Engelen van de Nacht

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
Plaats reactie
Anna
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 24 nov 2011 00:11

Hey,

Een paar dagen geleden kreeg ik inspiratie voor een fantasy-verhaal, dus begon ik te schrijven xD
Ik weet nog niet goed hoe het allemaal gaat lopen, maar dat heb ik wel vaker :)
Tips, kritiek, opmerkingen,.. zijn altijd heel erg welkom :)


Proloog

Twee eenzame gedaanten liepen door de verlaten straten van het kleine stadje. De afgevallen bladeren, die het bewijs van de herfst vormden, kleurden de grijze straten bruinrood. Toen de man en het kind een splitsing in de weg bereikten, stopten ze. Een verdwaalde kat liep langs hun benen.
Voorzichtig stak het meisje haar hand uit naar de zwartgevlekte kater. Haar vingertjes raakten zacht de ruige pels van het verwaarloosde dier aan.
“Niet doen, Lene! Wat heb ik je gezegd? We weten niet of die dieren wel gezond zijn, en dan word jij misschien ook ziek.”
“Maar papa, hij is zo lief. Kunnen we hem niet meenemen naar dat huis? Alsjeblieft, papa?”
“Nee, dat gaat niet, lieverd, en laat me nu even de kaart bekijken.”
Zuchtend liet het kleine meisje zich op de grond zakken en maar al te gauw kwam de magere kater naast haar liggen. Dat deden ze altijd. Afwezig streelde Milene hem.
“Ken jij het verhaal van De Gelaarsde Kat?” vroeg ze.
De kater kromde zijn rug en begon luid te spinnen. Een lach verscheen op Milenes mond.
“Ik zal het je vertellen, als je wilt. Misschien word jij ooit net als hem.” En zo begon het meisje de geschiedenis van de sluwe kater te vertellen. “… en de jongste zoon kreeg de oude kater. Zijn broers lachten met hem, want hun eigendommen waren veel meer waard. Maar...”
“Lene, we moeten verder.”
“Maar mijn verhaal is nog niet af,” klaagde ze.
Eoran slaakte een vermoeide zucht. “We moeten echt gaan, anders komen we te laat.”
Hij nam de hand van zijn dochter in de zijne en hielp haar overeind te komen. Voorzichtig probeerde hij wat stof en vuil van haar rode jurkje te kloppen. “We gaan,” zei hij toen beslist.
Stille tranen liepen over het bleek geworden gezicht van het kind. Tranen voor de kater, en tranen voor haar onbekende toekomst. Een toekomst die opeens heel dichtbij kwam. Te dichtbij voor Milene.

Haar moeder en vader keken haar bezorgd aan. Op hun voorhoofd lag een bekende frons.
“Begrijp je het nu, lieverd?” vroeg Ilona zacht. “We zullen je vaak komen bezoeken, zo vaak als we kunnen. De lieve mensen daar zullen goed voor je zorgen.”
Milene keek haar moeder versuft aan. Ze begreep het niet. Echt niet. “Waarom?” vroeg ze nogmaals. “Waarom moet ik gaan? Jullie kunnen toch ook voor me zorgen, mama?”
Ilona wisselde een snelle blik met haar echtgenoot. “Papa en ik kunnen je niet zoveel leren. Het is beter als je daarheen gaat. Er zijn daar heel veel boeken, lieverd. Is dat niet fijn?”
Milene vond dat geweldig. Ze hield van verhalen, maar ze begreep nog steeds niet waarom haar ouders haar wegstuurden.
“Ga nu maar slapen, Lene. We moeten morgen vroeg op.”
Die nacht huilde ze zoute tranen van verdriet. Milene voelde zich verschrikkelijk klein.


Na nog een kwartier te hebben gewandeld door de stille straten van Thorgenië, bereikten vader en dochter hun bestemming. Milenes bestemming. Eoran kneep even bemoedigend in zijn dochters klamme handje voordat hij op de mahoniehouten deur klopte. Angst kroop in Milenes buik.
Na enkele tellen werd de deur geopend door een vriendelijk kijkende vrouw. “Komt u binnen, meneer. Dag meisje, jij bent vast Milene, is het niet?”
“Ja, mevrouw,” fluisterde ze als antwoord.
“Heel erg fijn je te ontmoeten, Milene,” sprak de vrouw. “Mijn naam is SiLeya.”
SiLeya glimlachte en aaide even over de verwarde krulletjes van het angstige kind.
Een uur later vertrok Eoran. Het was de laatste keer dat Milene hem zou zien.
Laatst gewijzigd door Anna op 06 jan 2012 20:51, 1 keer totaal gewijzigd.
Someday your prince charming will come. Mine just took a wrong turn, got lost, and is too stubborn to ask for directions.

Yesterday is history. Tomorrow is a mystery. Today is a gift. That’s why it’s called the present.
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Ik heb eigenlijk geen commentaar op dit verhaal, geen spelfouten, geen kommafouten (alhoewel dat niet mijn beste punt is) En vooral veel openlaten over waar het over zal gaan, zoals bij een proloog hoort. Over de opbouw van spanning, beschrijving van personages en beschrijving van omgevingen kan ik nog niet veel zeggen, daarvoor zou ik nog een groter stuk van het verhaal nodig hebben. Ik ben wel van plan om een vaste volger te worden.
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Het begin van je verhaal heb je heel mooi vormgegeven. Je hebt de omgeving goed beschreven. Daarnaast komt het kinderlijke van Milene heel goed uit zoals ze met die kat omgaat.

Je wekt heel wat spanning op door die ouders die hun kind afstaan voor nog onbekende redenen en het moment dat je Milene achter laat zonder vedere woordwisseling, ik wil heel graag verder lezen!

Ik heb een feedbackpuntjes:
Anna schreef:Op allebei hun voorhoofd lag een bekende frons.
Ik vind "op allebei hun voorhoofd" een beetje raar klinken, kan aan mij liggen hoor ;) Maar ik zou er van maken: "Op hun voorhoofd lag een bekende frons"

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Anna
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 24 nov 2011 00:11

@ Arin: Dank je wel voor je reactie! leuk dat je het gaat volgen :)
@ Maaike: Ook dank je wel! En ja.. die zin..je hebt wel gelijk, het klinkt een beetje raar :) ik zal het aanpassen!

Hier een nieuw stukje :)

Hoofdstuk 1

Ongeveer tien jaar later woonde Milene nog steeds op de plaats waar haar vader haar lang geleden had achtergelaten, maar ze was niet meer het onschuldige kind van toen. Milene was opgegroeid tot een mooie jonge vrouw van twintig jaar oud. Lange, bruine krullen omlijstten haar bleke gezicht en haar gelaatstrekken waren fijn en gelijkmatig. Haar ogen waren echter hetgeen ieders aandacht zou trekken: ze waren van zo’n intense kleur blauw dat een zomerse hemel erbij verbleekte.
Die dag werd Milene al vroeg wakker. De zon stond nog laag aan de hemel toen ze de gordijnen opzij schoof en naar de prachtige tuin keek die het gebouw omringde. De vele bomen kregen weer bladeren en het groene gras was bedekt met een fleurig tapijt van bloemen. De lente had de koude winter eindelijk verjaagd.
Geeuwend draaide Milene zich weg van het raam en liep naar de andere kant van haar ruime kamer. Ze opende haar kledingkist en haalde er een jurk uit die precies de kleur van haar ogen had. Slaperig trok ze de blauwe jurk aan en zocht toen haar laarzen. Ten slotte borstelde ze haar lange haren en waste haar gezicht. Milene knikte zichzelf even toe in de spiegel, maar besefte toen dat ze haar halsketting nog niet om had. Haar blik gleed zoekend door de kamer totdat ze het voorwerp vond dat ze zocht: de halsketting met een kristal in de vorm van een waterdruppel.
Uiterst voorzichtig nam Milene het symbolische sieraad in haar bleke hand. Ze had die ketting nu al tien jaar en nog steeds vond ze hem ongelooflijk mooi en fascinerend. Ze glimlachte even bij zichzelf toen ze terugdacht aan de dag waarop ze hem gekregen had.
Haar elfde verjaardag. De eerste verjaardag die ze vierde zonder haar ouders.
Milene had hen erg gemist toen ze hier net was, maar de tijd had het gemis doen afnemen en uiteindelijk bleef er slechts een vage herinnering van die tijd over. Soms kon ze zich de gezichten van haar ouders niet meer herinneren, en soms vond ze dat niet eens erg.
Ze ging weer voor de spiegel staan en deed de halsketting om. De parel hing precies in het midden en voelde even koel aan als altijd.
Er werd op de deur geklopt. “Milene? Ben je wakker?”
“Ja! Kom maar binnen, Jen!”
De deur werd geopend en er verscheen een jonge vrouw in een prachtig jurk. De kleur was het best te omschrijven als een mengeling van blauw, zilver en wit en als je in haar ogen keek, zag je net dezelfde kleur. Om haar hals hing een ketting die veel geleek op die van Milene, alleen hing er bij deze vrouw geen druppel aan, maar een soort luchtbel.
“Goed geslapen?” vroeg Milene terwijl ze zich omdraaide naar haar vriendin.
“Ja, gaat wel,” antwoordde Ajendé vlak. “Milene, je moet... Er is iets...”
Een angstig gevoel bekroop Milene. “Wat is er aan de hand?” vroeg ze zo rustig mogelijk.
“SiLeya... Ze is...”
Milenes hart leek even stil te staan bij het horen van SiLeya’s naam en haar onrust werd nog heel wat groter toen ze zag dat er tranen in Ajendé’s mysterieuze ogen verschenen.
“Wat? Jen, alsjeblieft!” Deze keer slaagde ze er niet in rustig en beheerst te spreken.
“Ze is dood, Lene. Vermoord.”
Milene hoorde een vreemd geluid en probeerde te begrijpen wat het was. Opeens besefte ze dat het haar eigen gesnik was. Ajendé’s gezicht vervaagde voor haar ogen door de dikke tranen die over haar wangen liepen.
Langzaam, heel langzaam drong de ware betekenis van deze gebeurtenis tot haar door.
SiLeya was dood. Verdwenen. Weg.
“Hoe… hoe kan dat?” wist ze uiteindelijk uit te brengen. “Hoe kan dat nu, Jen? Ze is een Dochter!”
Ajendé keek haar bedroefd aan en veegde de tranen uit haar eigen ogen. Milene kreeg het onbehaaglijke gevoel dat er nog iets was, al kon ze zich moeilijk voorstellen wat dat zou zijn.
“Ze denken dat het Heer Athem was. Naast SiLeya’s... lichaam vonden we een karrenspoor naar het noorden. Hij heeft haar waarschijnlijk overvallen en vermoord.”
Dit kon niet waar zijn, dacht ze. Straks zou ze wakker worden en beseffen dat het gewoon een nachtmerrie was. Niets meer. Een enge nachtmerrie. Zachtjes begon ze in zichzelf een lied te zingen dat ze van haar moeder had geleerd. Het werkte altijd als ze een nachtmerrie had. Altijd, maar nu niet.
“Luister naar me, Lene! Ik vind het ook verschrikkelijk, maar door het te ontkennen halen we SiLeya niet terug.”
Milene besefte dat ze gelijk had, maar op dat moment kon ze niet rationeel denken. Haar gedachten tuimelden over elkaar heen terwijl ze de grootst mogelijke moeite deed om zichzelf in de hand te houden.
“Er is nog iets..”
De woorden van haar vriendin bereikten haar versufte geest amper. Milene kon zich niet voorstellen dat er nog iets erger gebeurd kon zijn, maar toch richtte ze haar betraande ogen op Ajendé’s bleke gezicht.
Deze keek haar doodongelukkig aan, haalde diep adem en zei: “Yelan is verdwenen.”
Laatst gewijzigd door Anna op 12 jan 2012 19:08, 2 keer totaal gewijzigd.
Someday your prince charming will come. Mine just took a wrong turn, got lost, and is too stubborn to ask for directions.

