Dag lieve mensen,
Sorry sorry sorry dat ik jullie zo verwaardloosd heb. Mijn sloomheid komt voornamelijk door het feit dat ik bezig ben dit verhaal van voren af aan nog een (hopelijk laatste) keer te verbeteren en te controleren. Ik ben nu ergens op een derde en zit echt in een soort flow (thank god, dat is ook wel weer eens fijn), dus ik ben momenteel meer bezig met herschrijven e.d. en daarmee ben ik nog niet bij dit gedeelte. Omdat mijn herschrijfflow niet wil doorbreken en eigenlijk alles wat ik hier post wél eerst gecontroleerd/verbeterd wil hebben, heb ik een tijd overwogen even niet te posten tot ik dit ook helemaal nagekeken had, maar dat vind ik toch een beetje flauw van mezelf omdat dat nog wel even duurt wss en bovendien zijn jullie reacties altijd een enorme stimulans.
Bij deze dus toch weer een stukje verder

ik zal proberen zo nu en dan toch weer een stukje te posten. Door mijn herschrijven krijg ik ook weer ideeen voor verderop in dit verhaal dus hopelijk komt dat goed
Duizendmaal dank voor jullie reacties en nogmaals excuses voor mijn traagheid!
________________________________________________________________________
De volgende dag bleven Gio en ik de hele dag thuis. Hij nam vrij en we brachten het grootste gedeelte van de dag in bed door. Ik kon bijna niet uit bed komen, maar eigenlijk kon ik ook amper normaal liggen. Ik voelde me vreselijk, alles deed zeer. Liggen, zitten, staan. Eten lukte zelfs amper, mijn kaak en gezichten deden teveel pijn en ik voelde me te misselijk. Gio gaf me sapjes en yoghurt en zachte dingen, maar veel kreeg ik niet weg.
Gio bleef zo veel mogelijk bij me. Hij liep af en toe heen en weer om dingen te pakken en we keken een beetje televisie. Ik had dringend behoefte aan een sigaret, snakte ernaar, maar daar bleef het ook bij omdat ik al nauwelijks uit bed kon komen om naar de wc te gaan, laat staan om te roken op het balkon. ’s Middags sliepen we nog een tijdje, dit keer ongestoord nu het wekken niet meer nodig was na de verstreken 24 uur. Het deed mijn hoofd goed, maar mijn lichaam leek na ieder dutje stijver en pijnlijker te zijn. Om de zoveel tijd zat ik met een zak ijs op mijn gezicht, al had het volgens Gio niet veel zin meer, en het voelde ook niet echt prettig. Mijn oog zat een beetje dicht en ik durfde niet in de spiegel te kijken om te zien hoe ik eraan toe was. Zelfs praten ging amper. Mijn gezicht voelde te strak en mijn kaak te gekneusd, dus veel zei ik niet tegen hem.
Pas ‘s avonds lukte het me een beetje te praten. Ik lag met mijn rug tegen Gio aan en keek in het donker voor me uit. Het was een uur of tien, elf, en het enige geluid kwam van de pompen in het aquarium in de kamer. Ook Gio’s was stil, maar ik vermoedde dat hij nog wakker was. Ik verplaatste het kussen onder mijn hoofd en ging wat verliggen.
‘Gio?’ vroeg ik zachtjes. Mijn stem klonk schor, alsof ik mezelf overschreeuwd had, of hem juist te lang niet gebruikt.
‘Hmn,’ hoorde ik Gio achter me doen. Ik keek nog even voor me uit, maar draaide me toen naar hem om. Ik trok het dekbed op tot aan mijn kin en keek naar hem. Hij had zijn ogen dicht en een pluk haar viel voor zijn gezicht. God, hij moest doodmoe zijn.
Ik stak mijn hand uit en streek de pluk haar uit zijn gezicht. Zacht liet ik mijn vingers over zijn gezicht glijden, langs zijn wang, zijn lippen en zijn kin.
