De wereld van Orde en Chaos

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Jodie: Owhh, ik ben te lui om het te veranderen xD ik zal het toch maar eens gaan doen :P en jij, schiet jij eens op met posten!
@ Rima: Jeej, een reactie van jou voor mij :D jeej, Lilana wordt leuk gevonden, tot nu toe was ze een beetje achtergebleven xD Lith krijgt nog een leuke rol, daar kom je binnenkort wel achter^^
@ Maaike: Boehoe, het dorpje is juist net nieuw neergezet :P nou ja, nieuw, een paar jaar oud. Maar het is idd wel een rotzooi daar xD Oh-o, dat wordt leuk als je eracther komt, dat hoop ik dan maar^^
Weer een stukje, weer Niehic :D
--------------------------------------


De zon begon al te zakken achter de woudreuzen van het bloedwoud en in de kleine herberg waren de fakkels en lantaarns aangestoken zodat de gelagkamer goed verlicht bleef. Het was druk binnen, gezellig druk. Het grootste deel van de inwoners van het dorp zat op een paar meter afstand van de man die voor de bar op een hoge kruk had plaatsgenomen. Zijn blauwe ogen schitterden vol plezier terwijl hij een nieuw akkoord op de luit aansloeg. Gelijk verdween het geluid van stemmen en bogen de mensen zich vol verwachting voorover naar het lied dat zou komen.
“Dit, dames en heren,” Niehics geoefende stem klonk vol geestdrift, “is het verhaal van de kersenharten vrouwe…”
Gezichten lichtten op in herkenning en een paar mensen begonnen verheugd te roepen. Met een sierlijke zwaai die eindigde met zijn vinger op zijn lippen maande de troubadour hen tot stilte. Langzaam gleed zijn hand naar beneden, naar de snaren van zijn luit waar hij zorgvuldig de juiste handpositie innam. Hij wachtte even voor het dramatische effect en begon zachtjes op de luit te tokkelen. Al snel vermengde zijn heldere tenor zich met de langzame noten.

“Er was ooit een vrouwe bijzonder schoon.
Haren als de duisternis in de nacht zo zwart,
Ogen gevuld met de sprankeling van de zon.
Alleen bezat ze een kersenhouten hart.”


Na het eerste couplet zongen alle mannen in volle borst de laatste regel mee, klonken hun pullen bier tegen elkaar en namen een grote slok. Niehic zag het grijnzend aan en verhoogde het tempo. Zijn vingers dansten over de snaren en stuurden de vrolijke melodie de kroeg in.
Al snel mengden de hogere vrouwenstemmen zich ook met de muziek en werd de sfeer steeds vrolijker in de kroeg. Eén man trok zijn vrouw van haar stoel en begon met haar te dansen, onder luid gelach en geklap.

“Haar vrijer was wanhopig, wat moest hij toch doen?
Alles had hij haar gegeven
Van juwelen tot kleren, van bont tot liefde
Maar zijn geliefde bezat een kersenhouten hart.”


De laatste paar regels van het lied gingen in en zijn publiek begon nog luider mee te zingen. Niehic vulde zich met hun aandacht en aanbidding, voelde zichzelf groeien. Hier was hij voor gemaakt, nu was hij in zijn element. Breed lachend sloeg hij het laatste akkoord aan.

“Maar zijn vrouwe had een kersenhouten hart.”


Gejuich steeg op en de mensen begonnen om meer te schreeuwen, maar Niehic schudde glimlachend zijn hoofd.
“Het spijt me, alleredelst publiek. Het laatste lied is het laatste lied en zelfs een troubadour heeft rust nodig. En natuurlijk drank om de keel te smeren.”
Teleurgesteld mompel steeg op en de vrolijkheid zakte iets, maar al snel werden de gesprekken weer gestart en waren de glimlachen niet van de lucht. Niehic liet zich van de barkruk afglijden en boog zich over de houten toog heen.
“Ahh, heer troubadour, één biertje zeker,” zei de herbergier, een slanke man met een ringbaardje en een volle kop bruin haar.
Hij knikte. “Geef maar het donkerste wat je hebt.”
De man bukte zich en een paar tellen later stond er een kroes schuimend bier voor zijn neus. Niehic nam snel een slok om zijn keel te smeren en daarna nog een omdat het zo lekker was. In de Laaglanden wisten ze tenminste wat bier brouwen was, de alcohol brandde licht in je slokdarm en de kruidige smaak bleef in je keel hangen.
“Gewoon bier?” klonk een stem achter hem. Geschrokken draaide Niehic zich om. Een bruinharig dienstertje keek hem met opgetrokken wenkbrauw aan. “Ik dacht dat een troubadour iets verheveners dronk.”
Hij grijnsde naar haar. “Het spijt me om een teleurstelling te moeten zijn, maar van wijn hou ik de volgende dag een enorme kater aan over en de sterkere dranken zijn te duur voor een eenvoudige troubadour.”
“En is de eenvoudige troubadour al op veel plaatsen geweest?”
“Op meer plaatsen dan je je kunt bedenken.”
“Aha.” Het dienstertje krulde haar volle lippen op in een genoegzame glimlach en liet haar lichtgroene ogen over hem heen dwalen. Langzaam gleed haar blik van zijn leren laarzen naar zijn grijze broek, over zijn donkerbruine tuniek om uiteindelijk bij zijn gezicht uit te komen. Niehic trok zijn wenkbrauwen uitdagend op.
“En, bevalt het je?”
De lichte glimlach verdiepte zich en ze knikte. “Goed genoeg.”
De troubadour boog zich iets voorover zodat hij haar beter aan kon kijken. “Goed genoeg voor wat?”
Een ondeugende schittering ontstond in haar mooie ogen en ze ging op haar tenen staan om hem in zijn oor te kunnen fluisteren. “Om de nacht mee door te brengen.” Ze streek even plagend over zijn borst voordat ze zich afwendde en met wiegende heupen wegliep. Glimlachend keek Niehic haar na en nam een slok van zijn bier. Dat was onverwacht makkelijk gegaan.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

Haha, dat ging inderdaad wel makkelijk :P Leuke stukjes weer :] Verder heb ik er weer niet zo veel op aan te merken eigenlijk, haha. Het enige misschien is dat hij wel erg snel in die herberg is, maar misschien heb je dat bewust zo gedaan :]
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Zo, ik had even wat in te halen. Leuke stukjes weer! Ik heb geen fouten ontdekt, maar wilde even laten weten dat ik nog steeds mee lees en het verhaal super vind!
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Silena: Ja, dat is expres gedaan, het leek me niet zo bijster interessant om te lezen hoe hij bij die herberg aankwam en dan zijn kamer zou opzoeken, even uitrusten om daarna naar beneden te gaan om te eten :P maar had van jou wat meer van die avond geshowd mogen worden? Want het is nu wel een beetje kort idd
@ Moonie: Haha, dank je wel :D ik ben blij dat je nog steeds meeleest^^
Iedereen nog gelukkig nieuwjaar! Ik blijf het net zolang zeggen totdat het februari is xD Het volgende stukje is iets langer dan normaal, maar het lukte me niet helemaal om Niehics stukjes gelijk te verdelen.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Niehic rekte zich behaaglijk uit en trok het warme lichaam dat naast hem lag dichter tegen zich aan. De kamer rook naar bier, zweet en seks, niet echt de ideale combinatie om bij een lichte kater te hebben. Hij slikte de vieze smaak in zijn mond weg en wilde weer verder gaan slapen, tot hij zag dat de vrouw naast hem haar ogen opendeed.
“Goedemorgen.” Niehic glimlachte vrolijk naar haar en streek een donkerbruine pluk weg van haar voorhoofd zodat hij haar recht aan kon kijken.
Het dienstertje lachte terug en tuitte haar volle lippen iets, bedelend om een kus. Glimlachend boog hij zich naar haar toe en drukte zijn mond op de hare. Zijn handen gleden gelijk naar haar volle billen waar hij zachtjes in kneep. Kreunende duwde ze zich dichter tegen hem aan. Haar tong plaagde de zijne voor ze zich terugtrok en uit bed stapte zonder de moeite te doen om haar naaktheid te bedekken. Steunend op zijn ellebogen keek Niehic naar het lekkers dat aan hem voorbijtrok.
“Waar ga je heen?”
Ze gaf hem een verleidelijke glimlach voor ze haar eens witte onderhemd over haar lichaam liet glijden, daarmee al het moois verhullend. Teleurgesteld leunde de troubadour iets naar achteren op het kussen van het bed.
“Ik moet werken, anders geeft mijn baas me een pak slaag.”
Niehic grijnsde ondeugend. “Dat wil ik anders ook wel doen.”
De dienstmeid liep naar de andere kant van de kamer waar in de hoek haar leren bruine overkleed lag en trok het aan. Haar ogen schitterden vrolijk toen ze hem weer aankeek terwijl ze haar muiltjes aantrok.
“Ik denk niet dat mijn baas daar zo over denkt, jammer genoeg.” Ze haalde een hand door haar warrige bruine haren om het weer iets in model te krijgen. “Hoe zie ik eruit?”
“Alsof je net de beste nacht uit je leven achter de rug hebt.” Niehic sloeg lui zijn handen achter zijn hoofd en knipoogde even naar haar.
Ze lachte en liep naar de rand van het bed toe waar ze op ging zitten. “Dat mocht je willen.” Gespeeld streng tikte ze hem op zijn neus voordat ze een kus op zijn lippen drukte. “Je komt toch ooit wel weer eens hiernaartoe?”
De troubadour duwde zich overeind en pakte haar hand vast. “Natuurlijk! Wie ben ik om zulke schoonheid te weerstaan.”
“Dat dacht ik ook. Ik zal zorgen dat er een lekker ontbijt voor je klaarstaat als je uit bed komt. Nu moet ik echt gaan, dat pak slaag was geen grap.”
Ze kusten nog even voor het dienstertje opstond en de kamer uitliep. Niehic keek haar na totdat ze de deur achter zich dicht had gedaan en kwam toen overeind. Wankel strompelde hij naar de waskom die op het houten tafeltje tegen de muur stond en gooide wat water in zijn gezicht.
Hij begon oud te worden. Niet dat je het aan de buitenkant zag, het spiegelbeeld in de opgepoetste koperen plaat toonde een jonge man met wit haar en vrolijke, blauwe ogen. Het was eerder aan de binnenkant, hij kreeg steeds meer het gevoel dat hij alles al had gezien. Dit was het zoveelste dorpje dat hoopte de uitzondering te zijn en jaren overeind te blijven staan.
Met een diepe zucht streek Niehic zijn vochtige haar naar achteren en ging op zoek naar zijn kleren die overal verspreid door de kamer lagen. Hij was duidelijk niet haar eerste minnaar geweest. Al zijn kleren waren snel gevonden, alleen zijn linkerlaars was spoorloos verdwenen. Waar had hij het gelaten?
Een glimlach verscheen op zijn gezicht toen hij hem bovenop de houten kast terugvond. Kennelijk had hij de laars in zijn haast om het uit te trekken zonder te kijken weggegooid, precies op de kast. Hij trok hem aan en pakte de rest van zijn spullen die op de kleine kruk in de hoek stond. Klaar om te gaan.
Vrolijk fluitend stapte Niehic de kamer uit. Hij was in een goed humeur, ondanks zijn lichte kater, maar hij was dan ook altijd in een goed humeur. Waarom zou hij het niet zijn? Het leven lachte hem toe, hij had net een hete nacht met een mooie vrouw doorgebracht, kreeg zo heerlijk eten om daarna weer verder te zwerven zonder enige verplichtingen. Daarom hield hij zo van het troubadourschap.
De vloer op de overloop kraakte zo erg dat hij bij elke stap bang was dat hij door de planken zou zakken, maar zonder enige problemen bereikte hij de smalle trap. Gelach was te horen vanaf de gelagkamer.
Met snelle passen stapte hij naar beneden, maar stopte een paar treden voordat hij beneden zou zijn. Een geluid had zijn aandacht getrokken en met ingehouden adem luisterde hij of hij het nog een keer hoorde. Een licht muzikaal geluidje dat vibreerde door de lucht.
De glimlach verdween abrupt van Niehics gezicht en hij snelde de laatste paar treden naar beneneden, beende door de gang en liep met grote passen de gelagkamer in. Drie jongens van een jaar of zestien waren de enige aanwezigen in de grote ruimte. Eentje zat op een hoge barkruk en had een grote grijns op zijn mond die zijn gezicht bijna in tweeën scheurde, terwijl hij met overdreven gebaren deed alsof hij zong en tegelijkertijd op de luit in zijn handen speelde. Zijn vrienden lagen bijna dubbel van het lachen.
Met een klap sloot Niehic de deur achter zich waardoor de drie jongens verschrikt opkeken. “Dat is een mooie imitatie van mij, maar zou ik nu mijn luit terug mogen? Ik hou er niet van als anderen eraan zitten.”
De jongen trok zijn blonde wenkbrauwen op. “Anderen? Of alleen mannen?”
Niehic lachte. “Nee, ook vrouwen mogen er niet aankomen. Het is een raar trekje dat alle muzikanten hebben, een vreemd soort bijgeloof. Zou je me mijn luit terug willen geven?”
Hij zette een paar stappen dichterbij en stak zijn hand uit. Met zijn ogen iets samengeknepen keek hij de jongen dwingend aan om aan te geven dat hij dit keer bloedserieus was.
De blonde jongen lachte en schudde zijn hoofd. “Het spijt me, eerlijk gevonden is houden. Je weet toch dat je je spullen niet zo moet laten rondslingeren?”
“Geef. Me. Die. Luit.” Alle vriendelijkheid was van Niehics gezicht afgevallen en hij kromde de vingers van zijn uitgestoken hand.
“Of anders? Je mag dan wel langer zijn, maar je ziet eruit als een slap papkereltje. Ik durf voor al mijn geld te wedden dat jij niet kunt vechten.” De jongen gleed van zijn barkruk af en deed uitdagend een stap dichterbij. Zijn vrienden kwamen overeind en gingen voor hem staan met hun armen over elkaar. Hun schouders waren breed door het harde werken op het platteland en de spieren waren duidelijk zichtbaar.
Nu kon Niehic goed zien hoe de andere jongens eruitzagen en vooral de linker viel hem op. Zijn donkerbruine haar, spitse neus en ronde, lichtgroene ogen kwamen hem wel heel erg bekend voor.
“Is dit omdat ik de nacht met je zus heb doorgebracht? Je weet dat ik niet de eerste ben.”
De bruinharige jongen grijnsde en schudde zijn hoofd. “Inderdaad, je bent niet de eerste. We pikken altijd iets waardevols in van degene wie mijn zus geneukt heeft, dus helaas, het ziet ernaar uit dat je je luit kwijt bent.”
Niehic lachte ongelovig. “En weet je zus daarvan?”
“Het was zelfs haar idee. Ze houdt ze als trofeeën en verkoopt ze soms door. Dus jammer maat, maar opzouten uit de herberg.”
Niehic lachte grimmig. “Niet zonder mijn luit.”
“O ja?” klonk de zware stem van de jongen aan de rechterkant. Hij greep naar zijn middel en haalde een glinsterend mes aan zijn riem vandaan. De anderen grepen ook een wapen en deden dreigend een stap naar voren.
“Dit is jullie laatste kans, geef nu mijn luit terug.”
De blonde jongen grinnikte en sloop nog dichterbij. “Of wat? Ga je dan ons proberen krom te praten? Je bent nog dommer dan ik dacht.”
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Nee! Het was net zo spannend...Het stukje mocht van mij nog wel een paar pagina's langer hoor ;) Ik begin Niehic steeds leuker te vinden :) Ik denk dat het zojuist mijn favoriete personage geworden is. Ik ben zo benieuwd naar wat hij gaat doen!
Ik heb weer geen spellingfouten ontdekt en het leest lekker weg, klasse!
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