Yesterday is history. Tomorrow is a mystery. Today is a gift. That’s why it’s called the present.
Amarious
Balpen
Balpen
Berichten: 105
Lid geworden op: 01 mei 2011 16:16
Locatie: Berkel en Rodenrijs.

Ik ben ook maar begonnen met meelezen en ik moet zeggen dat ik echt positief verrast ben.
De zinnen vloeien mooi in elkaar over, het verhaal is nog niet bijster ingewikkeld en is dus goed te volgen en de details die je schetst zijn uitstekend passend. Tevens heb ook nog geen foutjes weten te ontdekken (ik wou dat mij dat ooit lukte...).
Ik heb dus niets meer dan lof voor je, en ik zou zeggen schrijf lekker door en geef ons nog meer.

Keep it up :super
Love the life you live so you can live the life you love.
Angel
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 32
Lid geworden op: 19 dec 2011 21:10

Ik ben echt benieuwd wat er gaat gebeuren. Daarnaast vertel je het zo dat ik echt voor me kan zien wat er gebeurt en hoe. Het leest erg prettig :) hopelijk komt er snel meer!! :D
Every end is just the beginning of a new chapter.
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Hoi Anna,

Leuk, leuk! Een nieuw stukje. Ik had het gisteren eigenlijk al gelezen maar toen had ik nog geen tijd voor een reactie. Het is goed geschreven, geen spelfouten, volgens mij geen kommafouten. Spanning, mysterie. Je beschrijft de personages over het algemeen niet zo veel, maar beschrijft de belangrijke details (zoals oogkleur, kleur jurk, sieraad) zo goed dat er zich voor iedereen vanzelf een beeld zal gaan vormen, de plaatsen beschrijf je ook erg mooi. Je schrijft lekker vloeiend. Terwijl je op één punt heel goed lang kan blijven hangen, gaat dit niet vervelen en leest dit toch lekker weg, dat vind ik erg fijn. Ik heb wel nog een paar puntjes, je hoeft er natuurlijk niets mee te doen, maar ik dacht, ik zal het maar even zeggen.

De naam SiLeya leest vanwege de kortheid en toch twee hoofdletters een beetje moeilijk weg, maar dat is gewoon mijn mening ;)


Anna schreef:Haar blik gleed zoekend door de kamer totdat ze het voorwerp vond dat ze zocht: de halsketting met een kristallen parel in de vorm van een waterdruppel.
Zo, laat ik mijn alwetendheid maar weer eens laten blijken. Een kristal en een parel zijn twee verschillende dingen en materialen. Een parel is een bolletje van parelmoer dat zich in een oester vormt rond een vuiltje dat is binnengedrongen en een kristal is een materiaal met een goed gestructureerde molecuulstructuur waardoor er licht doorheen kan en het dus vaak enigszinds doorzichtig is. Een kristallen parel is wel mogelijk aangezien dat een klein bolletje kristal is en dus de vorm van een parel heeft, maar een kristallen parel heeft altijd de standaardvorm van een parel, een bol. Je kan dus wel een kristal in de vorm van een waterdruppel hebben, gewoon een kristal geslepen in de vorm van een parel. Je kan ook een parel hebben in de vorm van een waterdruppel, dat is dan gewoon een raar gevormde parel. Maar de defenitie van een kristallen parel is een klein bolletje kristal en dus niet andere vormen.
Je hoeft hier uiteraard niets mee te doen, dit klinkt erg mooi en verder weet toch niemand dit, maar ik moet toch op een manier mijn alwetendheid laten blijken? :D ;)



Zo, dat was het. Ik hoop dat er snel een nieuw stukje bij komt.


Groetjes,

Arin
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
Anna
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 24 nov 2011 00:11

@ Amarious: Dank je wel voor je reactie en de complimentjes! :)
@ Angel: Dank je xD Hier een nieuw stukje ^^
@ Arin: O jee.. dat van die kristallen en die parels.. daar heb ik eigenlijk nooit bij nagedacht :) Ik ga eens kijken hoe ik het kan aanpassen! en ja, de naam SiLeya, ik weet dat het nogal raar is met die twee hoofdletters enzo, maar het heeft een doel ;) misschien wordt het al wat duidelijker in dit stukje ^^ Dank je wel voor je reactie en alwetendheid ;)



Milene wist niet hoelang ze daar al zat, ze had alle besef van tijd verloren en staarde wezenloos voor zich uit. Op de achtergrond hoorde ze vaag de stemmen van twee Dochters, die zich zo te horen ernstig zorgen maakten over iets. Het kon haar allemaal niet meer schelen, niets deed er nog toe. SiLeya was dood, en Yelan was verdwenen.
Zelfs het denken van zijn naam was moeilijk zonder in tranen uit te barsten, had ze gemerkt. Milene sloot haar ogen en probeerde zich zijn gezicht voor de geest te halen. Ze glimlachte toen ze merkte hoe makkelijk dat ging. In gedachten zag ze hoe hij naar haar lachte.
Haar naam werd geroepen, maar ze reageerde er niet op en hield de beeltenis in haar geest vast. Tranen drupten op haar schoot, maar dat merkte ze niet.
“Milene? Kom op, je kan hier niet eeuwig blijven zitten.”
Waarom niet, wilde ze antwoorden, maar ze deed het niet. Ze opende haar ogen en keek naar Ajendé die naast haar was komen zitten. In stilte probeerde ze zichzelf weer bij elkaar te rapen.
“Waar zijn de anderen?” vroeg ze, toen ze eindelijk haar stem vertrouwde.
Ajendé knikte in de richting van het stemgeluid van de twee Dochters. “Ik geloof dat iedereen daar wacht. EnDreisa zei dat er belangrijke dingen te bespreken zijn.”
Milene knikte en stond toen op. Ajendé had gelijk, besefte ze, ze kon hier niet eeuwig blijven zitten.
De vrouw glimlachte een droevig lachje naar haar en stond ook op. Samen liepen ze naar de zitkamer waar de anderen verzameld waren. Milene sloeg haar ogen neer toen ze merkte dat iedereen naar haar keek. Snel liep ze naar een hoek van de kamer en ging op de houten bank zitten die daar al jaren stond.
Er viel even een stilte, maar toen nam EnDreisa het woord.
“SiLeya was een trouwe Dochter van de Elementen,” begon ze stil, maar krachtig. “We zullen haar allemaal missen, haar wijsheid en toewijding waren een lichtend voorbeeld voor velen.”
Milene hoorde die woorden amper. Ze dacht aan al die keren dat ze SiLeya om raad had gevraagd en glimlachte onwillekeurig toen ze zich het laatste advies herinnerde dat de wijze vrouw haar had gegeven: “Blijf altijd jezelf, Milene. Wie moet het anders doen?”
SiLeya en zij hadden vaak verhalen aan elkaar verteld. Milene kende niemand die zoveel verhalen kende als de lieve vrouw en zij zei vaak dat ze niemand kende die zo goed kon luisteren. Een enkele traan ontglipte haar oog toen ze besefte dat ze SiLeya’s laatste verhaal reeds gehoord had, ze zou nooit te weten komen hoe het afliep, want SiLeya maakte er een gewoonte van haar verhalen in verschillende delen te vertellen.
En nu was er aan SiLeya’s eigen verhaal een einde gekomen.
In de verte hoorde Milene de stem van EnDreisa. “We kunnen niets meer doen om haar terug te brengen. De dood is even onherroepelijk als altijd, maar we zullen haar nooit vergeten.”
Dat was waar, wist ze. Zij zou de Dochter nooit vergeten. Oude en nieuwe herinneringen overvielen haar toen ze vergeefs probeerde haar gedachten te ordenen.
Opeens hoorde ze hoe al de anderen hun adem inhielden, maar omdat ze de woorden van EnDreisa niet gehoord had, wist ze niet wat er aan de hand was. Snel keek ze naar de Dochter die het woord voerde en haar meestal zo strenge blik nu afwendde naar de grond.
“Alles wijst erop,” zei de vrouw, ”dat Yelan is ontvoerd door Heer Athem.”
Langzaam liet Milene die woorden tot zich doordringen. Ajendé had gezegd dat ze dachten dat het zo gegaan was, maar toch was het een schok het te horen van een Dochter. Als zij zoiets zeiden, was het waar, dat wist Milene. Ze had lang genoeg bij de Dochters gewoond om een idee te krijgen van hun kennis en vaardigheden.
“We moeten hem achterna gaan,” zei Ajendé opeens, de geladen stilte doorbrekend. “De gevolgen zullen anders rampzalig zijn, en niet in de laatste plaats voor Yelan zelf.”
Milene hoorde haar vriendin verbaasd aan. Hoewel Ajendé het nooit hardop zei, wist Milene dat ze Yelan niet erg aardig vond. Behoedzaam wierp ze een blik op het gezicht van de jonge vrouw, haar mysterieuze ogen keken vastberaden terug. Nu begon Milene zich erg dom te voelen, want zij had nog niet aan een reddingsactie gedacht. Even sloot ze haar ogen en riep het beeld van Yelan op, toen stond ze op van de bank en keek iedereen één voor één aan.
“Ajendé heeft gelijk,” zei ze vastberaden. “We moeten Yelan vinden.”
Someday your prince charming will come. Mine just took a wrong turn, got lost, and is too stubborn to ask for directions.

