
Dit is mijn eerste verhaal dat ik hier post. Het is een thriller. Als het eerste hoofdstuk jullie bevalt zal ik de rest ook plaatsen

Feedback is altijd welkom!
Kleine omschrijving:
Ashanti is opgepakt en zit opgesloten in Irasta. Dit is een zwaar bewaakte maffia gevangenis. Issy moet van de baas helpen om Ashanti er uit te halen. Issy die niet bepaald een fijne jeugd heeft gehad, zit vol twijfels over wat ze moet doen. Kan Issy haar angsten op zij zetten en helpen om Ashanti te bevrijden?
Veel plezier
Onopgemerkt
Issy sluipt door de donkere gangen. Niemand mag haar hier tegenkomen. Zelfs niet Steward Helno, haar baas die haar op pad had gestuurd. Het is nu eenmaal streng verboden om ontdekt te worden. Er staan zware straffen op, wanneer ze ontdekt wordt. Ze kan nog net in de schaduw wegduiken, als ze iemand hoort aankomen. Mirko en Arjon. Twee van de beste mannen van Helno, ze gaan over oppakken, meenemen en afhandelen. Issy haalt diep adem. Mirko en Arjon zijn erop getraind iedereen op te merken die zich in de duisternis verschuilt. Dus als ze hadden opgelet of er iemand zich in de duisternis had verstopt, hadden ze haar hoogst waarschijnlijk opgemerkt.
Issy rent verder door de gangen. Ze moet op tijd bij Helno komen en haar informatie aan hem vertellen. Bij te laat komen, kan Issy een uitbrander verwachten en zou Helno dreigen met dat hij haar zou vervangen. De rillingen lopen over Issy's rug als ze er aan denkt dat ze vervangen wordt. Dat betekent dat ze hier weg moet, dat ze op straat kan gaan leven! Dat had ze gedaan voordat ze hier kwam. Ze had het vreselijk gevonden. Het was per toeval gegaan, dat ze hier was gekomen. Issy was voor de verkeerde aangezien.
Ze zucht als ze bij de deuren van de vergaderzaal aankomt. De deuren zijn nog open. Nog net op tijd! Snel stapt ze naar binnen en zakt op haar plaatsje neer. Mirko en Arjon grijnzen even naar haar. Issy komt altijd maar net op tijd.
‘Je hebt zeker snel gerend, niet waar Issy? Want wij zijn je niet tegen gekomen,’ zegt Mirko.
Mirko en Arjon zijn net tweeling. Ze zijn nooit zonder elkaar, maken elkaars zinnen af en weten wat de ander denkt.
‘Jullie hebben me ingehaald,’ zegt Issy zacht.
Issy spreekt zeer weinig. Lang geleden is het haar hardleers aangeleerd dat spreken fout is en dat terwijl ze weet dat het hier, in het bedrijf van Helno absoluut niet fout is. Voor Issy is het meer noodzaak dat je spreekt op de momenten dat het van je wordt verwacht.
‘Echt, waar?’ vraagt Arjon verschrikt. ‘We hebben niemand gezien. Dat kan niet!’
‘Nee,’ zegt Mirko. ‘Zoals altijd letten we heel erg goed op. Voor het geval we een wit voetje bij Helno willen halen.’
‘Dus, wij hebben je niet ingehaald!’ zegt Arjon een beetje geïrriteerd.
‘Jawel..’ mompelt Issy. ‘Jullie waren stil en liepen haastig.’
Issy kijkt naar het tafelblad. Ze kan er wel tegen in gaan, maar als Arjon en Mirko volhard vasthouden dat het niet kan, dan heeft het geen zin om er tegen in te gaan. Helno stapt de vergaderkamer binnen.
‘Helno! Moet je nou toch horen,’ roept Arjon. ’Issy beweert dat we haar voorbij gelopen zijn. Dat we haar niet gezien hebben! Dat is toch onmogelijk!’
Helno kijkt van Arjon naar Issy. Issy kijkt niet op of om. Ze staart onafgebroken naar het tafelblad.
‘Is dat zo Issy?’ vraagt Helno.
Issy knikt heel langzaam.
‘Zorg dat het niet weer gebeurt, heren!’ zegt Helno met klem.
‘Maar dat kan niet! Echt niet!’ roept Mirko uit. ‘Ze maakt gewoon een stom grapje! We zien nooit iemand over het hoofd!’
‘Dan is dit de eerste keer,’ zegt Helno kalm en hij gaat op zijn stoel zitten. Aan het hoofd van de tafel. ‘We hebben werk te doen. Buiten spelen doen jullie ergens anders maar.’
Issy kijkt voorzichtig naar Helno. Normaal zou hij zo kwaad zijn geworden wanneer hij zoiets hoort. Nu lijkt hij heel erg in zijn nopjes. En maakt hij zich helemaal geen zorgen om het feit dat ze iemand niet hebben gezien, die er wel is.
Ze krijgt een kwade blik toegeworpen van Mirko en Arjon. De rillingen lopen over haar rug. Het maakt haar altijd bang, zo’n kwade blik. Als men dat vroeger deed, stonden haar altijd dingen te wachten, die ze liever uit de weg gaat.
