Water & Vuur

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
Plaats reactie
Little_Miss_Perfect
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 724
Lid geworden op: 27 apr 2012 18:49
Locatie: Mars

Ik heb hem al een paar keer eerder geopend, maar ik ga met deze versie verder, hoe dan ook. Daarom kan er soms behoorlijk wat tijd tussen zitten voor ik een nieuw stukje post, maar ik ben het nu zat en ik ga schrijven, en goed ook. xd Veel plezier met lezen, tips zijn natuurlijk welkom en kom vooral met je suggesties en als je een idee hebt van waar het heen zou kunnen gaan, vertel het me dan, daar kan ik misschien nog ideeën uit halen. ;p

Ik wil jullie ook vragen of jullie misschien ideeën hebben voor nieuwe namen van de landen. Ik heb nu Victory & Vincer, maar die namen bevallen me niet echt meer. Ik denk zelf aan Tori en Cere, maar ik zie graag suggesties. ;p


- 1. -

~ Lucian ~
De eerste zonnestralen waagden zich voorzichtig over de verre heuvels van Victory. Het was nog erg vroeg en de eerste vogels begonnen met fluiten. Ergens vanuit het dichte bos klonk de roep van een onbekende vogel. Het geluid weerkaatste door de straten van de Witte Stad.
De nevel van de nacht trok op en in de verte werden de bergen zichtbaar, de besneeuwde toppen in de wolken.
Vroege kooplieden begaven zich door de straten van de Stad op weg naar het marktplein, waar men al bezig was de goederen in de kraampjes uit te stallen. Het zou zo’n twee uur duren voor de markt toegankelijk was voor klanten en dan zag het er altijd zwart van de mensen.
Lucian stond op het balkon van zijn slaapkamer en keek naar de ontwakende Stad. Hij vond het altijd een fascinerend gezicht om te zien hoe de Stad steeds meer ging leven naarmate de tijd verstreek.
De arm waarop hij leunde werd moe en hij ging weer rechtop staan. Gapend draaide hij zich om en liep weer naar binnen. Zijn bed zag er beslapen uit en hij grijnsde scheef. Hij had bijna de neiging om er weer in te duiken en te slapen tot het middag was. Maar vandaag was een te belangrijke dag om te verspillen.
Lucian schoot in zijn schoenen en liep naar beneden. Op zijn tenen liep hij naar de keuken en duwde de deur open. Zijn stille voorzichtigheid was voor niets geweest, want hij was vergeten dat de deur akelig piepte zodra die open en dicht werd gedaan.
Lucians moeder stond deeg voor een brood te kneden en staarde met een melancholische blik uit het venster. Zodra ze het piepende geluid hoorde, draaide ze zich om en keek fronsend naar de deur. “Ben jij dat, Lucian?”
Met een berouwvol lachje duwde hij de deur verder open en liep naar de fruitschaal om een appel te pakken. Gretig nam hij een hap en keek naar de Stad. In het prille daglicht leek ze net van goud. “Goedemorgen, moeder,” zei hij plechtig.
“Wat is er aan de hand? Normaal ben jij nooit zo vroeg op!” Ze klonk bijna bezorgd en hij lachte vrolijk.
“Het is een mooie dag, moeder. Het zou zonde zijn om lang op bed te blijven liggen,” deelde hij mee.
“Dat is waar,” gaf ze toe, “maar jij slaapt altijd gaten in de dag.”
“Weet ik.” Hij vroeg zich af of ze het vergeten was en keek haar fronsend aan. “Maar vandaag niet.”
“Kijk me niet zo aan,” zei ze verontrust. Ze draaide zich weer met haar rug naar hem toe en kneedde het deeg verder.
“Ik ben jarig,” gaf Lucian plots aan.
Haar handen lieten het deeg los en ze staarde even wezenloos naar buiten. Toen draaide ze zich onthutst om en keek hem ongelovig aan. “Hoe kon ik dat nou vergeten!” riep ze uit.
“Ja, dat vroeg ik mij ook al af,” merkte Lucian droogjes op en hij grijnsde haar toe. “Het is u vergeven, hoor,” voegde hij er snel aan toe toen hij de zelfverwijtende blik op het gezicht van zijn moeder zag.
“Je vader is al vroeg vertrokken en hij zei me al dat ik het niet moest vergeten,” klaagde Elena jammerlijk, “maar ik had echt geen flauw idee waar hij het over had.”
“Het maakt niet uit,” herhaalde Lucian en hij gaf zijn moeder een knuffel. Ze spreidde haar armen zorgvuldig uit zodat zijn tuniek niet onder de vlekken zou komen en glimlachte.
“Je vader en ik hebben al een cadeau uitgezocht. Vanmiddag zal je vader je ernaartoe brengen,” zei ze.
Lucian liet haar los en knikte. Zijn gezichtsuitdrukking verraadde dat zijn gedachten ver weg waren en Elena raakte met een bedachtzame frons zijn gezicht aan. Normaal was Lucian ontploft als ze dat deed – hij was nu immers zeventien – maar hij leek het niet eens te merken. “Zou het snel gebeuren?” vroeg hij plotseling vanuit het niets. “Mijn Fata?”
Hij zag dat zijn moeder een stap achteruit deed en zich omdraaide naar het brood dat ze net nog aan het kneden was. “Dat weet ik niet, Lucian... Dat merk je vanzelf.”
De deur ging open en slaperig stapte Fianna binnen. “Waarom ben je al zo vroeg op, Luuc?” klonk haar hese ochtendstem.
Lucian kon een lachje niet onderdrukken en vroeg zich af of zijn slaapgedrag zo uit de hand liep. Toen hij Fianna’s gezicht bestudeerde, begon hij zich ook af te vragen of zijn moeder niet de enige was die zijn verjaardag was vergeten. “Goedemorgen,” merkte hij droogjes op.
“O.” Fianna stond duidelijk diep na te denken en stak toen haar beide handen uit en keek hem berouwvol aan. Lucian omhelsde zijn zus en maakte haar toch al klittende haar nog meer in de war.
“Gefeliciteerd,” zei ze, gesmoord tegen zijn schouder. “Sorry, ik moet nog wakker worden.” Ze liet hem weer los. Hij zag dat ze al iets helderder uit haar ogen keek en drukte een kus op haar wang.
“Dank je, Fi.”
“Als ik uitgeslapen ben, krijg je mijn cadeau,” beloofde ze plechtig voor ze zich tot haar moeder keerde. “Rafiel heeft mij gisteren gevraagd of ik met hem ga rijden tegen de middag. Wilt u mij over twee uur wekken? Dan kan ik het net halen.”
“Tenzij je nog een half uur in je warme bedje blijft liggen. Wie is Rafiel, trouwens?” plaagde Lucian. “Een van de ongelukkigen of is het serieus?”
Fianna werd bewonderd door verschillende jongens in de buurt en met haar vijftien jaar was ze er goed in ze allemaal teleur te stellen, door stuk voor stuk hun hart te breken. Ze deed het niet eens expres, maar ze hadden allemaal bijzonder hoge verwachtingen van de kleine afspraakjes die ze met hen maakte.
Fianna keek hem onbewogen aan. “Rafiel en ik zijn al een paar keer uit rijden geweest. Ik vind hem aardig.” Ze stak haar kin in de lucht en liep naar de deur.
“Ik zal voor hem duimen.” Lucian knipoogde plagerig naar haar toen ze hem boos aankeek. “Veel plezier, Fi.”
Laatst gewijzigd door Little_Miss_Perfect op 03 nov 2012 18:47, 1 keer totaal gewijzigd.
It's so hard to forget someone who gave you so much to remember. <3
Kelja95
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 16
Lid geworden op: 16 sep 2012 12:44
Locatie: maastricht

