kan werken in beschrijvingen ( moet ik ook doen zelf xD ) om ze creatief te maken. Beschrijf niet letterlijk wat je ziet, maar probeer er een kunstige draai aan te geven :P.

Zo en nu ga ik eerst wat nuttigs doen voor ik verder ga lezen xD
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Ik heb geen op/aanmerkingen voor je ;) Het wordt al wel spannend nu die enge meneer haar in de gaten houdt en nu zelfs naast haar gaat zitten!
Ik hoop voor Abigail dat de makers van tijdmachine haar snel terug halen, maar ik heb zo het idee dat het nog wel even kan duren voordat dat gebeurt :P

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

Nieuw stukje :] Het stukje wat hierna komt ben ik nog niet helemaal tevreden over, dus daar ga ik me nog eens goed in verdiepen voordat ik het post ;] Dit stukje is ook nog niet helemaal naar wens, maar het is pas de eerste versie dus er is nog ruimte voor verbeteringen :P

Hoofdstuk 2
Benjamin keek naar William, die druk bezig was met het ontcijferen van de tekens op het computerscherm. Daar was hij al een paar dagen mee bezig en hij had Benjamin al twee keer verzekerd dat de machine klaar was voor de tijdreis, maar hij bleef bezig met zijn kladblok, pen en laptop, alsof hij verwachtte dat er iets verkeerd zou gaan. Tot nu toe klopte alles en er was al dagen lang door niemand iets veranderd. Abigail had een brede grijns op haar gezicht terwijl ze keek hoe William de laatste tests deed. Ze droeg een donkergrijze kokerrok, die haar zandloper figuur accentueerde, en een zwart colbertje. Haar donkerblonde haren droeg ze opgestoken en make-up was op haar hele gezicht niet te vinden.
Abigail was een mooi meisje. Zelfs met het grote litteken dat van haar voorhoofd over haar slaap liep en in haar haargrens verdween. Daar was iedereen op de academie het mee eens. Waar iedereen het ook mee eens was, was dat ze wel gek moest zijn om de tijdmachine te gebruiken.
Abigail had zich opgegeven als vrijwilliger. Gek genoeg was ze de enige en was de keuze voor de ingenieurs dus vrij makkelijk te maken. Ze zou een jaar door de tijd reizen, naar het begin van het schooljaar. Ze zou terechtkomen in een rustig park achter een villawijk. Daar zou ze tien minuten wachten om vervolgens weer terug te worden gehaald. Het was een van de vele tests die de ingenieurs al hadden gedaan, maar het was slechts de eerste die met een echt mens werd gedaan. Abigail kon niet wachten. Ze wipte heen en weer op haar stoel en Benjamin keek haar met een bezorgde blik in zijn ogen aan. Dit kleine meisje was sowieso de beste kandidaat geweest voor een test als dit. Ze kon goed improviseren, geweldig leren en was ontzettend slim. Benjamin wist dat als er meerdere vrijwilligers waren geweest, de keuze alsnog op Abigail was gevallen.
Na enkele minuten sprong Abigail op. William had naar haar geknikt en ze wist dat het tijd was voor haar om haar plaats in te nemen. Ze liep door de deur naar de andere kant van het glas en ging op een grote, ronde plaat staan. William drukte op een knop en er kwamen stalen palen omhoog. In die palen bevonden zich de teleporteervelden die Abigail door de tijd zouden laten reizen. Benjamin wist niet zo veel van de machine zelf. Zijn kennis hield op bij de teleporteervelden. Hij was hier alleen omdat Abigail zijn studente was en omdat hij erg bezorgd om haar was. Hij had zijn twijfels bij de machine en al helemaal bij de reis die Abigail zou gaan maken. Abigail echter, kon niet wachten.
William voerde een aantal codes in in de computer en nadat hij ze vele keren had gecheckt, knikte hij naar Benjamin. Die haalde diep adem en liep naar het knoppenpaneel. Hij drukte op een knopje, boog voorover naar de microfoon en begon te praten.
'Abigail, ben je er klaar voor?' Abigail knikte. 'Wij zijn er hier ook klaar voor. Weet je zeker dat je nog wilt?' Opnieuw knikte ze. 'Dan gaan we nu beginnen,' zei Benjamin met een diepe zucht. Hij liet het knopje los en nam plaats in een grote bureaustoel. William haalde verschillende hendels over, voerde opnieuw een aantal codes in en drukte op een grote, groene knop. Uit de palen kwam licht. Het begon zwak, maar werd steeds sterker. De machine begon te pruttelen, te stuiteren en luid te zoemen. Benjamins hart bonkte in zijn keel. De kamer waar Abigail zich in bevond werd gehuld in een fel wit licht en Benjamin kon het meisje nog amper onderscheiden tussen de stalen palen. Hij leunde voorover en drukte weer op het knopje bij de microfoon.
'Abigail? Gaat alles goed? Kun je me nog horen?'
'Niet doen,' zei William. 'Ze moet zich kunnen concentreren.' Benjamin liet het knopje weer los. Hij probeerde Abigail te vinden in de witte kamer maar kon haar niet meer zien. De machine maakte steeds meer lawaai. Metertjes draaiden hard rond, het ratelen nam toe. Er klonk een harde knal en toen was het ineens stil. William zei niks maar boog zich meteen voorover naar het computerscherm. Benjamin greep met zijn hand naar zijn borst, naar de plek waar zijn hart zat. De kamer waar Abigail zich eerst in bevond, was leeg. Het licht was uit. De machine was stil. Was alles goed gegaan? William fronste zijn voorhoofd. Hij haalde opnieuw een paar hendels over en drukte op een aantal knoppen. Vervolgens stond hij op en liep naar de machine. Het was hen beiden nog niet opgevallen, maar alle lichtjes van de machine waren gedoofd en er kwam rook uit. Toen ze dat zagen, was het voor hen allebei duidelijk dat er iets grandioos mis was gegaan.
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