Yesterday is history. Tomorrow is a mystery. Today is a gift. That’s why it’s called the present.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ik zal ook maar eens een reactie achterlaten, ik heb eindelijk weer eens tijd :D
Milene was opgegroeid tot een mooie jonge vrouw van 20 jaar oud.
Cijfers die makkelijk voluit te schrijven zijn, graag voluit schrijven. Het staat netter in je tekst =)

En dan gaan we over naar een punt waar je maar eens over na moet denken ;) want nu begin je gelijk na je proloog (mooi geschreven trouwens!) met een stukje waarbij je met de deur in huis valt. Wat ik bedoel is dat ik denk dat het je verhaal beter maakt als je eerst met een stukje begint waarbij je het dagelijkse leven van Milene een beetje beschrijft, waardoor de lezer kennis kan maken met de personages, en dus ook mee kan leven met de dood van SiLeya. Nu lees ik het bericht van haar overlijden met een schouderophalen, nou ja, dat is rot voor Milene, maar goed, niet echt indrukwekkend.
Persoonlijk denk ik dat het leuker zal zijn, maar het is jouw verhaal ;) denk er maar eens over na^^
Lange, bruine krullen omlijstten haar bleke, fijne gezicht en haar gelaatstrekken waren fijn en gelijkmatig.
Je zegt hier twee keer dat ze een fijn gezicht heeft, één keer is wel genoeg hoor :P

En dan kom ik weer aan met mijn mening, ik denk persoonlijk dat het mooier staat als je niet opnoemt hoe ze er nu uitziet, maar het in de verhaallijn gooit. Bv dat ze voor de spiegel ziet en haar spiegelbeeld ziet, of dat ze een bruine krul naar achteren strijkt, of dat iemand van haar blauwe ogen schrikt omdat ze zo fel zijn. Dat vind ik persoonlijk mooier om te lezen dan zo'n opsomming aan het begin =)
“SiLeya.. Ze is..”
Twee puntjes is niks, je bedoelt hier waarschijnlijk drie puntjes : ... Dat heb je bij een paar zinnen gedaan ;)
Naast SiLeya’s.. lichaam vonden we een karrespoor naar het noorden.
karrespoor = karrenspoor
Er viel even een stilte, maar toen nam EnDreisa het woord.
Ik vind EnDreisa niet echt een mooie naam, zeker omdat je de nadruk legt op 'En' doordat je 'Dreisa' met een hoofdletter schrijft. Het lijkt nu alsof er de hele tijd staat: En Dreisa deed ook iets, in plaats van EnDreisa deed ook iets. Als je snapt wat ik bedoel :P
Ajendé vind ik dan wel weer een mooie naam^^

Zo, dat was alle feedback die ik je kon geven =) bijna geen spellingsfouten, je tekst ziet er echt mooi verzorgd uit! En je stukken lopen heel vloeiend in elkaar, hoewel ik wel meer beschrijving van de omgeving zou willen zien, waardoor je ziet wat het huis van de Dochters anders is dan een gewoon huis^^ En ook wat van de personages, Milene beschrijf heel goed, maar bijvoorbeeld EnDreisa is nu bij mij beeldloos, en van Ajendé weet ik alleen dat ze mysterieuze ogen heeft en bleek ziet. De kleren heb je daarentegen wel heel mooi beschreven =)
En je hebt ook eigen taalgebruik, dat is mooi^^ klinkt raar xD maar is dat je niet van die standaardzinnen neerzet, maar eigen creaties bedenkt. Stap 2 (ofzo xD) in het schrijven =)
Ik ben benieuwd heo het verder gaat
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Anna
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 24 nov 2011 00:11

@ Saskjezwaard: Eerst en vooral, dank je wel voor de uitgebreide reactie!
De foutjes heb ik verbeterd :) en in het volgende stukje komen ook wat meer beschrijvingen enzo xD
Tja, over de naam 'EnDreisa', ik begrijp wel wat je bedoelt, maar het wordt nog wel duidelijk waarom het met die 2 hoofdletters is ;)
Voor de rest: ik zal je opmerkingen zeker in gedachten houden!


Hier een nieuw stukje :) wel een beetje lang, maar aangezien het vorige nogal kort was xD


Samen met Ajendé liep ze door de prachtige tuin. De zon stond hoog aan de hemel en verwarmde de wereld met haar goudkleurige stralen. Milene vond niet dat het vandaag een dag was waarop ze mocht schijnen, maar ze dacht niet dat de zon zich iets aantrok van haar leed.
Versuft dacht ze aan alles wat er gebeurd was, en aan alles wat er nog zou gebeuren. Het beangstigde haar heel erg. Milene had altijd gehouden van het rustige leven dat ze bij de Dochters leidde, een leven waarin studeren en kennis centraal stonden. Ze vroeg zich af wat er hen te wachten stond en, niet in staat haar ongerustheid nog langer voor zichzelf te houden, vroeg ze om de mening van haar vriendin.
Ajendé keek haar bedenkelijk aan en wendde haar blik toen af naar twee kraaien, die op de leuning van een tuinbankje waren neergestreken. Milene richtte haar blik ook op de vogels, maar toen die allebei verontwaardig krasten door de onverwachte aandacht, zuchtte ze en keek weer naar de jonge vrouw die naast haar liep.
“En? Wat denk je?”
“ik weet het niet,” zei Ajendé onzeker, terwijl ze een streng van haar lange, blonde haar om haar vinger wond. “Ik denk dat we erop moeten vertrouwen dat ze de juiste keuze maken.”
In stilte liepen ze verder over het kronkelende paadje dat hen doorheen de tuin leidde. Toen ze het slaan van vleugels hoorde, keek Milene om en zag ze nog net twee zwarte puntjes achter de bomen verdwijnen. “En wat doen we als ze ons niet laten gaan?”
“Dan vertrekken we zonder hun toestemming, natuurlijk.” Er verscheen een klein glimlachje op Ajendé’s ronde gezicht. “Het avontuur wacht op ons!”
Milene lachte even naar haar vriendin, maar dacht toen meteen terug aan de ernst van de situatie.
“Denk je… Denk je dat we een kans maken tegen Heer Athem?” vroeg ze, bang voor het antwoord.
“Ik geloof van wel, Lene. We zijn tenslotte niet zo weerloos.”
“Dat was Yelan ook niet,” antwoordde ze als vanzelf.
“Maar Yelan was alleen.”
“Hij was samen met SiLeya,” verbeterde ze.
Ajendé zuchtte en keek haar toen aan. “We weten niet wat er juist gebeurd is. Misschien waren ze wel een heel eind van elkaar, en kon Athem hen daardoor zo makkelijk overmeesteren. En trouwens, ik kan niet geloven dat Athem hier helemaal alleen was. Hij had vast hulp.”
Milene knikte toen ze besefte dat haar vriendin gelijk had. “ja, vast,” zei ze afwezig.
Gedurende de volgende tien minuten spraken ze beiden niet. Milenes gedachten overspoelden haar geest zonder dat ze er iets aan kon doen. Ze vroeg zich af of Ajendé gelijk had wanneer ze zei dat ze echt een kans maakten. Het was tenslotte wel Heer Athem die ze moesten overwinnen, spookte het voortdurend door haar hoofd.
“Lene? Vind je het goed als we teruggaan?” hoorde ze opeens. Ze besefte dat ze nogal in gedachten verzonken was geweest en Ajendé’s vorige vragen niet had gehoord. “Ja, is goed.”
Ze draaide zich om en samen met Ajendé liep ze dezelfde weg terug als waarlangs ze gekomen waren. Onderweg kon Milene het niet nalaten naar de grote verscheidenheid aan bloemen te kijken die het gras bedekten, want hoewel het Huis Der Elementen, waarin ze nu al tien jaar woonde, erg mooi en ruim was, overtrof de tuin die pracht met gemak.
Na nog enkele minuten bereikten ze de ingang van het gebouw. Milene liep als eerste de houten deur door en wachtte totdat ook Ajendé zich in de ruime hal bevond. Toen ze allebei binnen waren, liepen ze ieder naar een andere kant van het vertrek: Milene liep naar de westkant en Ajendé begaf zich naar de oostelijke zijde.
Aan de westelijke kant van de kamer stond een glazen schaal met water op de grond. Milene knielde neer naast de schaal en sloot haar ogen. Haar beide handen liet ze boven het heldere water zweven terwijl ze zacht ‘Transformo’ zei. Onmiddellijk veranderde het water in ijs.
Snel stond ze op en liep naar het midden van de kamer, waar een blauwachtig licht verscheen en als een wolk boven de grond zweefde. Milene wachtte een paar tellen totdat het licht ophield met bewegen en stapte toen de blauwe wolk in. Een duisternis zo zwart als een maanloze nacht omringde haar tijdens haar reis, maar toen keerde langzaamaan het licht terug.
Nog een beetje gedesoriënteerd keek Milene om zich heen om te kijken of Ajendé er al was. De hal waarin ze zich bevond, was niet erg groot, maar desondanks kostte het haar enkele minuten haar vriendin te vinden. Ze stond haar op te wachten aan de marmeren trap die naar de eerste verdieping leidde. Stilletjes liep ze naar de blonde vrouw toe en samen wandelden ze de brede trap op.
Daar aangekomen stapten ze een lange gang door totdat ze uiteindelijk aankwamen bij de plek waar de Dochters verzameld waren. Ajendé liep naar de deur, legde haar oor er tegenaan en zei: “Ik hoor ze nog. We zullen nog even geduld moeten hebben.”
Milene knikte en wachtte toen af. Haar zenuwen waren tot het uiterste gespannen en ze schrok dan ook behoorlijk toen een koele stem haar begroette.
“Cherin!” riep Ajendé geschrokken uit. “Waar kom jij zo opeens vandaan?”
De jongeman die zo juist was komen aanwandelen, bleef bewegingsloos staan en richtte zijn bruine ogen op Ajendé. Toen wendde hij zijn blik af en keek in plaats daarvan naar de deur die hen van de Dochters scheidde. Hij negeerde Ajendé’s vraag, sloot zijn ogen en begon wat in zichzelf te neuriën.
Typisch, dacht Milene. Ze had nooit goed geweten wat ze van hem moest denken. Meestal negeerde hij alles en iedereen en studeerde hij de hele dag in zijn kamer of een van de bibliotheken. Al zolang ze zich kon herinneren was hij kil en afstandelijk, alsof de hele wereld hem koud liet. Misschien was dat ook wel zo, bedacht ze zich.
“Weet jij al iets meer?” vroeg Ajendé hem.
Milene kon een glimlach niet onderdrukken. Ajendé had de gewoonte Cherins afstandelijkheid te negeren en hem gewoon in het gesprek te betrekken. Iets wat vaak de frustratie van de jongeman opriep. Net als nu, zag ze, want Cherin opende zijn ogen en wierp haar een geërgerde blik toe.
“Nee,” zei hij afgemeten, waarna hij zich weer in stilzwijgen hulde.
Een beetje ongerust keek Milene naar de reactie van haar vriendin. Ze had het vaak genoeg meegemaakt dat die zich niet tevreden stelde met zijn antwoorden en ertegenin ging. De hele situatie zorgde er echter voor dat ze gewoon even haar schouders ophaalde.
Na een paar lange minuten werd de deur geopend door SiCorae, een Dochter van de Tweede Orde, net als SiLeya was geweest. Ze knikte hen toe, waardoor haar lange, inktzwarte haren naar voren vielen, en gebaarde met haar slanke hand dat ze binnen mochten komen.
Milene liep als eerste naar binnen en zag hoe Ajendé en vervolgens Cherin haar volgden. De deur werd gesloten en er viel een verwachtingsvolle stilte in het ruime vertrek.
“Jullie weten, “ begon de Dochter die de deur had geopend, “waarom heer Athem Yelan ontvoerd heeft. Net als zijn vader probeert hij zijn macht te vergoten door de magie van de Engelen in te zetten.”
Someday your prince charming will come. Mine just took a wrong turn, got lost, and is too stubborn to ask for directions.