Heey,

Hmm leuk stukje=D Ben erg benieuwd waar het verhaal heen gaat en wat die Fata inhoud! Ik heb wel een vraagje: waarom schrijf je stad telkens met hoofdletter?
Lucian stond op het balkon van zijn slaapkamer en keek naar de ontwakende Stad.
Gretig nam hij een hap en keek naar de Stad.
Ik snap dat je bij de Witte Stad een hoofdletter gebruikt maar in deze context lijkt het niet op een naam. ;)

ik ben in ieder geval benieuwd naar de rest van je verhaal!

Xx
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

De titel kwam me heel bekend voor, maar het verhaal niet :roll: en toch weet ik zeker dat ik het eens gelezen heb. Dat is frusterend :P
In elk geval vond ik het leuk om het eerste hoofdstuk te lezen en ik hoop dat je er mee door gaat! Ik vraag me af wat een Fata is en hoe de date van Fianna.. ^_^

Ik zag in de reactie van Kelja dat je met Stad de Witte Stad bedoelde? Ik denk dat je dan beter gewoon Witte Stad kunt schrijven. Nu lijkt het namelijk of de stad gewoon Stad heet ;)

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Little_Miss_Perfect
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 724
Lid geworden op: 27 apr 2012 18:49
Locatie: Mars

Ik heb het veranderd in het documentje, dat verhaal met Stad/stad/dingetje. xd Leuk dat jullie lezen, ik post alleen echt onwijs langzaam, maar dat maakt niet uit, zolang de stukken maar even goed zijn... ;p

Ze liep de keuken uit en hij wendde zich weer tot zijn moeder. “Jeykyl heeft pas zijn Fata al gehad,” zei hij fronsend. Jeykyl was twee weken eerder dan Lucian jarig en was een paar dagen geleden in extase naar hem toegekomen om hem te vertellen dat hij zijn Fata had gekregen. De beruchte opdracht. De levensmissie, die onthuld werd in de weken na de zeventiende verjaardag.
Lucian kon zich herinneren dat hij, toen hij klein was, in de late avond voor het haardvuur zat op de knie van zijn vader, die vertelde over het moment waarop hij zijn Fata kreeg. Zijn zware stem dreunde door de woonkamer terwijl hij vertelde. Lucian kende het verhaal uit zijn hoofd. Zijn moeder was destijds zwanger van hem. Ze was nog vrij jong en kon niet trouwen met degene die hem had verwekt. Lucians vader ontving het bericht dat hij met haar moest trouwen en weigerde; hij dacht er niet over om haar te huwen, dat zou zijn reputatie besmeuren en een schandaal op zijn schouders leggen.
Na een heftige discussie was hij het huis uit gevlucht en was hij ervandoor gegaan op een van de paarden van zijn vader. Diep in het Witte Woud, dat erom bekend stond dat het gevaarlijk en berucht was, ontmoette hij heer Alan, de raadsheer van de koning en koningin van Victory.
Nog nooit had Lucian zijn vader met zoveel overtuiging een verhaal horen vertellen. Heer Alan, een oude grijsaard, had hem gesmeekt met Elena te trouwen. Het kind dat ze droeg, was van prins Althestan. Als uit zou komen dat er een buitenechtelijk kind was, zou het kind kans lopen vermoord te worden.
Lucian slikte een brok in zijn keel weg toen hij dacht aan zijn biologische vader. Er was veel verborgen geschiedenis, weggestopt in boeken, verzwegen voor het oor van de gewone burger. Maar deze geschiedenis ging niet verder dan de vier muren van Lucians ouderlijk huis. Alleen zijn ouders, zijn zus en heer Althestan wisten dat Claus Lucians pleegvader was.
Elena merkte dat Lucian diep in gedachten was en wist wel waar hij aan dacht. “Wat hield zijn Fata in, Lucian?” vroeg ze.
“Wiens Fata?”
Elena glimlachte toegeeflijk. “Die van Jeykyl.”
“O.” Hij moest even nadenken. “Dat heeft hij niet gezegd. Hij zei, dat hij eerst alles even op een rijtje moest zetten.”
Hij liep naar het raam en legde zijn armen op de vensterbank. De stad was ontwaakt en het leven op straat was in volle gang. Vanuit de villa kon je het paleis van heer Althestan zien. Het was een machtig, kolossaal gebouw. Lucian herinnerde zich dat hij, toen hij klein was, altijd vol respect naar het kasteel had gekeken. Op latere leeftijd had hij de geschiedenis ervan geleerd en was zijn beeld veranderd. De pracht en praal hadden een heel andere betekenis gekregen.
Niemand was vlekkeloos.
Niemand.
Dat was iets wat Lucian in de laatste jaren wel had geleerd.
Hij trok met zijn mond en werd overspoeld door onprettige herinneringen en gedachten.
Hij schudde zijn hoofd en draaide zich geïrriteerd om. “Ik ga een wandeling maken,” kondigde hij aan. Zijn moeder had net het brood in de oven gezet en maakte het vuur aan. Toen ze daarmee klaar was, draaide ze zich naar hem toe en knikte.
“Als je rond het middaguur maar terug bent. Je vader zal met ons eten. Daar drong hij op aan, omdat je jarig bent.” Ze glimlachte en pakte twee appels van de fruitschaal en gooide die naar hem toe. “Voor onderweg.”
Hij ving ze handig op en grijnsde. “Dank u, moeder.” Hij gaf haar een knuffel en liep de keuken uit. Even later viel de ijzeren poort met een dreun in het slot. Lucian liep zonder om te kijken over het pad dat over de heuvel liep naar de Stad.