Ik mis het niet per se, maar een kleine beschrijving van wat hij deed voordat hij in de herberg was is wel fijn. Gewoon iets als ''nadat hij een kamer had gevonden en wat aan de bar gedronken had om tot rust te komen, beklom Niehic het podium'' of zo.

Nieuwe stukje is weer leuk :] Hier beschrijf je wel weer alles en er is geen grote switch tussen het vorige stukje en dit stukje. Het is wel duidelijk wat er 's nachts allemaal is gebeurd en doordat je daar nog een beetje op terugvalt in je laatste stukje is het ook niet nodig om het allemaal te beschrijven :]
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Haha, dat dienstertje is dus niet zo onschuldig lief als ze zich eerst voordeed :P
Schrijf snel verder want ik ben nieuwsgierig hoe Niehic die jongens een lesje gaat leren :O

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Moonie : Jaaa, een Niehicfan :D ik zal maar snel een nieuw stuk posten dan^^
@ Silena: Ahh, zoow, ja, nu je het zegt kan dat er idd wel bij om het wat meer over te laten vloeien. Volgens mij is het bij de volgende stukken wel zoals je het zegt, dus ik vind dat deze even speciaal mag zijn :P
@ Maaike: Heeft ie weer een les geleerd, vertrouw nooit een dienstertje die zich zo gemakkelijk aanbiedt xD
---------------------------------------------------------------------------


Hij haalde uit naar Niehic die alleen zijn hand uitstak met de palm naar voren. Het lemmet ketste met een krassend geluid af op een onzichtbaar scherm dat plotseling tussen de twee was ontstaan. Niehic balde zijn hand tot vuist en de lucht om de drie jongens rimpelde en werd hard. Met een klap botsten de drie met hun koppen tegen elkaar aan en zakten ze bewusteloos naar de grond.
De troubadour liet zijn hand zakken en wreef er met zijn andere overheen. De huid was ijskoud, net zoals zijn arm, en de spieren voelden doodmoe aan. Een kleine prijs voor de magie die zijn leven had gered.
Glimlachend stapte hij over de slappe lijven heen naar de blonde jongen die nog steeds zijn luit had vastgeklemd. “Dacht je nu echt dat ik zo gek ben om in mijn eentje te reizen zonder dat ik mezelf kan verdedigen?” Hoofdschuddend pakte hij zijn bezit terug en liet de leren band over zijn schouder glijden. “De jeugd van tegenwoordig.”
Zonder nog om te kijken verliet hij de herberg om zijn paard van de stal te halen en kwam er gelijk achter waarom de herbergier niet achter de toog te vinden was. Een woedende stem kwam hem al tegemoet.
“Verdomme, klotejoch! Kun je dan helemaal niets? Wat is er zo moeilijk aan een paard bewaken?”
De troubadour liep de hoek om naar de eenvoudige stal en zag dat de waard de staljongen bij zijn kraag had gepakt en hem door elkaar schudde. Het joch jammerde en kronkelde om zich te bevrijden, maar de greep was te sterk.
“Een goedemorgen, waarde heer herbergier.”
De man keek gelijk op en liet de staljongen los die met een van pijn vertrokken gezicht over zijn keel wreef. De rode vlekken op de wangen van de herbergier kleurden gelijk iets bleker en hij begon in zijn handen te wringen.
“Heer troubadour, heeft u een goede nachtrust gehad?”
Niehic zuchtte diep en wreef zijn haren naar achteren. “Laat me raden, ze hebben mijn paard meegenomen.”
De herbergier perste zijn lippen op elkaar en knikte. “Ja, het spijt me, ik zal de staljongen een goed pak slaag geven zodat het niet meer gebeurt.”
“Maar daar krijg ik mijn paard niet mee terug.”
Het kon hem eigenlijk helemaal niets schelen dat ze Lith hadden meegenomen. Hij moest toegeven, het was jammer, maar dat kwam vooral omdat ze fijn reed. Het waren de consequenties van hier op de Laaglanden ronddwalen, zo nu en dan verdwenen je spullen in andermans handen. Zolang het zijn luit niet was kon hij zich er niet druk over maken.
“Nee, dat klopt, heer.” Zijn bruine ogen schoten heen en weer over Niehics gezicht alsof hij hoopte dat de troubadour met een oplossing zou komen.
Niehic zuchtte nog een keer en haalde zijn buidel van zijn riem vandaan. Tijdens het spelen had hij wat toegiften gekregen die hij eigenlijk had willen gebruiken als reservegeld, zodat hij nooit helemaal blut was.
“Dit zou genoeg moeten zijn om een nieuw paard te kopen, schadevergoeding inbegrepen.”
Hij had geen zin om dat hele stuk te lopen en bovendien, hij kon altijd het geld opnieuw verdienen. In elk dorp was er wel vraag naar muziek en vermaak.
De herbergier pakte de kleine buidel aan en zijn gezicht vertrok iets door het gewicht ervan. Het was bij lange na niet genoeg voor een nieuw paard, maar Niehic zou ook gewoon op zijn rechten kunnen staan en kosteloos een nieuw paard eisen. Het zou slecht voor de klandizie zijn als hij verhalen zou verspreiden over het dorp waar zijn paard gestolen was. Geen enkele reiziger zou hier meer stoppen.
“Natuurlijk, heer. Jorri, ga een nieuw paard voor meneer hier halen.” De jongen verdween snel in de stal. Met een glimlach die uitblonk in onechtheid wendde de herbergier zich tot Niehic. “Kan ik u misschien een ontbijt aanbieden? Natuurlijk van het huis.”
Het was niet moeilijk te raden waar de man mee bezig was. Hij probeerde ervoor te zorgen dat Niehic niet bij andere reizigers zou klagen over zijn herberg, dat zou geen goede klandizie zijn. Het maakte de troubadour niet uit, zolang hij maar zijn eten en paard kreeg.
“Graag, heer herbergier. O, en let u maar niet op de jongens op de grond, ze zijn in orde. Ze probeerden mijn luit van me te stelen,” verduidelijkte Niehic na een vreemde blik van de waard.
De man sloeg zijn ogen ten hemel en schudde zijn hoofd. Al mompelend liep hij weg van de troubadour. “Die kwajongens, ze kosten me nog eens mijn herberg.”
Een paar minuten later kwam Jorri terug met een paard achter hem aangelopen. Niehics mond viel open toen hij het dier zag. Goden, dat kon hij toch niet menen? Het paard zag eruit alsof hij elk moment door zijn hoeven kon zakken en was duidelijk meer een ploegpaard dan een rijpaard. De borst was breed en de benen waren gespierd. Bij elke stap die hij zette leek er wel een kleine aardbeving door de grond te gaan.
“Hij heet Eze,” zei de jongen trots en overhandigde de leidsels aan Niehic. “Dat betekent koning.”
De troubadour wist een lach op zijn gezicht te toveren en hij aaide het dier over zijn borstelige vacht. “Ik zal er goed voor zorgen.”