Yesterday is history. Tomorrow is a mystery. Today is a gift. That’s why it’s called the present.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Mijn achterstand was een beetje groter dan ik dacht :$ al heb ik nu wel lekker in een stuk kunnen doorlezen om vervolgens op een spannend punt niet meer door te kunnen, haha.

Je schrijfstijl leest fijn weg en je weet de spanning goed op te bouwen. Ik ben benieuwd of ze Yelan kunnen redden!

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Hee,

Ik heb het eerste stukje gelezen :P tweede stukje voor een deel xD maar toen zat mijn pauze er al weer op :( xD haha.
Maar het klinkt goed je verhaal, vooral de titel sprak me aan.
Het enige waar ik een aanmerking op had waren je beschrijvingen. Je laat duidelijk merken dat je het wel kan, als je beschrijvingen geeft maar je mag het van mij meer doen. Meer beschrijving en meer details weergeven ( dit is natuurlijk alleen maar beoordeeld op je eerste post want verder ben ik nog niet gekomen :P haha :P )

Gaat in ieder geval zo verder xD niet te snel posten want dan kom ik nooit meer bij xD haha :P
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Hoi Anna,
Ik liep wat achter, en heb net de afgelopen twee stukjes gelezen. Je schrijft grammaticaal volgens mij goed en je schrijfstijl leest lekker weg. Het is een erg mooi verhaal met grote open stukken waardoor spanning goed opgebouwd wordt. Ik blijf er echt mee bezig en erover nadenken, het verhaal grijpt me goed aan. Ook schrijf je voor mijn gevoel erg origineel. Enn Tatataaaaaa!!! Volgens mij weet ik waarom er in die namen twee hoofdletters zitten. Jeej! Ik heb eigenlijk maar twee dingen waar ik een beetje kritiek op heb uit de afgelopen stukjes:
Anna schreef: “SiLeya was een trouwe Dochter van de Elementen,” begon ze stil, maar krachtig.
Ik denk dat het misschien beter zou zijn voor het mysterie om niet "Dochter van de elementen" maar gewoon "Dochter" te zeggen. Over het dochter deel in het tweede stukje bleef ik namelijk erg nadenken: Dochter van wie? Terwijl dit een hoop duidelijk maakt. En je dus een groot deel van het mysterie dat je in het begin hebt opgebouwd laat vallen.
Anna schreef:Ajendé zuchtte en keek haar toen aan. “We weten niet wat er juist gebeurd is
Deze zin vind ik niet zo lekker lopen, misschien zou je kunnen proberen om de juist op een andere plaats te zetten? Zoals bijv. "We weten juist niet wat er gebeurd is." Dit leest denk ik wat fijner weg.

Zo... Dat was het dan al weer. Ik hoop dat je snel verder schrijft,

Arin
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
Elixer
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 34
Lid geworden op: 03 jan 2012 18:54

Hey Anna,

Zonet heb ik even het gehele verhaal tot nu toe gelezen. Ik ben heel benieuwd waar het heen zal gaan! Het leest gemakkelijk weg en de manier waarop je de dingen vertelt is origineel.
Ik snap alleen niet goed wat er nou gebeurde met dat ijs en de wolk. Komen we daar nog achter?
There are a thousand ways of dying
Some die because of ignorance, others because they knew too much
Anna
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 24 nov 2011 00:11

Het is al heel erg lang geleden dat ik hier nog iets gepost heb... mijn inspiratie voor dit verhaal was nogal verdwenen, dus ja xD Maar nu ben ik terug beginnen schrijven ^^
@ Maaike, Jodie, Arin en Elixer: heel erg bedankt voor de reacties! (en sorry dat het zo lang geduurd heeft vooraleer ik reageerde.)

Hier dan een nieuw stukje :)