De wandeling leidde Lucian, die zo diep in gedachten was dat hij niet eens merkte waar hij heen liep, naar het havengebied. Hij verbaasde zich er niet over toen hij ineens de schepen in zicht kreeg en glimlachte afwezig.
Hij liep naar een steiger die niet meer in gebruik was en plofte aan het uiteinde ervan neer. Het water was kraakhelder en Lucian kon de zandbodem nog zien op drie meter diepte.
Hij trok zijn sandalen uit en stak zijn voeten in het water. Het was verkoelend, want de zon was warm en broeierig; het beloofde een warme dag te worden.
Peinzend staarde Lucian naar de oever aan de overkant. Daar begon het Witte Woud al. Het bos liep tot de bergen in het noorden, die Victory van haar vijand Vincer scheidden.
Lucian probeerde meteen aan andere dingen te denken. Hij was jarig, vandaag wilde hij niet herinnerd worden aan Victory’s verrotte geschiedenis.
Laatst gewijzigd door Little_Miss_Perfect op 03 nov 2012 18:48, 1 keer totaal gewijzigd.
It's so hard to forget someone who gave you so much to remember. <3
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Hm, wat een aparte levensgeschiedenis als je vader eigenlijk niet met je moeder wilde trouwen en je een halfkind bent van een prins. Daar zal vast nog iets mee gebeuren of met die Fata of door het koninkrijk van Vincer... beloofd spannend te worden.

Leuke dat je de levensmissie een aparte naam hebt gegeven, Fata klinkt mooi.

Ga zo door! Ben benieuwd hoe het verder gaat! :)
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Kelja95
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 16
Lid geworden op: 16 sep 2012 12:44
Locatie: maastricht

Hmm apart :D Benieuwd waar dit verhaal heen gaat! Ben het met Maaike eens: beloofd zeker spannend te worden!

Ff kijken of ik iets kan vinden qua fouten. Yep okee:
“Jeykyl heeft pas zijn Fata al gehad
Pas en al in dezelfde zin? Klinken beetje tegenstrijdig hier.
Lucians vader ontving het bericht dat hij met haar moest trouwen en weigerde; hij dacht er niet over om haar te huwen, dat zou zijn reputatie besmeuren en een schandaal op zijn schouders leggen.
Misschien ''en'' vervangen door ''maar'' in de eerste zin?
Witte Woud
Heb je de stad nog steeds de Witte stad genoemd? Zo ja, dan zou ik iets veranderen anders heb je de witte stad en het witte woud. Of je hebt dat natuurlijk expres gedaan, dat kan ook. :P

Dat was het denk ik wel. ;-) En het maakt niet uit of we lang moeten wachten op je volgende stukjes. Zoals je al zei: zolang ze maar goed zijn. :super

Xx
Little_Miss_Perfect
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 724
Lid geworden op: 27 apr 2012 18:49
Locatie: Mars

@ Kelja, ik ga het zsm veranderen. (: Hier het volgende stukje, kom maar op met de verbeteringen. ;D

Hij bungelde zijn benen heen en weer en sloot zijn ogen tegen de felle zon. Het beloofde een warme dag te worden, de eerste dag van de zomer moest dichtbij zijn.
Een verraste stem haalde hem uit zijn overpeinzingen. “Lucian? Ik dacht dat jij nog in bed lag!”
Olympia. Lucian krabbelde overeind en trok zijn kleren recht. “Hé,” grijnsde hij nonchalant. “Dat lijkt iedereen vandaag te zeggen.”
“Vind je het gek? Jij slaapt gaten in de dag,” lachte Olympia. Ze liep naar hem toe en gaf hem een knuffel. “Gefeliciteerd met je verjaardag.”
Lucian legde zijn handen op haar schouders en duwde haar wat van zich af om haar goed aan te kunnen kijken. “Je bent de eerste die het uit zichzelf zegt.”
“Wist niemand het?” vroeg Olympia verbaasd.
“Ik denk dat ze de zomer in hun hoofd hebben. Fianna was opvallend vroeg uit de veren en mijn moeder staat maar met zo’n droevige, afwezige blik uit het raam te staren. Ik word er bijna bang van.” Lucian maakte haar haren in de war en liet haar los.
“Ik zag haar rijden met Rafiel. Ze lijkt echt gelukkig met hem,” vertelde Olympia.
“Echt? Misschien wordt het dan nog wat,” grapte Lucian. “Ik zie het voor me. Rafiel is een jaar ouder dan ik.”
“Echt waar? Hij lijkt veel jonger,” vond ze. “En hij is zo onweerstaanbaar knap. Hij past perfect bij je zus.”
Lucian keek haar onderzoekend aan en ze begon onverhoopt te blozen. “Kijk niet zo,” zei ze.
Lucian lachte even en gaf haar een plagende duw tegen haar schouder. “Ben je over me heen?”
“Nee,” zei ze, bijna kortaf. Ze was al sinds haar vijftiende stapelgek op Lucian, maar op de een of andere manier voelde hij aan dat hij niet de juiste voor haar was. Ze hadden het er vaak over gehad en Olympia had hem gesmeekt niet meer naar dat gevoel te luisteren, maar dat kon hij niet.
“Het spijt me dat ik erover begon,” verontschuldigde Lucian zich. “Het was niet mijn bedoeling om je te kwetsen.”
“Dat weet ik,” zei ze zachtjes. Ze begon wijselijk over een ander onderwerp. “Heb je Jeykyl al gesproken?”
“Ja,” knikte Lucian. “Hij was in extase toen ik hem de laatste keer sprak.”
“Hij is helemaal van de wereld. Ik sprak hem gisteren nog, maar hij wilde niets los laten. Ik heb wel over horen waaien dat hij over een paar dagen de stad voor een tijdje gaat verlaten,” wist Olympia hem te vertellen. “Wat hij gaat doen, weet ik niet.”
“Echt waar?” Lucian fronste. “Dat moet ik eerst uit zijn mond horen, voor ik dat geloof.”
“Ja, ik ook. Livia kwam met het verhaal,” glimlachte ze. “Het zal ongetwijfeld met zijn Fata te maken hebben.”
“Misschien reist hij af naar district Terra, gezien hij daar vandaan komt,” zei Lucian schouderophalend. District Terra was één van de vier provincies in Victory. De mensen die in dat district woonden of ervandaan kwamen, waren allemaal Aardedragers.
“Misschien wel,” knikte Olympia. Ook zij leek plots diep in gedachten verzonken. “Heb jij al tekens ontvangen?”
Lucian schudde zijn hoofd. “Nee, ik ben net zeventien,” grinnikte hij. “Zo snel zal dat echt niet gaan. En bovendien zijn Waterdragers volgens veel verhalen altijd laat.”
Olympia gaf hem een plagende duw. “En gezien jij een Waterdrager bent...” zei ze met een plagerig lachje.
Lucian knikte met een grijns. “Ben je er vanavond ook?”
“Absoluut. Ik wil het feest van de eeuw niet missen,” grinnikte ze.
“Jij met je feest van de eeuw. De enigen anderen die komen zijn Calden, Livia en Nevaeh.” Even was hij stil. “En Jeykyl natuurlijk.” Jey en hij waren al sinds hun zevende vrienden. Vandaag was het tien jaar geleden dat ze besloten beste vrienden te worden.
De vriendengroep bestond uit mensen uit districten die figuurlijk recht tegenover elkaar stonden. Olympia was een Waterdraagster, Calden en Livia waren Luchtdragers en Nevaeh was een Vuur. Ondanks de tegenstellingen was de groep hecht en was er een bijzondere band, wat uitzonderlijk was, omdat tussen de vier districten vaak conflicten ontstonden. Tientallen jaren geleden was er zelfs een burgeroorlog geweest vanwege de verschillende opvattingen en de uiteenlopende gaven.
En sinds een paar jaar bestonden er ook Blanken. Zij waren nakomelingen van Elementbeheersers die zich niet aan de regels van de natuur hadden gehouden. Ze hadden zich gemengd met mensen uit andere districten dan waar ze thuishoorden en hun kinderen werden geboren zonder Drager van enig element te zijn. Zij waren de laagste groep in de samenleving en iedereen keek op hen neer.
Laatst gewijzigd door Little_Miss_Perfect op 03 nov 2012 18:50, 1 keer totaal gewijzigd.
It's so hard to forget someone who gave you so much to remember. <3
Kelja95
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 16
Lid geworden op: 16 sep 2012 12:44
Locatie: maastricht