Met een gevulde maag, zijn luit op zijn rug en een vrolijk humeur verliet Niehic het naamloze dorpje. Elke stap van Eze dreunde door zijn botten heen en werd hij door elkaar geschud als een zoutzak. Het was heel anders na de gelijkmatige tred van Lith, maar ach, hij had niks beters. Glimlachend klopte hij het paard op de nek en vertrok zijn gezicht van pijn toen het dier in een kuil stapte.
Een vreemde wind stak op die in vlagen langs zijn huid streek en daarbij de fijne haartjes overeind zette. Huiverend dook Niehic ineen in het zadel en sloeg zijn reismantel dichter om zich heen.
Een lenig lijf schoot weg in de bosjes en liet een ritselend spoor achter. Bladeren dansten over de aarden weg en kolkten in een vreemd patroon. Niehics maag kromp samen door een naamloze angst. Hij wist wat er komen zou.
Gezoem trilde door de lucht en riep grijze wolken op die zich binnen een paar seconden voor de zon geschaard hadden. Het vroege ochtendlicht werd gedimd totdat het bijna net zo donker was als in de schemer.
Met een ruk draaide Niehic zijn hoofd naar het dorp dat op tientallen meters afstand van hem lag. Vormloze gestalten slopen over het kortgehouden gras naar de houten palissade. De wachters hadden hen gezien, ook zij hadden de aanval herkend. Finderlingen. Zij namen het lichaam van hun gedode vijand over. Je kon zomaar tegenover je oude vriend staan.
Even bleef de troubadour besluiteloos naar het dorpje kijken dat nu in rep en roer was. Geschreeuw overstemde het gezoem en af en toe kon hij de stelen van speren over de houten omheining zien. Zou hij hen helpen?
Terwijl hij het dacht wist hij het antwoord al. Hij boorde zijn hakken in de flanken van het paard dat gelijk harder begon te draven.
“Kom op, Eze, we hebben nog een lange reis voor de boeg.”
Problemen waren van jou zolang jij je er zorgen over maakte. En Niehic was niet van plan om dat te doen.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

De herbergier pakte de kleine buidel aan en zijn gezicht vertrok iets door het gewicht ervan. Het was bij lange na niet genoeg voor een nieuw paard, maar Niehic zou ook gewoon op zijn rechten kunnen staan en kosteloos een nieuw paard eisen. Het zou slecht voor de klandizie zijn als hij verhalen zou verspreiden over het dorp waar zijn paard gestolen was. Geen enkele reiziger zou hier meer stoppen.
“Natuurlijk, heer. Jorri, ga een nieuw paard voor meneer hier halen.” De jongen verdween snel in de stal. Met een glimlach die uitblonk in onechtheid wendde de herbergier zich tot Niehic. “Kan ik u misschien een ontbijt aanbieden? Natuurlijk van het huis.”
Het was niet moeilijk te raden waar de man mee bezig was. Hij probeerde ervoor te zorgen dat Niehic niet bij andere reizigers zou klagen over zijn herberg, dat zou geen goede klandizie zijn. Het maakte de troubadour niet uit, zolang hij maar zijn eten en paard kreeg.
Ik vind dit een beetje een rommelig stukje. Je hebt het twee keer over dat het niet goed zou zijn voor de klandizie. Misschien kun je een van die twee weghalen en een opsomming maken of zo.
Een vreemde wind stak op die in vlagen langs zijn huid streek en daarbij de fijne haartjes overeind zette. Huiverend dook Niehic ineen in het zadel en sloeg zijn reismantel dichter om zich heen.
Een lenig lijf schoot weg in de bosjes en liet een ritselend spoor achter. Bladeren dansten over de aarden weg en kolkten in een vreemd patroon. Niehics maag kromp samen door een naamloze angst. Hij wist wat er komen zou.
Ik weet inmiddels dat iedereen hier van enters houd, maar naar mijn idee mag de enter hier weg. Het lijkt alsof er een nieuw stukje begint maar ik heb het idee dat die vreemde wind met dat lenige lijf te maken heeft. Het is denk ik duidelijker als je die enter weg haalt. De enter na 'wat er komen zou' kan wel blijven staan.

Al met al vind ik dit een beetje een rommelig stukje. Ik kan niet goed uitleggen waarom. Het gaat een beetje snel, maar dat is op zich niet verkeerd. Je herhaald een paar dingen. Op zich wel weer een leuk stukje, maar ik denk dat je hier nog een keer goed naar moet kijken.
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

He shit, ik moet geen stukjes posten waar ik een beetje doorheen aan het jagen was, dat wordt gelijk opgemerkt xD goed om te merken dat ik een lekker kritische lezer heb :D

Zou je kunnen aangeven welke stukken voor jou rommelig zijn? Dan zal ik daar eens een keer mijn helder licht op werpen xD
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

Nou ja, de stukjes die ik al gequote heb dan.
Hij haalde uit naar Niehic die alleen zijn hand uitstak met de palm naar voren. Het lemmet ketste met een krassend geluid af op een onzichtbaar scherm dat plotseling tussen de twee was ontstaan. Niehic balde zijn hand tot vuist en de lucht om de drie jongens rimpelde en werd hard. Met een klap botsten de drie met hun koppen tegen elkaar aan en zakten ze bewusteloos naar de grond.
De troubadour liet zijn hand zakken en wreef er met zijn andere overheen. De huid was ijskoud, net zoals zijn arm, en de spieren voelden doodmoe aan. Een kleine prijs voor de magie die zijn leven had gered.
Leuk dat je hier magie gebruikt, maar ik vind het een beetje saai of zo. Je legt duidelijk uit wat de gevolgen zijn, wat hij doet om de magie te gebruiken, maar ik zou meer willen zien. Bijvoorbeeld hoe hij het door zijn lichaam richting zijn hand voelt stromen, of hoe zich een voor mensen onzichtbare barrière opwerpt die Niehic ziet als een lichtblauw licht of zo. Iets meer gewoon.
Glimlachend stapte hij over de slappe lijven heen naar de blonde jongen die nog steeds zijn luit had vastgeklemd. “Dacht je nu echt dat ik zo gek ben om in mijn eentje te reizen zonder dat ik mezelf kan verdedigen?” Hoofdschuddend pakte hij zijn bezit terug en liet de leren band over zijn schouder glijden. “De jeugd van tegenwoordig.”
Zonder nog om te kijken verliet hij de herberg om zijn paard van de stal te halen en kwam er gelijk achter waarom de herbergier niet achter de toog te vinden was. Een woedende stem kwam hem al tegemoet.
“Verdomme, klotejoch! Kun je dan helemaal niets? Wat is er zo moeilijk aan een paard bewaken?”
En dit stukje gaat een beetje snel weer. Op zich niet verkeerd hoor.

Maar dit hele stuk lijkt alsof je het zo hebt neergetypt en er daarna niet meer naar hebt omgekeken :P Je racet door de woorden en voor jou is het heel duidelijk wat er gebeurd en zo, maar voor de lezer ontbreekt datgene waardoor je je in kan leven in het verhaal.
Een paar minuten later kwam Jorri terug met een paard achter hem aangelopen. Niehics mond viel open toen hij het dier zag. Goden, dat kon hij toch niet menen? Het paard zag eruit alsof hij elk moment door zijn hoeven kon zakken en was duidelijk meer een ploegpaard dan een rijpaard. De borst was breed en de benen waren gespierd. Bij elke stap die hij zette leek er wel een kleine aardbeving door de grond te gaan.
“Hij heet Eze,” zei de jongen trots en overhandigde de leidsels aan Niehic. “Dat betekent koning.”
De troubadour wist een lach op zijn gezicht te toveren en hij aaide het dier over zijn borstelige vacht. “Ik zal er goed voor zorgen.”
Dit vind ik ook een beetje een vluchtig en vreemd stukje. Ik zou hier iets meer de nadruk leggen op het feit dat dit dus absoluut geen rijpaard is en iets meer het gevoel van Niehic overbrengen. Eerst dacht ik dat hij stomverbaasd was, gezien zijn mond open viel. Maar later lijkt hij helemaal niet meer zo verbaasd en lijkt hij zich eerder opgelicht te voelen.
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Zo, die jongens hebben hun lesje wel geleerd :) Ik vind het een leuk stukje, maar ben het wel met Silena eens dat je de magie wat uitgebreider mag beschrijven.

Ik ben benieuwd naar het volgende stuk!
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Hey!

Leuk vervolg stukje. Dat is een heel onverwachte kant van Niehic ^_^
Aan de ene kant gaat het wel wat snel. Meestal ben je een stuk uitgebreider, maar ik vond het eerlijk gezegd niet storend ;)

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Silena: Ah, dank je! Ik zal het veranderen zodra ik tijd heb, er zijn een paar dingen die meer voorrang eisen dan hieraan schrijven, jammer genoeg. Ik zal wel even zeggen als ik het veranderd heb(:
@ Moonie: dan gaat de magie een stuk uitgebreider worden ^^ nog even bedenken wat precies, maar goed xD
@ Maaike: Zijn karakter begint zich steeds meer te ontwikkelen^^ hopelijk kan ik er nog meer onverwachte dingen aan vast plakken :P
En eindelijk! kon ik weer posten :D (grmbl, Jodie :gr: ) DUs hier is Riquelle!:

