Omdat ik me verveel, hihi. (: Maar leuk dat je reageert, bedankt!
__________
HOOFDSTUK 1.
Een paar stille uren waren voorbij gegaan en zowel Ajay als ik voelden onze oogleden zwaar worden dus besloten we Hyatt wakker te maken voor zijn wacht.
‘Hyatt,’ ik hing boven zijn gezicht. We waren al een paar minuten bezig de man wakker te maken, maar het werkte niet. Dit was vreemd want normaal werd hij letterlijk wakker door elk geluid in een kilometer omtrek. Ik denk dat we allemaal wel wat goede slaap verdienden inmiddels.
Bijtend op mijn lip keerde ik me tot Ajay. ‘Ik doe zijn ronde wel, hij heeft zijn slaap ook hard nodig.’
‘Jij bent niet meer alert, ik wil niet dat jij mijn dood gaat worden omdat je niet genoeg slaap hebt gehad. Jij gaat slapen,’ hij klonk ongelofelijk bot. Ik begreep hem wel, maar hij had het ook anders kunnen zeggen, en niet op zo’n enorm dwingende en onvriendelijke manier.
Zuchtend pakte ik Hyatt’s bidon en liet ik een paar druppels water op zijn keel vallen. Zijn ogen schoten open en hij keek me slaperig aan. ‘Sorry.’
‘Geen probleem,’ glimlachend kroop ik overeind, ‘het spijt mij.’
‘Doe niet zo gek,’hij keek me hoofdschuddend aan, ‘het hoort erbij hoor. Ik begrijp het volkomen.’
Ik haalde mijn schouders op en gaf hem zijn bidon terug. Vervolgens vond ik mijn plekje tussen Jade en Jeramiah zoals ik iedere dag deed. ‘Succes Hyatt.’
Jeramiah bewoog al gelijk door zijn arm om me heen te leggen.
‘Trusten Ajay,’ niet dat ik antwoord terug verwachtte, en zoals ik voorspelde bleef het stil vanaf zijn kant.
‘Welterusten Alexandra,’ was het laatste dat ik Hyatt nog hoorde zeggen voor ik in een diepe slaap terecht kwam. Ook ik had het hard nodig.
Ik voelde ineens een druk op mijn buik en schrok me wezenloos. Geschrokken en een tikkeltje in paniek opende ik mijn ogen om Jeramiah te vinden die mijn buik als kussen gebruikte en een arm om mijn heupen heen had gelegd.
Met een opgeluchte zucht legde ik mijn hoofd weer op een van mijn vesten wat ik als kussen gebruikte.
‘Goedemorgen schone slaapster,’ ik zag Jade achter me samen met Ajay de auto alvast inladen. Ajay zag er weer eens verre van vriendelijk uit. Nog geen enkele verandering ondergaan inmiddels.
Met een klein knikje en een glimlach liet ik mijn blik van hen naar de lucht glijden. Hij was helderblauw. Er leek even niets aan de hand te zijn, geen ‘feeders’, geen rovers, geen kannibalisme, niets vreemds, gewoon wat relaxen met vrienden in een park. Alleen rust. Welverdiende rust.
En alsof het zo getimed was kwam er gekreun uit het bos, wat betekende dat onze rust verstoord was en de eerste ‘feeder’ sinds drie dagen weer gespot was. En ook dat het weer tijd was om te vertrekken, vroeger dan verwacht.
Een schot vanuit het geweer van Ajay ontwaakte Jeramiah uit zijn diepe slaap en in een ruk zat hij overeind, waarna ik hem volgde en ook opsprong.
Gehaast pakte ik mijn tas in, gooide ik hem in de kofferbak bij de rest van de tassen en begon ik het vuur te doven door er zand overheen te gooien en met mijn laarzen zoveel mogelijk takjes weg te trappen. Die moesten we van Ajay doven voor het geval de rovers ons op het spoor waren. De laatste keer hadden we al ‘geluk’ gehad.
‘In de auto, nu, Hyatt rijdt,’ hoorde ik Ajay brullen.
