De reis van Tav

Reizen naar verre landen en vreemde beschavingen. Is de reis belangrijk of juist de bestemming? Laat je meeslepen met de heldhaftige personages.
Plaats reactie
Fenn.
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 27
Lid geworden op: 06 apr 2013 10:47

Dit is een begin van een verhaal waar ik aan werk. Compleet anders dan wat ik normaal doe, maar ik vind het wel heel leuk! Tips en verbeterpuntjes zijn altijd welkom! Complimentjes natuurlijk ook :P . (verbeterd met verbeterpuntjes van Blieje.)

Vreni ademde door haar neus in en door haar mond uit. Ze probeerde zichzelf te kalmeren, tot nu toe zonder enig effect, voor de gevaarlijke tocht die ze straks zou afleggen met Thomas. Ze herhaalde de stappen nog een keer in haar hoofd.
‘Je wacht op me, bij de door mos gecamoufleerde steen naast de Doodsrivier.’ Zei Thomas, terwijl ik voorzichtig had gekinkt als teken van begrip. ‘Dan neem ik de wapens mee en heb jij het proviant bij je.’
Vreni legde voorzichtig en vrijwel geluidloos, zoals ze altijd is, haar hand op de mand met eten naast haar.
‘Vervolgens zullen we langs de rivier stroomafwaarts lopen, naar Mulvadoor. Het zal een gevaarlijke tocht worden, vol rovers had en andere hindernissen.’ Alweer had Vreni alleen maar geknikt. Thomas zuchtte diep, en zei: ‘Tot morgen dan Tav. Wanneer ook het laatste avondrood in de hemel verandert in een donkere vlakte, zal ik er zijn. Wees op tijd.’ Hij had zich omgedraaid en was weggelopen terwijl Vreni hem enkel nastaarde.
Thomas is eigenlijk niemand minder dan een vreemde voor Vreni. Maar hij is altijd aardig tegen haar geweest, zonder dat ze elkaar echt hadden gesproken. Ze heeft hem nodig, om haar vader te bevrijden uit de duistere handen van de koning van Mulvadoor. Thomas is pas 15 maar nu al een van de beste ridders uit hun streek, Orinkron, en aangezien haar vader een belangrijk man is in Orinkron, is het ook van groot belang hem terug te vinden. De raadsmannen uit Orinkron hadden Thomas aangewezen om hem te bevrijden. Vreni had het goedgekeurd, onder de voorwaarde dat ze mee mocht. En nu zat ze hier, terwijl het laatste avondrood veranderde in een donkere vlakte, te wachten op Thomas om hun reis te beginnen.