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

~Hoofdstuk 6~

Goden, hoe zou ze dit ooit vol blijven houden? De tas die ze droeg leek met elke stap zwaarder te worden en dit hele bos leek wel een complot tegen haar te hebben gesmeed om haar zo smerig mogelijk te maken. De wijnrode tunica was nu al helemaal verpest, een bediende zou de viezigheid er zeker weten nooit uitkrijgen. En haar sandaaltjes waren ook goedkope troep gebleken, bij elke stap voelde ze de steentjes en oneffenheden van de bodem in haar voetzool prikken.
Riquelle zuchtte diep en wenste gelijk dat ze het geluid terug kon inslikken. Een beweging schoot net langs de randen van haar gezichtsveld en met een ruk draaide ze zich die kant op, maar de duistere bosjes waren weer verlaten. Zo ging het elke keer. Dit woud was een ware hel. Ze wist nu al dat ze spierpijn zou overhouden aan het telkens opspringen door kleine geluidjes zoals brekende takken. Haar maag was één brok steen door de angst die maar met zijn vingers langs haar streek. Het liefste was ze hier nu weggegaan, moeder zei dat angst niet goed was voor de huid, je kreeg er rimpels van.
Ugh, kun je nog trager lopen?
De gesproken gedachte die haar geest binnendrong liet haar woedend kijken naar de vrouw die op een paar meter afstand van haar liep. Acheia leek net zo'n hekel te hebben aan haar, als zij aan Acheia. Stom mens, het was haar schuld dat zij hier liep.
“Ja, dat kan ik, dus daag me niet uit,” siste Riquelle haar woedend toe. “Ik heb je gezegd dat ik niet mee wilde gaan en toch dwong je me. Dan moet je je ook maar aan mijn tempo houden.”
En ik nog wel denken dat je zo min mogelijk tijd in het bos wilde doorbrengen, in dit tempo lopen we hier over drie dagen nog rond te dwalen.
Daar had ze dan wel weer gelijk in, maar Riquelle vertikte het om het toe te geven. Het was allemaal Acheia’s schuld, als zij er niet was geweest, was Riquelle nu op weg geweest naar een feest van goede kennissen. Ze zou hebben gedanst en de mannen hebben geplaagd en de heerlijkste dingen hebben gegeten. Niet simpel brood met wat bier. Ze voelde de walging weer door haar heengaan toen ze dacht aan het bittere vocht in haar mond. Geen idee waarom het hier zoveel gedronken werd, het was echt smerig.
Een vogel steeg lachend op, een klein silhouet dat opviel tegen de grijze lucht die als een smalle streep tussen de bomen afstak. Geschrokken door het geluid versnelde Riquelle haar pas en ging iets dichter bij Acheia lopen die er met haar wapens uitzag alsof ze haar wel kon verdedigen. Het omgewoelde pad waar ze op liepen was niet breed, je kon er net met z’n tweeën langs elkaar lopen, iets wat Riquelle niet van plan was. Voor geen goud zou ze dichter bij de dichte bosjes lopen waar elke tak wel ogen leek te hebben en met moordzuchtige klauwen op haar bloed wachtte.
Ze had eigenlijk willen vragen hoe lang het nog duurde voordat ze zouden stoppen, maar ze wist dat Acheia geen antwoord zou geven. Dat had ze de vorige zeven keer ook niet gedaan.
Met een diepe zucht hing Riquelle de tas aan haar linkerschouder die iets minder pijn deed dan de rechter. Waarom hadden ze geen bediende meegenomen die het ding zou dragen? Dan waren ze veel sneller uit dit woud geweest. Hopelijk zou Acheia er snel voor zorgen dat ze een paard van Laìr kreeg, dan hoefde ze in ieder geval niet meer te lopen.
Geritsel liet haar opschrikken uit haar overpeinzingen en Riquelle greep het hengsel van haar tas steviger vast. Dat ding was loodzwaar en dat zou de aanvaller vast ook voelen. Haar hart klopte in haar keel terwijl ze gespannen voor zich keek. Een konijn. Dat meende je niet.
De opluchting mengde zich al snel met woede en met een plof liet ze haar tas op de grond vallen. En nu had ze er genoeg van. Ze werd er doodziek van om telkens als een angstig hert bij iedere beweging op te schrikken omdat het een aanvaller zou kunnen zijn.
“Blijven jullie daar de hele tijd afwachten of durven jullie nog aan te vallen? Stelletje lafaards!” Haar woedende stem was het enige wat te horen was in het opeens doodstille bos. Met haar handen in haar zij keek ze uitdagend rond.
Had dat kind een klap voor der hoofd gehad ofzo?
Ze wierp een blik op Acheia die over haar slapen wreef, maar negeerde haar verder. De ritseling die plotseling door de bosjes trok kreeg Riquelles onverdeelde aandacht. Ha, ze wist het wel, gewoon die beesten uitdagen en ze kwamen vanzelf wel.
Een beweging vanuit haar ooghoeken trok haar blik naar het pad voor haar, maar het was alleen maar Acheia die haar boog in haar handen en met een pijl op de pees geruisloos naar de bomen toe liep. Nog steeds geen ander spoor van de wezens die hun volgden dan wat brekende takjes.
Riquelle besloot er een schepje bovenop te doen. “Nou? Ik heb niet de hele dag de tijd?”
Zo gedraag je je anders wel.
Met een ruk wendde Riquelle zich weer naar Acheia en wilde haar net afsnauwen toen nog meer ritselingen de bosjes deden schudden. De angst kroop weer terug haar lichaam in en nestelde zich in haar maag. Dit klonk niet als één wezen, maar als een heel leger! Waar was ze aan begonnen?
Een blazend geluid was de enige waarschuwing die Riquelle kreeg, nog geen tel later dook er een grote schim uit de bosjes, recht op haar af. Alle gedachten aan vechten verdwenen toen ze in de diepliggende rode ogen keek. Het enige wat ze kon doen was gillend haar handen voor haar hoofd slaan in de hoop dat de klauwen haar gezicht niet zouden raken.


Edit: Silena's feedback verwerkt
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

Die Riquelle is zoooo.... *Zucht*. Als ik Acheia was geweest, had ik haar allang gewurgd.

Leuk stukje wel weer :] Een dingetje alleen:
Acheia leek net zo’n hekel te hebben als zij aan haar.
Dit staat een beetje raar. Ik zou er het volgende van maken:
Acheia leek net zo'n hekel te hebben aan haar, als zij aan Acheia.
In zo'n geval maakt het niet uit dat je twee keer Acheia gebruikt. Ik kan me er in ieder geval niet aan storen, en zo is het wel duidelijker.
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
ejell
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 1805
Lid geworden op: 16 jun 2011 22:21
Locatie: Lima Heights Adjacent

En ik ben ook met dit verhaal bijgelezen (:
Ik vind Riquelle wel droog hoor, lekker uit de hoogte enzo (aa)
When the power of love overcomes the love of power.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Ik hoopte stiekem dat jij wat meer zou loslaten over het wezen dat Riquelle aanviel, maar verder dan rode ogen kom je ook niet. Wat gemeen! :O

Ik vind dat je het bos goed hebt omschreven net als de angst van Riquelle. Ik zie nu echt zo'n creepy donker bos voor me. ^_^

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Waarom heb ik Acheia Riquelle niet gewoon van de trap laten duwen eigenlijk xD hahaa, ze is zooo fucking innoying xD hahaha :P echt ials ik zo'n persoon zou kennen xD, en het wordt er nog niet beter op ook;P haha :p

KILLER ATTACK!

Ik ga het eens proberen beter bij te houden xD geen idee of dat gaat lukken, maar we shall see :P

En net boos op mij zijn ! Ik schrijf ondertussen ook nog twee andere verhalen xD die jij mag lezen alleen :P wees blij xD haha :P
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Silena: Haha, dat vind ik leuk om te lezen xD En dank u voor het foutje, tis gelijk verbeterd
@ Ejell: Leuk dat je hier ook meeleest :D Yes, iemand die Riquelle ook leuk vindt haha xD
@ Maaike: Blame Jodie, zij stopte bij dat stukje :P en dank je, fijn dat het gelukt is^^
@ Jodie: Tja, sorry, die kans is voorbij :P leuk einde trouwens, bam, Riquelle weg haha xD nee, je hebt me niet overgehaald, ik ben nog steeds boos :P ow, ahum :gr: zo, dat is beter^^
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Gekrijs overstemde de gillen die uit haar mond kwamen en verbaasd liet ze haar handen zakken. Het wezen lag voor haar op de grond, een pijl stak uit zijn donkerbruine, gladde vacht. Grauwend schraapte het met zijn klauwen in de grond in een poging om overeind te komen en Riquelle alsnog af te maken.
Met trillende handen greep ze naar het krommes dat verstopt zat in de plooien van haar tunica. Haar vader was een achterdochtig man die wilde dat zijn dochter zichzelf kon verdedigen als zij ooit ontvoerd zou worden om als chantagemiddel te dienen. Maar ze had nooit gedacht dat ze ooit zou moeten vechten. Ze had ook nooit gedacht dat ze bevend van angst hier zou staan, in haar dromen viel ze meteen aan en wist haar aanvallers af te slaan. De werkelijkheid was rauw.
“Ga weg.” Haar stem was doorspekt met twijfel, iets wat het misvormde wezen op de grond ook leek te horen. Hij gaf een grauw terug en haalde met zijn klauwen uit. Goden, waar was ze nu weer beland? En waarom kwam Acheia haar niet helpen? Ze keek opzij en zag dat de vrouw in een gevecht met een ander wezen was beland. Ze stond er dus alleen voor.
Een beweging leidde Riquelle af van het gevecht en ze zag dat er een derde beest uit de struikjes kwam gestapt. Deze was een stuk kleiner dan het gewonde exemplaar op de grond en had een grijzige vacht, maar zijn klauwen zagen er net zo scherp uit.
Het beest haalde uit en een gil ontsnapte aan haar mond voordat ze er erg in had. Meteen perste ze haar lippen op elkaar. Haar aanvaller leek iets door haar angst gegroeid te zijn. Ze zou het laten zien dat ze voor zichzelf kon opkomen.
Het viel weer aan, maar dit keer weerde Riquelle de aanval af met haar krommes terwijl ze een stap achteruit zette om niet te dicht bij zijn klauwen te komen. Weer af en stap uit, weer af en stap uit. Het zou Acheia tijd geven om haar te komen redden.
Bij elke haal van haar mes voelde Riquelle de zekerheid groeien. Dit zou ze redden! Het wezen leek juist steeds onzekerder te worden, de aanvallen hadden steeds minder kracht en hij keek vaker opzij dan eerst, alsof hij liever weg wilde. Weer af en stap uit. Misschien zou ze hem zelfs aanvallen.
Een schreeuw leidde haar af van haar aanvaller, samen met de gedachtegil die haar hersenen doorsneed.
Riquelle!
Met een ruk draaide ze zich om en zag dat Acheia op haar af kwam sprinten, haar hele gezicht zat onder het bloed.
Stap naar het jong toe! Gelijk met de woorden kwam er een beeld in Riquelle op van het oudere wezen dat naar haar wilde uithalen.
Meteen schoot haar blik naar het wezen achter zich dat zich op dat moment krijsend afzette. Het zware lichaam botste tegen het hare en liet haar achterover vallen. Een scherpe pijn sneed door haar arm toen ze tegen de grond klapte. Gillend probeerde ze zich te ontworstelen aan het gespierde wezen boven haar, maar voordat ze het had kunnen raken met haar mes was het alweer weg en zag ze weer grauwe lucht boven zich die werd afgekapt door de bomen. Hijgend van de adrenaline die door haar aderen spoot bleef ze op de grond liggen. Ze kon ook niks anders, haar lichaam deed veel te veel pijn. Bij elke beweging schoten er steken door haar arm die haar elke keer ineen deed krimpen.
Met veel pijn en moeite duwde ze zich met haar gezonde arm af van de grond en zag dat Acheia op haar af kwam lopen. Haar zwarte haren waren los en zaten vol bloed, wat samen met haar gezicht een schrikbeeld gaf.
Riquelle begon over haar hele lichaam te trillen, een reactie die ze niet kon en wilde tegenhouden. Waar was ze in godensnaam beland? Ze wilde naar huis, waar een bediende haar pijnlijke arm in zou pakken met verband en waar ze de hele dag verwend zou worden. Waarom had ze per se mee gemoeten?
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Nooo dan ga ik je gewoon geen stukjes meer sturen grmmmblll
( Is even rood en komt al meteen in protest tssss.. xD haha )

Aaaah nu heb ik toch bijna medelijden met Riquelle :P of toch niet xD
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

Jeeeej spannend stukje xD

Ik heb geen fouten kunnen ontdekken en ik ben ook een beetje inspiratieloos, dus geen creatieve reactie vandaag. Ik kan me ook niet herinneren dat je die eerder hebt gehad, maar ja. 't Is gewoon goed :P
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Arme Riquelle, anders laat je een eng wezen even haar arm afhappen..
Spannend stukje! Als dit het begin van het bos al is, hoe moeten ze er dan ooit levend door heen komen? :O
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Jodie: Rood is de kleur van opstand! Ik ga lekker hard rebelleren, gnagna :twisted: we krijgen je ooit afgezet!
@ Silena: Haha, maakt niks uit hoor :P ik vind elke reactie leuk^^
@ Maaike: Hm, dat was ook een optie geweest, heeft Riquelle iets om over te zeuren xD met heel veel geluk^^
Aangezien een of andere Jodie (grmbl :gr:) geen nieuwe stukjes meer post, neem ik het initiatief maar weer eens :P
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------