Ajay en ik rende zelf naar zijn motor terwijl ik mijn pistool trok en een van de ‘feeders’ neerschoot die op Jade af strompelde. Ze knikte dankbaar en sprong snel in de auto, en terwijl ze de deur open deed sloeg ze hardhandig met de deur tegen een ‘feeder’ zodat hij op de grond belandde.
Ikzelf sprong gehaast bij Ajay achterop en legde mijn armen om zijn gespierde lichaam heen. Zelfs door zijn leren jack was het te voelen. Opnieuw voelde ik me hoe ik me enkele momenten geleden voelde. Zorgeloos.
‘Alexandra, gaat het,’ hoorde ik Ajay na een tijdje vragen.
Ik knikte, maar bedacht me dat hij me zo niet kon zien. ‘Ja, ik ben gewoon weer aan het nadenken.’
Hij knikte en ik voelde dat hij nog meer gas gaf, we namen namelijk ineens een spurt vooruit. We haalden de auto in en ik zag Jade zwaaien. Ik stak mijn tong uit naar haar, gewoon om de sfeer tussen ons niet te laten veranderen.
Jade vond Ajay enorm aantrekkelijk, en ik had het nog een leuk koppel gevonden als hij niet een eersteklas eikel was geweest.
Dat deed me denken aan een situatie zo’n twee jaar terug, voor deze hele toestand. Jade, Jeramiah en ik waren naar het strand gegaan in onze vakantie. Jade probeerde me daar alweer te koppelen aan Jeramiah. Ik had geen idee waarom ze er zo bezeten door was, maar later kwam ik er wel achter. Ik had een anker nodig, iemand die niet egoïstisch was, iemand die er voor me zou zijn en me met beide benen op de grond zou houden. Jammer genoeg was Jeramiah daar niet de geschikte persoon voor. Het was een schat, maar veel te rustig voor me. Ik kwam uit Londen, hij uit een klein stadje in Texas. Dat zou hem gewoon niet kunnen worden. In boeken wel, maar het echte leven was zo anders. Ik was extrovert, hij introvert.
Maar toen kwamen we ook zo’n type als Ajay tegen, hij was alleen een aantal jaren jonger, onze leeftijd zo ongeveer. Maar Jade flirtte dus met hem, en uiteindelijk brak hij haar hart. Dat gunde ik haar niet nog eens, en vooral niet in deze tijd waar elk beetje geluk zoveel goed kon maken, maar een klein beetje pijn je al kon breken.
‘Zie je dat,’ Ajay wees ergens heen tussen de bomen en verstoorde daarmee mijn gedachtegang.
Je kon slecht zien wat het was, maar het leek op een gebouw. Het was grijs en zag er oud uit. Ook was het nog een eind weg en leek het erop alsof we langs het hele bos moesten rijden om het te bereiken.
Ik knikte, me er opnieuw bewust van dat hij het niet kon zien. ‘Wat is dat?’
‘Geen idee,’ ondertussen seinde hij Hyatt dat we eropaf gingen.
Het enige dat ik hoopte op dat moment was dat het een gebouw was waar we konden verblijven. Al was het maar tijdelijk. Ik had er alles voor over om wat rust te hebben, al was het maar een paar dagen. Ik hoopte dat het ook de sfeer zou verbeteren.
Hoe dichter we richting het mysterieuze gebouw reden hoe meer ‘feeders’ er rondom verschenen. We reden toch te snel om gegrepen te worden, daar was ik dus totaal niet bang voor. Jade wel. Dat is dan ook de voornaamste reden dat zij niet bij Ajay achterop zat, maar ik. De tweede was omdat Jade nog slechter kon richting dan ik het kon. En mocht er wat gebeuren, dan was het fijn als degene achterop wist wat ze deed.
Na zo’n klein half uurtje reden we over een zandpad dat leidde tot een groot gebouw dat omringd was door kilometers aan hekwerk. Dit was overduidelijk een gevangenis voor de uitbraak.