Oeh spannend :D Ik ben echt benieuwd hoe dat zit met waterdragers, aardedragers etc. Geeft er zeker een leuke wending aan. Ook ben ik nog steeds benieuwd naar die Fata :P. Wel zielig dat bijna niemand de verjaardag van Lucian herinnerd :(

Verder over de foute: ik zag er geen :super

Op naar het volgende stukje :d:
Little_Miss_Perfect
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 724
Lid geworden op: 27 apr 2012 18:49
Locatie: Mars

Ik vergat trouwens te zeggen, dat ik expres het Witte Woud heb gebruikt. (: Is het storend? Want dan verander ik het gewoon. Moet ik nog wel een goede naam vinden lol. xd
It's so hard to forget someone who gave you so much to remember. <3
Kelja95
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 16
Lid geworden op: 16 sep 2012 12:44
Locatie: maastricht

Hmm, nee niet zo zeer storend. Het viel me gewoon op, maar van mij mag het gewoon blijven staan! ;)
Little_Miss_Perfect
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 724
Lid geworden op: 27 apr 2012 18:49
Locatie: Mars

Haha, oké. :3 Hier volgende stukje. Hopelijk bevalt het. ;p Je mag trouwens altijd met suggesties gooien. Als ze mis zijn, maar het verhaal wel een goede kant op kunnen sturen, kan ik er misschien nog ideeën uit halen, als je snapt wat ik bedoel. (:
Laatst gewijzigd door Little_Miss_Perfect op 19 nov 2012 17:23, 1 keer totaal gewijzigd.
It's so hard to forget someone who gave you so much to remember. <3
MissRolex
Balpen
Balpen
Berichten: 210
Lid geworden op: 04 feb 2012 22:26

Tudum, ben ik ook eens bijgelezen met dit verhaal :D! Die waterdragers, aardedragers enzo doen me denken aan Avatar the last airbender haha xd. Gewoon ook met die elementen enzo :P . Maar dat was ook het enige dat me er deed aan denken :P .
Ik vind het echt een tof verhaal & ik ben nieuwsgierig naar wat Lucians Fata zal zijn :D.

Snel verder!
If you believe you can, and believe it strongly enough, you'll be amazed at what you can do.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Leuk vervolg! Ik ben benieuwd wat Rafiel voor Fata heeft gehad en waarom Fianna daar zo om moet blozen.

Eén stukje snapte ik niet helemaal. Je legt uit dat Blanken kinderen zijn van mensen die met de natuur gespeeld hebben. En dat ze daardoor de kracht van hun ouders niet geërfd hebben. Maar hoe kunnen Fianna en Lucian dan verschillende dragers zijn?

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Little_Miss_Perfect
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 724
Lid geworden op: 27 apr 2012 18:49
Locatie: Mars

Sorry dat ik hier zo lang niets van me heb laten horen. (: Ik heb een winterdip - ook wat schrijven betreft - en wat eruit komt en uiteindelijk op papier wordt gezet, wordt er even hard weer afgehaald. Omdat ik niet goed weet hoe ik verder moet nu, haal ik even het vorige stukje weg. Later zal dan hier gewoon weer het vervolg op het 1-na laatste stukje komen. (:
It's so hard to forget someone who gave you so much to remember. <3
Kelja95
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 16
Lid geworden op: 16 sep 2012 12:44
Locatie: maastricht

Nou... :( Succes met je winterdipje dan maar :P
Little_Miss_Perfect
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 724
Lid geworden op: 27 apr 2012 18:49
Locatie: Mars

Hier dan na een eeuwigheid weer een nieuwe post. :3 Blijkbaar wil mijn winterdip me niet loslaten, dus ik post met enorme tussenpozen. ;c