Alles in orde?
Die woorden braken de dam die Riquelle tot nu toe had geprobeerd heel te houden. Snikken die vanuit haar tenen opwelden lieten haar lichaam schokken en tranen stroomden over haar wangen. Ze pakte haar arm vast die zelfs bij die voorzichtige beweging pijnscheuten door haar stuurde.
“Mijn arm! Hij is gebroken!” gilde ze tussen de hysterische snikken door.
Sssht, ssht, we willen niet meer wezens hierheen lokken. Laat me je arm iets zien.
De gedachte aan nog een aanval liet Riquelle abrupt op haar lippen bijten zodat ze niet meer zoveel geluid maakte. Dat zou toch niet gebeuren? Die wezens hadden nu toch wel genoeg gehad?
Acheia pakte haar voorzichtig vast en hielp haar naar de grond toe, waar ze naast elkaar gingen zitten. Riquelle ondersteunde haar pijnlijke arm met haar gezonde en jammerde af en toe zachtjes als er een scheut doorheen ging.
Plotseling ontplofte de pijn in haar arm en met een gil wendde ze zich af.
Wat is er? klonk de verschrikte stem van Acheia in haar hoofd.
Woedend keek ze naar de vrouw naast haar. Hoe durfde ze! “Je doet me pijn!”
Wat?! Ik raakte je nauwelijks aan.
Riquelle moest zich inhouden om geen gesnuif te produceren. Nauwelijks aanraken, hoe kon ze dat zeggen? “Ik ben gewond en dat is jouw schuld! Nu moet jij net zolang voor me zorgen totdat ik genezen ben.”
Het maakte haar niets uit dat ze kinderachtig bezig was, het was niet haar schuld. Zij had nooit gezegd dat ze hier wilde zijn en dat zou ze Acheia goed duidelijk maken, net zolang totdat dat mens net zo genoeg van haar had als Riquelle van haar. Misschien dat Acheia haar dan zou terugsturen.
Acheia stond met een kwaad gezicht op en beende weg van haar. Met gebalde vuist zag Riquelle het aan.
“Best! Ren maar weg, dan zal niemand hier je kunnen verstaan en faal je in je missie.”
Haar reisgenoot stapte door naar het monster toe dat levenloos op de grond lag en griste haar tas weg die vlak naast hem lag. Haar amberkleurige ogen leken wel te vonken van woede toen ze weer terug naar Riquelle beende. Riquelle wilde net triomfantelijk lachen toen de vrouw haar gewonde arm vastgreep. Meteen krijste Riquelle het uit.
Als je geen meewerkende patiënt wilt zijn, zal ik geen meewerkende verzorger zijn. Lopen!
Met een ruk trok Riquelle haar arm uit Acheia’s houdgreep en deed haar mond open om iets te zeggen, maar ze werd onderbroken door de volgende gedachtenwoorden die haar hoofd binnen gleden.
Zo te zien valt die arm van je wel mee.
Riquelle perste haar lippen op elkaar. “Jij hebt geen verstand van dat soort dingen, ik wil een dokter zien.”
Acheia zag eruit alsof ze haar elk moment kon gaan wurgen, maar Riquelle wist zeker dat ze dat nooit zou doen. In de werkkamer van de consul had ze nog een overmacht gehad, maar nu was ze afhankelijk van haar en daar zou Riquelle goed gebruik van maken.
Ik ben hier in het land waarschijnlijk de hoogst opgeleide in medische zorg, dus je doet het er maar mee. Kom, we gaan naar de rivier. Ik wil me wassen en als we hier nog lang blijven komt dat jong terug.
Het liefste had Riquelle iets teruggezegd, maar de gedachte aan het monsterjong joeg haar zoveel angst aan dat ze haar mond hield en de tas oppakte die ze voor de aanval op de grond had gezet. Wankelend onder het zware gewicht sjokte ze achter Acheia aan. Ondanks alles had die vrouw haar toch beschermd en ervoor gezorgd dat ze niet erger gewond was geraakt dan haar gebroken arm.
Een paar stappen ging het goed, maar daarna leek de tas steeds zwaarder te worden en nu kon Riquelle hem niet afwisselen met haar andere schouder.
“Stomme wereld, ik wil hier helemaal niet zijn,” mompelde ze boos tegen zichzelf en schopte een kluit aarde weg waarbij ze bijna omviel. “Waarom moesten ze nu net mij hebben uitgekozen? Er zijn vast andere gedachtenlezers en dan zou ik niet rondlopen in dit stomme bos. Het bloedwoud. Welke idioot geeft het nu die naam? Alsof je de problemen over jezelf wil afroepen. Wat een stel hersenloze idioten wonen hier zeg. Stelletje barbaren.”
Voor haar sloeg Acheia een zijpad in en Riquelle wilde net vragen waarom ze van het pad afweken toen ze het geluid van een kabbelend riviertje hoorde. Haar hart sprong iets op. Water! Ze had toch een dorst en voor geen goud zou ze nog een keer van dat bier drinken.
Laaghangende takken sloegen in haar gezicht terwijl ze het nog smallere zijpad insloeg. Mopperend duwde ze ze opzij en trok haar haren uit hun greep.
Een kleine open plek werd zichtbaar aan het uiteinde van het pad en Riquelle versnelde haar pas. Een riviertje spleet de ruimte in tweeën. Twee bruine vogels met een oranjerode nek dreven op het zachtjes stromende water. Verder was er niet veel te zien, daarvoor begon het te donker te worden. Een huivering liep over haar rug bij de gedachte dat ze hier zouden overnachten.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Silena
Balpen
Balpen
Berichten: 207
Lid geworden op: 02 dec 2011 11:10

Jeeej een nieuw stukje :D Leuk weer ;] Ik blijf erbij, ik vind Acheia ZO ontzettend cool. Echt geweldig :D Heb je een bestand over haar en haar persoonlijkheid en zo? Sommige schrijvers gebruiken dat soort dingen... Als je dat hebt, zou ik dat ook graag willen lezen (A)
  • Er zijn geen problemen, er zijn mensen.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Gezien het mijn karakter is :P hehe,
WIl ik wel de dingetjes die we voor Acheia hebben gebruikt naar je opsturen ( oke, zal dit niet helemaal alles zijn :P haha )

Saskia: deze ben je vergeten schuingedrukt te maken: Als je geen meewerkende patiënt wilt zijn, zal ik geen meewerkende verzorger zijn. Lopen!

volgens mijn kwam ik ngo een foutje tegen maar die ben ik nu kwijt xD haha:P
Ik zal kijken of ik vandaag nog kan posten --; Ik ben ziek bleehggg ik haat ziek zijn!
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Heyy,
leuk stukje trouwens. Ik vond het wel eng met die onverwachte bezoek van die monsters. Maar dat komt omdat je het zo spannend hebt geschreven. Schrijf snel weer verder. Is leukkk. ;)
kusjes
Jenna
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Silk
Balpen
Balpen
Berichten: 123
Lid geworden op: 30 dec 2011 13:34

Joepie, weer een stukje. :) Ik had wel gedacht dat Riquelle zich wat vriendelijker ging gedragen naar Acheia toe na dit voorval, maar dat komt zeker later nog?
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ik dacht even, 'huh dit heb ik pas al gelezen' en toen bedacht ik me weer.. ohjaaa Jodie en jij deden hetzelfde verhaal, ik heb het van haar al gelezen ^_^ Hihi, blijven opletten :angel

Zijn die drijvende vogeltjes op het water levende eendjes of moet ik het lezen als dat ze dood zijn en daarom drijven? :$

Ik ben benieuwd wat er bij dit water gaat gebeuren. In zo'n bloedwoud kan de nacht vast niet veel goeds brengen :P
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Silena: en, heb je het al gekregen? Wat heeft Jodie eigenlijk allemaal gestuurd, volgens mij is er niet zoveel wat ze kan sturen zonder een deel van het plot te verklappen :P
@ Jodie: Zoow, aangepast, al die gedachten zijn toch wel irritant haha xD normaal lees ik het wel na, maar volgens mij heb ik dit zovaak gelezen dat ik er geen zin meer in had :P
@ Jenna: leuk dat je hier ook meeleest! En dank u :D
@ Silk: Weer een nieuwe lezer :D volgens mij komen ze in bosjes tegelijk haha xD tja, Riquelle heeft een beetje dikke kop, het dringt pas iets later tot haar door dat ze wat vriendelijker mag zijn :P nu zo ongeveer dus^^
@ Maaike: Tja, dat krijg je als twee hps samen reizen, wel een klein nadeel. Gelukkig splitst het hierna weer en krijgen we... das nog een verrassing, muhahah xD maar die vogels zijn futen, maar Riquelle is niet echt iemand die die namen weet, dus waren het vogels geworden :P maar ze leven dus gewoon nog, aardig he^^
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------