Al toe aan een nieuw stukje? :]
Tips, commentaar en eventuele complimentjes zijn nog steeds welkom :]



Na nog een oorverdovende knal begaven ook de computers het. De schermen werden zwart en William kon er niks meer mee beginnen. Het hart van Benjamin sloeg een paar slagen over toen hij de beeldschermen zwart zag worden en hij greep de armleuningen van de grote, leren bureaustoel. Hij keek opzij naar William, die met zijn handen in zijn haar heen en weer liep tussen de computers en de tijdmachine. Het duurde even voordat ze allebei iets waren gekalmeerd en enigszins logisch konden nadenken. William stelde voor ene Harrison te bellen. Een ingenieur die op de universiteit zijn kamergenoot was geweest. Hij had in die tijd vele computers opgeblazen, maar samen hadden ze die dingen altijd weer aan de praat gekregen. Benjamin knikte terwijl hij opstond en naar het koffiezetapparaat liep. Hij keek vragend over zijn schouder naar William, die al met zijn mobiel aan zijn oor zat te praten over dingen die Benjamin niet begreep. Het had allemaal net zo goed een andere taal kunnen zijn. William knikte een keer kort naar Benjamin. Ja, hij had wel zin in een kop koffie.

Hij schudde zijn hoofd en er spetterde water alle kanten op. Het regende al een paar dagen buiten. Blijkbaar was het nog steeds niet droog. De man schudde handen met Benjamin en stelde zich voor.
'Ik ben Harrison. Ik ben zo snel mogelijk gekomen. Vertel eens precies wat er is gebeurd?' Benjamin haalde zijn schouders op. Hij kon geen woord uit zijn keel krijgen en was alleen maar bezorgd om zijn leerlinge. Hij draaide zich om en nam weer plaats in de grote bureaustoel. William begroette zijn vriend en zonder al te veel omwegen legde hij uit wat ze hadden gezien en gehoord. Er verscheen een diepe rimpel in het voorhoofd van de ingenieur terwijl hij zich over het knoppenpaneel boog en enkele knoppen indrukte en hendels over haalde. Vervolgens concentreerde hij zich op de computers. Hij probeerde het systeem weer op te starten, maar faalde daarin. Even keek hij om zich heen, waarna hij de tijdmachine open schroefde en de vele gekleurde draadjes volgde. Het was Benjamin inmiddels wel duidelijk dat het langer zou duren dan verwacht voordat Abigail weer terug zou zijn.