Lucian trok met zijn mond toen hij daaraan herinnerd werd. Er waren gezinnen kapot gegaan door de grote kloof die tussen Dragers en Blanken was ontstaan. Hij kon nog steeds niet begrijpen dat mensen, terwijl ze de gevolgen wisten, zo stom konden zijn.
“Rafiels ouders hebben een grote paardenstal,” zei Olympia. “Ze bezitten paarden, eenhoorns én pegasi.” Lucian was meteen weer met zijn gedachten in het hier en nu en knikte.
“Ik heb alles al gehoord van Fianna. Hij heeft een half jaar geleden zijn Fata gekregen en hij neemt over twee jaar het bedrijf van zijn ouders over.” Hij lachte scheef. “Ze bezitten verschrikkelijk veel geld en goed.”
“En hij is een Aardedrager, net als je zusje,” grijnsde ze.
Lucian knikte weer. “Ja. Blijkbaar heeft het zo moeten zijn.” Zijn blik gleed naar de kleine vissersbootjes die, na een nacht vissen, weer terug naar de stad kwamen. Het was een kleine anderhalf uur varen naar de open zee, wat verklaarde dat ze nu pas terug kwamen. Het moest bijna lunchtijd zijn.
“Zou jij visser willen zijn?” vroeg Olympia hem, toen ze hem zag staren.
Hij schudde zijn hoofd. “Ik weet het niet. Misschien.” Even was hij stil. “Maar het liefst zou ik hetzelfde doen als mijn vader, maar met mijn kleine gaven is dat onmogelijk...”
“Meester Claus,” zei Olympia in een zucht. “Ik heb je vader altijd al bewonderd. Hij staat zo dichtbij heer Althestan!” Even trok ze een nors gezicht. “Heer Althestan. Ik heb hem nog nooit in levende lijve gezien.”
“Ik ook niet,” loog Lucian, “dus maak je niet ongerust.” Hij lachte haar vrolijk toe en legde zijn hoofd toen in zijn nek om naar de stand van de zon te kijken. Hij had gelijk, het was lunchtijd. Het was tijd om terug naar huis te gaan, wilde hij zijn vader niet mislopen.
“Moet je al gaan?” zei Olympia, die zijn blik had gezien.
Hij knikte. “Ja, mijn vader eet vanmiddag met ons,” legde hij uit. “Vanwege mijn verjaardag.” Hij haalde een van de appels uit zijn zak en duwde die in Olympia’s handen.
Ze wipte van haar ene been op haar andere. “Zal ik vanavond komen helpen met het versieren?” stelde ze voor.
Lucian schudde zijn hoofd. “Bedankt voor het aanbod, maar we hebben genoeg hulp. Jeykyl komt ook helpen, dus we zijn met vijf man.”
“Oh, oké,” knikte Olympia. “Tot vanavond, mocht ik je vandaag niet meer tegenkomen.” Ze sloeg haar armen om hem heen en gaf hem een kus op zijn wang. Hij deed hetzelfde en gaf haar ook de andere appel, gezien hij toch geen trek meer had.
“Alsjeblieft.” Hij keek haar aan en nam het paarse vlechtje in haar haren tussen zijn vingers. “Tot vanavond.”
Olympia knikte, plotseling niet meer in staat iets te zeggen, en glimlachte.
Hij liet haar los en draaide zich om, om zijn schoenen aan te trekken.
“Als je mijn hulp nodig hebt,” zei Olympia nog, “weet je me vast wel te vinden.”
Lucian knikte met een glimlach en begaf zich toen op weg naar huis.

De straten waren overvol, zoals altijd op dit uur. Lucian had moeite zich een weg te banen door de mensenmenigte die of op weg was naar de markt of weer op weg naar huis. Het ene moment liep Lucian met de stroom mee, het andere moment had hij het idee dat iedereen van plan was in tegengestelde richting te lopen.
Hij was blij toen hij uiteindelijk via een van de vele, smalle steegjes kon ontsnappen. Opgelucht liep hij naar de hoofdstraat, die naar het paleis leidde. Nietsvermoedend stapte hij de straat op, maar het volgende moment ging er een scherpe pijn door hem heen en werd hij aan de kant geslingerd.
Het gehinnik van een nerveus paard klonk scherp in zijn oren. Versuft wreef hij langs zijn voorhoofd en probeerde overeind te komen.
Er viel een schaduw over hem heen. “Het spijt me geweldig,” klonk een bekende stem. “Heb je je pijn gedaan?”
“Nee, het gaat wel,” mompelde Lucian. Eigenlijk had hij zich wel pijn gedaan; zijn hoofd bonsde, hij was met zijn hoofd tegen een muur geklapt en hij had het gevoel dat er een mes in zijn rug was gezet.
Hij greep de uitgestoken hand van de persoon voor zich vast en trok zich omhoog. Pas toen hij de omgeving om zich heen weer scherp had, drong tot hem door wie hij voor zich had. Hij sperde zijn ogen wijd open en deinsde achteruit.
“Rustig maar,” lachte de man achter het zwarte harnas. Hij had zijn vizier naar beneden geslagen en Lucian kon zijn gezicht niet zien. Zijn stem kwam hem bekend voor, als die van heer Althestan.
“Heer Ceneric?” vroeg hij ongelovig. Nu pas zag hij de vier ruiters die hen op de achtergrond in de gaten hielden; bewakers. Hij had de heerser van Vincer tegenover zich. De gevreesde vijand. Heer Althestans broer.
“Hoe raad je het zo,” klonk de wat minder vriendelijke stem van de man. “Sorry dat ik je ondersteboven reed. Heb je geen verwondingen?”
“Nee, dat valt volgens mij wel mee.” Verward schudde Lucian zijn hoofd.
Heer Ceneric sloeg zijn vizier op zodat hij Lucian wat beter aan kon kijken. “Ik zag je niet aankomen. Waar kwam je zo snel vandaan?”
Lucian wees met zijn duim over zijn schouder. “Die steeg... De weg was erg druk.” Hij deed moeite zijn verwondering over de verbazingwekkende gelijkenis met heer Althestan te verbergen en probeerde te glimlachen. Hij had heer Ceneric nog nooit in levende lijve gezien.
“Ah,” knikte heer Ceneric. “Wel, ik ben blij dat je je niet bezeerd hebt.”
Lucian knikte. “Het is niet erg.” Zijn ogen kruisten die van de vorst en de blik die in heer Cenerics ogen lag, deed Lucian bevriezen. Hij deed een stapje achteruit en wreef nog eens langs zijn voorhoofd.
Nieuwsgierige omstanders bleven staan, maar toen heer Ceneric zich weer omdraaide en naar zijn paard liep, week de kleine menigte uiteen en deed iedereen alsof er niets aan de hand was.
Zelfs Lucian kon de spanning voelen en vroeg zich af hoe heer Ceneric dat opvatte. Maar die sloeg zijn vizier naar beneden en beklom zijn paard weer. De ruiters spoorden hun paarden weer aan en reden verder, maar heer Ceneric draaide zich nog even naar Lucian en stak ietwat stijfjes zijn hand op.
Lucian vergat hem terug te groeten en bleef vertwijfeld staan. Was deze man nu degene waar heel Victory voor huiverde? Hij leek Lucian op het eerste gezicht zelfs aardig! Wat gekrenkt misschien, maar absoluut geen wrede vorst.
Heer Ceneric nam weer een statige houding aan en negeerde de vijandige blikken om zich heen. Hij gaf zijn paard de sporen en reed voor de soldaten uit, verder naar het paleis.
It's so hard to forget someone who gave you so much to remember. <3
Little_Miss_Perfect
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 724
Lid geworden op: 27 apr 2012 18:49
Locatie: Mars