Geritsel haalde Vreni uit haar gedachten. Behendig pakte ze met één beweging de mand met eten en gaat ze geruidsloos achter de met mos bedekte steen zitten. Als het goed is, kon niemand haar nu zien. Haar hart bonkte in haar keel en ze zag een schaduw dichterbij komen. Het was al lang donker en ze zit al voor haar gevoel een eeuwigheid te wachten op Thomas. Toen was de schaduw opeens weg. Terwijl ze gespannen omzich heen keer liet een plotselinge hand op haar schouder lhaar zo schrikken dat ze zich vliegensvlug omdraaide en degene aan wie de hand vast zat met ruw geweld op de mossteen drukte.
‘Ik ben het maar.’ Fluisterde Thomas. Vreni liet hem los en keek hoe zijn silhouet in het donker over zijn pijnlijke schouder wreef.
‘Wel een mooie actie moet ik toegeven. Kom op Tav, laten we gaan.’ Hij pakte haar bij haar arm en samen liepen ze zwijgend langs de rivier.
Tav, zo had Thomas haar genoemd omdat ze had gezwegen toen hij haar naar haar naam vroeg. Het was een afkorting voor Tavshed, stilte in het Deens. Ze kon een kleine glimlach op haar gezicht niet onderdrukken terwijl ze keek naar hoe Thomas voor haar behulpzaam takken aan de kant duwde. Ze voelde zich eigenlijk wel op haar gemak bij hem. Hij is anders dan andere jongens. Hij vroeg niet waarom ze zo stil was, hij vroeg niet naar haar verleden, hij praatte alleen maar zonder antwoord te verwachten en scheen het niet erg te vinden ook. En het fijnst vond ze nog dat ze zonder bezwaren mee mocht met hem op zoek naar haar vader. Hij had de raadsmannen beloofd haar koste wat het kost te beschermen en had om te bewijzen dat hij het meende een arm om haar heen gelegd. Ja, Thomas was anders dan andere jongens.
Vreni versnelde haar pas en ging weer naast hem lopen.
‘Heb je het koud?’ Vroeg hij.
‘Ja.’
Thomas was blijkbaar geschrokken bij het horen van haar stem, want hij bleef een poosje stil voordat hij dichter naast haar ging lopen en zei: ‘Het komt goed Tav, we gaan je vader vinden. Ik beloof het je. En ik maak al m’n beloftes waar.’
‘Ik ben Vreni.’ Zei ze.
‘Weet ik,’ Zei Thomas, ‘Ik vind Tav gewoon meer bij je passen.’
Ze liepen verder. Het was al diep in de nacht en Vreni was doodop. Maar Thomas zag er niet uit alsof hij wilde rusten.
‘Thomas?’ Zei ze. ‘Kunnen we niet hier de rest van de nacht doorbrengen? Ik kan niet meer.’
Ze hoorde Thomas zuchten. Ook al probeerde hij het zacht te doen, het ontging Vreni niet.
‘Prima.’ Antwoordde hij. ‘Leg de mand met eten maar neer onder een struik uit het zicht van rovers en buiten bereik van dieren. Leg er desnoods een deken van bladeren overheen.’
Vreni slaakte een zucht van blijdschap en deed gauw wat haar gevraagd werd. Terwijl ze wat bladeren bij elkaar zocht voor een ‘bed’, luisterde ze naar de geluiden in het bos. Het zachte geritsel van de bladeren. Het kibbelen van de rivier. Hier en daar gekraak van takken door de dieren in het bos. Thomas lag al op de grond tegen een boom aan. Vreni legde haar bladerbed ernaast en ging naast hem zitten.
‘Waarom wilde je mee?’ Vroeg Thomas.
‘Waarom stemde je toe?’
Thomas zweeg kort, verschoof zijn rechterbeen iets meer naar Vreni toe. ‘Omdat ik wilde dat je meeging. Ik wilde deze reis niet alleen maken. En als jij toch mee wilde, dus waarom niet?’
‘Juist.’ Zei Vreni. Ze zeiden niets, en keken allebei naar de rivier. Zover Vreni dat kon zien aan hem.
‘Ik weet waarom ze je vader hebben meegenomen.’
‘Ik niet.’
‘Wil je het weten?’
‘Nee.’ Vreni legde haar hoofd op Thomas zijn schouder. ‘Ik wil niet weten waarom hij werd opgehaald door de ridders van Mulvadoor. Hij wist dat het zou gebeuren, maar heeft me niks gezegd. Net als..’ Vreni slikte even. ‘Ik wil niet weten waarom hij me heeft achtergelaten. Ik wil dat hij het mij zelf verteld.’
‘Het komt wel goed. Morgen zullen we het Sluikmoeras aan de overkant moeten doorbaden. Dat gaat moeilijk worden, maar als we met z’n tweeën elkaar helpen, moet het lukken.’
Vreni knikte, realiseerde zich toen dat Thomas dat niet kon zien en wilde net wat zeggen toen zij en Thomas plotseling een mes onder hun keel gedrukt kregen.
Laatst gewijzigd door Fenn. op 05 mei 2013 16:55, 3 keer totaal gewijzigd.
Falling is just like flying, but with a final destination
Blieje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1444
Lid geworden op: 02 apr 2013 22:57

Leuk verhaal, alleen een paar dingetjes:

de gevaarlijke toch = tocht

terwijl ik voorzichtig had gekinkt = geknikt

stroomafwaards = stroomafwaarts

zuchtte diep, en zei = geen komma

Vreni had het goed gekeurd = goedgekeurd

geruidsloos = geruisloos

Als het goed is, kan niemand haar nu zien. = kon niemand haar nu zien, het verhaal is in de verleden tijd geschreven, dus dan moet deze zin ook in de verleden tijd.

vliegendsvlug = vliegensvlug

Hij pakte haar bij der arm = bij haar arm

Ze keek naar hoe Thomas voor haar behulpzaam takken aan de kant duwde. = terwijl Thomas behulpzaam takken voor haar aan de kant duwde.

Ze voelt zich eigenlijk wel op haar gemak bij hem. Hij is anders dan andere jongens. = beide zinnen in verleden tijd

ten koste wat het kost = ten kan weg

Verder prima geschreven! :super Ben benieuwd naar een volgend stukje!