Zodra ze de open plek opstapte gooide Riquelle haar tas neer en ging er zelf naast zitten. Haar arm bonkte bij elke beweging en jammerend greep ze hem vast. Acheia had het mis, hij was echt gebroken.
Zal ik je arm nog bekijken? Of red je het zelf?
De onverwacht vriendelijk uitgesproken woorden deden Riquelle verbaasd opkijken. Voor haar stond Acheia. Ze had haar gezicht gewassen zodat het bloed eraf was en ze er niet zo afschrikwekkend meer uitzag. Waarom was ze nu opeens zo aardig?
Met getuite lippen wees Riquelle naar haar arm. “Hier doet het pijn.” Ze snikte even voor ze haar hoofd afwendde.
Kun je je schouder draaien?
Riquelle perste haar lippen op elkaar en bewoog voorzichtig haar schouder. Tot haar opluchting werd de beweging niet begeleid met een pijnscheut.
Acheia ging naast haar zitten en pakte haar arm vast, veel te ruw volgens Riquelle. Ze wilde gelijk haar arm terugtrekken, maar de blik in Acheia’s ogen hield haar tegen. Daarom maakte ze alleen maar kleine protesterende geluidjes.
Ik ga je arm iets omhoog tillen en opzij bewegen, en jij moet aangeven wanneer het het meeste pijn doet, oké?
Die woorden maakten haar bang, maar Riquelle rechtte haar schouders en knikte moedig. Ze zou haar ondergang met opgeheven hoofd tegemoet gaan.
Tot haar verbazing bewoog Acheia haar arm heel voorzichtig in allerlei posities totdat ze hem recht overeind duwde. Gelijk kromp Riquelle ineen door de pijn.
“Daar doet het zeer.”
Acheia liet meteen haar arm weer zakken en ging verder met bewegen, totdat het na een paar minuten kennelijk goed was.
Zo te zien zijn je pezen alleen verrekt. Ik zal zo wat doeken opzoeken om een mitella te maken.
“Dank je,” fluisterde Riquelle zachtjes en richtte haar blik op haar schoot waar haar arm bewegingloos in lag. Ze kon bijna voelen hoe Acheia naar haar keek, maar vertikte het om haar blik te ontmoeten.
Het geluid van voetstappen die zich van Riquelle verwijderden, bereikte haar oren en werd gevolgd door het rommelen in een tas. Nog steeds hield ze haar blik op haar gewonde arm gericht. Dank je. Twee simpele woorden, maar ze was het niet gewend om te zeggen. Waarom zou ze ook? Iedereen deed alles voor haar zodra ze met haar vinger knipte en dat deden ze alleen omdat haar vader hen goed betaalde. Acheia was één van de weinigen die haar vrijwillig hielp en ook nog ondanks Riquelles gedrag. Ze wist dat ze niet al te makkelijk was geweest voor haar metgezel.
Hou je arm gebogen.
Acheia was weer terug met een diepblauwe zijden sjaal in haar handen. Ze duwde Riquelles arm in de juiste positie en legde daarna snel de stof op de juiste plek zodat het om haar nek vastzat.
Je hoeft hem niet continu in de mitella te houden, alleen wanneer je er een moe gevoel in krijgt.
De vrouw stond weer op en liep terug naar de rivier waar ze haar laarzen begon uit te trekken. Dat herinnerde Riquelle aan haar eigen kleren. Ze liet haar hand over de tunica glijden. De wijnrode stof zat vol scheuren en overal waren vieze zandvlekken achtergebleven van haar val. Gelukkig had ze nog genoeg andere kleding bij zich, maar het was zonde van de mooie jurk.
Een gedachte tuimelde haar hoofd binnen, vaag alsof hij niet op haar gericht was, maar wel nadrukkelijk genoeg dat ze het kon verstaan. Gelijk verstijfde ze door de strekking van de woorden.
Net of zij ooit zou helpen. Die kan niet verder denken dan aan zichzelf.
Met een ruk wendde Riquelle haar blik af en keek naar de gebogen gestalte van Acheia die met moeite probeerde haar laars uit te trekken. Schuldgevoel welde in Riquelle op en liet haar op haar lip bijten. Ze had er nog niet eens aan gedacht om te vragen hoe het met haar reisgenoot ging. Het was duidelijk dat Acheia meer klappen had opgevangen dan zij.
Even keek Riquelle naar haar arm in de blauwzijden stof. Acheia had eerst voor haar gezorgd in plaats van voor zichzelf, zoals Riquelle had gedaan. Tranen welden weer op achter haar ogen en ze moest moeite doen om ze te onderdrukken. Wat was ze toch egoïstisch bezig.
Nee, het was Acheia’s eigen schuld, dan had ze haar maar niet hiernaartoe moeten slepen! Die woorden beurden Riquelle nauwelijks op. Ze keek naar de vrouw die nog steeds in gevecht was met haar laars en kwam overeind. Misschien dat ze zou kunnen helpen?
Zachtjes liep ze naar Acheia toe en bleef voor haar stilstaan, met haar blik gericht op de beknelde voet. Riquelle wist zeker dat, als ze nu in die amberkleurige ogen keek, ze in huilen uit zou barsten. Geen idee waarom, maar dat gevoel had ze.
“Ik kan helpen,” kwam er zachtjes over haar lippen.
Uh, oké. Het klonk zo onzeker dat Riquelles maag verkrampte. Dacht Acheia nu echt dat ze iets anders zou doen dan haar helpen? Zo erg was Riquelle toch niet?
Beetje vertrouwen hebben in mensen, Acheia. Niet iedereen is er op gedoeld om je iets aan te doen.
Ook deze woorden drongen maar vaag Riquelles hoofd binnen, ook deze gedachte had ze eigenlijk niet moeten horen. Ondanks dat ze dat wist, kon ze zichzelf niet tegenhouden om een vreemde blik op Acheia te werpen. Deed ze daarom zo wantrouwend? Had iemand haar ooit gekwetst?
Acheia keek haar niet-begrijpend aan. Natuurlijk, ze wist niet dat Riquelle die gedachte had gehoord. Gelijk boog Riquelle haar hoofd en richtte zich op de laars die strak om de voet heen zat. Net zo voorzichtig als Acheia met haar arm had gedaan, probeerde ze het leer van de voet te scheiden. Het gezicht van de vrouw voor haar vertrok wel, maar verder kwamen er geen klachten over haar lippen. Riquelle voelde hoe haar wangen begonnen te branden. En dan had zij zo gejammerd over een paar verrekte pezen. Acheia was duidelijk meer gewend dan zij.
Riquelle liet de laars op de grond vallen en liep terug naar haar tas. Ze had even wat tijd nodig om na te denken en dat kon niet als die afkeurende blik de hele tijd op haar gericht was. Nu kon ze beter wat schoons aantrekken, de tunica die ze nu droeg leek met de minuut plakkeriger op haar huid aan te voelen.
Na wat gegraai in haar tas haalde ze een nieuwe tevoorschijn, lichtblauw deze keer zodat het mooi bij de zijden mitella paste. Met een glimlach op haar gezicht trok ze de tunica aan en liet haar hand over de koele stof glijden. Als ze ergens blij van was, was het wel van mooie kleren.
Gespetter leidde haar aandacht naar het riviertje waar Acheia zich aan het wassen was. Vol walging trok Riquelle haar neus op. Wat barbaars. Daar had je badhuizen voor. Ze was eigenlijk wel benieuwd of ze die in de Laaglanden hadden. Ergens had ze een naar voorgevoel van niet, maar misschien had ze geluk.
Met een diepe zucht die vanuit haar tenen kwam, knoopte ze de tas weer dicht en leunde er met haar hoofd op als kussen. De Laaglanden, nooit gedacht dat ze hier zou komen. Hopelijk zou ze de eerste nacht overleven zonder verdere kleerscheuren, dit was de enige tunica die ze had die precies bij de mitella paste.


Aangepast na feedback van Silk
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

JEEEEEH Riquelle wordt nog wel lief en behulpzaam xD voor nuu... xD gheheeh :P

Ik ben aan het bedenken of ik dit berichtje nog enigszins zinvol kan maken... maar ik zou niet weten hoe...
Nee ik ga denk ik maar eten klaar maken xD ghehe PIZZA IN DE OVEN XD
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Classy Cat
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1220
Lid geworden op: 24 apr 2011 19:41

Oh, ik hou nu al van dit verhaal! ;o Ik heb het in één keer helemaal uitgelezen en na een paar van je posts, kwam ik erachter dat dit een verhaal is van jou en Jodie samen.
Moet ik Jodie's versie ook maar eens gaan lezen... (A)

Maar goed, nu over het verhaal *ahemmm*
Ik vind echt dat je de details heel mooi beschrijft, maar dat wist je! ;)
Je bent ook iets luchtiger gaan schrijven, zie ik. In je vorige verhalen gebruikte je veel langere zinnen en behoorlijk wat beeldspraak, en daarom kwam ik er soms wat moeizamer doorheen.

Ik vind Niehic en Riquelle het leukst! :p
Hoewel anderen Riquelle misschien vervelend vinden, vindt ik 'r eigenlijk wel schattig. Ze is gewoon nogal in de watten gelegd door pappie en mammie, daarom doet ze zo! @.@ Ze leert het vast nog wel *grinnik*
Ik ben trouwens heel erg benieuwd hoe de verhalen van de verschillende karakters - die ik absolutely geweldig vind! <3 - elkaar gaan kruizen.
Je hebt er een nieuwe fan bij! :D

x
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Woww wat is die riquelle tog een fashion gek. Egt ze heeft net gevochten met een paar beesten en het enige waar ze aan denkt is welke kleren geod bij haar mitella passen egt niet normaal man. Je verhaal wordt steeds leuker saskia. Hoop dat je snel weer sgrijft.
Jenna
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Silk
Balpen
Balpen
Berichten: 123
Lid geworden op: 30 dec 2011 13:34

Ik merk hier en daar wat foutjes op maar ik vermoed dat ik ze in het andere deel al verbeterd heb. Toch nog even een kort overzichtje.
bij elke beweging en jammerend greep ze het vast. Acheia had het mis, hij was echt gebroken.
Greep ze hem vast (de arm).
Met getuite lippen wees Riquelle naar haar arm. “Hier doet het zeer.” Ze snikte even voor ze haar hoofd
Pijn doen.
Tot haar opluchting werd de beweging niet abrupt afgekapt door een pijnscheut.
Dit is geloof ik een zin die bij Jodie niet staat of anders staat.
"afgekapt door een pijnscheut" zou ik anders verwoorden.
Gelukkig leidde de beweging niet tot nog meer pijn?
in Acheia’s ogen
Acheias.
Gelijk kromp Riquelle ineen door de pijn die door haar heen vlamde.
Ik zou "die door haar heen vlamde" gewoon weglaten hier.
Het geluid van voetstappen die zich van Riquelle verwijderden kwam haar oren binnen en werd gevolgd door
"kwam haar oren binnen" is volgens mij een vernederlandsing van "entered her ears"; "bereikte"?
Dank je. Twee simpele woorden, maar ze was het niet gewend om te zeggen.
"Dank je" is dialoog (of monoloog, lol) en moet dus tussen aanhalingstekens.
Ze wist dat ze niet al te makkelijk was geweest tegenover haar metgezel.
Ik zou hier "voor haar metgezel" van maken.
Hou je arm gebogen.
"Houd".
positie en legde daarna snel de stof op de juiste plek zodat het om haar nek vast zat.
Vastzat.
Beetje vertrouwen hebben in mensen, Acheia. Niet iedereen is er op gedoeld om je iets aan te doen.
Zie opmerking bij je medeschrijfster. :) ("Gedoeld").
Als ze ergens blij van was, waren het wel mooie kleren.
"blij van werd, was het wel van".
Met een diepe zucht die vanuit haar tenen kwam knoopte ze de tas weer dicht en leunde er met haar hoofd
"kwam, knoopte"

Groetjes,
Silk.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Bij jou komt Riquelle nog liever over dan ze al bij Jodie deed. Naja vooral menselijker dan ze zich voorheen voor deed :P Ben benieuwd hoe lang ze dat kan volhouden!