‘Ajay, zie je de ‘feeders’? Ze zijn erop gefocust, er zijn waarschijnlijk al mensen,’ ik slikte. Gevangenen misschien? Het zou vol kunnen zitten met moordenaars en verkrachters. Geen vrolijke gedachten als je het mij zou vragen. Dit is een plek die ik het liefst zou ontwijken.
‘En toch gaan we kijken,’ hij klonk vastberaden, niet dat hij ooit anders klonk. Er was nooit echt een andere toon te vinden in zijn stem.
Ik slikte en had het gevoel alsof mijn hart uit mijn borstkas zou kloppen. Dit voelde niet goed. Ook al verlangde ik naar een gebouw, maar een gevangenis ontweek ik liever. Mensen braken altijd uit gevangenissen, waarom zouden we er in willen breken? Daar zat totaal geen logica in.
Ajay stapte van zijn motor af en begon met zijn boksbeugel de dichtstbijzijnde ‘feeders’ neer te halen, terwijl ik ook van de motor afsprong en met mijn Gendaito de ‘feeders’ begon te doden door middel van een steek in hun hoofd.
Ondertussen bleven Hyatt, Jeramiah en Jade veilig in de auto zitten.
Om ons vielen ‘feeders’ neer en op dat moment hoorde ik de schoten pas. Ik had geen idee waar ze vandaan kwamen maar ik waardeerde de hulp, dat tenminste als ze niet ook op ons gericht waren.
Het duurde niet lang voordat alle ‘feeders’ op de grond lagen en er geen in mijn directe zicht te vinden waren.
Op dat moment hoorde ik een andere motor aankomen. Mijn blik gleed er uiteraard gelijk heen. Er zat een man op een grotere motor dan die van Ajay – niet dat ik er verder verstand van had.
‘Wie zijn jullie,’ hij keek ons stuk voor stuk aan met een emotieloos gezicht.
Ik stapte naar voren voordat Ajay ons in groter gevaar zou brengen. ‘Ik ben Xandra. We zagen het gebouw, verblijf jij hier? Mijn vriend Jeramiah heeft zijn arm gebroken, we hebben hulp nodig.’
‘Misschien,’ was het enige dat hij antwoordde. Hij leek erover na te denken.
Mijn blik gleed naar Jeramiah. Hij glimlachte lichtjes.
‘Daryl,’ riep een tweede onbekende stem. Ik liet mijn blik erheen glijden en trof een man met een respectabel geweer aan achter het hek. De man op de motor, Daryl, reed rustig naar hem toe en ze begonnen zacht te praten.
Ondertussen hadden Hyatt, Jeramiah, Jade en zelfs Ajay zich bij mij gevoegd. Het leek een eeuwigheid te duren en ik voelde wat angst door mijn lijf gieren. Ze konden ons vermoorden. We wisten niet met hoeveel ze waren, en hoeveel er een wapen op ons gericht hadden op dit moment. Het was zo onzeker.
‘Wat moeten we doen,’ Jade klemde haar arm om de mijne heen.
Even zweeg ik om over een goed antwoord na te denken. Wat konden we doen? ‘Ik heb geen idee.’
Ik beet op mijn lip terwijl ik naar de uitwisseling van woorden naar de mannen keek.
‘Zijn jullie gebeten,’ de man vanachter het hek keek ons vragend aan. Hij straalde een bepaalde autoriteit uit, maar leek alles behalve kwaadaardig.
‘Nee,’ hoorde ik Ajay, die naast me stond, nors roepen.
Opnieuw beet ik op mijn lip. Hij kon gemakkelijk onze kans op wat rust verpesten door zijn eigenwijze gedrag. Ajay was er altijd zeker van dat je daarmee verder kwam.
Ik zag de mannen van hem naar mij kijken. Mijn blik moest smekend zijn geweest inmiddels. Ik wilde Jeramiah zonder pijn zien, en daar had ik zelfs het lef voor om in deze gevangenis te verblijven. ‘Nee, geen van allen. Alsjeblieft, we hebben alleen wat EHBO spullen nodig en dan zijn we weer weg. We zullen jullie verder niet in de weg lopen.’