Abigail wist dat ze al te veel gedronken had en staarde naar het glas dat Lord Byron haar toeschoof. Het was onbeleefd om het niet op te drinken, maar nog een slok van de alcoholische drank en ze zou zich niet meer in een rechte lijn voort kunnen bewegen. Nog steeds ontweek ze ieder oogcontact met de man naast haar. Ook hij hield zich afzijdig en leek niet door te hebben dat Abigails hersenen overuren draaiden. Hoe kon ze zichzelf uit deze situatie redden? Het handigst zou zijn als ze nu dat tintelende gevoel weer in haar vingers kreeg, wat zich langzaam over de rest van haar lichaam zou verspreiden. Als ze nu weer terug zou worden gehaald naar de academie. Die tien minuten waren nu al lang en breed voorbij. Abigail droeg geen horloge, maar ze durfde te wedden dat er inmiddels al wel uren waren verstreken.
'Geen dorst meer?' Klonk de diepe stem van Lord Byron. Abigail schudde haar hoofd zonder de man aan te kijken en schoof voorzichtig van de barkruk af. Ook Lord Byron stond op en hij kwam naast haar staan om haar te ondersteunen. Blijkbaar was het erg duidelijk dat de wereld voor Abigails ogen begon te dansen vanaf het moment dat haar voeten de vloer raakten. Gek genoeg kreeg Abigail niet het onheilspellende gevoel wat ze al de hele avond kreeg als hij ook maar naar haar keek. Integendeel. Ze voelde zich warm worden en klemde zich aan de donkerharige man vast. Deze glimlachte, legde enkele munten op de bar, stak zijn hand op naar de barman en ondersteunde Abigail terwijl ze gezamenlijk naar de buitendeur liepen.
Zodra de deur open ging, voelde Abigail een koude windvlaag langs haar gezicht strijken. Ze schrok op, ademde de frisse lucht diep in en voelde dat het hielp om haar gedachten weer op een rijtje te krijgen. Ze merkte dat ze langzaam weer nuchter werd terwijl ze met Lord Byron door de straat liep. De zon was inmiddels onder gegaan en aan de zwarte lucht prijkten overal felle, witte sterren. Abigail bleef staan en keek naar de sterren, terwijl Lord Byron doorliep. Het duurde even voordat hij er achter kwam dat Abigail hem niet meer volgde en toen hij zag dat Abigail omhoog stond te staren, liep hij glimlachend terug.
'Waarom kom je niet met mij mee? Bij mij thuis kunnen we op het dak gaan liggen en dan kun je het nog veel beter zien.' Hoewel Abigail nuchter genoeg was om zelf te kunnen lopen, draaide haar wereld nog steeds. Ze had echter wel de controle hervonden over haar eigen gedachten, en langzaam kwam ook dat onheilspellende gevoel terug wat ze had gehad toen ze Lord Byron had zien zitten. Ze haalde diep adem en schudde haar hoofd.
'Nee, bedankt. Ik kan het hier prima zien. En ik denk dat ik maar eens naar huis moet,' wist ze te zeggen, en ze was trots op zichzelf dat ze een smoesje had kunnen bedenken, hoe voor de hand liggend ook.
Laatst gewijzigd door Silena op 13 jan 2012 14:32, 1 keer totaal gewijzigd.
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