Sorry van die vogelvraag :angel moordzaakboeken zorgen voor een lugubere kijk op verhalen geloof ik :P Maar ik zie ze nu vrolijk rond zwemmen..
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Jodie: Nee, het is mislukt, geen nuttig bericht haha xD
@ Classy: Leuk dat je hier ook meeleest :D Yes, u bent geweldig! Ik vind Riquelle en Niehic ook het leukste haha xD dank je voor je leuke reactie :D
@ Jenna: Haha, jaa, je moet toch ergens een passie voor hebben, he :P kleren is nog een redelijk onschuldige hobby^^
@ Silk: Wow, dank u voor het eruit halen! Ik heb het meeste verbeterd, maar de dingetjes in Acheia's uitspraken laat ik zo staan, dat zijn niet mijn stukjes tekst. Das Jodies copyright haha xD oh, en het is wel Acheia's, na uitgangen op a e o u i en y moet er apostrof s (jaa, heb ik even opgezocht haha xD). En die tweede 'dank je' werd niet hardop gezegd, maar in gedachten. Dus die heb ik zo gelaten. Nogmaals heel erg bedankt :D
@ Maaike: Haha, ja, met moordzaakboeken zie je idd overal lijken xD en dat lieve van Riquelle, tja, ik ben bang dat dat niet zo lang is, maar dat is niet haar schuld :P
En Leran is weer eens aan de beurt!
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


~Hoofdstuk 7~



“Iedereen in bed! En onthoud, ik wil geen enkel geluid horen vannacht!”
De strenge stem van hoofdvrouwe Yune galmde door de verlaten gangen en drong de kleine kamer van Leran binnen. Hij draaide zich om in zijn bed en trok de dunne deken verder over zijn hoofd heen. Het was koud, de muren hielden de nachtelijke ijzigheid niet buiten, maar leken het te geleiden naar zijn bed.
Een straal maanlicht dwarrelde door het hoge raam naar binnen en viel precies op het midden van het deken dat Lerans smalle lichaam bedekte. Het gaf geen greintje warmte af, het lichtte alleen de grijze kleur iets op zodat het minder somber werd en meer op wit leek.
Stilte was het antwoord op de woorden van Yune, zoals het elke nacht was. Geen enkele weesjongen haalde het in zijn hoofd om tegen haar in te gaan. De kinderen projecteerden hun ideaalbeeld van een moeder op haar en de hoofdvrouwe deed er niets aan om dat tegen te gaan. Ze was naar iedereen aardig en liefdevol, maar tegelijkertijd ook streng. Ze hield van de kinderen die onder haar hoede waren en zij ook van haar. Dat was de reden dat ze deze functie had gekregen.
Het geluid van haar wegstervende voetstappen bereikte Lerans oren en hij kwam iets onder zijn deken vandaan. Zijn vingers tastten naar iets onder het kussen terwijl zijn blik op de nachtelijke lucht was gericht. Hij pakte het voorwerp vast en ging weer op zijn rug liggen, met het voorwerp in zijn handen. Het was de speelkaart van de vrouwe.
Hij liet het tussen zijn vingers rondtollen, om de beurt de geschilderde zijde en dan weer de zwarte kant onthullend. In het weinige licht was de prent nauwelijks te zien, maar de trekken van de vrouwe waren in zijn netvlies gebrand. Hij wist precies waar de onderkant iets afweek van de bovenkant. De bovenste schildering leek meer te lachen terwijl de onderste denigrerender keek, alsof zij veel meer waard was dan haar zuster. Ook hadden haar zwarte haren een andere gloed, meer blauwer dan de bovenste. Je zag het alleen als je het elk vrije momentje bekeek, zoals Leran had gedaan.
Af en toe was hij het vreemde meisje weer tegengekomen, telkens als hij op plekken was waar hij niet mocht komen. Verstopt in de verre hoek van de bibliotheek was ze opgedoken naast een boekenkast en had zwijgend naar iets naast haar gewezen. Zonder verder iets te doen was ze weer weggeschoten, net op het moment dat hij stemmen hoorde. Als zij zijn aandacht niet had getrokken, zou hij betrapt zijn geweest.
En zo ging het vaker, elke keer dook ze op vlak voordat er iemand aankwam en elke keer was ze weer weg voordat hij haar had aan kunnen spreken. Eén keer was hij achter haar aangerend, maar had moeten stoppen omdat een stel studenten de hoek omkwam. Daarna had hij het niet meer geprobeerd, maar hij brandde nog steeds van nieuwsgierigheid. Wie was ze en waarom hielp ze hem? Waarom juist hem en niet iemand anders?
Het geluid van piepende scharnieren haalde hem uit zijn overpeinzingen en hij kromp ineen door het geluid. De scharnieren werden expres niet gesmeerd zodat het nog moeilijker was om zonder dat iemand het merkte je kamer uit te glippen. Wie was er zo idioot om nu op de gangen rond te spoken?
Leran kwam iets overeind en zag tot zijn grote verbazing dat zijn deur iets naar voren ging, waardoor het gepiep weer door de stilte sneed. Geschrokken stopte hij de kaart onder zijn kussen en sprong uit bed.
“Wie is daar?” siste hij naar de indringer.
Geen antwoord. De deur werd alleen iets verder opengeduwd. Leran fronste zijn wenkbrauwen en stapte naar voren toe. Misschien was het één van de kleintjes die niet kon slapen of een nachtmerrie had gehad. Hoewel… de meesten zouden dan huilend bij zijn deur aankloppen in plaats van hem gewoon open te duwen.
Hij onderdrukte de neiging om de deur in één keer open te trekken - het gepiep zou iedereen wekken - en zette in plaats daarvan zijn voet voor het hout en drukte er met zijn gewicht tegenaan zodat de deur niet verder open kon.
“Wat kom je hier doen?” Het fluisterende geluid klonk al veel te hard in zijn oren en Leran kromp iets ineen.
Een smalle hand schoot naar de mouw van zijn nachthemd en greep de stof vast. Zijn hart schoot naar zijn keel. Met een ruk keek hij opzij, naar de bleke huid die afstak tegen het bruine hemd.
De hand begon zachtjes aan de stof te trekken, Leran bevelend de gang op te komen. Na een lichte aarzeling kwam hij achter de deur vandaan en glipte door de smalle opening de kamer uit.
Voor hem stond het meisje met haar vreemde kleren en de krullen die om haar hoofd dansten als kleine vlammetjes. Langzaam trok ze haar hand terug en stopte die in de dieprode zakken van haar rok.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Hey Saskia,
weer zo een spannend stukje. Ik vond het best wel eng toen die deur openging en die meisje aan Lerans kleren greep. Ik zou zelf dan gillend wegrennen ofzo. Schrijf je snel verder..
Jenna
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ik moest even denken wie Leran ook als weer was, maar je gaf gelukkig heel veel hints :D En ik herinner me weer heel goed dat meisje met de kaart!

Waarom moet je altijd op zo'n spannend moment stoppen XD Schrijf snél verder :P

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Wow, waar komen al die bekeken vandaan? Volgens mij zit er iemand de hele tijd op f5 te drukken haha xD
Jenna, nog heel erg bedankt voor je reactie! Ik ben blij dat het spannend is, t zou toch wat zijn als het niet zo was :P
@ Maaike: Ha, mooi! Het is idd een hele tijd geleden dat hij langs is gekomen, t was weer eens zijn tijd^^
En door Jodie ( :gr: ) kan ik nu pas weer posten, dus dan doen we dat maar :D




“Wat doe jij hier?” Ondanks dat ze op de vreemdste plaatsen opdook was Leran toch verbaasd om haar te zien. “Ben jij een nieuw weeskind, ik heb je nog nooit hier in het weeshuis gezien.”
Het meisje keek hem aan met haar helgroene ogen waar ze niet één keer mee knipperde. Met dezelfde traagheid als ze haar arm had uitgestoken, opende ze haar mond.
Leran deinsde met vertrokken gezicht iets achteruit. Wat was ze nu weer van plan? Maar ze bleef zo staan, haar mond een zwarte opening in haar bleke gezicht. Hij fronste zijn wenkbrauwen. Waarom zei ze niets?
“Wat wil je dat ik doe? Moet ik in je mond kijken of zo?”
Haar mond bleef een gapend gat terwijl ze knikte. Aarzelend stapte Leran dichter naar haar toe zodat hij kon kijken wat hij haar wilde laten zien. Hij boog zich zo dicht naar haar voorover dat hij haar ijle ademtocht over zijn wang voelde strijken, maar nog steeds wist hij niet waar ze op doelde. Een rij sterke, witte tanden was zichtbaar, verder niets. Wat wilde ze van hem?
Toen zag hij het, of liever gezegd, het gebrek eraan. Haar tong. Hij lag niet rustig als een donkerrode lap in haar mond, maar was afgesneden. Meteen deinsde hij achteruit; misselijkheid liet zijn maag omdraaien. Net op tijd, haar tanden klapten gelijk op elkaar met een hoorbare tik.
Leran slikte een paar keer achter elkaar om de neiging om over te geven te bedwingen. Zijn fantasie was te levendig, hij kon zo voor zich zien hoe haar tong eruit gesneden was. Er kwam veel bloed aan te pas, heel veel bloed. Normaal kon hij er wel tegen, maar dit was zo onverwachts dat het deze heftige reactie in hem opwekte.
“Wie heeft dat gedaan?” De woorden schoten er door de schrik te hard uit en Leran kromp iets ineen.
Het meisje schudde langzaam haar hoofd. Leran kon zich wel voor zijn hoofd slaan. Natuurlijk, ze kon helemaal niets zeggen!
“Sorry,” vervolgde hij op fluistertoon. “Niet aan gedacht. Is het pas geleden dat ze je tong eruit hebben gesneden.”
Weer een schudden van haar hoofd.
“Hoe oud was je dan?”
Ze stak een hand op en stak er na een moment nadenken nog eentje bij met drie vingers gebogen. Zeven dus.
“En hoe oud ben je nu?”
Haar lippen krulden om in een glimlach die haar starende ogen niet deed oplichten. Een perfect gebit werd onthuld wat er sinister uitzag in de donkere gang. Een onbeheerste huivering trok over Lerans rug.
De drie gebogen vingers strekten zich en ze duwde haar gespreide handen door de lucht. Tien. En nog een keer tien. Nog een keer tien. En nog een keer, nog een keer, nog een keer. Kinderlijk gegiechel begeleidde elke ontastbare tien die ze in de lucht drukte.
Haar reactie joeg hem angst aan, het likte aan zijn onderbuik en liet de haartjes op zijn armen recht overeind staan. Hij sprong naar voren en greep haar handen vast en drukte ze omlaag, strak langs haar zijden.
“Doe niet zo eng! Je maakt iedereen wakker,” siste hij haar toe.
Gelijk trok ze zich los uit zijn greep en deed een paar passen naar achteren. Eindelijk was haar doordringende blik van hem afgewend en was nu de grond het slachtoffer. Ze kruiste haar handen voor haar schoot en liet haar vuurrode haren voor haar gezicht hangen.
Leran bekeek haar ongemakkelijk, hij had geen idee wat hij nu moest doen. “Eh… wat wil je van me? Heb je naar gedroomd?”
Het meisje liet haar hand in haar zak glijden en haalde er iets uit tevoorschijn. Zonder hem aan te kijken stak ze haar gebalde vuist naar hem uit. Verbaasd bleef hij ernaar kijken voordat het tot hem doordrong dat ze wilde dat hij het aanpakte.
“Is dat voor mij?” Leran stak zijn hand uit. Ze liet het voorwerp op zijn geopende handpalm vallen en trok gelijk haar vuist weer terug. De rode massa haar verborg haar gezichtsuitdrukking.
“Dank je.” Hij glimlachte naar haar en bekeek het voorwerp dat ze hem had gegeven. Het was een dobbelsteen gesneden uit hout met de punten slordig uitgehold. Hij fronste zijn wenkbrauwen. Waarom bleef ze hem speelgoed geven?
Een hard geluid klonk vlak achter hem en geschrokken draaide hij zich om. De duistere gang bleef verlaten. Weer doorsneed het geluid de stilte en hij herkende het als het kraken van een bed. Opgelucht haalde hij weer adem en draaide zich om.
“Ik moet gaan, i-”
Het meisje was weer verdwenen. Leran kneep zijn ogen tot spleetjes en tuurde de donkere gang voor hem af, maar hij kon niks onderscheiden wat maar leek op een menselijke gestalte. Hoe lukte het haar telkens om zo geluidloos en abrupt te verdwijnen? De gang liep pas een meter of vijf de hoek om, een te lange afstand om te overbruggen in de korte tijd dat hij zijn aandacht van haar had afgewend. De haartjes op zijn armen die weer waren gaan liggen sprongen weer op. Had ze soms magie?
Als er iets was waar Leran een hekel aan had was het wel magie. Het was onberekenbaar, onvoorspelbaar en niet wetenschappelijk verklaarbaar. Vooral dat laatste maakte dat hij de weinige magiërs die de Bovenwereld rijk was het liefste vermeed. En nu had er zich eentje op zijn pad geworpen zonder dat hij haar kon tegenhouden.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Classy Cat
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1220
Lid geworden op: 24 apr 2011 19:41