‘Goed, laten we maar beginnen.’
Issy zwijgt. Ze is plotseling alle informatie vergeten. Mirko blijft Issy een tijdlang aan kijken. Helno heeft haar nog niet gevraagd om het te vertellen, maar het lijkt alsof de mensen in de vergaderruimte weten dat Issy het niet meer weet. Aangezien het zo lijkt, is het voor Issy niet erg vreemd dat tijdens de vergadering niemand iets aan haar vraagt, zelfs Helno niet. De vergadering gaat zoals altijd over mensen die moeten verdwijnen, wapenhandel, achtervolgingen en natuurlijk over de gevaarlijke gevangenis Irasta. Alleen in gesloten ruimtes mag je over Irasta spreken. En dat is dan ook de enige plek. Vandaag is Irasta erg aanbod tijdens de vergadering. Issy probeert hardnekkig te herinneren welke informatie ze had. Het ging over iemand die in Irasta zat, dat weet ze heel zeker.
‘Zo, dan is dat besproken. Iedereen weet z’n taak?’ vraagt Helno.
Issy kijkt verschrikt op. Doordat ze zo bezig is geweest met wat ze voor informatie ze had, is ze vergeten op te letten.
‘Issy, jij blijft. De rest kan gaan,’ zegt Helno.
Issy knikt. Arjon en Mirko blijven zitten, de rest die tijdens de vergadering aanwezig was, verlaat de kamer.
‘Arjon, Mirko dit heeft niet met jullie te maken. Jullie kunnen gaan.’
‘Nee,’ zegt Arjon.
‘Het is vast belangrijk. Als we Issy inderdaad niet hebben opgemerkt, is het belangrijk dat we over belangrijke zaken op de hoogte zijn,’ vervolgt Mirko.
Helno kijkt een tijdje naar Issy. Ze zit een beetje in elkaar gedoken, schuin tegenover hem, diep in gedachte verzonken.
‘Issy, wat weet je over Ashanti?’
‘Ik ben het vergeten,’ stamelt ze.
‘Vergeten?’ roept Arjon uit. ‘Hoe kan dat nou!?’
Arjon schreeuwt bijna. Issy duwt haar lippen op elkaar. Dit bewijst alleen maar dat spreken niet goed is, zoals haar geleerd is. Het brengt alleen ongewilde discussies teweeg. Nu Arjon zo kwaad uitvalt, wil Issy helemaal niet meer herinneren wat ze had gevonden! Hoe belangrijk die informatie ook is.
‘Arjon!’ Helno kijkt Arjon kwaad aan. ‘Ik zei jullie beide de zaal te verlaten. Als een van jullie nog één ongevraagd woord zegt, is het afgelopen. En verlaten jullie direct deze ruimte. Duidelijk?’
Wanneer je zo’n keel tegen Issy opzet is het bijna onmogelijk om er nog een goed woord uit te krijgen. Dat is in het verleden wel vaker gebleken.
‘Ja, Helno,’ zeggen Arjon en Mirko.
‘Goed, Issy, belangrijke informatie vergeet je niet.’ Helno leunt achter over in zijn stoel. ‘Was Ashanti nog in leven?’
Issy knikt na een tijdje. Ashanti is in leven in Irasta. Maar van haar bronnen heeft ze gehoord dat ze zou worden overgeplaatst. Nu weet ze het weer. Ashanti zou worden overgeplaatst naar een hoger level.
Dat betekent dat de kans op doorverkoop groter wordt. Haar bron had haar verteld dat, ook al werd zij overgeplaatst, dat dan nog de kans groot was dat ze nooit uit Irasta zal komen.
‘Helno,’ mompelt Issy. ‘Ashanti gaat naar hoger level. Het twee na hoogste.’
‘En dat betekent?’ vraagt Mirko.
‘Dat betekent,’ antwoord Helno terwijl hij zijn vingers over elkaar legt, ‘dat er een ietwat grotere kans is dat ze wordt door verkocht. Maar dat maakt niet dat haar overlevingskansen toenemen.’
Arjon geeft Mirko een por.
‘Dan kunnen wij haar vrijkopen!’ roept hij uit.
‘Nee, dat zal niet gaan,’ zegt Helno langzaam. ‘Als het zo makkelijk was, hadden wij dat allang gedaan! Om dat te kunnen doen, heb je de juiste rang uit het stelsel nodig. Wat weet je daarvan?’
‘Niets,’ zegt Issy zacht.
‘Zoek dat uit! En heren, volgende keer wil ik niet horen dat jullie iemand voorbij zijn gelopen zonder die persoon te zien!’
‘Ja, Helno!’
‘Goed, jullie kunnen gaan.’
Arjon en Mirko staan op en lopen de kamer uit. Issy kijkt Helno een tijdje zwijgend aan voordat ze opstaat en Arjon en Mirko volgt.
‘Ze is in kritieke toestand,’ zegt ze zacht voordat ze de kamer uitloopt.
‘Weet ik,’ antwoordt Helno.
-Edit-
Feedback verwerkt