Het was heel vroeg in de ochtend toen ze zich eindelijk wegdraaide van het grote raam in haar slaapkamer. Urenlang had ze naar buiten staan kijken terwijl ze nadacht over wat haar en de anderen te wachten stond. Milene had de hemel zien verduisteren en weer lichter worden.
De Dochters hadden het plan van Ajendé en haar goedgekeurd. Over enkele dagen zouden ze, samen met Cherin, vertrekken naar Ayalesa, de kroonstad. Hoogstwaarschijnlijk hield Heer Athem Yelan daar gevangen, dus zouden ze de meeste kans maken als ze daarheen reisden.
Milene wist niet precies hoelang hun reis zou duren. Ze was eigenlijk nog nooit buiten Thorgenië geweest sinds de dag dat haar ouders haar naar de Dochters hadden gebracht, maar EnDreisa had uitgelegd dat er twee grote wegen naar de kroonstad leidden. De hoofdweg was de kortste route, maar die zou hen doorheen vele steden en dorpen leidden. De andere weg was langer en gevaarlijker, maar minder gekend en daardoor een veel betere keuze.
Het idee dat ze over enkele dagen de Dochters zou verlaten, gaf haar wel een vreemd gevoel. Milene had er gewoon nooit bij stilgestaan dat ze niet eeuwig bij hen kon blijven. Het afscheid zou haar zwaar vallen, wist ze.
Even overwoog ze in bed te kruipen en nog een paar uurtjes slaap in te halen, maar dat idee schoof ze snel van zich af. Slapen zou ze wel doen als alles weer normaal was. Ze liep naar haar nachtkastje, nam de zilveren kan met water op en schonk wat van de koude vloeistof in een houten beker. Milene was opgelucht dat er nog water in de kan zat, want ze was zo moe en suf dat ze er zeker van was dat ze haar kracht nu niet zou kunnen oproepen.
Zo rustig mogelijk dronk ze de volle beker leeg en zette die toen terug op het eikenhouten kastje. Daarna zocht ze haar laarzen en trok die aan. Snel wierp ze nog een blik op de spiegel, maar nadat ze had vastgesteld dat haar ogen roodomrand en opgezwollen waren, wendde ze haar blik af van haar eigen spiegelbeeld en liep haastig haar kamer uit. Zo stil mogelijk, om de anderen niet te wekken, liep ze toen de gang op en sloot de deur achter zich. Haar voetstappen werden gedempt door de zachte tapijten die de hele vloer bedekten en fleurige taferelen voorstelden. Als kind had ze er soms uren naar zitten staren, ze had zich afgevraagd wie zulke prachtige dingen had kunnen maken. Het had in die tijd haast magisch geleken.
Er scheen nog niet voldoende licht door de kleine ramen, maar door de aanwezigheid van verscheidene kandelaars zag ze net genoeg om zonder problemen de lange gang af te stappen.
Toen ze de deur van Yelans kamer passeerde, hield ze even halt. Milene legde haar hand op de klink en wilde naar binnen gaan, maar bedacht zich. Ze had niet het recht zijn kamer binnen te gaan zonder dat hij dat wist, vond ze. Even schudde ze haar hoofd en toen liep ze verder. Enkele seconden later zag ze iets wat haar erg verbaasde, de kamer van Cherin stond open. Onbewust wierp ze een snelle blik naar binnen, maar ze zag de jongeman niet.
Milene haalde haar schouders op, liep verder en bereikte wat later het einde van de gang. Zonder erbij na te denken nam ze de trap naar boven en kwam zo aan bij de vertrekken van de Dochters en de bibliotheken. Ze liep de kamers voorbij en wilde net de deur van de hoofdbibliotheek openen, toen ze stemmen hoorde. Ze verstond niet precies wat er gezegd werd, maar het leek een heel ernstig gesprek. Voor een moment verkeerde ze in tweestrijd. Milene wist dat ze niet het recht had andermans gesprekken af te luisteren, maar de omstandigheden waren niet normaal. In tijden als deze golden er andere regels. Althans, dat hoopte ze.
Geruisloos sloop ze dichterbij. Al gauw ontdekte ze dat de stemmen uit de kamer rechts van haar kwamen. Dat was de kamer van de Eerste Dochter, van EnDreisa.
Aandachtig probeerde ze te begrijpen waar de Dochters het over hadden. Ze dacht drie verschillende stemmen te horen, maar echt zeker was ze niet. Uiteindelijk raapte ze haar moed bijeen en legde haar oor tegen de deur.
“…het ook niet, maar hij moet een manier gevonden hebben!”
“Maar de Wraakvloek dan? Dreisa, die vloek biedt gen mogelijkheden.”
“Ik weet het, Corae, ik weet het.”
Het bleef even stil. Milene begreep er helemaal niets van. Ze had het woord ‘Wraakvloek’ wel al eens gehoord, of gelezen. Het was een vorm van heel oude magie, wist ze. Oude magie die al eeuwen niet meer gebruikt werd. Ze begreep niet wat dat met SiLeya of Yelan te maken had. Tevergeefs probeerde ze te achterhalen wat de Dochters bedoelden, maar toen werd het gesprek hervat.
“En toch laat je hen gaan. We weten helemaal niets, en toch sturen we hen weg! ”
“Er is geen andere mogelijkheid, Mine.”
“Waarom niet?”
“Het Evenwicht Des Levens zal verstoord worden. Ze moeten zo snel mogelijk weer bij elkaar zijn.”
“Dat weet ik ook wel.”
“Kijk, ik denk dat zijn vader een fout heeft gemaakt. Het kan niet anders. Hij was tenslotte stervende… Athem heeft dat misschien ook ontdekt.”
“ik weet het toch niet. Het lijkt absurd.”
“Er is geen andere keuze, we laten hen gaan. Ondertussen zoeken wij het hier verder uit.”
Alweer viel er een korte stilte. Toen hoorde Milene het geluid van een stoel die achteruit werd geschoven. “Probeer nu nog wat te slapen, Mine. En jij ook, Corae. Het wordt een moeilijke dag. We nemen afscheid van Leya.”
Someday your prince charming will come. Mine just took a wrong turn, got lost, and is too stubborn to ask for directions.

Yesterday is history. Tomorrow is a mystery. Today is a gift. That’s why it’s called the present.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Hey Anna!

Ik heb net ff je hele verhaal gelezen en ik vond het egt prachtig. So wie so omdat het over fantasie gaat :P
Het is egt leuk hoe je alles beschrijft, het lijkt netals of je zelf in hun wereld zit.
Wat houdt het eigenlijk precies in als je een dochter bent!!
Ik heb wel een keertje zo een boek gelezen met iets van de dochters derin. Maar dat waren heksen ofzo. Is dat hetzelfde bijk jou verhaal?

In ieder geval I like it!! So ga snel verder!!
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Anna
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 24 nov 2011 00:11

@ Jenna: dank je wel voor je reactie! leuk dat je het al mooi vond ;) en wat de Dochters juist zijn, wordt nog wel duidelijk xD

Hier een nieuw stukje ^^

Hoofdstuk 2

De drie ruiters reden naast elkaar de brede weg op. Achter hen lag de veiligheid, voor hen het avontuur. Milene keek nog even achterom, maar bande toen al haar gedachten aan de Dochters uit. Ze concentreerde zich op de weg en keek naar het uitgestrekte woud in de verte.
Omdat ze samen met de anderen urenlang de kaarten had bestudeerd, wist ze precies welke route ze moesten volgen om in Ayalesa te komen. Eerst moesten ze een hele tijd in oostelijke richting reizen, maar later zouden ze afbuigen naar het noorden. Milene wenste dat ze er al waren.
“Hoe lang rijden we vandaag nog verder?” vroeg ze aan haar twee metgezellen.
Cherin negeerde haar vraag volkomen en staarde recht voor zich uit. Met zijn rechterhand hield hij losjes de teugels van zijn grijze merrie vast terwijl hij met zijn andere hand het haar uit zijn ogen veegde. Ajendé keek hem even aan en sloeg haar ogen ten hemel.
“We moeten voor het donker wordt ons kamp opslaan en vuur maken. Er zitten hier wolven.”
“Kan jij vuur maken?” vroeg Milene zo nonchalant mogelijk aan haar vriendin. Ajendé begreep echter de onuitgesproken boodschap en glimlachte droevig. “Het lukt ons wel.”
Na enkele minuten versmalde de weg en waren ze gedwongen achter elkaar te gaan rijden. Maar nu ze niet langer afgeleid werd door een gesprek, dacht Milene terug aan het afscheid van SiLeya van de voorbije dag. De Eerste Dochter had haar gevraagd een verhaal te vertellen als laatste eerbetoon aan SiLeya. Lang had Milene niet hoeven nadenken over haar keuze, want ze herinnerde zich nog heel goed het eerste verhaal dat ze ooit van de Dochter had gehoord. Nadat haar laatste woorden waren weggestorven, had ze SiLeya bedankt voor alle hulp en steun. Hoe vreemd het ook voelde, ze had op dat moment geen verdriet of angst ervaren. Later had ze zich echter weer heel eenzaam gevoeld.
“Is alles in orde?” riep Ajendé luid, terwijl ze over haar schouder keek en haar lange, blonde haar uit haar gezicht hield. “Je kijkt een beetje vreemd.”
“Niets aan de hand,” antwoordde ze, terwijl ze haar gedachten weer op het hier en nu richtte. “Alles is in orde, maak je geen zorgen.”
Er verscheen een vastberaden uitdrukking op Ajendé’s ronde gezicht. “We halen hem terug, Lene. Dat zweer ik.”
Milene knikte dankbaar en in stilte reden ze verder. Uren gingen voorbij, maar het grote woud leek niet dichterbij te komen terwijl de zon langzaamaan begon te zakken en steeds meer wolken de warmte van de lentedag verdreven. Milene wilde net voorstellen om af te stappen en een geschikte plaats voor het kamp te zoeken, toen ze Cherin een gemompelde vloek hoorde uiten.
“Afstappen, nu!” riep hij op bevelende toon.
Geërgerd keek Milene achterom, maar na een knikje van Ajendé besloot ze zijn bevel te negeren. Cherin liet het er echter niet bij en bracht zijn paard tot stilstand. Hij sprong uit het zadel, rukte de teugels uit haar handen en liet ook haar rijdier halt houden. Vooraleer ze verontwaardigd kon schreeuwen dat hij daarmee moest ophouden, gebaarde hij met zijn hand naar het zuiden.
Er kwamen zeven mannen op hen af gelopen, allen waren ze zwaarbewapend. Milene zag dat elke man een zwaard hanteerde en verscheidene messen in riemen droeg. Enkelen hadden ook nog een boog en pijlenkoker over hun brede schouder hangen. Maar wat haar echt angst bezorgde, waren hun gezichten. Die waren minstens even afschrikwekkend als hun dodelijke wapens.
Ook Ajendé had de mannen nu gezien en liet zich van haar bruine hengst glijden. Ze liep naar hen toe en leek doodsbang. “Zouden dat soldaten van Athem zijn?” vroeg ze paniekerig.
“Dat denk ik niet, “antwoordde Milene nadenkend. “Ze dragen de verkeerde uniformen.”
“Misschien zijn het spionnen?”
“Het doet er nu niet toe wie het zijn. Het probleem is dat ze er zijn,” zei Cherin kortaf.
“Maar wat doen we nu?”
Hij keek haar minachtend aan en richtte zijn blik toen weer op de dreiging. “We gebruiken onze kracht, natuurlijk. Ze kunnen ons niets doen.”
“Maar we mogen niemand laten weten dat wij het zijn…” stamelde Ajendé angstig.
“We zorgen ervoor dat ze het niet kunnen navertellen.”
Onthutst keek ze hem aan. “Cherin… We kunnen ze toch niet zomaar vermoorden?”
“Dit is de echte wereld, Milene. Hier gelden andere regels: Vecht, of sterf zelf.”
Hoewel ze de gedachte om iemand te moeten doden verafschuwde, besefte ze nu dat Cherin gelijk had. Als deze mannen hen gevangen zouden nemen of als ze Athem inlichtten over hun komst, was alle hoop voor Yelan verloren. Dat mocht ze niet laten gebeuren.
“Goed,” zei ze, in een poging zelfzeker te klinken. “Je hebt gelijk, Cherin. We moeten vechten.”
In de verte hoorde ze de mannen boosaardig lachen.
Someday your prince charming will come. Mine just took a wrong turn, got lost, and is too stubborn to ask for directions.