‘Weet je, dat wat ik zei, afgelopen nacht?’ fluisterde ik. Gio deed zijn ogen open. Hij keek me aan en ik streelde zijn wang. Ik voelde stoppels, voor het eerst sinds ik hem kende.
‘Dat meende ik,’ zei ik. We keken elkaar aan. Zelfs in het donker kon ik de warmte tussen ons voelen. Toen schoof hij naar me toe en heel voorzichtig drukte hij een kus op mijn lippen. Ik deed mijn ogen even dicht en hoopte dat we eeuwen zouden konden blijven liggen. Toen zijn lippen weer van de mijne verdwenen, deed ik mijn ogen langzaam weer open.
‘Ik ook,’ zei hij. Er verscheen een glimlach op mijn pijnlijke gezicht. Ik boog weer wat naar hem toe en drukte een kus op zijn mond. Daarna bleef ik zo liggen, dicht bij hem. Met mijn wijs- en middelvinger streelde ik zijn wang. Ik voelde de structuur van de stoppels op zijn gezicht onder mijn vingertoppen. Even was het stil.
‘Gio?,’ zei ik toen weer. Gio zei niets, maar ik voelde dat hij naar me keek. Ik slikte even ongemakkelijk en hield mijn blik op zijn wang gericht.
‘Ik denk dat ik komende week een afspraak bij de dokter maak.’ Het duurde even voor ik het aandurfde hem aan te kijken. In donker kon ik de uitdrukking op zijn gezicht niet goed zien, maar toen hij weer sprak, klonk zijn stem neutraal.
‘Natuurlijk, als je dat wilt, moet je dat gewoon doen,’ zei hij. ’Ik zou alleen even wachtten tot je weer wat steviger op je benen staat, maar verder zal ik je niet tegenhouden.’ Hij streek een pluk haar uit mijn gezicht.
‘Wat wil je gaan vragen?’ vroeg hij. Ik haalde mijn schouders op, voor zover dat ging, liggend, en keek langs hem heen.
‘Gewoon,’ zei ik zacht. ‘Wat de mogelijkheden zijn.’ De woorden vormden zich in mijn hoofd en het duurde even voor ik de moed had ze uit te spreken. Ik hoorde de moeite die het me kostte in mijn eigen stem toen het me eenmaal lukte.
‘Wat je moet doen als je je kind niet wilt houden,’ zei ik toen. De woorden galmden na in mijn hoofd. Ik perste mijn lippen op elkaar. Stom genoeg werden mijn ogen warm en vochtig.
Op de een of andere manier hoorde of zag Gio dat ik het moeilijk vond. Hij suste me, sloeg een arm om me heen en trok me tegen zich aan.
‘Als je dat wilt weten, kun je dat toch gewoon vragen,’ zei hij. ‘Daar hoef je niet verdrietig om te zijn. Zolang je er zelf maar achter staat.’ Ik kroop in elkaar en drukte mezelf tegen hem aan. Ik keek in het donker voor me uit zonder iets te zien en Gio streek over mijn rug.
‘Wil je anders dat ik met je mee ga?’ vroeg hij boven mijn hoofd. Ik veegde een eenzame traan van mijn wang en keek naar hem op.
‘Zou je dat willen?’ vroeg ik.
‘Natuurlijk, als jij dat fijn vindt.’ Ik glimlachte waterig.
‘Heel graag,’ zei ik. Gio wreef over mijn schouder. Voorzichtig nestelde ik mezelf wat dichter tegen hem aan en ik deed mijn ogen dicht.
‘Dan is dat afgesproken,’ zei hij. ‘En vraag het gewoon volgende keer, oké? Als er iets is, wat dan ook, iets wat je moeilijk vindt, dan mag je gewoon om hulp vragen. Misschien is het lastig, maar je kunt me alles vragen. Goed?’
‘Oké.’