Nu ik toch bezig ben kan ik er gelijk wel eentje achteraan gooien. xd

Onwillekeurig moest Lucian aan zijn vader denken. Meester Claus... Hij zou vast wel weten wat er aan de hand was. Lucian besloot ernaar te vragen tijdens de lunch vanmiddag.
De mensen gingen voor hem aan de kant toen hij verder stapte, naar de villa. Hij merkte niet eens dat hij werd nagestaard; hij was diep in gedachten. Als heer Ceneric had geweten wie hij voor zich gehad had... was het slecht afgelopen.
Lucian begon een beetje te beseffen wat voor gevaar voor hem had gestaan. Hij wist niet zeker of heer Ceneric wist van het buitenechtelijke kind van zijn broer. Het zou wel veel verklaren...
Lucian legde de verschillende puzzelstukjes van de geschiedenis van Victory’s koninklijke prinsen en prinses bij elkaar terwijl hij terug naar huis liep, maar hij kwam er niet uit. Er waren teveel onbeantwoorde vragen, teveel dingen die niet waren ingevuld.
Het hek kraakte onwillig toen het werd opengeduwd. Het was oud en verroest, net als de rest van de antieke villa, die toebehoorde aan Claus’ voorouders. Maar ondanks zijn ouderdom was het huis koel in de zomer en knus in de winter, bestand tegen de heftige herfststormen en de lenteregens.
Lucian liep over de binnenplaats naar de trap die naar de galerij leidde. De deuren naar de hal stonden wijd open en de vrolijke, melodieuze stem van Fianna werd meegevoerd door de zachte bries.
Hij glimlachte. Zelfs van deze afstand kon hij horen dat ze opgewonden was over iets dat ze tijdens haar rit met Rafiel had gezien.
Met twee treden tegelijk nam hij de trap en stapte de hal binnen. Hij ving nog net de uitbundige laatste woorden van Fianna op. “... ik heb nog nooit zo’n mooi paard gezien, mama. Het was een vurige, zwarte hengst met manen tot op de grond. Precies wat ik me bij heer Ceneric voorstelde.”
Lucians nekharen gingen recht overeind staan. Gealarmeerd stapte hij de woonkamer binnen. “Heer Ceneric?” viel hij met de deur in huis.
Fianna zat op de bank. Haar normaal keurig verzorgde haar zat volledig in de war en op haar wangen lag een vuurrode blos. Op de armleuning, bijna tegen haar aan, zat de knappe, goedgebouwde Rafiel. Hij had zijn hand op Fianna’s schouder gelegd en keek met een aparte blik in zijn ogen naar haar. Het viel Lucian meteen op, dat ze rustig werd van zijn aanraking en haar best deed haar opwinding wat te temperen.
“Lucian,” glimlachte Elena. Haar witte, slanke handen rustten op de snaren van haar harp, maar ze was niet ontspannen.
“Hallo, moeder.” Hij knikte naar haar en wendde zich toen tot Fianna. “Heb jij heer Ceneric gezien?”
“Ja! Van een afstandje, dat wel,” knikte ze. “Hij had een heel gevolg bij zich. Zeker vier bewakers.”
Lucian fronste. “Dat weet ik. Ik heb ze ook gezien.” Even zweeg hij. “Hij was op weg naar het paleis van heer Althestan.”
“Hoe weet je dat?”
“Ik was in de hoofdstraat,” legde Lucian uit. Even wierp hij een steelse blik op zijn moeder en zei toen: “Hij heeft me ondersteboven gelopen. Ik lette niet op waar ik liep.”
Elena kwam abrupt overeind en de sfeer in het huis sloeg om. “Heb je je pijn gedaan?” vroeg ze gealarmeerd. “Heeft hij...”
Haar blik ging naar Rafiel. Hij was duidelijk verrast door haar onverwachte uitbarsting. Blijkbaar had Fianna voor eens in haar leven haar verstand gebruikt en Rafiel – nog – niets verteld over de familierelaties.
“Er is niets gebeurd, moeder,” stelde Lucian haar gerust. “Hij wist niet wie ik was.”
Rafiel wist duidelijk niet helemaal waar het over ging en fronste verward. “Hoe zou heer Ceneric moeten weten wie jij bent? En waarom mag hij het niet weten?” kwamen toen de onvermijdelijke vragen.
Er viel een gespannen stilte. Elena beet nerveus haar lippen op elkaar en keek uit het raam, Fianna schoof heen en weer op haar stoel. Uiteindelijk besloot Lucian het maar zelf te vertellen. Hij schraapte zijn keel. “Heer Ceneric is mijn oom.” Het was zo onwerkelijk om te zeggen dat hij er zelf een beetje van schrok.
“Wat zeg je daar?” vroeg Rafiel ongelovig. “Claus is...”
“Nee,” onderbrak Elena hem nerveus. “Heer Althestan is Lucians vader. Niet Claus.” Ze zat in een gejaagde houding op de kruk voor de harp, haar vingers waren zo strak om het gelakte hout geklemd dat haar knokkels wit waren.
Rafiel zweeg ontzet en er viel een zware stilte over de woonkamer. Fianna speelde met de kwastjes van de sjaal om haar hals alsof dat het enige interessante in de kamer was, Elena keek naar buiten.
Niemand kwam in beweging toen de poort dichtsloeg en niemand keek op toen Claus even later de woonkamer binnenstapte.
Zijn aanwezigheid vulde meteen de hele ruimte en Lucian schrok toen hij zijn keel schraapte. “Wat hangt hier een bedompte sfeer. En het is nog wel Lucians verjaardag,” klonk zijn bronzen stem.
It's so hard to forget someone who gave you so much to remember. <3
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ohoh, is het wel verstandig dat de vriend van Fianna weet van het aloude familie geheim. Dat gaat vast voor nare gebeurtenissen zorgen in de toekomst :roll:

Leuk vervolg weer! Ik kijk uit naar de rest van het verhaal :D
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Little_Miss_Perfect
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 724
Lid geworden op: 27 apr 2012 18:49
Locatie: Mars

Ik vraag me af waar de rest van mijn lezers is? ;c Of durven ze niet te reageren? >3