Yesterday is history. Tomorrow is a mystery. Today is a gift. That’s why it’s called the present.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Als ze op de eerste dag al zulk volk tegenkomen, die tot aan de tanden bewapend zijn, hoe moeten de andere dagen van hun toch dan niet woorden :O
Je stopt wel op een zeer 'gemeen' punt, net als ze de actie begint.. :P Ga zo door, ik ben benieuwd of ze het er levend vanaf brengen :)
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Anna
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 24 nov 2011 00:11

@ Maaike: Ja, ik weet het ;) maar hier is het vervolg! xD


Milene voelde haar hart in haar keel bonzen. Haar ademhaling versnelde en het koude zweet brak haar uit. Ze besefte dat ze op het punt stond vermoord te worden, of een moord te plegen.
De zeven mannen hadden hen bereikt en omsingeld, maar bleven nu gewoon staan. Het leek wel alsof ze op iets wachtten, vond Milene. Alleen kon ze niet bedenken waarop.
Snel wierp ze een blik op Cherin, die amper een halve meter bij haar vandaan stond. Nauwelijks waarneembaar schudde hij zijn hoofd. "Nog niet," fluisterde hij geluidloos.
Hij keek haar en Ajendé even aan en richtte zijn bruine ogen toen op de woestelingen rondom hen.
“Laat ons gaan, “ zei de jongeman op bewonderenswaardig kalme toon. “We willen niet vechten.”
De mannen keken hem woedend aan en verroerden zich nog steeds niet. Cherin schraapte zijn keel en wendde zich nu rechtstreeks tot de man die het dichtst bij hem stond. “Luister, wij willen gewoon onze reis verderzetten. We hebben geen kwaad in de zin.”
Geen van de mannen zei iets. Milene begreep niet wat er aan de hand was, want hoewel deze mannen duidelijk een bedreiging vormden, vielen ze nog steeds niet aan.
“Dit is jullie laatste kans,” hoorde ze Cherin roepen. “Als jullie nu niet verdwijnen, vallen we aan.”
Angstig keek ze naar zijn ondoorgrondelijke gezicht. Een kort knikje bevestigde wat ze al wist: deze mannen zouden niet naar rede luisteren. Ze moesten aanvallen en konden niet langer aarzelen.
Even keken ze elkaar in de ogen, alle drie beseften ze dat er geen andere mogelijkheid was.
Milene concentreerde zich op het oproepen van haar kracht. Ze had dat weliswaar al ontzettend vaak gedaan, maar nog nooit onder zulke omstandigheden. En nog nooit met de bedoeling er iemand mee te doden.
Snel strekte ze haar rechterhand uit terwijl ze haar aandacht op een van de mannen richtte. Cherin en Ajendé deden iets gelijkaardigs en concentreerden zich ook op het raken van slechts een persoon. Dat deden ze uit angst elkaar te verwonden.
Milene voelde hoe haar kracht zich ontwikkelde in haar geest en steeds sterker werd. Ze mompelde zachtjes een woord en gebaarde met haar hand. Onmiddellijk ontstond er een kolkende watermassa, midden in de lucht. Nu gebruikte ze haar beide handen om het water in de juiste richting te sturen.
De man op wie ze het gemunt had, keek haar vol onverhulde haat aan en liep op haar af. Het was echter te laat. De watermassa raakte hem met een enorme snelheid en wierp hem wel vijf meter achteruit, waardoor zijn zwaard tollend uit zijn hand vloog. Hij was al dood vooraleer hij de grond raakte.
Milene stond er slechts een paar seconden bij stil en wendde zich gauw tot een andere man, die al op haar kwam afgestormd. Zijn ogen staarden haar aan in een gezicht dat vertrokken was van woede en haat, maar ze bemerkte ook een zweem van verdriet. Gedurende een kort moment aarzelde ze, maar ze herpakte zich snel en doodde hem net zo efficiënt als de vorige man.
“Milene, bukken!” hoorde ze opeens, en zonder er verder bij na te denken, liet ze zich op de grond vallen. Een pijl miste haar rakelings en belandde in een oude eik achter haar. Verschrikt zocht ze de omgeving af naar de schutter, maar er volgde bijna meteen een tweede pijl, en een derde.
De jonge vrouw bleef gebukt op de aarden grond zitten en keek nu in de richting van waaruit de pijlen gekomen waren. Achter een groepje esdoorns zag de schuldige boogschutter staan. Tot haar grote verbazing was het een vrouw die de boog hanteerde én er alweer een nieuwe pijl op plaatste.
Milene wilde de vrouw tegenouden, maar ze moest haar aandacht richten op een nieuwe bedreiging. Ze had geen andere keuze dan recht te staan en de man uit te schakelen, maar daardoor schampte de pijl haar bovenarm wel. Even vertrok haar bleke gezicht van de pijn.
“Zo gaat het niet,” mompelde ze tegen zichzelf, want Milene besefte maar al te goed wat de bedoeling van hun aanvallers was. Ze keek om zich heen en zocht naar Cherin en Ajendé, maar zag in plaats daarvan steeds meer mannen op hen afstormen. Mannen die er eerst niet waren geweest, dacht ze bitter terwijl ze er nog een paar uitschakelde. Toen er even geen direct gevaar dreigde, begon ze zich voorzichtig naar Ajendé te begeven. Onderweg moest ze vaak wegduiken voor rondvliegden pijlen, maar uiteindelijk bereikte ze de jonge vrouw.
Ajendé velde net een man door hem met een krachtige luchtstoot tegen een boom te smakken. Milene zag dat er tranen in haar prachtige ogen stonden. Ze keek wezenloos naar de dode man aan haar voeten en had nergens anders oog voor. Ook niet voor de pijlen, die nog steeds vanuit alle richtingen op hen werden afgevuurd. “Jen, bukken!” gilde Milene luid.
Ajendé bukte zich nog net op tijd, want anders had de pijl zich recht in haar hart geboord. Ze leek langzaamaan weer tot zichzelf te komen en kwam gebukt naar Milene toe.
“We kunnen die pijlen niet blijven ontwijken,” fluisterde ze, terwijl ze goed om zich heen keek om niet te worden verrast door een plotselinge aanval. Ze zag Cherin wat verderop twee mannen tegelijkertijd uitschakelen en nam gauw een besluit. “We moeten een Kring vormen.”
Haar vriendin keek haar geschokt aan. “Maar, Lene… dat gaat toch niet, zonder Yelan? Het risico…”
“Het moet wel. Als we niets doen, worden we allemaal gedood. We hebben geen keuze.”
“Maar wat als er onschuldige mensen in de buurt zijn?”
“Er is geen tijd, Jen. Kom!”
Diep voorover gebogen liepen de twee vrouwen naar Cherin toe. Af en toe waren ze genoodzaakt recht te staan om een aanvaller tegen te houden en Milene zag dat de grond bezaaid begon te raken met dode mannen en gevallen wapens.
Cherin zag hen aankomen en liep op hen af. Nu pas bemerkte ze dat hij bloedde aan zijn been, maar het leek niet al te ernstig. Ze vermoedde dat ook hij geschampt was door een pijl.
Zonder eerst nog uitleg te geven, greep ze zijn hand vast. Ajendé deed hetzelfde met zijn andere hand en nam ook haar hand in de hare. Op die manier vormden ze een gesloten kring van ontzagwekkende kracht. Allen sloten ze hun ogen en richtten hun kracht naar binnen.
De tijd vertraagde en alles werd stil. In het midden van de kring ontstond een zwarte schaduw die zich al snel verspreidde en alle licht leek op te slokken. Het duurde slechts enkele seconden, maar gedurende die korte periode bestond het leven rondom hen niet meer.
De schaduw verdween weer en de drie mensen lieten elkaars handen los. Nu keek Milene om zich been, bang om te zien wat ze hadden aangericht door hun krachten op deze manier te gebruiken.
Gevallen mannen lagen her en der verspreid. Hoewel ze geen duidelijke verwondingen vertoonden, waren ze overduidelijk dood. Ook de bomen en planten vertoonden geen teken van leven meer. Geen enkele vogel verblijdde hen nog met een lied.
Someday your prince charming will come. Mine just took a wrong turn, got lost, and is too stubborn to ask for directions.

Yesterday is history. Tomorrow is a mystery. Today is a gift. That’s why it’s called the present.
tammievk
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 22
Lid geworden op: 22 feb 2012 14:33

Wow. Ik ben net begonnen met het lezen van je verhaal. Maar bij het eerste stukje was ik al verkocht. Je maakt het erg spannend. Je schrijft lekker, waardoor het erg fijn leest (heel vaag ik weet het maar het is wel een compliment :) )
Ik ben erg benieuwd wat de dochters nog meer kunnen en hoe hun avontuur verloopt.
Schrijf snel verder :)
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ugh dat is pas een hinderlaag :O en weer stop je op zo'n gemeen punt :O
Ze zijn wel erg sterk met zn drieën, zonder die vierde persoon erbij.. Hmz, ga snel verder! Ik ben erg nieuwsgierig! Die mensen waren daar niet voor niets denk ik zo..
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Anna
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 24 nov 2011 00:11

@ Tammievk: dankje ;) fijn dat je het al mooi vond! en hier een nieuw stukje ^^
@ Maaike: die mensen waren daar inderdaad niet zomaar xD dank je wel voor je reactie!