Hmmm, vraag me niet waarom, maar ik had al een bepaald vermoeden dat dat meisje geen tong had! Gewoon een soort ingeving, denk ik. (a)
Ik ben blij dat je weer eens een nieuw stukje hebt gepost. Dit verhaal heeft gewoon zo'n leuk sfeertje. Echt zo'n fantasy wereldje. Hierdoor wil ik zelf ook weer fantasy gaan schrijven. Heel eigenaardig, vroeger had ik blijkbaar veel meer fantasie waardoor het nu niet meer lukt. :p
Ga snel verder! Love this story! ^^
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ja, ga ook fantasy schrijven! Ik ben heel erg benieuwd met wat voor verhaal je komt^^ muhhaha, ik haal steeds meer mensen over om fantasy te schrijven :twisted: ach, is beter dan drugs ofzo haha xD
Oh, hoe gaat het trouwens met je remake? Ik mis Melbourne High :(



~Hoofdstuk 8~

De bloedstollende schreeuw liet Lilana recht overeind schieten van haar dunne stromatras. Met bonkend hart keek ze om zich heen en maakte een sprongetje van schrik toen er nog een kreet door de lucht galmde. Alle slaap was nu echt uit haar lichaam verdwenen. Ze wilde net opstaan om de man te wekken die verwikkeld was in zijn onzichtbare strijd, toen hij overeind vloog. Zijn mosgroene ogen waren wijd opengesperd van paniek en een straaltje bloed liep langs zijn mond naar beneden.
“Rustig, Arkyn, het was maar een nachtmerrie,” zei Lilana sussend en kwam overeind van haar slaapplek.
De man draaide zijn hoofd naar haar toe en langzaam keerde de rust op zijn gezicht terug en nam het weer de emotieloze uitdrukking aan. Hij knikte haar toe als groet, wat ze met een glimlach beantwoordde.
“Goedemorgen. Je hebt weer bloed langs je mond.”
Zwijgend ging hij met zijn hand langs de vieze plek en veegde het weg. Op zijn grauwe kussen was ook een donkere vlek te zien. Hij trok de sloop eraf en gooide het op de kleine stapel die in de hoek lag.
Lilana sperde haar ogen wijd open en stopte met het proberen aan te doen van een paar wollen sokken. “Ligt daarom die stapel kleren daar al de hele tijd? Omdat je te lui bent om de was te doen?”
Arkyn haalde zijn schouders op en trok de lakens van zich af. Gelijk liet ze haar blik naar de andere kant glijden. Hij sliep naakt. De eerste keer dat ze het had gezien hadden haar ogen bijna uit haar kassen gepuild, Bovenwerelders hadden tenminste het goede fatsoen om nachtkleding aan te doen. Nog nooit had ze een naakte man gezien. Het leek hem niets te kunnen schelen, net zoals alles eigenlijk. Hij was de meest passieve mens die ze ooit was tegengekomen.
Vanuit haar ooghoeken zag ze dat hij zijn broek aandeed. Met een diepe zucht trok ze haar laarzen aan en liep naar de stapel wasgoed. “Heb je ergens een mand of zo?”
Hij wees kort naar een rieten mand die onder een laag stof op de kast lag en ging verder met zich aankleden. Hoofdschuddend pakte ze de mand er vanaf en begon de vieze kleding erin te doen.
In de week dat ze hier was had ze hem de hele tijd geholpen met huishoudelijke klusjes. Ze was erachter gekomen dat hij niet veel deed, hij ging op een schommelstoel zitten voor zijn huis en staarde dan voor zich uit. Een paar uurtjes per dag oefende hij met de wachters op zijn vechtkunsten, om daarna weer op de stoel te gaan zitten.
“Waar haal je eigenlijk je geld vandaan?” Het stuk stof in haar handen bleek een lange onderbroek te zijn en met een vies gezicht gooide ze die gelijk in de mand. Ieuw, ieuw, ieuw!
Al kauwend op een stuk brood keek Arkyn haar aan. “Ik red Bovenwerelders.”
Lilana verstomde in haar bewegingen en richtte haar blik op de man die op een stoel was gaan zitten. Dus zij was zijn inkomen? Om eerlijk te zijn was ze er een beetje teleurgesteld om, ze had gedacht dat hij haar in zijn goedheid had gered. Onzin natuurlijk, na een paar dagen met hem geleefd te hebben kon ze met zekerheid zeggen dat hij waarschijnlijk niet eens wist wat het woord betekende, net zoals elke andere emotie die hij kon voelen. Maar toch…
“Aha,” mumde ze en ging verder met de stapel wasgoed verplaatsen. “Wie betaalt je dan?”
“Heer Darrence.”
Met een ruk keek ze op van haar werk. “Heer Darrence?” herhaalde ze op hoge toon. Dat had ze niet verwacht. De man was op haar overgekomen als iemand die het hield bij het motto: opgeruimd staat netjes, zonder zich verder te bekommeren om hun lot. Hij was iets in haar achting gestegen. Het gaf ook weer aan wat voor verheven moraal Bovenwerelders hadden.
Lilana stond op en pakte de mand van de grond. “Waar kan ik ergens je kleren wassen?”
“Bij de rivier.” Arkyn stopte het laatste stuk brood in zijn mond en stond op. “Ik ga trainen met de wachters.”
Hij greep zijn zwaard van de tafel waar het op had gelegen en stapte de deur uit voordat Lilana iets had kunnen zeggen. En toen stond ze opeens in een leeg huis. Hoe kwam ze in godensnaam bij de rivier? Ze had hem wel gezien tijdens de rondleiding die Perr haar na heel veel aandringen had gegeven, maar was het niet gevaarlijk om in haar eentje daar naartoe te gaan?
Ze greep de rest van het brood dat op tafel lag en begon er van te eten, ondertussen bedenkend wat ze kon gaan doen. De eerste paar dagen was ze niet veel buiten geweest, haar enkel had eerst moeten genezen en zonder steun ging lopen moeizaam. Ze had wat huishoudelijke klusjes voor Arkyn gedaan en, toen haar enkel beter was, wat door het dorp rondgelopen. Maar ze kende alleen Arkyn en Perr; de andere vrouwen bekeken haar argwanend als ze voorbij kwam. Misschien kon ze het Perr vragen.
Met wat nieuwe moed zette ze de mand tegen haar heup en liep het huis uit. Elke keer als ze het dorp zag, schrok ze van de staat waarin het verkeerde. Niet alleen de gebouwen zagen er gammel uit, alsof ze nooit een storm zouden kunnen overleven, ook de mensen zagen er anders uit dan boven. Iedereen had wel een paar vegen op zijn gezicht en vlekken in zijn kleren. Het was duidelijk dat hygiëne niet hoog in het vaandel stond.
Twee kleine kinderen liepen Lilana bijna omver toen ze de straat overstak. Geschokt staarde ze naar de lichaampjes die door geen enkel kledingstuk bedekt waren. Onbeschoft! Zelfs kleine kinderen hoorden niet naakt rond te lopen.
Bij elke stap die ze zette voelde ze haar onbehagen groeien. Blikken brandden in haar rug, maar als ze omkeek was iedereen weer druk aan het werk. Gesprekken vielen stil als ze langs kwam en werden op fluistertoon voortgezet als ze buiten gehoorafstand was. Ze kon de afgunstige gedachten bijna horen. Daar loopt dat mens uit de Bovenwereld. Kijk eens hoe arrogant ze doet. Alsof ze beter is dan wij, met haar mooie kleren. Eens kijken hoe lang ze het hier volhoudt.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Classy Cat
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1220
Lid geworden op: 24 apr 2011 19:41

Yeeey, weer een nieuw stukje! (:
Ik vind het wel zielig voor Lilana. Ik zou het in haar situatie echt niet trekken, denk ik. Heb nogal smetvrees, haha.
Zo grappig dat alles voor Lilana zo vreemd is als bovenlander zijnde. :p
Ik hoop dat je snel weer iets over Niehic gaat schrijven! Zijn verhaallijn vind ik denk ik het leukste. (a)

Ik heb gisteren nog aan mijn nieuwe versie van Melbourne geschreven, maar het stuk is nog niet lang genoeg om te posten. Hopelijk lukt het me vandaag!
Hoe zit het dan trouwens met mijn oude topic? ;o Kan iemand die dan voor me verwijderen als ik een nieuwe open?
Na ja, ik zie het dan vanzelf wel! :p

En jij bent nu eenmaal goed in fantasy. Daar steek je mensen mee aan! ^^
Ik ga denk ik binnenkort een poging doen tot een fantasy verhaal. Maar ik ben daar wel altijd heel perfectionistisch mee. Bij mij móét gewoon altijd een ingewikkeld plot waarin alles precies klopt, anders vind ik het niet leuk. xD
Jaja, zo'n zeikerd ben ik. :|

Ga snel verderrrrrr! :D
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Haha classy cat xp daar kennen we,er meer van! En ik wacht ook op melbourbe high grmmbl xp

Zo nu ontipic xo ben je alweer bij lilane! Nu loop ij nig meer achter en ik kan dit weekend niet poaten :((en darrence is wel goed gehe :,p

Grmmbl wie is bij jou de volgende die kont?
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Aahhhh Leuk stukje! Niet dat over dat die man naakt sliep en dat hij zijn kleren niet waste. Wat is hij levenloos zeg, hoe haal je het uit om de hele dag op een stoel te zitten?!! Egt zielig voor Lilane dat ze zijn klusjes moet doen en dat ze niet geaccepteerd word.
Schrijf snel verder!
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Classy Cat
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1220
Lid geworden op: 24 apr 2011 19:41

@Jodie;
Hij is bíjna lang genoeg nu. :p Dus heel misschien open ik vannacht mijn nieuwe topicje al, en anders morgen. (a) Als ik zo meteen niet in slaap donder, ga ik nog wel eventjes schrijven...
Ik moet jouw versie van dit verhaal ook nog eens gaan lezen. Gewoon lekker in bed met mijn iPodje of zo. Ja, ik heb de laatste tijd nogal weinig tijd, dus ik loop met sommige verhalen een beetje achter. xD
~

Ik zag Arkyn trouwens helemaal voor me toen hij zijn dekens wegtrok en naakt sliep. xD En dan natuurlijk ook Lilana's verontwaardigde uitdrukking erbij. Ze zou wel denken; "AAH wat een rare man! :huh "
Ik bedoel, wie slaapt er dan ook naakt? :|
Haha, nee, grapje!
Je hebt de beschrijvingen heel leuk gedaan, Sask. De personages hebben echt iets eigens. (: I love that.

En nu wil ik meer! :evil: Ga snel weer verder schrijven, jij! *dwingt* (a)
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Bij die afgesneden tong, moet ik aan de Hunger Games denken :angel daar hadden ze dat ook.. én je laat me terug gaan naar oude geschiedenissen over martelwerktuigen, waar iedereen dood bloedde als de tong werd afgesneden. Dus dan moet er bij dat arme kind ook iets zeer heets aan te pas zijn gekomen. :O Hoe kun je dat een 7-jarige aan doen?! :O
Verder vind ik je verhaal heel erg spannend om te lezen hoor .. zo nu en dan een beetje gruwelijk :P

Ga zo door!

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”