


___________________________________________________________________________________
Skey keek hoe ze een lange, grijze jas van het hek pakte en die over haar sexy, glitterende pakje aantrok. Talitha’s zorgde altijd eerst voor haar paard en dan pas voor zichzelf.
‘Weet je bij wie het fout gegaan is?’ vroeg hij. Ze pakte een hoevenkrabber en tilde één van Aeros’ voeten op.
‘Ik heb wel een vermoeden,’ zei ze. Skey knikte.
‘Ik ben net bij hem geweest,’ zei hij. ‘Hij is als de dood. Weten meer leden het?’ Talitha krabde Aeros’ voet uit en vroeg hem een andere op te tillen.
‘Edita en de rest in ieder geval niet, maar de anderen weet ik niet. Volgens mij had hij nog niet zoveel artiesten ontmoet en daar heeft hij geluk mee, denk ik.’
‘Dat denk ik ook. Scrooge past op hem. Ik hoop dat dat genoeg is.’ Talitha knikte en ht werd stil. Ze wisten allebei dat ze over het onderwerp op moesten houden omdat ze er buiten niet over mochten praten en er viel een bedenkelijke pauze. Talitha werkte al Aeros’ voeten af, tikte de hoevenkrabber af tegen één van zijn ijzers en kwam toen weer overeind. Ze gaf Aeros’ een klopje op zijn hals en gooide de hoevenkrabber weer bij de andere spullen in de kist verderop.
‘Moet je nog iets doen vannacht?’ vroeg ze. Skey schudde zijn hoofd en keek naar Aeros. Hij liep naar het paard toe en liet zijn hand over de gespierde hals glijden.
‘Nee, ik ben klaar vandaag.’ Talitha kroelde Aeros’ onder zijn voorpluk en liet haar handen over zijn hoofd glijden om zijn vacht weer recht te krijgen op de plek waar zijn hoofdstel had gezeten.
‘Balen,’ zei ze. ‘Ik heb teamoverleg. Zullen we de bewoonde wereld over een paar dagen weer eens op gaan zoeken?’
‘Lijkt me een goed idee. Heb je een keer vrij?’
‘Nee, voorlopig niet. Wanneer heb jij je hoofdact?’
‘Over een nacht of vier.’
‘Dan gaan we dan. Om het te vieren.’ Haar hand gleed van Aeros’ hoofd naar zijn hals en raakte daar die van Skey. Ze sloot haar vingers even om de zijne en keek hem aan.
‘En bedankt,’ zei ze. ‘Dat je voor me zorgt.’ Ze legde haar hand op Aeros’ manenkam en haar andere hand gleed uit die van Skey toen ze achteruit met het paard naar het hek van de kraal liep. Ze zwaaide nog een keer naar Skey voor ze zich omdraaide en Aeros weer zijn wei inleidde.
Hoofdstuk 7
Het duurde nog geen twee nachten voor de eerste surveillanceteams rondom het circus verschenen. Er was zo’n 48 uur verstreken na Aimons toespraak toen Skey voor het eerst een menselijke geur oppikte. De rust in de gemeenschap was net een beetje teruggekeerd nu het idee van het naderende vertrek langzaam geaccepteerd begon te worden en alles verliep die avond eigenlijk alweer zoals het altijd gedaan had. De vierde voorstelling was net begonnen en het was stil op het terrein van de dierenvertrekken, omdat alle artiesten of bij de piste of klaar waren. Skey was bezig Deora na hun laatste show van die avond naar haar kooi te brengen. Hij werd zich bewust van de geur die hij rook op het moment dat hij het slot van het hek dicht klikte. Ook dat vertelde hem dat er iets niet goed was. De weerkaatsing van de klik van het slot klonk in de duisternis anders dan normaal.
Skey hief zijn hoofd op. Heel even, ongeveer een seconde lang, dacht hij dat hij het zich verbeeld had. Toen de geur echter niet verdween, realiseerde hij zich dat hij het bij het rechte eind had. Het geluid van het slot had meer weerkaatst dan enkel het bos verderop en de objecten op het circusterrein. Het was doffer, korter. Menselijke lichamen met hun massa en stoffen kleding stuurden geluiden anders terug dan de kale bomen in het bos.
Skey bleef staan, doodstil. Hij luisterde. Geconcentreerd richtte hij zijn blik op het bos en liet zijn ogen langs de bosrand glijden. Hij zag ze niet, maar ze waren er wel degelijk. Hij kon ze ruiken vanaf waar hij stond. Ze waren met zijn drieën, minimaal. Tenminste, degenen die dichtbij genoeg waren om geroken te worden. Ze kwamen nooit alleen. Hij ging er vanuit dat er nog meer waren, op andere plekken.
Toen het stil bleef, pakte Skey het hek van Deora’s kooi vast. Hij trok eraan en de deur sloeg met een metaalachtige klap tegen de andere kant van het hek. Het geluid was hard en weergalmde sterk. Skey hield zijn hoofd schuin, wachtte even en trok nog een keer aan het hek. Ze zaten aan de rand van het bos, ergens achter. Een omgevallen boom, waarschijnlijk. Hij hoorde het aan de weerkaatsing van het metaal. Hij kon hun locatie ongeveer bepalen, ergens schuin links van hem, zo’n zeventig meter bij hem vandaan. Als hij wilde zou hij die kant op kunnen lopen en na een paar passen zou hun geur hem dan precies de goede kant op leiden. Het zou hem geen enkele moeite kostte hen tussen de kale bomen te vinden, hoe goed ze zich ook verscholen hadden. Het zou zo makkelijk zijn, maar hij kon het niet doen. Hij wist wat Aimon gezegd had. Ze moesten dommetje spelen en mochten absoluut niet laten merken dat ze doorhadden dat ze in de gaten werden gehouden. De politie moest denken dat ze gewone circusartiesten waren en dat was niet echt geloofwaardig als leden van de gemeenschap van honderden meters afstand precies wisten waar de agenten zich verborgen hielden.
Skey liet het hek los en keek naar Deora. Ook zij had de geur opgemerkt, of misschien had zij met haar betere gehoor zelfs een geluid opgepikt. Ze stond midden in haar kooi en staarde met gespitste oren naar de plek waar het surveillanceteam zich volgens Skey’s schatting ongeveer bevond. Skey maakte een geluidje in zijn mondhoek en Deora keek zijn kant op. Hij vroeg haar in haar naar haar nachthok te gaan en dat deed ze gelukkig. Hoe minder circuswezens lieten doorschemeren dat ze de surveillance in de gaten hielden, hoe beter.