“Lieve Goden, wat hebben we gedaan?” Ajendé’s stem trilde van ingehouden emotie terwijl ze naar de algehele verwoesting om zich heen keek. Ze sloeg haar handen voor haar ogen en sloot zich op die manier af voor de werkelijkheid.
Milene liep naar haar vriendin toe en sloeg een arm om haar heen. Zelf moest ze ook de aandrang onderdrukken te gaan gillen of huilen. Ze had dan wel geweten wat er zou gebeuren als ze een Kring vormden, het was nog steeds schokkend om die kennis werkelijkheid te zien worden. De hele omgeving was ontdaan van elke vorm van leven. Zelfs het gras was niet langer groen, het verpulverde tot stof wanneer ze erover wandelden.
“Er klopt iets niet,” hoorde ze Cherin opeens mompelen. De jongeman keek peinzend om zich heen en leek niet aangedaan te zijn door de aanblik van al die doden. In tegendeel, hij bekeek aandachtig elke gesneuvelde man en scheen iets te zoeken.
“Wat klopt er niet?” vroeg ze, toen duidelijk werd dat hij geen verdere uitleg zou geven.
Het duurde een hele tijd vooraleer Cherin antwoord gaf. Hij was nog steeds bezig met het bestuderen van de lijken, die willekeurig verspreid lagen over de dode ondergrond. Zijn ogen schoten van links naar rechts terwijl hij elk lichaam in zich opnam. Uiteindelijk draaide hij zich naar haar om. “We hebben de Kring niet gevormd zoals het hoort. Dat zou gevolgen moeten hebben.”
“Maar het heeft ook gevolgen,” antwoordde Milene vlak. “Er woedt nu waarschijnlijk ergens een grote brand, we weten alleen niet waar.”
Eigenlijk wilde ze niet graag aan de consequenties van hun daad denken. Ze hadden natuurlijk geweten dat er een prijs was die betaald moest worden, maar Milene voelde zich misselijk worden als ze aan de eventuele onschuldige slachtoffers dacht.
“Dat bedoel ik niet,” zei hij. “Er zouden overlevenden moeten zijn, want de kracht van Yelan werd niet ingesloten in de Kring.”
Dat leek haar heel onwaarschijnlijk, maar ze moest toegeven dat de redenering van Cherin verre van dom was. Net als de jongeman zelf, vermoedde ze.
“Maar dat zouden de Dochters ons toch verteld hebben?” antwoordde ze na een tijdje. “Verder wisten ze er alles over.” Het leek haar een redelijk argument, want aan de kennis van de Dochters viel niet te twijfelen. Dat zou zelfs Cherin moeten beamen.
“Ze kenden het alleen in theorie, Milene, dat is iets heel anders. Het vechten leer je toch ook niet door oorlogstactieken uit je hoofd te leren?” Cherin keek haar doodserieus aan, alsof hij de ernst van zijn woorden wilde benadrukken. Hij scheen het belangrijk te vinden dat ze het begreep.
En Milene besefte dat hij inderdaad gelijk had. Ze knikte in zijn richting, haalde haar arm van Ajendé’s schouder en begon toen, net als Cherin, de omgeving af te speuren op zoek naar een teken van leven, hoe klein ook. Ajendé voegde zich ook bij hen en deed zichtbaar moeite kalm te blijven. Minutenlang lieten ze hun ogen over de nabije omtrek dwalen, maar nergens bespeurden ze iets wat niet door hun kracht vernietigd was. In stilte zochten ze verder, maar toen de gevallen lichamen van hun paarden in zicht kwamen, kreeg Milene het even moeilijk. Uiteindelijk troostte ze zich met de gedachte dat de nobele dieren niet geleden hadden. Hun dood was snel en pijnloos geweest.
“We moeten onze spullen meenemen en verder gaan,” zei Cherin. “Onderweg zoeken we wel verder naar overlevenden.”
Milene knikte en liep naar haar dode paard. Ze haalde de zadeltassen tevoorschijn en begon de inhoud ervan te sorteren. Uiteraard konden ze niet alles dragen en moesten ze verschillende dingen achterlaten. Milene besloot dat voedsel het makkelijkst te vervangen was, zeker in de lente, en liet bijna haar hele voorraad achter. Haar kleding, een deken, een paar boeken, een waterzak en warme laarzen nam ze mee. Ze bond alles samen in het deken en hing het over haar schouder. Cherin en Ajendé deden hetzelfde en lieten ook het grootste deel van hun voedselvoorraad achter.
Zonder paarden, maar met bagage, vervolgden ze hun weg doorheen de doodse omgeving. Milene ging naast Ajendé lopen en probeerde geruststellend te glimlachen. Cherin liep eenzaam voorop en verviel weer in stilzwijgen. Blijkbaar had hun korte avontuur hen niet dichter bij elkaar gebracht.
Veel langer konden ze echter niet verder gaan, want de zon was nu helemaal achter de horizon verdwenen. De weg werd slechts verlicht door de maan en de sterren, dus zat er niets anders op dan hun kamp op te slaan op de akelige plek.
Op het moment dat ze alle drie stilhielden en gingen zitten, verbrak een zacht gehuil de nachtelijke stilte. Milene sprong meteen overeind en zocht met haar vermoeide ogen de duisternis af.
“Kom op,“ fluisterde ze tegen de anderen. “Misschien kunnen we nog iets doen.”
Aarzelend zetten ze zich in beweging.
Someday your prince charming will come. Mine just took a wrong turn, got lost, and is too stubborn to ask for directions.

Yesterday is history. Tomorrow is a mystery. Today is a gift. That’s why it’s called the present.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Waarom het eten achterlaten, dat vraagt om problemen :O Zelfs in het begin van de lente als er veel eetbaars is, ik zou het altijd mee zeulen :angel
En wat een verwoesting heb je ze laten creëren. :O Ik heb zo'n vermoeden dat ze met hun drieën veel sterker zijn dan ze denken :P

Ik ben benieuwd hoe het verder gaat ^_^
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Anna
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 24 nov 2011 00:11

@ Maaike: Haha, ja, dat eten... ik persoonlijk zou het ook niet achterlaten ;) dankje voor je reactie! Nieuw stukje ^^

Ze vonden de jonge vrouw achter een dode bosbessenstruik. Haar groene ogen stonden vol tranen en ze huilde hartverscheurend. Naast haar lag een dode man op de grond. Snikkend hield ze zijn levenloze hand vast. Zoute tranen lieten zichtbare sporen achter op haar knappe gezicht. Haar zwarte haren waren verwaaid en in elkaar geklit.
Milene vermoedde dat de vrouw verder weg was geweest en daardoor de vernietiging had overleefd. Waarschijnlijk was ze later gekomen en had ze haar man hier dood aangetroffen.
Een innerlijke tweestrijd verscheurde haar. Enerzijds wilde ze de vrouw helpen, maar anderzijds besefte ze dat die haar waarschijnlijk gedood zou hebben als ze de kans had gekregen.
Maar toen zag ze hoe de jonge weduwe teder een hand op haar buik legde. Milene slikte haar eigen tranen in en kuchte zachtjes om haar aanwezigheid te verraden. De vrouw keek geschrokken op, liet haar blik over Milenes gezicht glijden en verstarde toen ze diens ogen en halsketting zag.
“Ga weg!” gilde ze. “Laat me met rust! Jullie hebben mijn man gedood.”
Langzaam liep Milene op haar af. “We wilden niemand kwaad doen, maar we moesten ons verdedigen. Het spijt me van je man.”
‘Spijt? Dat kennen jullie niet eens!”
Vliegensvlug verscheen er een mes in haar hand. Ze sprong overeind en wilde zich op Milene storten. Cherin trok haar opzij en hield haar in bedwang met zijn armen. De vrouw probeerde zich te verzetten, maar maakte geen enkele kans. Na enkele minuten liet ze zich slap in zijn armen hangen en begon weer te huilen. De jongeman liet haar echter nog niet los, blijkbaar in de veronderstelling verkerend dat ze nog eens zo’n moordaanslag zou kunnen plegen.
“Ik laat je nu los, maar waag het niet dat nog eens te proberen,” siste Cherin na een tijdje.
De vrouw knikte nijdig en gooide haar mes op de grond. Snel raapte Milene het op en stak het in haar laars. Ze lette goed op dat ze zichzelf niet bezeerde en dat het wapen stevig in haar schoenzool bleef zitten.
Cherin bevrijdde haar uit zijn stevige greep en ging op de grond zitten. De vrouw volgde zijn voorbeeld en liet zich weer naast haar man op het dode gras zakken. Zachtjes streelde ze zijn haren.
“Hoe heet je?” vroeg Milene vriendelijk.
Geen antwoord.
“We willen je geen kwaad doen,” vervolgde ze zacht. “We hebben gewoon een paar vragen.”
De vrouw negeerde hen en staarde naar haar man. Milene hoorde haar zachtjes tegen hem praten.
“Ik zal ons kind vertellen hoe dapper je was. Ze zal trots zijn op haar vader.”
De tranen liepen haar nog steeds over de wangen.
“Waar was je toen alles zwart werd?” vroeg Cherin.
De vraag kwam zo onverwachts dat ze die automatisch beantwoordde. Ze wees met haar hand naar het zuiden. “Niet zo ver hiervandaan. We wilden net aanvallen toen we die schaduw zagen.”
Verbijsterd staarde Milene haar aan. De vrouw kon het niet overleefd hebben als ze zo dichtbij was geweest. Ze besloot dat Cherin gelijk had gehad over de gevolgen van Yelans ontbrekende kracht.
“Met hoeveel waren jullie daar?” vroeg ze. “Heeft iedereen het overleefd?”
Alweer negeerde de vrouw hen. Ze stond recht en begon dode takken te verzamelen. Voorzichtig legde ze die over haar gesneuvelde echtgenoot. Milene en de anderen keken in stilte toe.
De vrouw vergewiste zich ervan dat hij volledig aan het zich onttrokken was en wilde naar het zuiden lopen. Cherin hield haar tegen.
“Laat me los!” schreeuwde ze en ze schopte hem met haar voeten. “Ik wil gewoon naar huis.”
“En wij willen dat je ons een paar antwoorden geeft,” zei hij tandenknarsend. “Dat is alles.”
Uiteindelijk gaf ze zich over. Blijkbaar besefte ze dat het een verloren strijd was.
“Mooi zo,” zei Cherin. “Nu, met hoeveel waren jullie in het zuiden?”
“Met twaalf.”
“En met hoeveel in totaal?”
“Zevenenvijftig.”
Daar schrok Milene toch van. Ze hadden heel wat mensen gedood, maar ze had niet beseft hoeveel.
Cherin ging ondertussen onverbiddelijk verder met zijn vragen. “Waarom zijn er vrouwen bij?”
“We wilden allemaal meevechten.”
“Door wie zijn jullie gestuurd?”
“Niemand heeft ons gestuurd.”
“Hoe wisten jullie dat we kwamen?”
De vrouw antwoordde niet en staarde naar haar handen. Ze droeg een prachtige ring.
‘Hoe wisten jullie het?” herhaalde Cherin ongeduldig.
“We…”
“Ja?”
“We houden Thorgenië al jarenlang in de gaten.”
Verbijsterd staarde Cherin haar aan. “Waarom?”
“Zodat we meteen konden ingrijpen als jullie je bij Athem zouden voegen.”
Er volgde een lange stilte. Milene keek in de groene ogen van de vrouw en bespeurde er naast verdriet ook een smeulende woede, die niet op hen gericht leek te zijn.
“Wij gaan ons helemaal niet bij Heer Athem voegen,” zei Milene uiteindelijk. “We willen hem juist tegenhouden.”
En opeens werd de vrouw weer woedend. Ze sprong op Cherin af en sloeg hem meerdere malen in het gezicht. “Leugens!” gilde ze luid. “Allemaal leugens!”
Someday your prince charming will come. Mine just took a wrong turn, got lost, and is too stubborn to ask for directions.