En ik kom ook weer langs voor een degelijkere reactie dan mijn laatste :P dus hou je vast haha xD
In je derde stukje heb je het over een auto, maar die bestonden toen nog niet. Ik heb het even opgezocht en de eerste auto werd pas in 1885 gemaakt en dan was het niet zo'n auto als ze nu hebben, maar een raar houten ding xD dus niet echt een normaal verschijnsel in de straten. Of Abigail moet een stuk verder de tijd zijn ingeslingerd als ze dacht, dat kan natuurlijk ook :P
en nu over je laatste stukje, het begin is nogal samenvattend. Ik denk dat het je meer laat inleven met je personages als je dat stukje voluit schrijft en zo de bezorgdheid en angst van Benjamin neerzet, en misschien ook wel radeloosheid.
Ken je trouwens het butterfly-effect? Daar moet ik altijd aan denken als ik een tijdreisverhaal lees, in hoeverre zal alles de toekomst beïnvloeden... even een overdenking erin gooien haha xD
Dat was mijn feedback voor vandaag^^ Leuke stukjes! Tot nu toe vind ik lord Byron er nog niet uitspringen, maar dat komt meer omdat hij de kans niet heeft gehad xD ik ben nog steeds heel benieuwd welke rol hij verder gaat spelen in het verhaal^^
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

Haha, je hebt gelijk xD Ik heb denk ik verkeerd gelezen of zo, want ik had het ook al opgezocht. Nja, 't is niet zo veel om aan te passen en zal ook niks wegnemen uit het verhaal. Ik maak er wel een bakfiets van met een bel xD

Ik ken de butterfly effect ja xD Maar Abigail zal niet veel invloed hebben op de toekomst omdat Lord Byron eigenlijk al dood had moeten zijn. Het leven wat hij nu leeft, staat dus niet in de boeken en is niemand bekend. En meer verklap ik niet ^^
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Ik vind de vervolgstukjes goed. Heel goed ook dat je de tijdmachinebouwer en de docent ook een plekje in je verhaal geeft. De chaos die je daar creëert is erg leuk ^_^ Ik ben benieuwd of de ingenieur de spullen werkend kan krijgen voordat Abigail in de problemen komt. Al zal ze zich er best uit weten te redden, nu weet ze zich er ook uit te kletsen ^_^

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Xatham
Banned
Banned
Berichten: 1503
Lid geworden op: 14 mei 2011 12:44

Op verzoek van Silena is dit verhaal verplaatst naar De Poort naar een Andere Wereld.
As the phoenix arises from his ashes...
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

Even een kort stukje. Ik weet dat het waardeloos is, want ik ben een beetje inspiratieloos voor dit verhaal. Maar in de volgende stukjes zal er wat meer gebeuren en ik hoop dat ik dan wat meer inspiratie heb. In ieder geval; een nieuw stukje dus. Bedankt voor de reacties weer :]



Abigail keek toe hoe Lord Byron rustig de straat uitliep, terwijl ze zelf op dezelfde plek bleef staan als waar Lord Byron haar achterliet. Een klein deel van haar had er spijt van dat ze zich bij hem excuseerde. Een veel groter deel was trots op zichzelf dat ze het onheilspellende gevoel had herkend en er naar gehandeld had, ondanks het hoge percentage alcohol in haar bloed. Ze zuchtte diep toen Lord Byron uit haar zicht verdween en keek eens om zich heen. En nu? Het was nacht, het was koud, en ze had geen plek om heen te gaan. Niemand kende haar hier, zij kende hier niemand en ze kon zich niet bedenken wat ze moest doen. Ze besloot terug te keren naar het café en de barman naar een slaapplaats te vragen.
Zodra ze de deur van het kroegje opendeed, leek het alsof er een warme deken over haar heen viel. Ze werd meteen moe en bedacht zich dat het waarschijnlijk ook al erg laat was. Ze slofte naar de bar en ging op dezelfde kruk zitten. Ze strekte haar arm over de bar en legde haar hoofd er op neer. Heel eventjes sloot ze haar ogen.