Fianna stond op. “Heer Ceneric is in de stad, vader,” zei ze zachtjes. “Hij heeft een aanvaring gehad met Lucian.”
Claus fronste zijn wenkbrauwen en keek naar zijn zoon. “Oh ja? Was jij dat?” Hij glimlachte. “Ik hoorde hem wel praten over een jongen die hij ondersteboven had gereden, maar ik wist niet dat jij dat was.”
“Hij gelukkig ook niet,” merkte Lucian op. “Als hij had geweten dat ik zijn neefje ben, was ik nu dood.”
Claus’ glimlach vervaagde en hij keek hem ernstig aan. “Hij zei dat je iets bekends over je had. Als ik geweten had dat jij het was geweest, had hij mij zo door gehad.”
“Waarom is hij hier, vader?” vroeg Fianna. Ze wriemelde nerveus met haar vingers. “Hij komt nooit in Victory.”
Claus wreef langs zijn voorhoofd en slaakte een vermoeide zucht. “Ach...” Zijn hand viel slap in zijn schoot. “Heer Ceneric wil vrede sluiten met zijn broeder. Na al die jaren!” Hij lachte schamper. “Ik geloof er niets van.”
Even hing er een verbaasde stilte in de kamer.
“Ik ook niet,” liet Lucian zich toen boos ontvallen. “Ze hebben al onenigheid zo lang ik me kan herinneren, en nu wil heer Ceneric plotseling vrede sluiten?”
Elena kwam plotseling overeind. Haar ogen glinsterden. “Dat is slechts een goed punt, Lucian. We zullen afwachten wat er gaat gebeuren. Althestan is alert genoeg om op tijd alarm te slaan als er iets mis is.”
“Ik denk niet, dat het zo makkelijk is, Elena. Heer Althestan was verblind door vreugde toen zijn broer hem de hand wilde schudden. Ik ben bang dat hij straks niet meer helder kan denken.” Claus stond ook op en liep naar het venster. Hij staarde, leunend tegen de muur, naar het machtige paleis. “Heer Ceneric is iets van plan en ik vind het vervelend en gevaarlijk dat ik mijn vinger niet kan leggen op wat hij precies wil gaan doen.”
Lucian stond op en liep naar zijn vader. “Hij lijkt erg op heer Althestan, vader. Ik heb hem in de ogen kunnen kijken, hij durfde zijn vizier naar mij op te slaan. De gelijkenis is verbazingwekkend.”
“Dat weet ik. Dat is ook wat me verontrust. Op het eerste gezicht lijkt hij vriendelijk, maar onder dat masker ligt de geniepigheid van een giftige slang.” Claus trok zijn mond in een halve grijns. “Vandaar dat hij zo op heer Althestan lijkt.”
“Althestan is niet zo,” kwam het bijzonder felle antwoord van Elena. “Hij is heel anders.”
“Dat is wat iedereen denkt, inderdaad,” knikte Claus. “Maar ieder mens heeft een zwarte kant. Ook heer Althestan.”
Lucian beet zijn lippen op elkaar. Niemand is vlekkeloos, herhaalde hij in gedachten. Niemand. “En nu?”
Claus schokschouderde en wreef door zijn grijsblonde haar. “Althestan heeft ons naar huis gestuurd. Hij wil rustig met Ceneric kunnen spreken. Het staat me niets aan, maar orders zijn orders.” Hij stond op en stapte naar Elena toe. Een warme rilling gleed Lucian over de rug toen zijn vader zijn armen om zijn moeder heen sloeg en haar even tegen zich aan drukte. Hij fluisterde zacht iets in haar oor en liet haar toen los. Hij draaide zich weer om en zei: “Zullen we gaan eten? Er komen verrukkelijke geurtjes uit de keuken.”
Terwijl de rest van de familie naar de keuken liep, bleef Lucian staan. Toen Rafiel wilde passeren, greep hij zijn pols stevig vast en trok hem naar zich toe. “Je moet me beloven dat, wat je vandaag hier thuis hebt gehoord, ook tussen deze vier muren blijft,” zei hij zacht. “Hoe minder mensen ervan weten, hoe beter.”
Rafiel leek te twijfelen en beet zijn lippen op elkaar. Na enig aarzelen knikte hij plechtig. “Het blijft tussen ons.”
Lucian kon aan hem merken dat hij het nieuws nog niet helemaal had verwerkt, en daarom liet hij er nog op volgen: “Er is een grote kans dat heer Ceneric mij en mijn hele familie uit zal moorden als hij erachter komt dat ik besta, snap je? Het is van levensbelang. Het is zeventien jaar verborgen gebleven en dat willen we nog even zo houden.”
“Waarom is je moeder destijds niet met heer Althestan getrouwd?” waagde Rafiel te vragen.
“Ken jij je geschiedenis niet goed? Zeventien jaar geleden werd Ceneric onterfd,” zei Lucian zachtjes. “Zeventien jaar geleden begon het conflict. Rond mijn geboorte. Als heer Althestan in die tijd was getrouwd, zou ik hier niet tegenover je staan.”
It's so hard to forget someone who gave you so much to remember. <3
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ik geloof die belofte niet :O Volgens mij licht ie straks een tipje van de sluier en ik geloof ook niet dat Ceneric 'zomaar' even vrede komt sluiten.

Ga zo door! Ik ben benieuwd :)
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Little_Miss_Perfect
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 724
Lid geworden op: 27 apr 2012 18:49
Locatie: Mars

Na een 'paar' dagen weer een post. :3 Sorry dat het zo lang duurde, maar het lijkt erop dat ik nu ook in dit verhaal zit en weer helemaal meegesleept word. Veel leesplezier, ik hoop dat het bevalt!

Rafiel knikte zwijgend. Lucian liet zijn pols los en deed een stapje achteruit. “Ik reken op je.”
“Kan ik het echt tegen niemand zeggen?” vroeg Rafiel met een wat moeilijk gezicht. “Ik weet niet of me dat wel lukt.”
Lucian fronste en vroeg zich af of het wel een goed idee was, dat Rafiel hun geheim, dat ze zo lang krampachtig verborgen hadden gehouden, ter oren had gekregen. “Ik zou maar zorgen dat het lukt, anders is het niet alleen ons leven, maar ook dat van jou,” zei hij. Tegelijk besefte hij dat hij nu wel heel dreigend overkwam en daarom voegde hij eraan toe: “Je hebt geen idee waar Ceneric toe in staat is. De verhouding die tussen Vincer en Victory bestaat, hangt al aan een zijden draadje. Er hoeft maar iets te gebeuren en we liggen onderuit. Allemaal.”
“Lucian, Rafiel, het eten staat al op tafel,” riep Elena vanuit de keuken. “We wachten op jullie.”
Rafiel bleef staan, zijn handen in elkaar gewrongen.
“Als je er met iemand over wilt praten, heb je altijd Fianna nog. Zij weet er ook van.” Lucian keek hem even doordringend aan en liep toen naar de keuken.