Yesterday is history. Tomorrow is a mystery. Today is a gift. That’s why it’s called the present.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Oh oh ... als dat er ruim vijftig waren, hoeveel zullen zich nog meer op het pad verschuilen om aan te vallen :O Je maakt het er wel erg spannend door.

Ik ben benieuwd hoe het verder gaat! Ik heb wel zo'n vermoeden dat die vrouw hen uiteindelijk gaat helpen :angel maar misschien is dat té aardig gedacht nadat er zoveel doden zijn gevallen :P
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Anna
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 24 nov 2011 00:11

Alweer een tijdje geleden dat ik nog wat gepost heb... maar goed, hier een nieuw stukje :)
@ Maaike: tja, die vrouw... de toekomst zal het moeten uitwijzen xD


Samen met Ajendé liep ze achter Cherin en de vrouw door het verwoeste landschap. Hij hield haar handen stevig vastgeklemd zodat ze niet opnieuw agressief kon worden. Ze waren al een tijdje onderweg, maar waren nog niemand tegengekomen. De vrouw had niets meer willen zeggen nadat Cherin haar aanval had afgeslagen, maar Milene vermoedde dat ze zich nu wel in de buurt van het zuiderse aanvalspunt bevonden.
Onderweg hadden ze meer dode mannen en vrouwen gezien. Soms had hun gevangene vernieuwde tranen in haar ogen gekregen wanneer ze de lichamen van de gesneuvelden zag.
Eigenlijk vond Milene dat ze de vrouw met rust moeten laten. Ze had tenslotte net haar man verloren, en waarschijnlijk nog veel meer dierbaren. Een enorm schuldgevoel drukte op haar neer, maar ze besefte dat het nodig was om antwoorden te krijgen. Er waren heel wat dingen die ze niet begreep, en het was heel belangrijk om duidelijkheid te scheppen. Ze moesten zeker weten dat Heer Athem hen al niet op de hielen zat.
“Hoe ver moeten we nog?” vroeg Cherin haar.
De vrouw antwoordde niet en liep verder, nog steeds in bedwang gehouden door de jongeman. Ze wierp af en toe een woedende blik op hem, of op haar en Ajendé. Milene vond het moeilijk iemand met zo’n haatdragende blik in de ogen naar haar te zien kijken. Ze wilde maar dat de vrouw begreep dat ze dit niet had gewild.
Uiteindelijk bereikten ze de medestrijders van de vrouw. Toen die zagen wie er aankwamen, grepen ze meteen hun wapens. Milene keek snel naar iedere krijger en constateerde tot haar geruststelling dat er geen boogschutters aanwezig waren. Ook hier zag ze enkele vrouwen tussen de gewapenden.
Cherin hield de vrouw stevig vast met zijn ene hand en gebaarde ongeduldig met de andere.
“Laat die wapens vallen, “ zei hij geïrriteerd. “We willen alleen maar enkele vragen stellen.”
Allen keken ze hem woedend aan. Op verscheidene gezichten zag Milene recente sporen van tranen. Wellicht was hun gevangene niet de enige die dierbaren verloren had, bedacht ze zich.
De vrouw maakte van de gelegenheid gebruik een nieuwe ontsnappingspoging te doen, maar Cherin loste zijn greep geen moment. Hij keek haar waarschuwend aan en schudde zijn hoofd.
Na enkele minuten verstomden de woeste kreten en de verwensingen. De mensen leken te beseffen tegen wie ze het opnamen en keken versuft voor zich uit. De moedeloze blik in hun ogen zei alles.
“Luister,” zei Cherin opnieuw. “We wilden jullie niet aanvallen, maar we moesten ons verdedigen. Jullie lieten ons geen keus.” Hij keek iedere man en vrouw afzonderlijk aan om zijn woorden kracht bij te zetten. Geen van hen gaf enig teken van begrip.
“Nu zouden we graag weten… hoe jullie het overleefd hebben.”
Deze woorden werden gevolgd door een lange stilte. Milene zag enkelen een blik met elkaar wisselen. Ook zag ze hoe er heimelijk tranen werden weggeveegd.
Het zette haar aan het denken. Ze had altijd gedacht dat vechten iets eenvoudig was. Jij was goed, en de vijand was slecht. Nu besefte ze dat het heel wat ingewikkelder lag.
“Het spijt ons van jullie verliezen,’ fluisterde Ajendé onverwachts. Milene keek even in haar mysterieuze ogen en zag tranen blinken. Ze wist dat haar vriendin het er ook moeilijk mee had.
“Dat klopt,” vervolgde Milene. “Als we iets kunnen doen...”
Opeens kwam er een man uit de massa naar voren. Hij liep naar hun gevangene toe en fluisterde heel stil iets in haar oor. Milene kon niet verstaan wat hij zei, maar besefte dat het goed nieuws was.
Ze bekeek de man eens aandachtig en zag dat hij geen wapenuitrusting droeg. Ook had hij geen zwaard of speer bij zich, hij droeg enkel een eenvoudig mes aan zijn riem. Blijkbaar was hij een soort van boodschapper. Nu ze de aanwezigen telde, merkte ze dat er een man te veel was.
“Wat?” siste Cherin nijdig. “Wat heb je haar verteld?”
De man reageerde niet en keerde terug naar zijn plaats in de groep. Milene lette heel goed op de gezichtsuitdrukking van hun gevangene. Als ze zich niet vergistte, zag ze een blik van blijdschap in diens ogen verschijnen. Het was echter maar een fractie van een seconde. Bijna meteen keerden de wanhoop en het verdriet terug, alsook de woede en de haat.
Opeens kwam er een angstaanjagend idee bij haar op. Wat als de vrouw zojuist bericht had gekregen dat er nieuwe boogschutters klaarstonden? Zouden ze nog eens zo’n verwoesting moeten aanrichten? Milene slikte en probeerde zich alvast voor te bereiden op een nieuw gevecht.
Ajendé was ondertussen blijkbaar tot dezelfde conclusie gekomen want ze legde haar theorie uit aan Cherin, die nog steeds dodelijk kalm bleef en alleen geïrriteerd leek.
“Vertel ons de boodschap!” gromde hij kwaad.
De vrouw slaakte een gilletje van pijn toen Cherin haar arm pijnlijk hard vastgreep.
“Het had niets met jullie te maken,” zei ze onwillig. “Het ging over iemand uit het dorp.”
“Wie dan?” vroeg Milene, amper gerustgesteld.
“De Schimvrouwe.”
“Wie?” herhaalde ze onzeker.
“Onze raadsvrouw, de Schimvrouwe.”
Cherin sloot even zijn ogen en knikte toen vastberaden. “We moeten haar spreken.”
Someday your prince charming will come. Mine just took a wrong turn, got lost, and is too stubborn to ask for directions.

Yesterday is history. Tomorrow is a mystery. Today is a gift. That’s why it’s called the present.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Hm, die mensen wisten dus, dat het drietal achter de verwoesting zat? Dan moeten hun krachten echt inmens zijn, en dat terwijl ze (zoals je schreef) niet eens compleet waren :O Alleen snap ik niet, waarom die mensen in dat dorp niet aanvielen. Je liet ze overkomen als erg .. vechtlustig.

Ik ben benieuwd wie die schimvrouwe is, het klinkt erg mysterieus. Vraag me af of die iets goeds in petto heeft :)

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
tammievk
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 22
Lid geworden op: 22 feb 2012 14:33

Hey hey

Stom dat ze milene enzo niet geloven, maar waarom dachten de mensen dat milene enzo zich bij Athem zouden voegen? En wie is de schimvrouwe??
Je maakt het erg spannend. Ben benieuwd tot je volgende stukje
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”