Ze kon zich niet meer herinneren wanneer ze precies in slaap was gevallen, maar toen de dikke barman met de lichtjes in zijn ogen haar wakker porde, was de hele kroeg al leeg. De barman was de vloer aan het aanvegen en een oude vrouw was bezig de glazen te wassen in een grote emmer waar dampend water uit kwam. Abigail schrok op en excuseerde zich meteen.
'Sorry,' mompelde ze, terwijl ze verward om zich heen keek. De barman begon hardop te lachen en ging rustig door met het vegen van de vloer. Ook op het gezicht van de vrouw, die Abigail hier eerder nog niet had gezien, vormde zich een grijns.
'Maak je niet druk, kindje. Liever hier dan op straat!' Ze maakte haar handen droog met een bruinige doek die achter haar riem hing en pakte Abigails hand vast. 'Wees welkom. Ik heb een bed voor je opgemaakt boven en er staat een bad vol met warm, kruidig water voor je klaar.' Abigail vroeg zich af waar ze zich deze vriendelijkheid aan te danken had, maar besloot haar hoofd daar niet over te breken. Misschien waren deze mensen van nature wel zo goedaardig. Ze liet zich door de vrouw naar een verborgen deur achter de bar leiden en volgde haar de steile, houten trap op. Eenmaal boven bracht de vrouw haar naar een klein kamertje, waarin inderdaad een dampend bad klaar stond. De vrouw hielp Abigail haar kleren uit te trekken en ondersteunde haar terwijl ze het bad in stapte. Abigail ging lekker liggen en sloot opnieuw even haar ogen, terwijl ze de kruidige damp door haar neus naar binnen snoof. Toen ze haar ogen weer opendeed, zag ze de vrouw naar haar glimlachen terwijl ze een grote, pluizige handdoek en een katoenen nachtjapon voor haar op een stoel naast een grote, staande spiegel legde.
'Bedankt,' wist Abigail met een onzekere stem uit te brengen. De vrouw glimlachte naar haar en knikte. Ze bleef even staan en keek de kamer door. Blijkbaar was ze tevreden met wat ze zag. Ze knikte opnieuw en verliet toen de kamer, waarna ze de deur achter zich dicht deed.

Na het heerlijke warme bad stapte Abigail de kamer uit en de gang op. Ze keek om zich heen en zag nog vier andere deuren dan die waar ze net doorheen was gestapt. Een ervan stond open en er kwam geluid uit die kamer. Twee mensen waren met elkaar in gesprek en hoewel Abigail de stemmen herkende als die van de barman en de vrouw die hem waarschijnlijk gehuwd was, kon ze niet verstaan wat ze zeiden. Ze kuchte een keer om haar aanwezigheid door het stel te laten opmerken en het gesprek viel meteen stil. Abigail zette een glimlach op en liep naar de kamer. Het was duidelijk een woonkamer. Er stond een bank, een aantal fauteuils en er brandde een klein vuur in de haard, waar de barman en zijn vrouw zich aan warmden. Ze wenkten haar en Abigail nam plaats op de bank.
'Je bent welkom om hier te overnachten,' zei de vrouw.
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Het is helemaal niet waardeloos!! Ja, er zit niet veel spanning in, maar toch weet je een naar onderbuik gevoel te creëeren bij die barman en zijn vrouw. Het is nou niet bepaald gewoon om gasten voor nop te laten overnachten.

Ik ben benieuwd of die twee wat van plan zijn of dat ze toch zo aardig zijn als ze zich voordoen ^_^

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Jammer dat jeinspiraite loos ben geraakt voor dit verhaal:O, vind het juist leuk :D.
Ben weer helemaal bij gelezen.
Je laatste stukje was helemaal niet waqardeloos hoor :p leeste lekker weg, ik ben heel erg neiuwsgierig hoe Abigail weer met lord Byron in contact komt :)
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
djstayla
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 17
Lid geworden op: 31 jan 2012 13:25
Locatie: Dordrecht

Leest lekker weg, en ik hou wel van dat soort sfeertjes.
Aangezien ik niet zo veel ervaring heb kan ik niet echt zeggen wat beter kan.
Het leest iniedergeval lekker door en het houdt me aan het lezen. Ik hoop dat je binnenkort verder gaat en het niet zo laat. Zou zonde zijn :)

Gr.Alex
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

Oh ik ga zeker nog verder met dit verhaal hoor :] Ik vind het echt nog steeds een heel leuk idee en zo, ik weet alleen momenteel niet zo goed hoe ik verder moet haha :P Maar er komen zeker nog meer stukjes bij. Gaat alleen eventjes duren denk ik.
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”