Groetjes Blieje
Het laatste contact is altijd het zwaarste.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Leuk begin van je verhaal! Ik vind de namen, zoals de doodsrivier leuk bedacht. Geeft zulke verhalen toch net wat extra's :)

Ben benieuwd waar het heen gaat. Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Sil
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 16
Lid geworden op: 27 jun 2013 16:19

Fenn. schreef:Dit is een begin van een verhaal waar ik aan werk. Compleet anders dan wat ik normaal doe, maar ik vind het wel heel leuk! Tips en verbeterpuntjes zijn altijd welkom! Complimentjes natuurlijk ook :P . (verbeterd met verbeterpuntjes van Blieje.)

Vreni ademde door haar neus in en door haar mond uit. Ze probeerde zichzelf te kalmeren, tot nu toe zonder enig effect, voor de gevaarlijke tocht die ze straks zou afleggen met Thomas. Ze herhaalde de stappen nog een keer in haar hoofd.
‘Je wacht op me, bij de door mos gecamoufleerde steen naast de Doodsrivier,’ zei Thomas, terwijl ik voorzichtig had geknikt als teken van begrip. ‘Dan neem ik de wapens mee en heb jij het proviand bij je.’
Vreni legde voorzichtig en vrijwel geluidloos, zoals ze altijd was, haar hand op de mand met eten naast haar.
‘Vervolgens zullen we langs de rivier stroomafwaarts lopen, naar Mulvadoor. Het zal een gevaarlijke tocht worden, vol rovers en andere hindernissen.’ Alweer had Vreni alleen maar geknikt. Thomas zuchtte diep, en zei: ‘Tot morgen dan Tav. Wanneer ook het laatste avondrood in de hemel verandert in een donkere vlakte, zal ik er zijn. Wees op tijd.’ Hij had zich omgedraaid en was weggelopen terwijl Vreni hem enkel nastaarde.
Thomas is eigenlijk niemand minder dan een vreemde voor Vreni. Maar hij is altijd aardig tegen haar geweest, zonder dat ze elkaar echt hadden gesproken. Ze heeft hem nodig, om haar vader te bevrijden uit de duistere handen van de koning van Mulvadoor. Thomas is pas 15 maar nu al een van de beste ridders uit hun streek, Orinkron, en aangezien haar vader een belangrijk man is in Orinkron, is het ook van groot belang hem terug te vinden. De raadsmannen uit Orinkron hadden Thomas aangewezen om hem te bevrijden. Vreni had het goedgekeurd, onder de voorwaarde dat ze mee mocht. En nu zat ze hier, terwijl het laatste avondrood veranderde in een donkere vlakte, te wachten op Thomas om hun reis te beginnen.