Toen iedereen genoeg had gegeten en de tafel was leeggeruimd, kwam Rafiel plotseling met een opmerkelijke vraag.
“Heer Claus,” begon hij en hij schraapte zijn keel. Even ging zijn blik naar Fianna. “Ik wil u vragen of ik onder vier ogen met u kan spreken.”
Claus trok een wenkbrauw op. “Oh ja? Waar gaat het over?” Hij klonk bijna bedreigend serieus, maar Lucian ontdekte de pretlichtjes in zijn ogen en had een vermoeden dat zijn vader al wist waar het over zou gaan.
Rafiel leek even te aarzelen en zei toen: “Het gaat over mijn Fata.”
“Ah,” knikte Claus. “Wel, ik ga zo eerst met Lucian een wandeling maken. Daarna kan ik wel even met je praten. Je vindt het vast niet erg om je nog langer met Fianna op te houden?”
Rafiels gezicht vertrok zich in een scheve glimlach en Fianna bloosde allerliefst. Claus grinnikte. “Dat dacht ik al.” Hij stond op. “Lucian, ik wil je graag je verjaardagscadeau laten zien.”
Lucian grijnsde breed. “Met alle genoegen,” zei hij terwijl hij opstond. “Redt u het verder zo, moeder?”
Elena knikte. “Ja, natuurlijk.” Ze glimlachte. “Veel plezier!”
Even later stapten Lucian en zijn vader de weg op naar de stad. “Je vertelde me een tijd geleden dat je een paard wilde net als heer Althestans Fira,” merkte Claus op. “Dat heb ik goed onthouden en ik heb heer Ronix ingelicht over de eisen die je gesteld had.”
“Eisen,” grinnikte Lucian. “Ik heb alleen gezegd dat het een pegasus moest zijn die precies op Fira zou lijken.”
“Juist. Daarom heb ik bij heer Ronix haar broertje besteld,” knikte zijn vader. “Het veulen heeft dezelfde ouders als Fira. Het is nu één jaar. Ik heb eerst heer Ronix gevraagd of je het zelf af mocht richten, maar voor het gemak heeft hij het al zadelmak gemaakt, als cadeautje.” Hij glimlachte. “Het paard is ook een beetje een cadeau van heer Althestan. Je wordt tenslotte maar eens in je leven zeventien.”
Ze bereikten de stallen van heer Ronix. Zelfs toen ze de poort nog niet door waren, kon Lucian het gehinnik van de paarden horen. Enthousiast liet hij de klopper op het droge hout van de poort vallen.
“Eén moment!” klonk de zware, dreunende stem van heer Ronix. De grendels werden weggehaald en een plank viel op de grond. “Je bent hier nooit zeker van de veiligheid van je tenen, of wel soms, Darren?” mopperde heer Ronix. Hij trok de poorten open. “Welkom, Claus. Ik verwachtte je al.”
Lucian ging op zijn tenen staan en keek naar de ruime binnenplaats. Sommige paarden stonden nieuwsgierig naar de poort te kijken, hun hoofden over de deur van de box. Stuk voor stuk zagen ze er gezond en sterk uit; mooie, strijdlustige paarden. Lucian wist dat heer Althestan hier altijd zijn strijdpaarden vandaan haalde als er paarden waren gesneuveld.
“Lucian,” zei Ronix tevreden, “ik zie dat het je bevalt. Ik weet zeker dat Kehíla je zal bevallen.” Hij streek langs zijn lange, warrige baard en knikte nog eens. “Volg mij maar.”
Ze liepen over het knerpende grint de binnenplaats over. De paarden hinnikten, vragend om aandacht. Lucian streek er verscheidene over de neus, maar was te nieuwsgierig naar Kehíla om meer aandacht aan ze te geven.
Ronix sloeg de hoek om en bleef stil staan voor een aparte weide. Er stond maar een paard in. Het was een schitterende, witte hengst met lange, wapperende manen. Heel even dacht Lucian dat hij Fira voor zich had, de merrie van heer Althestan.
“Wauw,” mompelde hij. Hij deed een paar stappen naar het hek toe en stak zijn hand uit. Helemaal onder de indruk staarde hij naar het schitterende dier. Het had de vleugels tegen zijn flanken gedrukt, maar zelfs nu rijkten de uiteinden ervan haast op de grond.
Lucian klakte met zijn tong en verweet zichzelf dat hij niets in zijn zak had om het dier te geven. Maar al snel bleek dat hij zich daar geen zorgen over hoefde te maken; Kehíla was nieuwsgierig genoeg om zelf naar hem toe te lopen.
It's so hard to forget someone who gave you so much to remember. <3
Little_Miss_Perfect
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 724
Lid geworden op: 27 apr 2012 18:49
Locatie: Mars

Lezen er nog mensen mee? Anders kan ik beter stoppen met posten hier. (:
It's so hard to forget someone who gave you so much to remember. <3
MissRolex
Balpen
Balpen
Berichten: 210
Lid geworden op: 04 feb 2012 22:26

Ja, ik ben weer bijgelezen. Ik heb een paar stukjes gemist, daarom dat ik geen reactie plaatste :unsure. Maar goed, ik lees dus weer mee :angel. Dus niet stoppen met posten hoor! Snel verder :D
If you believe you can, and believe it strongly enough, you'll be amazed at what you can do.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ik lees ook nog mee ^_^ Plus er zijn een heleboel mensen geloof ik die wel lezen maar niets plaatsen. Dus zolang de teller van "aantal keer bekeken" stijgt, gewoon blijven posten :P

Mooi paard! Geeft echt een extra fantasie tintje aan je verhaal doordat het een pegasus is ^_^ Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Sapientia
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 19 dec 2012 18:35

Hier ook een lezer! En ik zou graag willen dat je verder schrijft :)
Was benieuwd of je het woord district van de hongerspelen hebt gebruikt, daar moest ik namelijk direct aan denken.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Hey, ik lees mee hoor. Geen zorgen, wat een verhaal zeg. Echt er zit zoveel fantasie in, ik hou er van. Sorry ik weet verder niks te zeggen alleen dat het super is en dat je zsm verder moeten gaan!
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”