Geritsel haalde Vreni uit haar gedachten. Behendig pakte ze met één beweging de mand met eten en ging ze geruidsloos achter de met mos bedekte steen zitten. Als het goed was, kon niemand haar nu zien. Haar hart bonkte in haar keel en ze zag een schaduw dichterbij komen. Het was al lang donker en ze zat voor haar gevoel al een eeuwigheid te wachten op Thomas. Toen was de schaduw opeens weg. Terwijl ze gespannen om zich heen keek, liet een plotselinge hand op haar schouder haar zo schrikken dat ze zich vliegensvlug omdraaide en degene aan wie de hand vast zat met ruw geweld op de mossteen drukte.
‘Ik ben het maar,' fluisterde Thomas. Vreni liet hem los en keek hoe zijn silhouet in het donker over zijn pijnlijke schouder wreef.
‘Wel een mooie actie moet ik toegeven. Kom op Tav, laten we gaan.’ Hij pakte haar bij haar arm en samen liepen ze zwijgend langs de rivier.
Tav, zo had Thomas haar genoemd omdat ze had gezwegen toen hij haar naar haar naam vroeg. Het was een afkorting voor Tavshed, stilte in het Deens. Ze kon een kleine glimlach op haar gezicht niet onderdrukken terwijl ze keek naarhoe Thomas voor haar behulpzaam takken aan de kant duwde. Ze voelde zich eigenlijk wel op haar gemak bij hem. Hij was anders dan andere jongens. Hij vroeg niet waarom ze zo stil was, hij vroeg niet naar haar verleden, hij praatte alleen maar zonder antwoord te verwachten en scheen het niet erg te vinden ook. En het fijnst vond ze nog dat ze zonder bezwaren mee mocht met hem op zoek naar haar vader. Hij had de raadsmannen beloofd haar koste wat het kost te beschermen en had om te bewijzen dat hij het meende zijn arm om haar heen gelegd. Ja, Thomas was anders dan andere jongens.
Vreni versnelde haar pas en ging weer naast hem lopen.
‘Heb je het koud?’ vroeg hij.
‘Ja.’
Thomas was blijkbaar geschrokken bij het horen van haar stem, want hij bleef een poosje stil voordat hij dichter naast haar ging lopen en zei: ‘Het komt goed Tav, we gaan je vader vinden. Ik beloof het je. En ik maak al m’n beloftes waar.’
‘Ik ben Vreni,' zei ze.
‘Weet ik,’ zei Thomas, ‘Ik vind Tav gewoon meer bij je passen.’
Ze liepen verder. Het was al diep in de nacht en Vreni was doodop. Maar Thomas zag er niet uit alsof hij wilde rusten.
‘Thomas?’ vroeg ze. ‘Kunnen we niet hier de rest van de nacht doorbrengen? Ik kan niet meer.’
Ze hoorde Thomas zuchten. Ook al probeerde hij het zacht te doen, het ontging Vreni niet.
‘Prima,' antwoordde hij.
‘Leg de mand met eten maar neer onder een struik uit het zicht van rovers en buiten bereik van dieren. Leg er desnoods een deken van bladeren overheen.’
Vreni slaakte een zucht van verlichting en deed gauw wat haar gevraagd werd. Terwijl ze wat bladeren bij elkaar zocht voor een ‘bed’, luisterde ze naar de geluiden in het bos. Het zachte geritsel van de bladeren. Het kibbelen van de rivier. Hier en daar gekraak van takken door de dieren in het bos. Thomas lag al op de grond tegen een boom aan. Vreni legde haar bladerbed ernaast en ging naast hem zitten.
‘Waarom wilde je mee?’ vroeg Thomas. ‘Waarom stemde je toe?’
Thomas zweeg kort, verschoof zijn rechterbeen iets meer naar Vreni toe. ‘Omdat ik wilde dat je meeging. Ik wilde deze reis niet alleen maken. En als jij toch mee wilde, dus waarom niet?’
‘Juist,' zei Vreni. Ze zeiden niets, en keken allebei naar de rivier. Zover Vreni dat kon zien aan hem.
‘Ik weet waarom ze je vader hebben meegenomen.’
‘Ik niet.’
‘Wil je het weten?’
‘Nee.’ Vreni legde haar hoofd op Thomas zijn schouder. ‘Ik wil niet weten waarom hij werd opgehaald door de ridders van Mulvadoor. Hij wist dat het zou gebeuren, maar heeft me niks gezegd. Net als..’ Vreni slikte even. ‘Ik wil niet weten waarom hij me heeft achtergelaten. Ik wil dat hij het mij zelf vertelt.’
‘Het komt wel goed. Morgen zullen we het Sluikmoeras aan de overkant moeten doorbaden. Dat gaat moeilijk worden, maar als we met z’n tweeën elkaar helpen, moet het lukken.’
Vreni knikte, realiseerde zich toen dat Thomas dat niet kon zien en wilde net wat zeggen toen zij en Thomas plotseling een mes onder hun keel gedrukt kregen.
Geweldig stuk! Je interpunctie, woordkeuze en zinslengte zijn goed en lezen prettig. Je maakt hier en daar kleine foutjes, maar dat stelt niet zo heel veel voor. Als je je stuk nog een keer doorleest voor je het plaatst, kun je die er de volgende keer wel uithalen!
Het enige wat telkens terugkwam is dat je een directe reden eindigde met een punt en verderging met een hoofdletter. Dat is in sommige gevallen in orde, maar als je de zin gaat ontleden en ziet dat het gewoon bij de zin hoort, vervang je de punt door een komma en ga je verder met gewoon een kleine letter. Een uitroepteken of vraagteken kun je gewoon laten staan, maar ga wel nog steeds verder met een kleine letter.

En daarnaast, leuk dat jij ook een Thomas in je verhaal gebruikt. Doe ik ook. ^^
mumble
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 08 sep 2007 13:20

Leuk en spannend verhaal!
Ik ben niet zo'n grammatica kenner eigenlijk, maar ik zie dat dat al ruimschoots is gedaan door anderen.
Ben benieuwd naar het vervolg! :app:
Plaats reactie

Terug naar “Het Avonturen Pad”